Campus

Eigenlijk zijn we gewoon een stel botengekken

Lang geleden toen de schepen nog van hout waren en de mannen van staal, bikkelden de ruwe zeebonken door het zilte nat in eikenhouten reddingssloepen.

Een aantal studenten maritieme techniek doet het verleden herleven.

De heroïek en romantiek spat af van de homepage van het maritiem dispuut Scaphatus (Latijn voor ‘beboot’). De sloep die het dispuut onlangs op de kop tikte, straalt echter nog weinig romantiek uit. Hij ligt omgekeerd op vier olievaten achterin een hal van het nieuwe IO-gebouw. Aan stuurboordzijde is het kale eikenhout te zien, bakboord is vaal rood van kleur. Zitbankjes, dollen en riemen ontbreken, net als een roer, en het staal is geroest.

De dispuutsleden worden er niet minder enthousiast van. Maris Paap: ,,Machtig is dat, midden op zee er met zijn achten helemaal voor gaan.” In mei hoopt het dispuut al zover te zijn. De dag na Hemelvaart verzamelt zeevarend Nederland zich traditiegetrouw voor de Harlingen-Terschellingrace. De snelste boten bedwingen de Waddenzee in drie uur, het gros heeft er een uur langer voor nodig. Alleen boten die ooit als reddingssloep dienst deden, mogen deelnemen. Paap: ,,Iedereen die iets met de zeevaart heeft, is er bij. De mts maritieme techniek, de zeevaartschool, de marineofficieren, brandweermannen en zelfs de stuwadoors uit de grote zeehavens. Al jaren roepen we dat de TU Delft er bij moet zijn. Misschien dit jaar, maar zeker volgend jaar gaat dat echt gebeuren.”

Het dispuut heeft sinds september al de nodige uren in de sloep geïnvesteerd. Een vorige eigenaar had de originele jarenveertig-reddingssloep omgebouwd tot een zeilboot. De mast, de kiel en kajuit hebben de studenten er inmiddels afgesloopt; nu is het schuren, bikken en krabben om het eikenhout tevoorschijn te toveren. ,,Nee, voor de studie is het niet direct nuttig, we krijgen er dan ook geen studiepunten voor”, zegt Paap. ,,Maar ik kan nu eindelijk wel eens iets zinnigs zeggen als kennissen met een zeilboot me iets over schepen vragen. Iedereen denkt namelijk dat ik daar als maritiem student alles van afweet.”

Of het maritiem dispuut mei haalt, hangt nu af van het advies van een sloepenexpert. Deze zal over twee weken de schoongeschuurde Scaphatussloep komen bekijken en advies geven over de benodigde reparaties. Dispuutslid Jonathan Vondeling wijst op een grote spleet in een van de planken die van boeg tot achtersteven lopen. ,,Waarschijnlijk is iemand een keer aan het schuren gegaan terwijl het hout nog niet droog was. Doordat de naden tussen de gangen hard zijn dichtgekit, kan de spanning niet worden verspreid en splijt het hout.” Collega Erik Hertel: ,,Puristen vinden dat je een hele gang moet vervangen als er één rotte plek in zit. Wij vinden een gedeelte vervangen en met stopverf de naden afwerken ook prima. De sloep moet er straks natuurlijk strak uitzien, maar het belangrijkste is dat we ermee kunnen roeien.”

Armspieren

De roeitrainingen van het dispuut zijn er sinds de komst van de sloep bij ingeschoten, maar van schuren krijg je ook sterke armen, beweert Hertel. ,,En ach, bikken is misschien niet het leukste werk, maar je ziet dat het mooi wordt. Eigenlijk zijn we gewoon een stel botengekken.”

Het opknappen van de sloep is echter niet alleen handwerk. Het dispuut heeft twee weken gepiekerd hoe de kiel %’honderd kilo oud ijzer’- er verstandig afgesloopt kon worden. En in Amsterdam bezochten ze de houtbewerkingschool om te leren hoe je een plank buigt en dat er koperen nagels in eikenhout moeten omdat die tegen looizuur bestand zijn.

Ook moesten er sponsors overtuigd worden. De sloep inclusief trailer kostte ruim achtduizend gulden, vergeleken met een nieuwe – vanaf veertigduizend gulden – een koopje. Maar voordat de sloep gereed is, zal het dispuut nog zo’n vijftienduizend gulden kwijt zijn aan eikenhout, koper en riemen. Alle maritieme secties op de universiteit, de faculteit en de universiteit dragen een deel bij. Ook komt er geld van een stichting die het in de vaart houden van originele boten stimuleert.

Voordat de champagne tegen de boeg kan, staat er nog een stukje geschiedenisonderzoek op het programma. Het dispuut wil achterhalen bij welk schip de reddingssloep hoorde om hem een passende naam te geven. Finishing touch wordt het boegbeeld. Hertel: ,,Een mooie naakte vrouw natuurlijk.”

Lang geleden toen de schepen nog van hout waren en de mannen van staal, bikkelden de ruwe zeebonken door het zilte nat in eikenhouten reddingssloepen. Een aantal studenten maritieme techniek doet het verleden herleven.

De heroïek en romantiek spat af van de homepage van het maritiem dispuut Scaphatus (Latijn voor ‘beboot’). De sloep die het dispuut onlangs op de kop tikte, straalt echter nog weinig romantiek uit. Hij ligt omgekeerd op vier olievaten achterin een hal van het nieuwe IO-gebouw. Aan stuurboordzijde is het kale eikenhout te zien, bakboord is vaal rood van kleur. Zitbankjes, dollen en riemen ontbreken, net als een roer, en het staal is geroest.

De dispuutsleden worden er niet minder enthousiast van. Maris Paap: ,,Machtig is dat, midden op zee er met zijn achten helemaal voor gaan.” In mei hoopt het dispuut al zover te zijn. De dag na Hemelvaart verzamelt zeevarend Nederland zich traditiegetrouw voor de Harlingen-Terschellingrace. De snelste boten bedwingen de Waddenzee in drie uur, het gros heeft er een uur langer voor nodig. Alleen boten die ooit als reddingssloep dienst deden, mogen deelnemen. Paap: ,,Iedereen die iets met de zeevaart heeft, is er bij. De mts maritieme techniek, de zeevaartschool, de marineofficieren, brandweermannen en zelfs de stuwadoors uit de grote zeehavens. Al jaren roepen we dat de TU Delft er bij moet zijn. Misschien dit jaar, maar zeker volgend jaar gaat dat echt gebeuren.”

Het dispuut heeft sinds september al de nodige uren in de sloep geïnvesteerd. Een vorige eigenaar had de originele jarenveertig-reddingssloep omgebouwd tot een zeilboot. De mast, de kiel en kajuit hebben de studenten er inmiddels afgesloopt; nu is het schuren, bikken en krabben om het eikenhout tevoorschijn te toveren. ,,Nee, voor de studie is het niet direct nuttig, we krijgen er dan ook geen studiepunten voor”, zegt Paap. ,,Maar ik kan nu eindelijk wel eens iets zinnigs zeggen als kennissen met een zeilboot me iets over schepen vragen. Iedereen denkt namelijk dat ik daar als maritiem student alles van afweet.”

Of het maritiem dispuut mei haalt, hangt nu af van het advies van een sloepenexpert. Deze zal over twee weken de schoongeschuurde Scaphatussloep komen bekijken en advies geven over de benodigde reparaties. Dispuutslid Jonathan Vondeling wijst op een grote spleet in een van de planken die van boeg tot achtersteven lopen. ,,Waarschijnlijk is iemand een keer aan het schuren gegaan terwijl het hout nog niet droog was. Doordat de naden tussen de gangen hard zijn dichtgekit, kan de spanning niet worden verspreid en splijt het hout.” Collega Erik Hertel: ,,Puristen vinden dat je een hele gang moet vervangen als er één rotte plek in zit. Wij vinden een gedeelte vervangen en met stopverf de naden afwerken ook prima. De sloep moet er straks natuurlijk strak uitzien, maar het belangrijkste is dat we ermee kunnen roeien.”

Armspieren

De roeitrainingen van het dispuut zijn er sinds de komst van de sloep bij ingeschoten, maar van schuren krijg je ook sterke armen, beweert Hertel. ,,En ach, bikken is misschien niet het leukste werk, maar je ziet dat het mooi wordt. Eigenlijk zijn we gewoon een stel botengekken.”

Het opknappen van de sloep is echter niet alleen handwerk. Het dispuut heeft twee weken gepiekerd hoe de kiel %’honderd kilo oud ijzer’- er verstandig afgesloopt kon worden. En in Amsterdam bezochten ze de houtbewerkingschool om te leren hoe je een plank buigt en dat er koperen nagels in eikenhout moeten omdat die tegen looizuur bestand zijn.

Ook moesten er sponsors overtuigd worden. De sloep inclusief trailer kostte ruim achtduizend gulden, vergeleken met een nieuwe – vanaf veertigduizend gulden – een koopje. Maar voordat de sloep gereed is, zal het dispuut nog zo’n vijftienduizend gulden kwijt zijn aan eikenhout, koper en riemen. Alle maritieme secties op de universiteit, de faculteit en de universiteit dragen een deel bij. Ook komt er geld van een stichting die het in de vaart houden van originele boten stimuleert.

Voordat de champagne tegen de boeg kan, staat er nog een stukje geschiedenisonderzoek op het programma. Het dispuut wil achterhalen bij welk schip de reddingssloep hoorde om hem een passende naam te geven. Finishing touch wordt het boegbeeld. Hertel: ,,Een mooie naakte vrouw natuurlijk.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.