Campus
Interview: Jan van der Pol

ETV kiest nieuwe erevoorzitter: ‘Grenzen opzoeken hoort bij jong zijn en bij studeren’

Decaan Theun Baller neemt na tien jaar afscheid van 3mE. Hoe kijkt hij terug? Een gesprek over krapte, diversiteit, de toekomst en waarom de naam 3mE verdwijnt. “Qua ruimte is het behelpen op de faculteit.”

Toen ik in 1973 begon, moest je zowat de lift uit als de professor die wilde nemen.” (Foto: Jaden Accord)

Jan van der Pol was van 1973 tot en met 2005 medewerker gebouwbeheer en later hoofd ruimtes en gebouwen van wat nu de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica is. Tussen 2005 en 2018 was hij medewerker van de centrale vastgoed- en facilitaire dienst van de TU Delft. In 2018 ging hij met pensioen. Van der Pol is een actief golfer en vrijwilliger bij sportvereniging Concordia. Hij heeft drie kleinkinderen op wie hij regelmatig past. Van der Pol wordt op 14 juni als erevoorzitter van de ETV geïnstalleerd.

Viereneenhalf jaar na uw pensioen wordt u erevoorzitter van de studievereniging Electrotechnische Vereening (ETV), nadat u meer dan veertig jaar als gebouwbeheerder voor de TU hebt gewerkt. Wat vindt u daarvan?

“Heel verrassend. Mijn vrouw was me die avond aan het pushen om nette kleren aan te doen, maar ik snapte niet waarom en deed het niet. Toen ging de bel en stond het voltallige bestuur met de pedel en een trompettist voor de deur. Die laatste speelde het ETV-lied. Ik was even sprakeloos. Ik was al erelid, als enige niet-hoogleraar. Erevoorzitter ben je tot aan je dood. Toen mijn voorganger professor De Kroes aan paar jaar geleden overleed, ging ik ervan uit dat een andere hoogleraar hem zou opvolgen.”

 

De ETV stuurde ons een lange lijst met wat u voor de faculteit, de studievereniging en voor de TU als geheel als gebouwbeheerder hebt gedaan, van klimaatverbetering tot het mogelijk maken van lustrumstunts. Waar denkt u zelf met het grootste plezier aan terug?

“In 1989 werd Elektro uitgekozen voor een pilot met afvalscheiding. Dat was echt nieuw. Batterijen, papier; we gingen het allemaal apart inzamelen. Daarna heb ik dat project Academisch Afval Apart centraal helpen uitzetten. Later was ik verantwoordelijk voor asbest binnen de TU, dus ook voor de herhuisvesting van Bouwkunde en de asbestverwijdering tijdens de sloop van het oude Bouwkundegebouw (na de brand in 2008, red.). Ik ging daar anderhalf jaar lang dagelijks langs om te kijken hoe het ging; een geweldig project.

In de eerste periode na de brand vond het onderwijs plaats in tenten. Ik weet nog goed dat Wytze Patijn, toen decaan van Bouwkunde, zei: ‘Het eerste wat we openen, is de Bouwpub’. Ik vroeg hem waarom, maar hij had goed gezien dat mensen iets kwijt waren en een plek nodig hadden om met elkaar te kunnen praten. Dat is allemaal nog los van de herinneringen die ik heb met de ETV.”

‘Het is prettig als je elkaar kunt helpen’

 

Volgens de ETV zorgde u voor verbinding en maakte u grote projecten mogelijk. Hoe deed u dat?

“Toen ik met de ETV te maken zou krijgen, heb ik mijn leidinggevende gevraagd hoe ik met de studenten moest omgaan. ‘Geef ze alle ruimte, laat ze ook drinken, om erachter te komen wat drank kan doen’, zei hij. ‘De universiteit is er ook om dat te leren’. Zo heb ik het ook aangepakt.

Wat ik nooit zal vergeten, is het jaar dat de ETV 90 jaar bestond en bij mij kwam met de vraag of ze voor hun stunt Tetris konden spelen op de buitengevel. Vijftien etages hoog, tien kamers breed hebben we de ramen afgeplakt en lampen aangebracht. Twee weken lang konden de medewerkers niet naar buiten kijken en ik mocht niet zeggen waarom.

In november, het weekend van mijn verjaardag, was het zover: de studenten speelden Tetris vanaf hun computer en heel Delft kon het zien, ook ik vanuit mijn huis. Ik had die avond een feestje en toen de witte wijn op was, ben ik naar de studenten gereden met de vraag of zij een doosje voor me hadden. Voordat ik weer vertrok, hebben ze op het gebouw een bericht aan mijn vrouw gezet: ‘Corrie, de witte wijn komt eraan’.”

 

U liep decennialang rond op de TU Delft. Wat heeft u in die tijd het meest zien veranderen?

“De verhouding tussen het wetenschappelijk en het ondersteunend personeel. Toen ik in 1973 begon, moest je zowat de lift uit als de professor die wilde nemen. In die tijd kwamen de afdelingsraden op (de universiteit democratiseerde, red,). Dat heeft de verhouding met de hoogleraren veranderd. En nu kan zelfs een niet-hoogleraar erevoorzitter van de ETV worden!

Daarnaast ben ik lange tijd verantwoordelijk geweest voor één gebouw, nu zijn het meer gebouwenclusters waarvoor facilitair managers verantwoordelijkheid dragen. Komt dat wel ten goede aan hun band met het gebouw en zijn bewoners?”

 

Hoe bent u van plan uw erevoorzitterschap in te vullen?

“Het is een erefunctie, maar ik wil iets doen aan de band met facility management, want wat de studenten willen doen kan nooit zonder het gebouw en de faciliteiten daarin. Het is prettig als je elkaar kunt helpen. Studieverenigingen zijn niet lastig. De grenzen opzoeken hoort bij het jong zijn en bij het studeren.”

Wetenschapsredacteur Jos Wassink

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

j.w.wassink@tudelft.nl

Comments are closed.