TB’ers Jessica Boonstra en Welmoed Lockefeer zitten 3,5 maand in Dar es Salaam, de hoofdstad van Tanzania, voor een computerproject op middelbare scholen.
/strong>
Wie aan Afrika denkt, ziet droge vlaktes, sloppenwijken, bloederige stammenoorlogen en stoffige steden badend in een onverbiddelijk schroeiend zonlicht. Dat wás ook ons beeld.
Al toen het vliegtuig begon te zakken en we (vanuit de cockpit!) de eerste beelden kregen van de savannes in Serengeti National park, de besneeuwde top van Mount Kilimanjaro, de blauwgroene Indische Oceaan en de vruchtbare heuvels rondom Dar es Salaam, werd duidelijk dat we onze vooroordelen zouden moesten bijstellen. En wel heel grondig.
Tanzania (28 keer zo groot als Nederland) is het thuisland van The Lion King, de prachtigste en meest diverse Safariparken ter wereld, meer dan tweehonderd verschillende traditionele stammen, maar ook duizenden verlaten bounty-eilanden met oogverblindende koraalriffen voor de kust.
Dar es Salaam (‘Haven of Peace’, een Arabische naam die haar is gegeven toen de slavenuitvoer naar het Midden-Oosten onder de sultans nog floreerde) is een stad van ruim 2,5 miljoen mensen, maar zonder hoogbouw, met alleen bestrating op de hoofdwegen en zonder McDonalds.
Dar es Salaam heeft de sfeer van een groot, gezellig en ook erg druk dorp aan een tropische kustlijn met veel huisjes van golfplaat, straatwinkeltjes, palmbomen en Baobab’s en natuurlijk duizenden DalaDala’s. De DalaDala, hét openbaar vervoer van Tanzania, is een minibusje voor twaalf man waar er gerust 23 in passen, volledig uitgerust met krakende radio, fluwelen bekleding en/of kroonluchter en wijsheden als ‘Jesus is Alive!’ of ‘Ignoring Jesus is choosing hell!!!’.
Gezien de conditie van de wegen en de rijstijl hier ben je nog blij dat je in elk geval beschermd door God op pad gaat%
Ons project bestaat uit het onderzoeken van de mogelijkheden voor computeronderwijs op middelbare scholen, iets wat hier nog totaal niet bestaat. Het land echter schreeuwt om informatisering, dus we worden overal als regelrechte helden ontvangen wat natuurlijk heel grappig is voor twee gewone TU studenten.
Met twaalf laptop-computers zijn we langs zeven middelbare scholen in ‘Dar’ gegaan om bij elk een paar dagen lang computerles te geven. Hierbij gebruiken we het zogenaamde Group Support Systems, vergelijkbaar met de Group Decision Room bij TB. Je koppelt een aantal computers aan elkaar in een lokaal netwerk en met behulp van de software kunnen de deelnemers parallel en anoniem discussiëren en ideeën uitwisselen. Een soort gestructureerd chatten dus, maar dan in dezelfde ruimte.
Wij gebruikten het om eerst de leerlingen (vaak voor het eerst in hun leven) bekend te maken met de basics van computers, en gingen vervolgens discussies aan op het gebied van milieubescherming, Aids, vrouwenrechten, politiek, racisme, sexual harassment, noem maar op. Tegelijkertijd doken we in het onderwijssysteem van Tanzania om erachter te komen hoe een toekomstig computeronderwijsprogramma hier eruit zou kunnen zien. Hier zijn we wel alle clichés van ontwikkelingslanden tegengekomen: verdwijnend sponsorgeld, volledig gebrek aan beleid, manmoedig creëren van volledig onhaalbare plannen en natuurlijk corruptie.
En toch is er iets aan Tanzania wat het allesbehalve mistroostig maakt. De schoonheid van het landschap, de kleurige straten en ritmische muziek. En natuurlijk de eindeloze gastvrijheid, het zeer aanstekelijke gevoel voor humor van de Tanzanianen, wat een heleboel van die onvermijdelijke hindernissen hier ineens overkomelijk maakt.
Intussen hebben we meer dan 250 kinderen en 30 leraren kunnen bereiken met ons programma. De bekende druppel op een gloeiende plaat weliswaar, maar het is een basis. Bovendien is er een begin van een overlegstructuur ontstaan tussen de Universiteit van Dar es Salaam, middelbare scholen en het Ministry of Education. Wie weet waar Tanzania binnen vijf jaar staat, het land maakt op dit moment grote sprongen.
Voor de mensen hier geldt verder alsnog één slogan: Armoede? Politieke problemen? Aids? Malaria? Corruptie? Schulden? Hakuna Matata! Dat betekent No Worries.
TB’ers Jessica Boonstra en Welmoed Lockefeer zitten 3,5 maand in Dar es Salaam, de hoofdstad van Tanzania, voor een computerproject op middelbare scholen.
Wie aan Afrika denkt, ziet droge vlaktes, sloppenwijken, bloederige stammenoorlogen en stoffige steden badend in een onverbiddelijk schroeiend zonlicht. Dat wás ook ons beeld.
Al toen het vliegtuig begon te zakken en we (vanuit de cockpit!) de eerste beelden kregen van de savannes in Serengeti National park, de besneeuwde top van Mount Kilimanjaro, de blauwgroene Indische Oceaan en de vruchtbare heuvels rondom Dar es Salaam, werd duidelijk dat we onze vooroordelen zouden moesten bijstellen. En wel heel grondig.
Tanzania (28 keer zo groot als Nederland) is het thuisland van The Lion King, de prachtigste en meest diverse Safariparken ter wereld, meer dan tweehonderd verschillende traditionele stammen, maar ook duizenden verlaten bounty-eilanden met oogverblindende koraalriffen voor de kust.
Dar es Salaam (‘Haven of Peace’, een Arabische naam die haar is gegeven toen de slavenuitvoer naar het Midden-Oosten onder de sultans nog floreerde) is een stad van ruim 2,5 miljoen mensen, maar zonder hoogbouw, met alleen bestrating op de hoofdwegen en zonder McDonalds.
Dar es Salaam heeft de sfeer van een groot, gezellig en ook erg druk dorp aan een tropische kustlijn met veel huisjes van golfplaat, straatwinkeltjes, palmbomen en Baobab’s en natuurlijk duizenden DalaDala’s. De DalaDala, hét openbaar vervoer van Tanzania, is een minibusje voor twaalf man waar er gerust 23 in passen, volledig uitgerust met krakende radio, fluwelen bekleding en/of kroonluchter en wijsheden als ‘Jesus is Alive!’ of ‘Ignoring Jesus is choosing hell!!!’.
Gezien de conditie van de wegen en de rijstijl hier ben je nog blij dat je in elk geval beschermd door God op pad gaat%
Ons project bestaat uit het onderzoeken van de mogelijkheden voor computeronderwijs op middelbare scholen, iets wat hier nog totaal niet bestaat. Het land echter schreeuwt om informatisering, dus we worden overal als regelrechte helden ontvangen wat natuurlijk heel grappig is voor twee gewone TU studenten.
Met twaalf laptop-computers zijn we langs zeven middelbare scholen in ‘Dar’ gegaan om bij elk een paar dagen lang computerles te geven. Hierbij gebruiken we het zogenaamde Group Support Systems, vergelijkbaar met de Group Decision Room bij TB. Je koppelt een aantal computers aan elkaar in een lokaal netwerk en met behulp van de software kunnen de deelnemers parallel en anoniem discussiëren en ideeën uitwisselen. Een soort gestructureerd chatten dus, maar dan in dezelfde ruimte.
Wij gebruikten het om eerst de leerlingen (vaak voor het eerst in hun leven) bekend te maken met de basics van computers, en gingen vervolgens discussies aan op het gebied van milieubescherming, Aids, vrouwenrechten, politiek, racisme, sexual harassment, noem maar op. Tegelijkertijd doken we in het onderwijssysteem van Tanzania om erachter te komen hoe een toekomstig computeronderwijsprogramma hier eruit zou kunnen zien. Hier zijn we wel alle clichés van ontwikkelingslanden tegengekomen: verdwijnend sponsorgeld, volledig gebrek aan beleid, manmoedig creëren van volledig onhaalbare plannen en natuurlijk corruptie.
En toch is er iets aan Tanzania wat het allesbehalve mistroostig maakt. De schoonheid van het landschap, de kleurige straten en ritmische muziek. En natuurlijk de eindeloze gastvrijheid, het zeer aanstekelijke gevoel voor humor van de Tanzanianen, wat een heleboel van die onvermijdelijke hindernissen hier ineens overkomelijk maakt.
Intussen hebben we meer dan 250 kinderen en 30 leraren kunnen bereiken met ons programma. De bekende druppel op een gloeiende plaat weliswaar, maar het is een basis. Bovendien is er een begin van een overlegstructuur ontstaan tussen de Universiteit van Dar es Salaam, middelbare scholen en het Ministry of Education. Wie weet waar Tanzania binnen vijf jaar staat, het land maakt op dit moment grote sprongen.
Voor de mensen hier geldt verder alsnog één slogan: Armoede? Politieke problemen? Aids? Malaria? Corruptie? Schulden? Hakuna Matata! Dat betekent No Worries.
Comments are closed.