Na dertig jaar is de Europese Unie het eens over een gezamenlijk octrooibeleid. Eurocommissaris Frits Bolkestein verwelkomt het besluit als een belangrijke stap in de concurrentie met de VS en Japan.
Er bestaat al een Europees octrooibureau in München, maar daarbij zijn slechts acht landen aangesloten, waaronder de Benelux. Als het nieuwe octrooirecht in 2005 in werking treedt, zal één octrooiaanvraag goed zijn voor 25 landen. En dat voor de helft van de kosten: kost een erkend patent voor de acht landen nu nog 50.000 euro, straks is dat ‘slechts’ 25.000 euro voor de hele EU. ,,Dat is nog altijd duurder dan in Amerika of Japan, maar het is een grote vooruitgang”, meent Bolkestein. Voor dat geld worden de technische conclusies vertaald in de drie grote talen van de EU: Engels, Frans en Duits.
De vraag is of de prijsverlaging de drempel voor Nederlandse universiteiten voldoende zal verlagen. Onderzoekers klagen al jaren dat een eigen octrooibeleid niet te betalen is. Octrooiadviseur Lieuwe Boersma van de TU Delft verwacht dat het weinig zal uitmaken. ,,Wij zijn natuurlijk blij met de nieuwe regeling, die een stuk handiger is. Maar wij doen meestal toch eerst een Nederlandse aanvraag, voor drie- á vierduizend euro. Op basis van het nieuwheidonderzoek kan dan eventueel besloten worden ook internationale octrooien aan te vragen.”
Bij het bureau van de TU Delft komen jaarlijks slechts ongeveer dertig vindingen binnen, waarvan er twintig leiden tot een octrooiaanvraag. Volgens Boersma zouden deze aantallen pas hoger worden als octrooiaanvragen ook nog mogelijk zijn na wetenschappelijke publicatie. ,,Nu gaat publiceren ten koste van de ‘nieuwheid’ van een vinding. In de VS heb je na publicatie nog een jaar de tijd voor een octrooiaanvraag. Het ministerie van EZ denkt er hard over na dat hier ook mogelijk te maken.”
Voor geschillen en beroepszaken komen er in 2010 speciale rechtbanken in Luxemburg, als onderdelen van het Europees Hof van Justitie. Volgens EZ is de EU-octrooienrechtbank een belangrijk winstpunt: octrooihouders hoeven niet langer bij problemen in alle betreffende landen te procederen. Dat is tijdrovend, duur en leidt soms tot uiteenlopende nationale vonnissen.
Er bestaat al een Europees octrooibureau in München, maar daarbij zijn slechts acht landen aangesloten, waaronder de Benelux. Als het nieuwe octrooirecht in 2005 in werking treedt, zal één octrooiaanvraag goed zijn voor 25 landen. En dat voor de helft van de kosten: kost een erkend patent voor de acht landen nu nog 50.000 euro, straks is dat ‘slechts’ 25.000 euro voor de hele EU. ,,Dat is nog altijd duurder dan in Amerika of Japan, maar het is een grote vooruitgang”, meent Bolkestein. Voor dat geld worden de technische conclusies vertaald in de drie grote talen van de EU: Engels, Frans en Duits.
De vraag is of de prijsverlaging de drempel voor Nederlandse universiteiten voldoende zal verlagen. Onderzoekers klagen al jaren dat een eigen octrooibeleid niet te betalen is. Octrooiadviseur Lieuwe Boersma van de TU Delft verwacht dat het weinig zal uitmaken. ,,Wij zijn natuurlijk blij met de nieuwe regeling, die een stuk handiger is. Maar wij doen meestal toch eerst een Nederlandse aanvraag, voor drie- á vierduizend euro. Op basis van het nieuwheidonderzoek kan dan eventueel besloten worden ook internationale octrooien aan te vragen.”
Bij het bureau van de TU Delft komen jaarlijks slechts ongeveer dertig vindingen binnen, waarvan er twintig leiden tot een octrooiaanvraag. Volgens Boersma zouden deze aantallen pas hoger worden als octrooiaanvragen ook nog mogelijk zijn na wetenschappelijke publicatie. ,,Nu gaat publiceren ten koste van de ‘nieuwheid’ van een vinding. In de VS heb je na publicatie nog een jaar de tijd voor een octrooiaanvraag. Het ministerie van EZ denkt er hard over na dat hier ook mogelijk te maken.”
Voor geschillen en beroepszaken komen er in 2010 speciale rechtbanken in Luxemburg, als onderdelen van het Europees Hof van Justitie. Volgens EZ is de EU-octrooienrechtbank een belangrijk winstpunt: octrooihouders hoeven niet langer bij problemen in alle betreffende landen te procederen. Dat is tijdrovend, duur en leidt soms tot uiteenlopende nationale vonnissen.
Comments are closed.