Technisch-wetenschappelijk onderwijs en onderzoek zijn wereldwijde activiteiten in een mondiale concurrentie en samenwerking, waarin communicatie in het Engels vanzelfsprekend is.
Beheersing van het Engels is daarom voor een ingenieur een
eerste vereiste. Is daarmee ook gezegd dat het Engels de voordehand liggende onderwijstaal is voor alle onderwijsniveaus van de TU?
De door velen bepleite overgang naar het Engels als onderwijstaal berust mijns inziens op een onderschatting van het belang van taal voor de technische wetenschappen en op een overschatting van de taalvaardigheid van docenten en medewerkers van deze TU. In De Groene Amsterdammer van 13 oktober 2001 gaat polyglot Ger Groot onder de titel ‘Flierefluitende Identiteiten’ na of het mogelijk is in een niet-moedertaal dezelfde scherpte en precisie te bereiken als in de moedertaal. Sinds twintig jaar spreekt Ger Groot dagelijks Spaans, maar als het erop aankomt, blijven de door Groot gewenste scherpte en precisie uit: ,,De woorden vluchten voor mijn gedachten weg en mijn uitdrukkingsvermogen hapert. … De laatste paar meters voor de finish zal ik nooit overbruggen, en juist dan slaat de frustratie het hardst toe.”
In het technisch-wetenschappelijk onderwijs zijn die laatste paar meters essentieel. De student zet de punten op de i, hij maakt zich de stof eigen. Hij begrijpt of begrijpt niet. De bepleiters van Engels als instructietaal voor alle niveaus van de TU Delft vooronderstellen bij de TU-docenten een taalvaardigheid die de laatste meters voor de finish moeiteloos overbrugt. Dat kan alleen door Engelstalige native speakers te laten doceren aan Engelstalige native studenten.
.aut Dr.ir. P. van Mourik, Technische Natuurwetenschappen
Technisch-wetenschappelijk onderwijs en onderzoek zijn wereldwijde activiteiten in een mondiale concurrentie en samenwerking, waarin communicatie in het Engels vanzelfsprekend is. Beheersing van het Engels is daarom voor een ingenieur een
eerste vereiste. Is daarmee ook gezegd dat het Engels de voordehand liggende onderwijstaal is voor alle onderwijsniveaus van de TU?
De door velen bepleite overgang naar het Engels als onderwijstaal berust mijns inziens op een onderschatting van het belang van taal voor de technische wetenschappen en op een overschatting van de taalvaardigheid van docenten en medewerkers van deze TU. In De Groene Amsterdammer van 13 oktober 2001 gaat polyglot Ger Groot onder de titel ‘Flierefluitende Identiteiten’ na of het mogelijk is in een niet-moedertaal dezelfde scherpte en precisie te bereiken als in de moedertaal. Sinds twintig jaar spreekt Ger Groot dagelijks Spaans, maar als het erop aankomt, blijven de door Groot gewenste scherpte en precisie uit: ,,De woorden vluchten voor mijn gedachten weg en mijn uitdrukkingsvermogen hapert. … De laatste paar meters voor de finish zal ik nooit overbruggen, en juist dan slaat de frustratie het hardst toe.”
In het technisch-wetenschappelijk onderwijs zijn die laatste paar meters essentieel. De student zet de punten op de i, hij maakt zich de stof eigen. Hij begrijpt of begrijpt niet. De bepleiters van Engels als instructietaal voor alle niveaus van de TU Delft vooronderstellen bij de TU-docenten een taalvaardigheid die de laatste meters voor de finish moeiteloos overbrugt. Dat kan alleen door Engelstalige native speakers te laten doceren aan Engelstalige native studenten.
.aut Dr.ir. P. van Mourik, Technische Natuurwetenschappen
Comments are closed.