,,Waar kom je vandaan?” Een vraag die ik al honderden keren met tegenzin heb moeten beantwoorden. Waarom moet ik per se ergens vandaan komen? Ik ben een kosmopoliet, een wereldburger.
De landsgrenzen, nationaliteiten en cultuurverschillen mogen mij geen beperkingen opleggen. Gelijkheid en rechtvaardigheid hebben in alle talen en in alle landen dezelfde betekenis. ,,Geboren te Teheran, woonachtig te Delft.”
Maar sinds Teheran op zijn grondvesten schudt, wankelt die gedachte ook. Mensen in Iran zijn in rep en roer en mijn hart gaat flink tekeer. Studenten komen tegen de privatisering van de universiteiten in opstand en worden neergeslagen en doodgeschoten. Deze protesten van de laatste dagen en het dichterbij komen van de herdenking van 9 juli, een dag waarop studenten vier jaar geleden geschiedenis schreven, brengt mij uit mijn evenwicht. In 1999 moesten de studenten hun succes met hun levens bekopen, ik houd mijn hart vast voor de komende herdenking.
Vier jaar geleden, toen de grote studentendemonstraties uitbraken, voelde ik me ergens schuldig dat ik niet samen met de studenten in Teheran, Tabriz of Isfahan een vuist kon maken tegen de onderdrukker. Nu laait het weer op en beweegt er weer wat in mij. Waarom zit ik nu niet daar? Ik leef wel met hen mee, maar er is een kleine afstand van vijfduizend kilometer tussen ons. Een enkeltje Teheran is al meerdere keren door mijn hoofd gegaan.
Waarom bonst mijn hart wanneer ik de beelden van opgepakte demonstranten in Iran zie? Wat is dit verdomde gevoel. Nationalisme komt in mijn hele woordenschat niet voor, laat staan chauvinisme. Als kosmopoliet ben ik toch evenveel betrokken bij alle mensen. Een bijstandsmoeder met een zuigeling die de laatste tien dagen van de maand niets meer uit te geven heeft, is ook mijn zorg. Onderdak bieden aan mensen met een smalle beurs is ook nog altijd mijn pakkie-an. De nationaliteit van die mensen doet daarbij toch helemaal niet toe. Zijn het alleen mijn verleden en mijn herinneringen die mij zo in de war brengen?
Maar is vijfduizend kilometer de werkelijke afstand tussen Delft en Teheran? Staan we echt zo ver uit elkaar? Waar de studenten in Iran tegen de privatisering van de universiteiten strijden, komen wij in Nederland op voor een voor iedereen toegankelijk onderwijs en zijn wij tegen de buitensporige invloed van het bedrijfsleven in de universiteiten.
Zij in Iran vechten voor gelijke rechten en knokken voor een verzorgingsstaat, hier moet men voorkomen dat Balkenende en de zijnen de bestaande verzorgingsstaat uitkleden en dat het recht van de rijksten het geldende recht wordt. De demonstranten in Teheran strijden voor het bewerkstelligen van democratie, en in Den Haag moeten we waken dat de democratie niet degradeert tot eens in de vier jaar naar de stembus gaan. In Iran hekelen ze het privatiseringsbeleid van het huidige regime en ik durf te wedden dat ook demonstranten op of na Prinsjesdag hiertegen hun stem willen verheffen.
Hoezo wij en zij? We staan tóch zij aan zij. Teheran en Delft zijn niet zo ver als ik aanvankelijk dacht. Als een wereldburger sluit ik de rijen met mijn mededemonstranten; waar mogelijk fysiek, anders in mijn gedachten.
Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft
,,Waar kom je vandaan?” Een vraag die ik al honderden keren met tegenzin heb moeten beantwoorden. Waarom moet ik per se ergens vandaan komen? Ik ben een kosmopoliet, een wereldburger. De landsgrenzen, nationaliteiten en cultuurverschillen mogen mij geen beperkingen opleggen. Gelijkheid en rechtvaardigheid hebben in alle talen en in alle landen dezelfde betekenis. ,,Geboren te Teheran, woonachtig te Delft.”
Maar sinds Teheran op zijn grondvesten schudt, wankelt die gedachte ook. Mensen in Iran zijn in rep en roer en mijn hart gaat flink tekeer. Studenten komen tegen de privatisering van de universiteiten in opstand en worden neergeslagen en doodgeschoten. Deze protesten van de laatste dagen en het dichterbij komen van de herdenking van 9 juli, een dag waarop studenten vier jaar geleden geschiedenis schreven, brengt mij uit mijn evenwicht. In 1999 moesten de studenten hun succes met hun levens bekopen, ik houd mijn hart vast voor de komende herdenking.
Vier jaar geleden, toen de grote studentendemonstraties uitbraken, voelde ik me ergens schuldig dat ik niet samen met de studenten in Teheran, Tabriz of Isfahan een vuist kon maken tegen de onderdrukker. Nu laait het weer op en beweegt er weer wat in mij. Waarom zit ik nu niet daar? Ik leef wel met hen mee, maar er is een kleine afstand van vijfduizend kilometer tussen ons. Een enkeltje Teheran is al meerdere keren door mijn hoofd gegaan.
Waarom bonst mijn hart wanneer ik de beelden van opgepakte demonstranten in Iran zie? Wat is dit verdomde gevoel. Nationalisme komt in mijn hele woordenschat niet voor, laat staan chauvinisme. Als kosmopoliet ben ik toch evenveel betrokken bij alle mensen. Een bijstandsmoeder met een zuigeling die de laatste tien dagen van de maand niets meer uit te geven heeft, is ook mijn zorg. Onderdak bieden aan mensen met een smalle beurs is ook nog altijd mijn pakkie-an. De nationaliteit van die mensen doet daarbij toch helemaal niet toe. Zijn het alleen mijn verleden en mijn herinneringen die mij zo in de war brengen?
Maar is vijfduizend kilometer de werkelijke afstand tussen Delft en Teheran? Staan we echt zo ver uit elkaar? Waar de studenten in Iran tegen de privatisering van de universiteiten strijden, komen wij in Nederland op voor een voor iedereen toegankelijk onderwijs en zijn wij tegen de buitensporige invloed van het bedrijfsleven in de universiteiten.
Zij in Iran vechten voor gelijke rechten en knokken voor een verzorgingsstaat, hier moet men voorkomen dat Balkenende en de zijnen de bestaande verzorgingsstaat uitkleden en dat het recht van de rijksten het geldende recht wordt. De demonstranten in Teheran strijden voor het bewerkstelligen van democratie, en in Den Haag moeten we waken dat de democratie niet degradeert tot eens in de vier jaar naar de stembus gaan. In Iran hekelen ze het privatiseringsbeleid van het huidige regime en ik durf te wedden dat ook demonstranten op of na Prinsjesdag hiertegen hun stem willen verheffen.
Hoezo wij en zij? We staan tóch zij aan zij. Teheran en Delft zijn niet zo ver als ik aanvankelijk dacht. Als een wereldburger sluit ik de rijen met mijn mededemonstranten; waar mogelijk fysiek, anders in mijn gedachten.
Behnam Taebi studeert materiaalkunde aan de TU Delft en is fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Delft
Comments are closed.