Het gaat goed met de Master of Science-opleidingen van de TU Delft. In 1997 waren er dertien studenten, in september 1999 zijn het er bijna zeventig.
De Master of Science-opleidingen (MSc) zijn opgezet voor buitenlandse studenten die aan de TU willen studeren. Aziatische en Afrikaanse landen hebben goed opgeleide mensen nodig, maar bezitten zelf niet voldoende universiteiten om dat te realiseren. De MSc-opleidingen komen aan deze behoefte tegemoet. De Engelstalige curricula bieden een programma aan dat overeen komt met de twee laatste jaren van een ingenieursopleiding. Inmiddels kent het Master of Science International Programme van de TU tien opleidingen.
Onder de aanmelders vindt een strenge selectie plaats. De eerste voorwaarde is dat de studenten een geschikte technische studie in het eigen land hebben afgerond op bachelor-niveau. Dat leidt soms tot verwarring omdat het in de Angelsaksische landen ook mogelijk is om na een studie economie of bedrijfskunde een ingenieursopleiding te volgen. Op de TU kan dat niet.
Daarnaast wordt bij de toekomstige studenten de kennis van het Engels getoetst en de algemene ontwikkeling. Zijn de resultaten van die testen positief dan kunnen ze beginnen aan een MSc-opleiding.
De begeleiding van de studenten is heel intensief omdat de TU wil dat de studenten binnen de vastgestelde twee jaar afstuderen. Iedere opleiding heeft een mentor en een coördinator bij wie de studenten met al hun vragen terecht kunnen. Halverwege het eerste jaar worden de studievorderingen van de deelnemers bekeken, en wordt er een bindend studieadvies gegeven.
Daarnaast zorgt de TU ook voor sociale begeleiding. De eerste maanden is er een uitgebreid introductieprogramma. Ook wordt voor de studenten woonruimte geregeld en worden ze wegwijs gemaakt in de Nederlandse maatschappij.
Zelfbetalers
Op 20 augustus 1999 studeren de eerste elf, meest Indonesische MSc-studenten af. Een bescheiden aantal, maar in 1997 is bewust gekozen om klein te beginnen en de marketing uitsluitend te richten op Indonesië. Op dit moment zijn de MSc-studenten afkomstig uit 43 landen. Indonesië levert nog altijd de meeste studenten, maar ook de aanmeldingen uit Tanzania, China, Ethiopië, India en Pakistan zijn fors gestegen.
De verdeling over de opleidingen is ongelijk. Bouwkunde, Elektrotechniek, Technische Bestuurskunde en Technische Informatica kunnen voor de instroom in september bijna een eigen klasje beginnen. Technische Wiskunde en Maritieme Techniek zijn duidelijk minder in trek. Volgens dr. Annemarie Rima, hoofd van het MSc-projectbureau, ligt dit mede aan de activiteiten van de opleidingen zelf. ,,De TU Delft is vertegenwoordigd op onderwijsbeurzen in het buitenland, we adverteren en via onze internet-site kunnen toekomstigestudenten een indruk krijgen van de opleidingen. Dat is toch niet altijd voldoende. Je ziet dat de opleidingen die zelf hard aan de weg timmeren, meer studenten binnen halen.”
Nog belangrijker om inzicht te krijgen in de stijgende populariteit van het MSc-programma is het toenemende aandeel van zelfbetalers. Ieder jaar stellen de TU en het Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs) samen zo’n 25 beurzen beschikbaar; de overige deelnemers betalen zelf de studie (fl. 13.000 per jaar). In 1998 betaalden vijf studenten zelf hun opleiding en voor de instroom in 1999 zijn dat er al 25. Rima: ,,Ons streven is, naast de 25 bursalen, minstens tachtig tot negentig zelfbetalers te werven dan kunnen wij volledig kostendekkend werken.”
Gerichte marketing
De marketing-inspanningen zijn tot nu toe geslaagd. Voor de werving van studenten wordt er altijd eerst een marktanalyse gemaakt in diverse landen. Opvallend is dat hierbij landen als Japan en Zuid-Afrika zijn afgevallen. Rima: ,,Deze landen hebben zelf voldoende gerenommeerde universiteiten en studenten ronden liever daar hun studie af.”
Door het MSc-projectbureau wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van de universiteiten waarvan de huidige studenten afkomstig zijn. Het doel hiervan is om een gerichte marketing te ontwikkelen. Rima: ,,Blijkt dat studenten van bepaalde universiteiten altijd door de testen heenkomen en van andere niet. Dan weet je waarop je je inspanningen moet richten.”
,
De Master of Science-opleidingen (MSc) zijn opgezet voor buitenlandse studenten die aan de TU willen studeren. Aziatische en Afrikaanse landen hebben goed opgeleide mensen nodig, maar bezitten zelf niet voldoende universiteiten om dat te realiseren. De MSc-opleidingen komen aan deze behoefte tegemoet. De Engelstalige curricula bieden een programma aan dat overeen komt met de twee laatste jaren van een ingenieursopleiding. Inmiddels kent het Master of Science International Programme van de TU tien opleidingen.
Onder de aanmelders vindt een strenge selectie plaats. De eerste voorwaarde is dat de studenten een geschikte technische studie in het eigen land hebben afgerond op bachelor-niveau. Dat leidt soms tot verwarring omdat het in de Angelsaksische landen ook mogelijk is om na een studie economie of bedrijfskunde een ingenieursopleiding te volgen. Op de TU kan dat niet.
Daarnaast wordt bij de toekomstige studenten de kennis van het Engels getoetst en de algemene ontwikkeling. Zijn de resultaten van die testen positief dan kunnen ze beginnen aan een MSc-opleiding.
De begeleiding van de studenten is heel intensief omdat de TU wil dat de studenten binnen de vastgestelde twee jaar afstuderen. Iedere opleiding heeft een mentor en een coördinator bij wie de studenten met al hun vragen terecht kunnen. Halverwege het eerste jaar worden de studievorderingen van de deelnemers bekeken, en wordt er een bindend studieadvies gegeven.
Daarnaast zorgt de TU ook voor sociale begeleiding. De eerste maanden is er een uitgebreid introductieprogramma. Ook wordt voor de studenten woonruimte geregeld en worden ze wegwijs gemaakt in de Nederlandse maatschappij.
Zelfbetalers
Op 20 augustus 1999 studeren de eerste elf, meest Indonesische MSc-studenten af. Een bescheiden aantal, maar in 1997 is bewust gekozen om klein te beginnen en de marketing uitsluitend te richten op Indonesië. Op dit moment zijn de MSc-studenten afkomstig uit 43 landen. Indonesië levert nog altijd de meeste studenten, maar ook de aanmeldingen uit Tanzania, China, Ethiopië, India en Pakistan zijn fors gestegen.
De verdeling over de opleidingen is ongelijk. Bouwkunde, Elektrotechniek, Technische Bestuurskunde en Technische Informatica kunnen voor de instroom in september bijna een eigen klasje beginnen. Technische Wiskunde en Maritieme Techniek zijn duidelijk minder in trek. Volgens dr. Annemarie Rima, hoofd van het MSc-projectbureau, ligt dit mede aan de activiteiten van de opleidingen zelf. ,,De TU Delft is vertegenwoordigd op onderwijsbeurzen in het buitenland, we adverteren en via onze internet-site kunnen toekomstigestudenten een indruk krijgen van de opleidingen. Dat is toch niet altijd voldoende. Je ziet dat de opleidingen die zelf hard aan de weg timmeren, meer studenten binnen halen.”
Nog belangrijker om inzicht te krijgen in de stijgende populariteit van het MSc-programma is het toenemende aandeel van zelfbetalers. Ieder jaar stellen de TU en het Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs) samen zo’n 25 beurzen beschikbaar; de overige deelnemers betalen zelf de studie (fl. 13.000 per jaar). In 1998 betaalden vijf studenten zelf hun opleiding en voor de instroom in 1999 zijn dat er al 25. Rima: ,,Ons streven is, naast de 25 bursalen, minstens tachtig tot negentig zelfbetalers te werven dan kunnen wij volledig kostendekkend werken.”
Gerichte marketing
De marketing-inspanningen zijn tot nu toe geslaagd. Voor de werving van studenten wordt er altijd eerst een marktanalyse gemaakt in diverse landen. Opvallend is dat hierbij landen als Japan en Zuid-Afrika zijn afgevallen. Rima: ,,Deze landen hebben zelf voldoende gerenommeerde universiteiten en studenten ronden liever daar hun studie af.”
Door het MSc-projectbureau wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van de universiteiten waarvan de huidige studenten afkomstig zijn. Het doel hiervan is om een gerichte marketing te ontwikkelen. Rima: ,,Blijkt dat studenten van bepaalde universiteiten altijd door de testen heenkomen en van andere niet. Dan weet je waarop je je inspanningen moet richten.”
De Master of Science-opleidingen (MSc) zijn opgezet voor buitenlandse studenten die aan de TU willen studeren. Aziatische en Afrikaanse landen hebben goed opgeleide mensen nodig, maar bezitten zelf niet voldoende universiteiten om dat te realiseren. De MSc-opleidingen komen aan deze behoefte tegemoet. De Engelstalige curricula bieden een programma aan dat overeen komt met de twee laatste jaren van een ingenieursopleiding. Inmiddels kent het Master of Science International Programme van de TU tien opleidingen.
Onder de aanmelders vindt een strenge selectie plaats. De eerste voorwaarde is dat de studenten een geschikte technische studie in het eigen land hebben afgerond op bachelor-niveau. Dat leidt soms tot verwarring omdat het in de Angelsaksische landen ook mogelijk is om na een studie economie of bedrijfskunde een ingenieursopleiding te volgen. Op de TU kan dat niet.
Daarnaast wordt bij de toekomstige studenten de kennis van het Engels getoetst en de algemene ontwikkeling. Zijn de resultaten van die testen positief dan kunnen ze beginnen aan een MSc-opleiding.
De begeleiding van de studenten is heel intensief omdat de TU wil dat de studenten binnen de vastgestelde twee jaar afstuderen. Iedere opleiding heeft een mentor en een coördinator bij wie de studenten met al hun vragen terecht kunnen. Halverwege het eerste jaar worden de studievorderingen van de deelnemers bekeken, en wordt er een bindend studieadvies gegeven.
Daarnaast zorgt de TU ook voor sociale begeleiding. De eerste maanden is er een uitgebreid introductieprogramma. Ook wordt voor de studenten woonruimte geregeld en worden ze wegwijs gemaakt in de Nederlandse maatschappij.
Zelfbetalers
Op 20 augustus 1999 studeren de eerste elf, meest Indonesische MSc-studenten af. Een bescheiden aantal, maar in 1997 is bewust gekozen om klein te beginnen en de marketing uitsluitend te richten op Indonesië. Op dit moment zijn de MSc-studenten afkomstig uit 43 landen. Indonesië levert nog altijd de meeste studenten, maar ook de aanmeldingen uit Tanzania, China, Ethiopië, India en Pakistan zijn fors gestegen.
De verdeling over de opleidingen is ongelijk. Bouwkunde, Elektrotechniek, Technische Bestuurskunde en Technische Informatica kunnen voor de instroom in september bijna een eigen klasje beginnen. Technische Wiskunde en Maritieme Techniek zijn duidelijk minder in trek. Volgens dr. Annemarie Rima, hoofd van het MSc-projectbureau, ligt dit mede aan de activiteiten van de opleidingen zelf. ,,De TU Delft is vertegenwoordigd op onderwijsbeurzen in het buitenland, we adverteren en via onze internet-site kunnen toekomstigestudenten een indruk krijgen van de opleidingen. Dat is toch niet altijd voldoende. Je ziet dat de opleidingen die zelf hard aan de weg timmeren, meer studenten binnen halen.”
Nog belangrijker om inzicht te krijgen in de stijgende populariteit van het MSc-programma is het toenemende aandeel van zelfbetalers. Ieder jaar stellen de TU en het Nuffic (de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs) samen zo’n 25 beurzen beschikbaar; de overige deelnemers betalen zelf de studie (fl. 13.000 per jaar). In 1998 betaalden vijf studenten zelf hun opleiding en voor de instroom in 1999 zijn dat er al 25. Rima: ,,Ons streven is, naast de 25 bursalen, minstens tachtig tot negentig zelfbetalers te werven dan kunnen wij volledig kostendekkend werken.”
Gerichte marketing
De marketing-inspanningen zijn tot nu toe geslaagd. Voor de werving van studenten wordt er altijd eerst een marktanalyse gemaakt in diverse landen. Opvallend is dat hierbij landen als Japan en Zuid-Afrika zijn afgevallen. Rima: ,,Deze landen hebben zelf voldoende gerenommeerde universiteiten en studenten ronden liever daar hun studie af.”
Door het MSc-projectbureau wordt op dit moment een inventarisatie gemaakt van de universiteiten waarvan de huidige studenten afkomstig zijn. Het doel hiervan is om een gerichte marketing te ontwikkelen. Rima: ,,Blijkt dat studenten van bepaalde universiteiten altijd door de testen heenkomen en van andere niet. Dan weet je waarop je je inspanningen moet richten.”
Comments are closed.