Campus

Entertainment is ook een nut

Na zo’n dertig jaar ‘Delften’ nam prof.dr.ing. Hans Dirken (IO, specialisme: productergonomie) afscheid van de TU. Een gesprek, niet over zijn tijd als rector of decaan, maar over de evolutie van industrieel ontwerpen.

/strong>

,,Ik heb een vak dat heel snel verandert. Dat is één van de dingen die het zo prachtig maakt. Je hebt maar even de tijd om mee te doen, en na verloop van tijd ben je per definitie passé.

Pc, e-mail, de hele troep – ik heb het allemaal, maar merk toch dat ik minder vaardigheden op dat gebied heb dan mijn kleinzoon. Dus wat zou ik nou pretenderen dat ik voor zijn kinderen kan bepalen met welke spullen ze hun leven inrichten? Ik heb daar wel ideeën over, weet sommige dingen misschien wel veel beter. Maar daar gaat het niet om! De nieuwe generatie ontwerpers moet het bepalen. Het zou ongezond zijn als het anders was. Je moet er toch niet aan denken dat Karel de Grote of Paus Gregorius VII zouden bepalen wat voor openbaar-vervoer-systemen we nu hebben?

Ik denk dat ik een professional ben geworden – of geweest. Ik verlang nogal wat kennis van degenen die de nieuwe producten neerzetten. En juist als professional moet ik toegeven dat ik zo langzamerhand uit het spectrum verdwijn. Omdat ik in een andere tijd ben groot geworden. Omdat door gewoontes de oude technieken me meer vertrouwd zijn dan wat er nu allemaal ontstaat. Vergelijk het maar met de kunstenaar die op een gegeven moment ook zijn voeling met de tijdgeest kwijt raakt. Hoe zegt Shakespeare het ook alweer? A poor player that struts and frets upon the stage and then is heard of no more. It is a tale told by an idiot, full of sound and fury, signifying nothing. Zo gaat dat. Ik ben er niet melancholiek over. En: er zijn bepaalde sectoren waar ik nog mensen kan verbazen – verpakkingen, dat is een miljardenindustrie, en daar schijn ik een beetje een hotemetoot te zijn. Ict biedt daar fantastische mogelijkheden, met name als het gaat om het opslaan van informatie op flinterdunne labels. Daar kan ik ze nog wel een tijd mee wakker houden.”

Kinderwagenfabriek

,,Toen we begin jaren zeventig in Delft met IO begonnen waren wij, de hoogleraren, niet opgeleid in het vak. We ontdekten al snel dat we, om het vak te ontwikkelen, afstudeerders midden in de praktijk moesten zetten. Heel veel creatieve, intelligente jongelui waren samen met ons bezig in de industrie problemen op te lossen. Inmiddels heb ik zo’n honderdvijftig afstudeerprojecten achter de rug. Voor een deel heb ik het vak via die projecten in de praktijk geleerd. We leerden het met z’n allen, dat is het leuke van pionierswerk.

Wat je leert is dat je grote afstand moet nemen van de producten en de productiewijze die je in een firma aantreft. Weten dat je dingenook anders kunt doen, daar gaat het om in de techniek. Ik herinner me die directeur van een kinderwagenfabriek die me opbelde en zei: het lukt niet meer het product te verkopen, kom alsjeblieft langs! Dan ga je kijken wat voor machines er staan, over welke vakkennis de werknemers beschikken, welke behoeftes er bestaan bij de gebruikers, je gaat met die mensen brainstormen over een nieuw type product%

Die capaciteit om in diffuse problemen de structuur te zien, en aan een ander te vertellen hoe het zou moeten – ik denk dat ik die al jong ontwikkeld heb. Ik heb in ik weet niet wat voor milieus verkeerd. Tien, twaalf pleeggezinnen, waardoor ik heelhuids de oorlog ben doorgekomen – zo’n beetje als enige jongetje van mijn joodse familie.

Volgens het boekje ga je misschien kapot aan die variatie. Ik kennelijk niet, want ik zit er nog. Het heeft me geleerd snel een aantal kernelementen van een structuur, van een omgeving te zien, en me aan te passen. Steeds nieuwe omstandigheden: veel mensen raken daarvan in paniek, maar een enkeling leert daarvan. En dat is mij kennelijk overkomen.”

Broodrooster

,,Technologie wordt alleen geaccepteerd als het aansluit bij onze rare biologische capaciteiten en gewoontes. Met de verfijning van de techniek, ontstaat ook een beter inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de mens. En dat vertaalt de IO’er in alledaagse producten, die moeten passen in onze steeds veranderende cultuur. Als ik een bijdrage heb geleverd in de methodiek hoe je die vertaalslag maakt, prachtig.

De ingenieur neemt vaak zichzelf als uitgangspunt. Maar als IO’er moet je je een beetje naar de onderkant richten.

De producten zijn een verlengstuk van de mens – van zijn handen, zijn ogen, soms zelfs van zijn brein. Een goede ingenieur sluit aan op wat mensen willen, kunnen, gewend zijn.

Vroeger was ik idealistischer dan nu. ‘Als we nou maar goed nadenken en goed ontwerpen, zal de spreiding van welvaart en alledaagse hulpmiddelen breed zijn.’

Zo is het niet gegaan. Je ziet grote groepen gebruikers tussen de raderen komen. Ze worden niet geholpen. Adam Smith wist al dat de vrije markt slechts werkt als de consumenten voldoende kennis hebben, en mogelijkheden om hun wensen kenbaar te maken.

We zouden met expertise, middelen en goed ontwerpen zoveel zogenaamde gehandicapten kunnen helpen! Nuttige, leuke dingen maken voor de zieken, de ouderen – techniek met een menselijk gezicht. Dát trekt grote aantallen studenten, niet de pretentie van vooraanstaand chemisch-fysisch toponderzoek.”

Pindakaas

,,Intelligente producten zijn een zegen, omdat ze ons veel vervelend werk uit handen gaan nemen. De ijskast die communiceert met de supermarkt en zorgt dat het pindakaasconsumptieprogramma-van-de-leefeenheid-in-de-afgelopen-twee-jaar op een verstandige manier geëxtrapoleerd wordt fantastisch!

Natuurlijk moet ik af en toe slikken als ik zie waar die vrije tijd heengaat. Entertainment – voor mijn generatie van vlak na de oorlog was dat een beetje vies en voos. Je deed liever wat productiefs. Hard werken, dan gebeurde het wel! En dat was nog waar ook.

Maar zo langzamerhand denk ik: waarom zouden we ons leven ook niet met entertainment vullen? Ik weet dat er allemaal jongere collega’s zijn die met techniek en ict daar op inspelen. Waar we vroeger in het zweet onzes aanschijns de bieten uit de grond haalden, kan nu de levensvervulling zijn om vier ballen tegelijk in de lucht te houden. Entertainment is ook een nut.”

Na zo’n dertig jaar ‘Delften’ nam prof.dr.ing. Hans Dirken (IO, specialisme: productergonomie) afscheid van de TU. Een gesprek, niet over zijn tijd als rector of decaan, maar over de evolutie van industrieel ontwerpen.

,,Ik heb een vak dat heel snel verandert. Dat is één van de dingen die het zo prachtig maakt. Je hebt maar even de tijd om mee te doen, en na verloop van tijd ben je per definitie passé.

Pc, e-mail, de hele troep – ik heb het allemaal, maar merk toch dat ik minder vaardigheden op dat gebied heb dan mijn kleinzoon. Dus wat zou ik nou pretenderen dat ik voor zijn kinderen kan bepalen met welke spullen ze hun leven inrichten? Ik heb daar wel ideeën over, weet sommige dingen misschien wel veel beter. Maar daar gaat het niet om! De nieuwe generatie ontwerpers moet het bepalen. Het zou ongezond zijn als het anders was. Je moet er toch niet aan denken dat Karel de Grote of Paus Gregorius VII zouden bepalen wat voor openbaar-vervoer-systemen we nu hebben?

Ik denk dat ik een professional ben geworden – of geweest. Ik verlang nogal wat kennis van degenen die de nieuwe producten neerzetten. En juist als professional moet ik toegeven dat ik zo langzamerhand uit het spectrum verdwijn. Omdat ik in een andere tijd ben groot geworden. Omdat door gewoontes de oude technieken me meer vertrouwd zijn dan wat er nu allemaal ontstaat. Vergelijk het maar met de kunstenaar die op een gegeven moment ook zijn voeling met de tijdgeest kwijt raakt. Hoe zegt Shakespeare het ook alweer? A poor player that struts and frets upon the stage and then is heard of no more. It is a tale told by an idiot, full of sound and fury, signifying nothing. Zo gaat dat. Ik ben er niet melancholiek over. En: er zijn bepaalde sectoren waar ik nog mensen kan verbazen – verpakkingen, dat is een miljardenindustrie, en daar schijn ik een beetje een hotemetoot te zijn. Ict biedt daar fantastische mogelijkheden, met name als het gaat om het opslaan van informatie op flinterdunne labels. Daar kan ik ze nog wel een tijd mee wakker houden.”

Kinderwagenfabriek

,,Toen we begin jaren zeventig in Delft met IO begonnen waren wij, de hoogleraren, niet opgeleid in het vak. We ontdekten al snel dat we, om het vak te ontwikkelen, afstudeerders midden in de praktijk moesten zetten. Heel veel creatieve, intelligente jongelui waren samen met ons bezig in de industrie problemen op te lossen. Inmiddels heb ik zo’n honderdvijftig afstudeerprojecten achter de rug. Voor een deel heb ik het vak via die projecten in de praktijk geleerd. We leerden het met z’n allen, dat is het leuke van pionierswerk.

Wat je leert is dat je grote afstand moet nemen van de producten en de productiewijze die je in een firma aantreft. Weten dat je dingenook anders kunt doen, daar gaat het om in de techniek. Ik herinner me die directeur van een kinderwagenfabriek die me opbelde en zei: het lukt niet meer het product te verkopen, kom alsjeblieft langs! Dan ga je kijken wat voor machines er staan, over welke vakkennis de werknemers beschikken, welke behoeftes er bestaan bij de gebruikers, je gaat met die mensen brainstormen over een nieuw type product%

Die capaciteit om in diffuse problemen de structuur te zien, en aan een ander te vertellen hoe het zou moeten – ik denk dat ik die al jong ontwikkeld heb. Ik heb in ik weet niet wat voor milieus verkeerd. Tien, twaalf pleeggezinnen, waardoor ik heelhuids de oorlog ben doorgekomen – zo’n beetje als enige jongetje van mijn joodse familie.

Volgens het boekje ga je misschien kapot aan die variatie. Ik kennelijk niet, want ik zit er nog. Het heeft me geleerd snel een aantal kernelementen van een structuur, van een omgeving te zien, en me aan te passen. Steeds nieuwe omstandigheden: veel mensen raken daarvan in paniek, maar een enkeling leert daarvan. En dat is mij kennelijk overkomen.”

Broodrooster

,,Technologie wordt alleen geaccepteerd als het aansluit bij onze rare biologische capaciteiten en gewoontes. Met de verfijning van de techniek, ontstaat ook een beter inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de mens. En dat vertaalt de IO’er in alledaagse producten, die moeten passen in onze steeds veranderende cultuur. Als ik een bijdrage heb geleverd in de methodiek hoe je die vertaalslag maakt, prachtig.

De ingenieur neemt vaak zichzelf als uitgangspunt. Maar als IO’er moet je je een beetje naar de onderkant richten.

De producten zijn een verlengstuk van de mens – van zijn handen, zijn ogen, soms zelfs van zijn brein. Een goede ingenieur sluit aan op wat mensen willen, kunnen, gewend zijn.

Vroeger was ik idealistischer dan nu. ‘Als we nou maar goed nadenken en goed ontwerpen, zal de spreiding van welvaart en alledaagse hulpmiddelen breed zijn.’

Zo is het niet gegaan. Je ziet grote groepen gebruikers tussen de raderen komen. Ze worden niet geholpen. Adam Smith wist al dat de vrije markt slechts werkt als de consumenten voldoende kennis hebben, en mogelijkheden om hun wensen kenbaar te maken.

We zouden met expertise, middelen en goed ontwerpen zoveel zogenaamde gehandicapten kunnen helpen! Nuttige, leuke dingen maken voor de zieken, de ouderen – techniek met een menselijk gezicht. Dát trekt grote aantallen studenten, niet de pretentie van vooraanstaand chemisch-fysisch toponderzoek.”

Pindakaas

,,Intelligente producten zijn een zegen, omdat ze ons veel vervelend werk uit handen gaan nemen. De ijskast die communiceert met de supermarkt en zorgt dat het pindakaasconsumptieprogramma-van-de-leefeenheid-in-de-afgelopen-twee-jaar op een verstandige manier geëxtrapoleerd wordt fantastisch!

Natuurlijk moet ik af en toe slikken als ik zie waar die vrije tijd heengaat. Entertainment – voor mijn generatie van vlak na de oorlog was dat een beetje vies en voos. Je deed liever wat productiefs. Hard werken, dan gebeurde het wel! En dat was nog waar ook.

Maar zo langzamerhand denk ik: waarom zouden we ons leven ook niet met entertainment vullen? Ik weet dat er allemaal jongere collega’s zijn die met techniek en ict daar op inspelen. Waar we vroeger in het zweet onzes aanschijns de bieten uit de grond haalden, kan nu de levensvervulling zijn om vier ballen tegelijk in de lucht te houden. Entertainment is ook een nut.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.