Campus

Er heerst in Bolivia een machocultuurtje

Drie maanden lang naar een afgelegen berggebied in Bolivia om een ziekmakende kever te verjagen. Bouwkunde alumna Martine Drijftholt werkte afgelopen zomer mee aan een project van Foster Parents.

,,Ze snappen daar niets van hygiëne.”

Martine Drijftholt studeerde in april af aan de faculteit Bouwkunde in de richting architectuur. Omdat ze nog niet meteen wilde gaan werken, gaf ze zich bij Foster Parents op voor een project. Uiteindelijk werd ze uitverkoren om drie maanden naar Bolivia te gaan voor het project ‘Control of Chagas-disease’.

Ongeveer veertig procent van de Boliviaanse bevolking lijdt aan de Chagasziekte, die door een kever wordt overgebracht. ,,Die kever nestelt zich in slechte huizen. Het heeft geen zin om die huizen met insecticiden te bespuiten. Daarom moeten de huizen verbeterd worden”, vertelt Drijftholt. Dat betekent twee vliegen in één klap: ,,Niet alleen de kever verdwijnt, ook de levensomstandigheden van de bevolking verbeteren.”

,,Ik zat echt op het platteland, op drieduizend meter hoogte. Er is daar veel erosie; bomen heb ik daar bijna niet gezien. Ik woonde voornamelijk in een soort hotel, waar ze kamers verhuurden. Ik sliep niet in een huis met die enge kevers. Ik heb die beesten zelfs helemaal nooit gezien!”

In Bolivia werkte Drijftholt samen met een lokale ontwikkelingsorganisatie, gespecialiseerd in woningbouw. ,,Zij deden een woningverbeteringsproject voor zo%n elfduizend huizen. De bedoeling was dat de bevolking zelf haar huizen opknapte. Wij gaven workshops en legden uit hoe ze dat het beste konden doen. We werkten echt met de bevolking samen.”

Indiaans

Het bouwkundige aspect, het verbeteren van de huizen, werd vooral aan de bevolking overgelaten. Hierbij ging het vooral om het afpleisteren van gaten en scheuren in de huizen. ,,Omdat de mensen daar hun huis eigenlijk alleen gebruiken om te slapen en als opslagruimte, waren er bovendien nauwelijks ramen. Dat moest ook veranderen, omdat de kever erg slecht tegen licht kan.”

De mensen bleven gewoon in hun huizen wonen tijdens de werkzaamheden. Drijftholt: ,,Er is een bouwmethode bedacht om de bestaande huizen aan te passen en niet om ze volledig opnieuw te bouwen.”

Het bouwmateriaal was gratis, wat het eigen initiatief van de bevolking stimuleerde, meent Drijftholt. ,,De mensen waren echt heel geïnspireerd, dat vind ik ontzettend leuk. Het was een mooi project. Mensen gingen een extra huisje naast hun huis bouwen en kozen ook de beste plekjes voor hun huis uit. Ze zijn erg trots op hun zelf gebouwde huizen.” Hoewel het materiaal gratis was, was het niet zo dat iedereen onbeperkt materiaal kon krijgen. Wanneer mensen namelijk iets nieuws wilden, moesten ze eerst datgene waar ze mee bezig waren goed afmaken.”

Het werk dat Drijftholt in Bolivia deed, had weinig met bouwkunde te maken. Ze schreef op wat iedereen deed en ze gaf dat door aan de ontwikkelingsorganisatie, zodat die kon controleren of alles goed werd uitgevoerd. ,,Ook moest ik voor het kantoor daar kijken of dingen beter konden, vooral op logistiek gebied. Daarnaast is er ook nog een heel educatief programma, vooral voor kinderen, omdat die vaak beter opgeleid zijn en beter Spaans spreken dan hun Indiaans sprekende ouders. Het project is erg gericht op de toekomst. Zelf heb ik echter geen les gegeven, omdat mijn Spaans daar nog niet goed genoeg voor was.”

Gringo

Om het project, dat nog steeds loopt, te laten slagen, zal er een cultuurverandering moeten plaatsvinden, meent Drijftholt. Mensen ruimen daar nooit hun huizen op en ze laten bijvoorbeeld kippen in huis rondlopen. ,,Ze snappen ook niet dat je afval niet zomaar op de grond kan gooien. Ze begrijpen niet waar je het over hebt als je het over hygiëne hebt.” Een belangrijk aspect is ook dat mannen én vrouwen mee moeten helpen bij het verbeteren van de huizen. Drijftholt: ,,Er heerst daar echt nog een soort machocultuurtje. Bij het project is het zeker niet de bedoeling dat de mannen gaan bouwen en de vrouwen de vloer gaan vegen ofzo. De vrouwen moeten ook meehelpen met de bouw. Op een gegeven moment ben ik zelf ook gaan metselen en mede daardoor begonnen de vrouwen dat ook te doen. Uiteindelijk vonden de mannen dat toch wel goed.”

Het project gaat nu nog een aantal jaren door en het is uiteindelijk de bedoeling dat de bevolking geen hulp meer nodig heeft van Foster Parents. Drijftholt gaat voorlopig niet meer terug naar Bolivia, maar ze wil wel graag een keer terugkeren om als westerse %gringo% te kijken wat de uiteindelijke resultaten van het project zijn.

Drie maanden lang naar een afgelegen berggebied in Bolivia om een ziekmakende kever te verjagen. Bouwkunde alumna Martine Drijftholt werkte afgelopen zomer mee aan een project van Foster Parents. ,,Ze snappen daar niets van hygiëne.”

Martine Drijftholt studeerde in april af aan de faculteit Bouwkunde in de richting architectuur. Omdat ze nog niet meteen wilde gaan werken, gaf ze zich bij Foster Parents op voor een project. Uiteindelijk werd ze uitverkoren om drie maanden naar Bolivia te gaan voor het project ‘Control of Chagas-disease’.

Ongeveer veertig procent van de Boliviaanse bevolking lijdt aan de Chagasziekte, die door een kever wordt overgebracht. ,,Die kever nestelt zich in slechte huizen. Het heeft geen zin om die huizen met insecticiden te bespuiten. Daarom moeten de huizen verbeterd worden”, vertelt Drijftholt. Dat betekent twee vliegen in één klap: ,,Niet alleen de kever verdwijnt, ook de levensomstandigheden van de bevolking verbeteren.”

,,Ik zat echt op het platteland, op drieduizend meter hoogte. Er is daar veel erosie; bomen heb ik daar bijna niet gezien. Ik woonde voornamelijk in een soort hotel, waar ze kamers verhuurden. Ik sliep niet in een huis met die enge kevers. Ik heb die beesten zelfs helemaal nooit gezien!”

In Bolivia werkte Drijftholt samen met een lokale ontwikkelingsorganisatie, gespecialiseerd in woningbouw. ,,Zij deden een woningverbeteringsproject voor zo%n elfduizend huizen. De bedoeling was dat de bevolking zelf haar huizen opknapte. Wij gaven workshops en legden uit hoe ze dat het beste konden doen. We werkten echt met de bevolking samen.”

Indiaans

Het bouwkundige aspect, het verbeteren van de huizen, werd vooral aan de bevolking overgelaten. Hierbij ging het vooral om het afpleisteren van gaten en scheuren in de huizen. ,,Omdat de mensen daar hun huis eigenlijk alleen gebruiken om te slapen en als opslagruimte, waren er bovendien nauwelijks ramen. Dat moest ook veranderen, omdat de kever erg slecht tegen licht kan.”

De mensen bleven gewoon in hun huizen wonen tijdens de werkzaamheden. Drijftholt: ,,Er is een bouwmethode bedacht om de bestaande huizen aan te passen en niet om ze volledig opnieuw te bouwen.”

Het bouwmateriaal was gratis, wat het eigen initiatief van de bevolking stimuleerde, meent Drijftholt. ,,De mensen waren echt heel geïnspireerd, dat vind ik ontzettend leuk. Het was een mooi project. Mensen gingen een extra huisje naast hun huis bouwen en kozen ook de beste plekjes voor hun huis uit. Ze zijn erg trots op hun zelf gebouwde huizen.” Hoewel het materiaal gratis was, was het niet zo dat iedereen onbeperkt materiaal kon krijgen. Wanneer mensen namelijk iets nieuws wilden, moesten ze eerst datgene waar ze mee bezig waren goed afmaken.”

Het werk dat Drijftholt in Bolivia deed, had weinig met bouwkunde te maken. Ze schreef op wat iedereen deed en ze gaf dat door aan de ontwikkelingsorganisatie, zodat die kon controleren of alles goed werd uitgevoerd. ,,Ook moest ik voor het kantoor daar kijken of dingen beter konden, vooral op logistiek gebied. Daarnaast is er ook nog een heel educatief programma, vooral voor kinderen, omdat die vaak beter opgeleid zijn en beter Spaans spreken dan hun Indiaans sprekende ouders. Het project is erg gericht op de toekomst. Zelf heb ik echter geen les gegeven, omdat mijn Spaans daar nog niet goed genoeg voor was.”

Gringo

Om het project, dat nog steeds loopt, te laten slagen, zal er een cultuurverandering moeten plaatsvinden, meent Drijftholt. Mensen ruimen daar nooit hun huizen op en ze laten bijvoorbeeld kippen in huis rondlopen. ,,Ze snappen ook niet dat je afval niet zomaar op de grond kan gooien. Ze begrijpen niet waar je het over hebt als je het over hygiëne hebt.” Een belangrijk aspect is ook dat mannen én vrouwen mee moeten helpen bij het verbeteren van de huizen. Drijftholt: ,,Er heerst daar echt nog een soort machocultuurtje. Bij het project is het zeker niet de bedoeling dat de mannen gaan bouwen en de vrouwen de vloer gaan vegen ofzo. De vrouwen moeten ook meehelpen met de bouw. Op een gegeven moment ben ik zelf ook gaan metselen en mede daardoor begonnen de vrouwen dat ook te doen. Uiteindelijk vonden de mannen dat toch wel goed.”

Het project gaat nu nog een aantal jaren door en het is uiteindelijk de bedoeling dat de bevolking geen hulp meer nodig heeft van Foster Parents. Drijftholt gaat voorlopig niet meer terug naar Bolivia, maar ze wil wel graag een keer terugkeren om als westerse %gringo% te kijken wat de uiteindelijke resultaten van het project zijn.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.