Promovendi gaan deel uitmaken van het Europese beleid voor hoger onderwijs, dat zich tot nu toe beperkte tot invoering van het bachelor-masterstelsel.
/strong>
Dat hebben de Europese ministers van onderwijs vorige week in Berlijn besloten. De uitbreiding met de postdoctorale fase gebeurde mede op initiatief van de Nederlandse universiteitenvereniging Vsnu. Volgens hoofd beleid Jeroen Bartelse wordt zo een duidelijke relatie gelegd met de European Research Area. ,,Dat komt de kenniseconomie ten goede.” De ministers roepen op tot meer mobiliteit en onderlinge samenwerking in de promotiefase.
Het besluit lijkt vooralsnog een ‘holle frase’, maar vormt de aanzet tot een debat over deze derde fase van het wetenschappelijk onderwijs. ,,In dat kader zullen wij ons eigen promotiestelsel kritisch bekijken”, zegt Bartelse. Daarbij zal ook de zogeheten onderzoeksmaster en de positie van de promovendus betrokken worden.
De conferentie in Berlijn vond plaats in het kader van de tweejaarlijkse voortgangsbespreking van het bama-proces, dat in 1999 in gang werd gezet in het Italiaanse Bologna.
Inmiddels heeft tachtig procent van de 33 deelnemende landen de bama-structuur wettelijk ingevoerd. Ruim de helft (53 procent) van de instellingen is bezig met de invoering, terwijl ruim eenderde (36 procent) nog in de planningsfase zit. Elf procent van de instellingen geeft aan geen behoefte te hebben aan de bama. De ministers hebben nu afgesproken dat in 2005 alle deelnemende landen begonnen moeten zijn met de invoering van het nieuwe systeem.
Natuurlijk zijn er in Berlijn ook de nodige kanttekeningen geplaatst bij de bama-voortgang. Allerlei obstakels voor de internationale mobiliteit dienen snel te verdwijnen. Zo hebben de ministers opnieuw beloofd dat studiebeurzen over de grens moeten kunnen worden meegenomen. Staatssecretaris Nijs heeft dat voornemen beaamd. Nu verliezen studenten hun beurs nog als ze niet meer zijn ingeschreven aan een Nederlandse instelling. Dat is het geval als ze minstens een jaar in het buitenland studeren.
Promovendi gaan deel uitmaken van het Europese beleid voor hoger onderwijs, dat zich tot nu toe beperkte tot invoering van het bachelor-masterstelsel.
Dat hebben de Europese ministers van onderwijs vorige week in Berlijn besloten. De uitbreiding met de postdoctorale fase gebeurde mede op initiatief van de Nederlandse universiteitenvereniging Vsnu. Volgens hoofd beleid Jeroen Bartelse wordt zo een duidelijke relatie gelegd met de European Research Area. ,,Dat komt de kenniseconomie ten goede.” De ministers roepen op tot meer mobiliteit en onderlinge samenwerking in de promotiefase.
Het besluit lijkt vooralsnog een ‘holle frase’, maar vormt de aanzet tot een debat over deze derde fase van het wetenschappelijk onderwijs. ,,In dat kader zullen wij ons eigen promotiestelsel kritisch bekijken”, zegt Bartelse. Daarbij zal ook de zogeheten onderzoeksmaster en de positie van de promovendus betrokken worden.
De conferentie in Berlijn vond plaats in het kader van de tweejaarlijkse voortgangsbespreking van het bama-proces, dat in 1999 in gang werd gezet in het Italiaanse Bologna.
Inmiddels heeft tachtig procent van de 33 deelnemende landen de bama-structuur wettelijk ingevoerd. Ruim de helft (53 procent) van de instellingen is bezig met de invoering, terwijl ruim eenderde (36 procent) nog in de planningsfase zit. Elf procent van de instellingen geeft aan geen behoefte te hebben aan de bama. De ministers hebben nu afgesproken dat in 2005 alle deelnemende landen begonnen moeten zijn met de invoering van het nieuwe systeem.
Natuurlijk zijn er in Berlijn ook de nodige kanttekeningen geplaatst bij de bama-voortgang. Allerlei obstakels voor de internationale mobiliteit dienen snel te verdwijnen. Zo hebben de ministers opnieuw beloofd dat studiebeurzen over de grens moeten kunnen worden meegenomen. Staatssecretaris Nijs heeft dat voornemen beaamd. Nu verliezen studenten hun beurs nog als ze niet meer zijn ingeschreven aan een Nederlandse instelling. Dat is het geval als ze minstens een jaar in het buitenland studeren.
Comments are closed.