Campus

Event over diversiteit: ‘Wie luistert er naar de verschillende stemmen?’

TU-vrouwennetwerk Dewis stond op 5 oktober stil bij de diversiteitsweek. Sprekers, panelleden en een klein publiek spraken over participatie voor vrouwen én mannen op de TU.

Op het podium van de aula zitten (v.l.n.r.) Marije Severs (diversity officer bij het TU-bestuursbureau), Nitesh Bharosa (hoogleraar en diversity officer bij TBM), Babette Pouwels, Just Herder en Josephine Vos. (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Het evenement Gender Diversity, Work and Caregiving: What academia can learn from business? was volgens de aankondiging bedoeld om diversiteitsdag (3 oktober) te vieren, maar was er veel te vieren? “Als we het nieuws lezen, zien we veel signalen dat er werk te verzetten valt”, zei Dewis-bestuurslid en universitair hoofddocent Ingrid Mulder in haar welkomstwoord.

En inderdaad: vorige week berichtte Delta dat het percentage vrouwelijke hoogleraren aan de TU Delft afgelopen jaar nauwelijks steeg en voor de zomer vertrok universitair hoofddocent Daphne Stam vanwege de ‘machocultuur’ op de faculteit Lucht- en Ruimtevaarttechniek. Ondanks dit nieuws is het niet druk bij het evenement. In het auditorium van de aula zitten zo’n veertig mensen, inclusief de sprekers en het panel, in plukjes bij elkaar. Mannen zijn schaars: zij vormen minder dan een kwart van de aanwezigen.

‘Er is geen wondermiddel’

De keynote speech heeft geen vrolijkere boodschap. Ivy Koopmans, programmaleider bij de Sociaal-Economische Raad (SER), en zelfstandig socioloog Babette Pouwels vertellen over uitdagingen en bevindingen in hun onderzoek naar diversiteit en inclusie in het bestuur van Nederlandse bedrijven. Daar publiceerde de SER in 2019 een rapport over, wat de basis vormde voor een nieuwe wet die op 1 januari 2022 een ‘vrouwenquotum’ introduceerde.

“Er zijn hier weinig mensen en vooral vrouwen.” (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Kloof

 

In de Global Gender Gap Index van het World Economic Forum, die deze zomer werd gepubliceerd, is te zien dat de kloof tussen genders in Nederland het afgelopen jaar nauwelijks is verkleind, in tegenstelling tot Duitsland en België. Die stonden in de ranglijst al boven Nederland, maar zijn ook nog eens flink gestegen. Die stilstand hebben we volledig te danken aan de arbeidsmarkt, vertelt Pouwels.

De loonkloof bijvoorbeeld, is afgelopen jaar gegroeid: “Veel Nederlanders kregen een loonsverhoging, vanwege de krappe arbeidsmarkt en de inflatie. Maar voor Nederlandse mannen was die gemiddeld 15 procent, terwijl vrouwen maar 9 procent kregen.” Het percentage vrouwen in besturen en raden van commissarissen van grote Nederlandse bedrijven is tussen 2012 en 2020 wel langzaam gestegen naar respectievelijk 13,8 procent en 21,9 procent. Maar, waarschuwt Pouwels, “die lichte toename komt volledig door een kleine groep bedrijven die er werk van maken. Een grote groep loopt juist achter. In zo’n 60 procent van de besturen zat in 2020 geen enkele vrouw, net als in 40 procent van de raden van commissarissen.”

Bedrijven kunnen niet meer liegen

De kloof is niet makkelijk te dichten, vertelt Koopmans: “Er is geen wondermiddel.” Wel vond de adviesgroep tijdens het opstellen van het rapport en de nieuwe wet valkuilen, waar Pouwels enkele voorbeelden van deelt.

‘Moet niet de hele structuur van de universiteit opnieuw ontworpen worden?’

Beleid moet specifiek genoeg zijn, zag de groep bijvoorbeeld. “In Duitsland moesten bedrijven een paar jaar geleden doelen stellen en elk jaar rapporteren aan het ministerie. Dat verzamelde de rapporten, maar deed er verder niks mee. Toen dat systeem na een tijdje werd geëvalueerd, bleek dat veel bedrijven zich tot doel hadden gesteld 0 procent vrouwen in hun bestuur te hebben.”

In Nederland moeten volgens de nieuwe wet (streef)cijfers over man-vrouwverhoudingen openbaar gemaakt worden. Dan kunnen bedrijven van elkaar leren, maar ze worden ook gecontroleerd door hun medewerkers, de media en onderzoekers. Pouwels: “We zijn in gesprek met bedrijven die bang zijn hun data te publiceren. Ze kunnen er niet over liegen, want iedereen kan het controleren.”

‘Hak de top eraf’

Weinig redenen voor feest, dus, maar wel een spraakmakende voorzet voor de paneldiscussie. Hoewel er weinig publiek is, heeft het meer dan genoeg vragen om de tijd te vullen. De eerste vraag gaat meteen de diepte in: Is het wenselijk dat mentorprogramma’s nu vooral vrouwen leren zich als man te gedragen om carrière te maken? Een universitair docent gaat verder: moet niet de hele structuur van de universiteit opnieuw ontworpen worden, met inclusie in gedachten? “Vragen we over honderd jaar vrouwen nog steeds zich aan te passen aan een structuur die niet voor hen is ontworpen en misschien wel nooit gaat werken?”

“We moeten aanmoedigen dat mensen zorgdragen.” (Foto: Thijs van Reeuwijk)

Just Herder, in het panel als lid van de raad van hoogleraren van de TU Delft, vertelt dat deze vraagstukken vaak terugkomen in discussies in die raad. Het gaat dan vaak om een zorgtaak waar mensen zich voor verontschuldigen. “Als je voor iemand zorgt, kinderen, grootouders, of misschien een maatschappelijke organisatie, neem je verantwoordelijkheid. Dat is iets goeds, dus dat moeten we aanmoedigen. We proberen het daarom om te draaien: als we een kandidaat hebben met een fantastische onderzoeks-cv, maar geen aanwijzing dat diegene zorgdraagt voor mensen in diens omgeving, dan wijzen we die af.”

Zijn verhaal wordt goedkeurend ontvangen, maar het gaat de vraagsteller niet ver genoeg: “Ik dacht aan iets radicalers, zoals bijvoorbeeld de top van de universiteit eraf hakken. Dan hebben we geen probleem meer met vrouwen aan de top, want die is er niet.”

‘Duidelijke actie blijft uit’

Ook op Erkennen en Waarderen (de nieuw voorgestelde manier om wetenschappers te beoordelen: óók op onderwijstaken bijvoorbeeld) hebben de aanwezigen kritiek. “Ik doe veel onderzoek naar gelijke beloning,” vertelt Pouwels, die ook panellid is, “maar daar zie ik heel weinig van terug in de salarisstructuur van de universiteit. Er zijn aparte loonschalen voor educatie, maar daar zit bijna niemand op de hogere treden. Sommige universiteiten hebben zelfs in hun beleid staan dat ze niet investeren in educatiecarrières, maar alleen in de combinatie met onderzoek.” Het onderwijzend personeel, merkt ze op, bestaat vaak voor een relatief groot deel uit vrouwen. “En daar wordt niks voor gedaan in beloning of carrière.”

Om na deze discussie vrolijk door te kunnen naar de borrel, sluit theatergroep Plankgas de middag luchtig af. De drie actrices steken de draak met stereotypes en alledaagse drempels voor vrouwen aan de universiteit in een reeks sketches en liedjes. “Fantastisch”, vindt promovenda Man Jiang: “De sketches waren goed doordacht. Ik hoop dat deze scènes nog vaak vertoond worden aan de studenten en medewerkers van de universiteit.”

“Er wordt steeds gezegd dat we het samen moeten oplossen, maar ik heb de macht niet.” (Foto: Thijs van Reeuwijk)

‘Wie luistert er?’

 

Minder enthousiast over de middag zijn twee andere promovendi die met hun uitspraken graag anoniem willen blijven: “Duidelijke actie blijft uit. Het is leuk dat ze dit organiseren, maar er zijn hier weinig mensen, vooral vrouwen. En iedereen die hier wel is, is al op de hoogte.” Haar tafelgenote valt haar bij: “Er wordt steeds gezegd dat we het samen moeten oplossen, maar ik heb de macht niet, dus ik zou niet weten hoe. We zijn laatst naar de decaan gegaan om te praten over ouderschapsverlof voor medewerkers met een tijdelijk contract. Die krijgen een deel van hun salaris doorbetaald door het UWV, maar hun contract wordt niet verlengd, dus ze moeten hetzelfde werk doen in minder tijd. De universiteit hoeft ze in die weken niet te betalen, dus die bespaart er zelfs op!”

De lage opkomst stoort ook postdoc Markus Westberg: “Ik heb mensen meegevraagd, maar veel van hen waren druk. Ook veel vrouwelijke onderzoekers waren niet geïnteresseerd. Maar mannen, die deze boodschap misschien juist moeten horen, waren er nog veel minder. Ik ben blij dat het evenement bestaat. In het bijzonder de paneldiscussie is een manier om verschillende stemmen te horen, maar wie luistert er?”

‘Hoe gaan we het de mensen laten zien die het niet willen zien?’

Toch is moderator en promovenda Josephine Vos blij met de middag: “We hebben veel over oplossingen kunnen praten: wat werkt wel en wat niet. Babette [Pouwels] was daar heel nuttig voor, omdat zij kon vertellen wat ze had geleerd uit haar onderzoeken.” Alleen de opkomst was wat haar betreft ‘superjammer’: “Er zijn best veel mensen die diversiteit en inclusie niet belangrijk vinden of het gevoel hebben dat het niet voor hen is. Dat is iets waar we nog een oplossing voor moeten vinden: hoe gaan we het de mensen laten zien die het niet willen zien?”

Nieuwsredacteur Emiel Beinema

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

tudelta@emielb.nl

Comments are closed.