Campus

‘Enkel een AOW-uitkering is armoe troef

Al 22 jaar maakt Ferdinand Visser (66) schoon in het gebouw van Technische Natuurkunde. Na ABC, Van Bijnen en Lavold is hij nu aan zijn vierde baas toe: de firma Robbers.

,,Meneer Visser, meneer Visser van de firma Robbers!” Gemiddeld zo’n vijf keer op een ochtend roepen de portiers bij Natuurkunde zijn naam om. Het duurt even voordat Visser komt aangesloft. Hij is klein en tenger gebouwd. En blijkbaar komt hij van ver. ,,Tja, het is een groot gebouw. Ik heb zes kilometer vloer te boenen.”

Hij legt uit dat het ook een moeilijk gebouw is om schoon te houden. Soms is het zelfs gevaarlijk zoals in de werkplaatsen. ,,Daar moet je uitkijken voor staalsplinters op de grond. Ook moet je oppassen voor het spul dat ze in de printkamer gebruiken. Als je er met je handen aankomt, staan de blaren op je vingers.”

Een vervelende factor waar Visser tot voor kort mee te maken had, was de wateroverlast. Overstromingen gebeurden vooral in het weekend omdat er dan bijna geen toezicht is. ,,Bij de TPD (Technische Physische Dienst, red.) waar ik ook schoonmaak, was in het weekend een keer de hele kelder blank komen te staan. Kon ik het op maandagmorgen op staan zuigen. Nu zijn er detectoren op de grond aangebracht. Bepaalde mensen dragen alarmkastjes bij zich die een signaal afgeven zodra het waterpeil te hoog wordt.”

Over het algemeen vindt hij het gebouw niet zo vies. Behalve in de A-vleugel waar de studenten zitten. ,,Die maken er wel eens een bende van, maar dat is logisch. Ook bij de studievereniging moet je veel opruimen. Maar die troep zie je pas bij het ‘wisselen van de wacht’.”
Overuren

Visser kan goed met de studenten overweg. Alleen krijgt hij niet veel met ze te maken. Hij heeft meer contact met de vaste medewerkers. Vooral in de werkplaats komt hij graag. Hij kan goed opschieten met de mensen die er werken. ,,Je groeit toch een beetje met ze op als je hier al zo lang rondloopt. Intussen word ik zelfs al een ‘meubel van het gebouw’ genoemd.”

Hij maakt meestal een praatje met het personeel over het schoonmaakwerk of het milieu. ,,Een aantal jaar terug zijn hier nieuwe milieunormen ingevoerd. Nu noemen ze me hier ‘het milieumannetje’. Dat komt omdat ik nogal streng ben. Maar ja, ze zijn er hier ook niet zo alert op.”

De kleine man heeft het best naar zijn zin op de TU. Alleen vond hij de mentaliteit vroeger beter. Volgens hem is het nu een beetje asociaal. ,,Werknemers worden op hun 55ste met hun volle loon naar huis gestuurd. Ik verdien 1300 gulden per maand. Daar kan je tegenwoordig bijna niets meer mee. Ik kan niet eens een pensioen opbouwen. En enkel een AOW-uitkering is ook maar armoe troef.”

Om wat extra’s te verdienen werkt Visser zich dan ook uit de naad. Gezien zijn leeftijd mag hij eigenlijk maar twintig uur per week werken. Maar die limiet overschrijdt hij ruimschoots. Vanonder zijn wollige baard grijnst Visser breeduit en hij trekt zijn sjofele trui omhoog. ,,Mijn T-shirt van Lavold draag ik altijd onder mijn Robbers’ trui.”

’s Ochtends van vier uur tot half negen en ’s middags van drie tot een uur of zeven werkt hij voor firma Lavold bij de Makro. ,,Het is daar leuk werken. Ik heb er voornamelijk contact met de vakkenvullers. ‘Hé opa! Hoe is ’t?’, roepen ze als ik op m’n schoonmaakwagen langsrijd.”
Analfabeet

Een verklaring voor zijn intensieve werkschema vindt Visser in zijn handicap. ,,Ik ben analfabeet. Bij mijn pleegouders heb ik altijd geleerd dat als je niet met je hoofd kunt werken, je het met je handen moet doen. En wanneer je een handicap hebt, moet je meer uren draaien als je wat extra geld wilt verdienen. Ik heb overigens altijd eerlijk toegegeven dat ik analfabeet ben. Anders ga je er voor op de vlucht.”

Lezen kan hij wel, dat heeft hij zichzelf aangeleerd. Maar uit zijn hoofd schrijven kan hij niet meer, wel naschrijven. ,,Het komt door de oorlog. Van mijn zevende tot mijn twaalfde jaar heb ik geen scholing gehad. En in mijn tijd was er bovendien nog geen langzame leerschool. Als je niet mee kon komen in de les, zei de meester dat je maar in de hoek moest zitten. Toen ik achttien was, kon ik alleen maar mijn handtekening zetten. Nu kan ik mijn voornaam nog niet eens schrijven. Tegenwoordig gaat alles schriftelijk, dus dat is erg lastig.”

Tegen zijn kleinzoon zegt hij altijd dat hij drie dingen moet onthouden: ,,Leer goed lezen en schrijven, leer met geld omgaan en let op bij alles waarmee je in aanraking komt, want je moet je niet laten bedonderen.”

Visser is niet altijd schoonmaker geweest. Van zijn 21ste tot en met 43ste was hij vrachtwagenchauffeur. Hij reed bloemen naar de Bodensee in Zuid-Duitsland. Per week maakte hij zo’n 6000 kilometer wat gelijkstaat aan 60 tot 70 uur werken. ,,Maar ja, toen kwam de klok er in. Mochten we maar acht uur per dag rijden. Eerst vier uur dan een kwartiertje rust en dan weer vier uur op de weg. Ja, toen maakte ik niet genoeg uren meer om wat extra te kunnen verdienen.”

Al is hij nu de 65 gepasseerd, toch is Visser van plan om nog even door te gaan met schoonmaken. ,,Ik heb geen dokters of pillen nodig. Dus zolang ik gezond ben, blijf ik werken. Want wat moet ik thuis doen?!”

,,Meneer Visser, meneer Visser van de firma Robbers!” Gemiddeld zo’n vijf keer op een ochtend roepen de portiers bij Natuurkunde zijn naam om. Het duurt even voordat Visser komt aangesloft. Hij is klein en tenger gebouwd. En blijkbaar komt hij van ver. ,,Tja, het is een groot gebouw. Ik heb zes kilometer vloer te boenen.”

Hij legt uit dat het ook een moeilijk gebouw is om schoon te houden. Soms is het zelfs gevaarlijk zoals in de werkplaatsen. ,,Daar moet je uitkijken voor staalsplinters op de grond. Ook moet je oppassen voor het spul dat ze in de printkamer gebruiken. Als je er met je handen aankomt, staan de blaren op je vingers.”

Een vervelende factor waar Visser tot voor kort mee te maken had, was de wateroverlast. Overstromingen gebeurden vooral in het weekend omdat er dan bijna geen toezicht is. ,,Bij de TPD (Technische Physische Dienst, red.) waar ik ook schoonmaak, was in het weekend een keer de hele kelder blank komen te staan. Kon ik het op maandagmorgen op staan zuigen. Nu zijn er detectoren op de grond aangebracht. Bepaalde mensen dragen alarmkastjes bij zich die een signaal afgeven zodra het waterpeil te hoog wordt.”

Over het algemeen vindt hij het gebouw niet zo vies. Behalve in de A-vleugel waar de studenten zitten. ,,Die maken er wel eens een bende van, maar dat is logisch. Ook bij de studievereniging moet je veel opruimen. Maar die troep zie je pas bij het ‘wisselen van de wacht’.”
Overuren

Visser kan goed met de studenten overweg. Alleen krijgt hij niet veel met ze te maken. Hij heeft meer contact met de vaste medewerkers. Vooral in de werkplaats komt hij graag. Hij kan goed opschieten met de mensen die er werken. ,,Je groeit toch een beetje met ze op als je hier al zo lang rondloopt. Intussen word ik zelfs al een ‘meubel van het gebouw’ genoemd.”

Hij maakt meestal een praatje met het personeel over het schoonmaakwerk of het milieu. ,,Een aantal jaar terug zijn hier nieuwe milieunormen ingevoerd. Nu noemen ze me hier ‘het milieumannetje’. Dat komt omdat ik nogal streng ben. Maar ja, ze zijn er hier ook niet zo alert op.”

De kleine man heeft het best naar zijn zin op de TU. Alleen vond hij de mentaliteit vroeger beter. Volgens hem is het nu een beetje asociaal. ,,Werknemers worden op hun 55ste met hun volle loon naar huis gestuurd. Ik verdien 1300 gulden per maand. Daar kan je tegenwoordig bijna niets meer mee. Ik kan niet eens een pensioen opbouwen. En enkel een AOW-uitkering is ook maar armoe troef.”

Om wat extra’s te verdienen werkt Visser zich dan ook uit de naad. Gezien zijn leeftijd mag hij eigenlijk maar twintig uur per week werken. Maar die limiet overschrijdt hij ruimschoots. Vanonder zijn wollige baard grijnst Visser breeduit en hij trekt zijn sjofele trui omhoog. ,,Mijn T-shirt van Lavold draag ik altijd onder mijn Robbers’ trui.”

’s Ochtends van vier uur tot half negen en ’s middags van drie tot een uur of zeven werkt hij voor firma Lavold bij de Makro. ,,Het is daar leuk werken. Ik heb er voornamelijk contact met de vakkenvullers. ‘Hé opa! Hoe is ’t?’, roepen ze als ik op m’n schoonmaakwagen langsrijd.”
Analfabeet

Een verklaring voor zijn intensieve werkschema vindt Visser in zijn handicap. ,,Ik ben analfabeet. Bij mijn pleegouders heb ik altijd geleerd dat als je niet met je hoofd kunt werken, je het met je handen moet doen. En wanneer je een handicap hebt, moet je meer uren draaien als je wat extra geld wilt verdienen. Ik heb overigens altijd eerlijk toegegeven dat ik analfabeet ben. Anders ga je er voor op de vlucht.”

Lezen kan hij wel, dat heeft hij zichzelf aangeleerd. Maar uit zijn hoofd schrijven kan hij niet meer, wel naschrijven. ,,Het komt door de oorlog. Van mijn zevende tot mijn twaalfde jaar heb ik geen scholing gehad. En in mijn tijd was er bovendien nog geen langzame leerschool. Als je niet mee kon komen in de les, zei de meester dat je maar in de hoek moest zitten. Toen ik achttien was, kon ik alleen maar mijn handtekening zetten. Nu kan ik mijn voornaam nog niet eens schrijven. Tegenwoordig gaat alles schriftelijk, dus dat is erg lastig.”

Tegen zijn kleinzoon zegt hij altijd dat hij drie dingen moet onthouden: ,,Leer goed lezen en schrijven, leer met geld omgaan en let op bij alles waarmee je in aanraking komt, want je moet je niet laten bedonderen.”

Visser is niet altijd schoonmaker geweest. Van zijn 21ste tot en met 43ste was hij vrachtwagenchauffeur. Hij reed bloemen naar de Bodensee in Zuid-Duitsland. Per week maakte hij zo’n 6000 kilometer wat gelijkstaat aan 60 tot 70 uur werken. ,,Maar ja, toen kwam de klok er in. Mochten we maar acht uur per dag rijden. Eerst vier uur dan een kwartiertje rust en dan weer vier uur op de weg. Ja, toen maakte ik niet genoeg uren meer om wat extra te kunnen verdienen.”

Al is hij nu de 65 gepasseerd, toch is Visser van plan om nog even door te gaan met schoonmaken. ,,Ik heb geen dokters of pillen nodig. Dus zolang ik gezond ben, blijf ik werken. Want wat moet ik thuis doen?!”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.