Campus

Een wreed wapen voor vijf dollar

Een mijn vecht door als de oorlog voorbij is. De aanwezigheid van mijnen werkt verlammend op de plaatselijke bevolking. Maar het opruimen van deze wapens is niet zo eenvoudig.


1 Een Britse militair zoekt met een prikstok naar landmijnen bij Petrovac, Macedonië. Deze methode is grondig maar zeer tijdrovend. Foto: EPA

Een mijnenveld in een vruchtbaar gebied vlak bij een dorp heeft meer impact dan een mijnenveld in de woestijn. Soms zijn bewoners afhankelijk van de kwaliteiten van een bemijnd gebied. Om te overleven zullen ze het, ondanks de mijnen, toch betreden. Met gevaar voor eigen leven.

Mijnen blokkeren routes, zodat vluchtelingen niet terug kunnen keren. Er kunnen voedseltekorten ontstaan doordat sommige gebieden niet meer bereikbaar zijn. En mijnen boezemen angst in. Het ruimen van mijnen kan deze problemen oplossen. Op het symposium ‘Graven met golven’, georganiseerd door de Electrotechnische Vereeniging, werden gisteren diverse aspecten van dit wrede oorlogswapen belicht.

Een mijn is een hoeveelheid explosieve stof, al dan niet voorzien van een omhulsel. Tussen de springstof is een ontsteker geplaatst die tot ontbranding wordt gebracht door het doel zelf: een mens of een pantservoertuig.

Anti-personeelsmijnen ontploffen doordat een slachtoffer bovenop een mijn gaat staan, of doordat hij tegen een struikeldraad loopt die verbonden is met het ontstekingsmechanisme. Anti-tankmijnen beschadigen de wielen van een pantservoertuig, slaan de complete bodem eruit of doorboren de tank van opzij, afhankelijk van het soort mijn.

In tijden van oorlog is een mijn een zeer doeltreffend middel. De vijand wordt vertraagd en kan naar een bepaald gebied geloodst worden. Kostbare extra tijd waarmee de eigen organisatie kan worden verbeterd.

In burgeroorlogen heeft de mijn nog meer effect. Om kapotte elektriciteitsmasten worden mijnen gelegd zodat ze niet gerepareerd kunnen worden. Door dergelijke strategieën wordt de burgerbevolking direct bij een conflict betrokken.

Volgens Sylvia Martens, medewerker van de noodhulporganisatie Dutch Relief en Rehabilitation, is het probleem echter niet zo groot als algemeen wordt aangenomen. ,,Er overlijden meer mensen aan ziektes. Maar landmijnen hebben wel grote indirecte gevolgen. En er is veel angst voor: de gevechten zijn voorbij maar de oorlog nog niet.”
Prikker

In meer dan zestig landen liggen mijnen. Nederland is daar één van, vanwege resten uit de Tweede Wereldoorlog. In ongeveer tien landen, waaronder Angola, Mozambique en Afghanistan, zijn mijnen daadwerkelijk een probleem. Daar is nauwelijks geld, kennis en capaciteit om mijnen te ruimen. Volgens het Rode Kruis sterven per jaar wereldwijd ongeveer vijfentwintigduizend mensen door rondslingerende landmijnen.

Het ruimen van mijnen is echter niet eenvoudig. Allereerst moet alle vegetatie met de hand worden verwijderd. Hierbij moet worden opgepast voor struikeldraad, dat met de ontsteking van mijnen is verbonden. Martens schat de ruimingskosten op duizend dollar per mijn. ,,Maar dit is een indicatie. Een gebied met honderd mijnen kost natuurlijk net zo veel tijd als een evengroot gebied met maar één mijn.” Interessant detail: het leggen van een mijn kost slechts vijf dollar.

De twee meest gebruikte manieren om mijnen op te sporen zijn de metaaldetector en de prikker. Beide methodes zijn tijdrovend en hebben nadelen. Een metaaldetector slaat mijnen over die geen metaal bevatten. En de detector detecteert niet alleen mijnen, maar ook spijkers en blikjes. Dit veroorzaakt veel valse alarmen. In slechts tien procent van de gevallen dat de detector piept, wordt een mijn aangetroffen.

Met de prikstok zijn wel alle mijnen te detecteren. Bij deze methode wordt om de twee centimeter een prikker onder een hoek van dertig graden in de grond gestoken. Door de schuine insteek raakt de prikker de bovenkant van de mijn niet, wat een ontploffing zou kunnen veroorzaken. Ook deze methode heeft nadelen. Boomwortels en stenen zorgen voor onnodige paniek en de grond kan bij hitte of vorst zo hard zijn dat het werk ernstig vertraagd wordt.

En de prikkermethode is niet erg snel: per dag wordt tussen de tien en twintig vierkante meter per persoon geprikt, niet meer dan de oppervlakte van een eenvoudige studentenkamer. ,,Dat is niet veel, maar het werk geeft wel voldoening”, aldus Martens. ,,Vaak worden de geruimde velden direct in gebruik genomen door de lokale bevolking”. Bijkomend voordeel van de methode is namelijk dat met grote zekerheid kan worden gezegd dat een gebied na behandeling geheel mijnenvrij is.


2 Een Britse officier toont enkele veelgebruikte landmijnen. Er zijn ongeveer 360 verschillende typen bekend. Foto: EPA
Rotzooi

Het kan natuurlijk altijd beter. Onderzoekers bekijken de mogelijkheid om ondergrondse objecten te detecteren zonder te graven. Met nucleaire straling kan bijvoorbeeld de bodem worden afgetast. Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk van het Interfacultair Reactor Instituut (IRI) hoopt binnenkort in Delft neutronen de bodem in te schieten.

Deze deeltjes zorgen ervoor dat stoffen gammastraling gaan uitzenden. Uit de energie van de gammastraling is op te maken welke stof straling uitzendt. Springstof is herkenbaar vanwege de karakteristieke verhouding tussen de hoeveelheden koolstof, stikstof en zuurstof. Op deze wijze zijn dus ook landmijnen te detecteren. Voordat deze methode kan worden gebruikt moet nog wel het een en ander worden uitgezocht. Meetfouten door natuurlijke achtergrondstraling en bescherming voor het bedienend personeel vormen nog een probleem.

Een andere optie is de zogenaamde grondradar. Hiermee kan aan de hand van elektromagnetische straling in beeld worden gebracht of zich objecten onder de grond bevinden. Een zender en een ontvanger worden boven de grond geplaatst. De tijd tussen de verzending en ontvangst, en de wijze waarop de signalen terugkeren, geeft aan of er een mijn aanwezig is. Althans, in theorie.

De mogelijkheid voor een praktijktest is nog lang niet aanwezig. Bij Technische Aardwetenschappen leidt prof.dr.ir. J.T. Fokkema hetonderzoek naar verbetering van de grondradar. Zowel de technologie voor de radars als de methoden voor beeldbewerking staan nog in de kinderschoenen. Maar Fokkema wil de strijd met mijnen wel aangaan: ,,Ik hoop dat we door toepassing van deze technologie over enkele jaren dit soort rotzooi de baas zijn. Het is toch belachelijk dat zoveel kinderen de dupe worden van mijnen.”

Martens blijft echter sceptisch: ,,Er zijn ongeveer 360 verschillende mijnen bekend. Op korte termijn lijkt het mij onmogelijk om voor al deze mijnen één accurate methode te ontwikkelen. Een sensor zoekt toch naar een vast patroon. Op dit moment zit er te veel verschil tussen de mijnen.%%

,


1 Een Britse militair zoekt met een prikstok naar landmijnen bij Petrovac, Macedonië. Deze methode is grondig maar zeer tijdrovend. Foto: EPA

Een mijnenveld in een vruchtbaar gebied vlak bij een dorp heeft meer impact dan een mijnenveld in de woestijn. Soms zijn bewoners afhankelijk van de kwaliteiten van een bemijnd gebied. Om te overleven zullen ze het, ondanks de mijnen, toch betreden. Met gevaar voor eigen leven.

Mijnen blokkeren routes, zodat vluchtelingen niet terug kunnen keren. Er kunnen voedseltekorten ontstaan doordat sommige gebieden niet meer bereikbaar zijn. En mijnen boezemen angst in. Het ruimen van mijnen kan deze problemen oplossen. Op het symposium ‘Graven met golven’, georganiseerd door de Electrotechnische Vereeniging, werden gisteren diverse aspecten van dit wrede oorlogswapen belicht.

Een mijn is een hoeveelheid explosieve stof, al dan niet voorzien van een omhulsel. Tussen de springstof is een ontsteker geplaatst die tot ontbranding wordt gebracht door het doel zelf: een mens of een pantservoertuig.

Anti-personeelsmijnen ontploffen doordat een slachtoffer bovenop een mijn gaat staan, of doordat hij tegen een struikeldraad loopt die verbonden is met het ontstekingsmechanisme. Anti-tankmijnen beschadigen de wielen van een pantservoertuig, slaan de complete bodem eruit of doorboren de tank van opzij, afhankelijk van het soort mijn.

In tijden van oorlog is een mijn een zeer doeltreffend middel. De vijand wordt vertraagd en kan naar een bepaald gebied geloodst worden. Kostbare extra tijd waarmee de eigen organisatie kan worden verbeterd.

In burgeroorlogen heeft de mijn nog meer effect. Om kapotte elektriciteitsmasten worden mijnen gelegd zodat ze niet gerepareerd kunnen worden. Door dergelijke strategieën wordt de burgerbevolking direct bij een conflict betrokken.

Volgens Sylvia Martens, medewerker van de noodhulporganisatie Dutch Relief en Rehabilitation, is het probleem echter niet zo groot als algemeen wordt aangenomen. ,,Er overlijden meer mensen aan ziektes. Maar landmijnen hebben wel grote indirecte gevolgen. En er is veel angst voor: de gevechten zijn voorbij maar de oorlog nog niet.”
Prikker

In meer dan zestig landen liggen mijnen. Nederland is daar één van, vanwege resten uit de Tweede Wereldoorlog. In ongeveer tien landen, waaronder Angola, Mozambique en Afghanistan, zijn mijnen daadwerkelijk een probleem. Daar is nauwelijks geld, kennis en capaciteit om mijnen te ruimen. Volgens het Rode Kruis sterven per jaar wereldwijd ongeveer vijfentwintigduizend mensen door rondslingerende landmijnen.

Het ruimen van mijnen is echter niet eenvoudig. Allereerst moet alle vegetatie met de hand worden verwijderd. Hierbij moet worden opgepast voor struikeldraad, dat met de ontsteking van mijnen is verbonden. Martens schat de ruimingskosten op duizend dollar per mijn. ,,Maar dit is een indicatie. Een gebied met honderd mijnen kost natuurlijk net zo veel tijd als een evengroot gebied met maar één mijn.” Interessant detail: het leggen van een mijn kost slechts vijf dollar.

De twee meest gebruikte manieren om mijnen op te sporen zijn de metaaldetector en de prikker. Beide methodes zijn tijdrovend en hebben nadelen. Een metaaldetector slaat mijnen over die geen metaal bevatten. En de detector detecteert niet alleen mijnen, maar ook spijkers en blikjes. Dit veroorzaakt veel valse alarmen. In slechts tien procent van de gevallen dat de detector piept, wordt een mijn aangetroffen.

Met de prikstok zijn wel alle mijnen te detecteren. Bij deze methode wordt om de twee centimeter een prikker onder een hoek van dertig graden in de grond gestoken. Door de schuine insteek raakt de prikker de bovenkant van de mijn niet, wat een ontploffing zou kunnen veroorzaken. Ook deze methode heeft nadelen. Boomwortels en stenen zorgen voor onnodige paniek en de grond kan bij hitte of vorst zo hard zijn dat het werk ernstig vertraagd wordt.

En de prikkermethode is niet erg snel: per dag wordt tussen de tien en twintig vierkante meter per persoon geprikt, niet meer dan de oppervlakte van een eenvoudige studentenkamer. ,,Dat is niet veel, maar het werk geeft wel voldoening”, aldus Martens. ,,Vaak worden de geruimde velden direct in gebruik genomen door de lokale bevolking”. Bijkomend voordeel van de methode is namelijk dat met grote zekerheid kan worden gezegd dat een gebied na behandeling geheel mijnenvrij is.


2 Een Britse officier toont enkele veelgebruikte landmijnen. Er zijn ongeveer 360 verschillende typen bekend. Foto: EPA
Rotzooi

Het kan natuurlijk altijd beter. Onderzoekers bekijken de mogelijkheid om ondergrondse objecten te detecteren zonder te graven. Met nucleaire straling kan bijvoorbeeld de bodem worden afgetast. Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk van het Interfacultair Reactor Instituut (IRI) hoopt binnenkort in Delft neutronen de bodem in te schieten.

Deze deeltjes zorgen ervoor dat stoffen gammastraling gaan uitzenden. Uit de energie van de gammastraling is op te maken welke stof straling uitzendt. Springstof is herkenbaar vanwege de karakteristieke verhouding tussen de hoeveelheden koolstof, stikstof en zuurstof. Op deze wijze zijn dus ook landmijnen te detecteren. Voordat deze methode kan worden gebruikt moet nog wel het een en ander worden uitgezocht. Meetfouten door natuurlijke achtergrondstraling en bescherming voor het bedienend personeel vormen nog een probleem.

Een andere optie is de zogenaamde grondradar. Hiermee kan aan de hand van elektromagnetische straling in beeld worden gebracht of zich objecten onder de grond bevinden. Een zender en een ontvanger worden boven de grond geplaatst. De tijd tussen de verzending en ontvangst, en de wijze waarop de signalen terugkeren, geeft aan of er een mijn aanwezig is. Althans, in theorie.

De mogelijkheid voor een praktijktest is nog lang niet aanwezig. Bij Technische Aardwetenschappen leidt prof.dr.ir. J.T. Fokkema hetonderzoek naar verbetering van de grondradar. Zowel de technologie voor de radars als de methoden voor beeldbewerking staan nog in de kinderschoenen. Maar Fokkema wil de strijd met mijnen wel aangaan: ,,Ik hoop dat we door toepassing van deze technologie over enkele jaren dit soort rotzooi de baas zijn. Het is toch belachelijk dat zoveel kinderen de dupe worden van mijnen.”

Martens blijft echter sceptisch: ,,Er zijn ongeveer 360 verschillende mijnen bekend. Op korte termijn lijkt het mij onmogelijk om voor al deze mijnen één accurate methode te ontwikkelen. Een sensor zoekt toch naar een vast patroon. Op dit moment zit er te veel verschil tussen de mijnen.%%


1 Een Britse militair zoekt met een prikstok naar landmijnen bij Petrovac, Macedonië. Deze methode is grondig maar zeer tijdrovend. Foto: EPA

Een mijnenveld in een vruchtbaar gebied vlak bij een dorp heeft meer impact dan een mijnenveld in de woestijn. Soms zijn bewoners afhankelijk van de kwaliteiten van een bemijnd gebied. Om te overleven zullen ze het, ondanks de mijnen, toch betreden. Met gevaar voor eigen leven.

Mijnen blokkeren routes, zodat vluchtelingen niet terug kunnen keren. Er kunnen voedseltekorten ontstaan doordat sommige gebieden niet meer bereikbaar zijn. En mijnen boezemen angst in. Het ruimen van mijnen kan deze problemen oplossen. Op het symposium ‘Graven met golven’, georganiseerd door de Electrotechnische Vereeniging, werden gisteren diverse aspecten van dit wrede oorlogswapen belicht.

Een mijn is een hoeveelheid explosieve stof, al dan niet voorzien van een omhulsel. Tussen de springstof is een ontsteker geplaatst die tot ontbranding wordt gebracht door het doel zelf: een mens of een pantservoertuig.

Anti-personeelsmijnen ontploffen doordat een slachtoffer bovenop een mijn gaat staan, of doordat hij tegen een struikeldraad loopt die verbonden is met het ontstekingsmechanisme. Anti-tankmijnen beschadigen de wielen van een pantservoertuig, slaan de complete bodem eruit of doorboren de tank van opzij, afhankelijk van het soort mijn.

In tijden van oorlog is een mijn een zeer doeltreffend middel. De vijand wordt vertraagd en kan naar een bepaald gebied geloodst worden. Kostbare extra tijd waarmee de eigen organisatie kan worden verbeterd.

In burgeroorlogen heeft de mijn nog meer effect. Om kapotte elektriciteitsmasten worden mijnen gelegd zodat ze niet gerepareerd kunnen worden. Door dergelijke strategieën wordt de burgerbevolking direct bij een conflict betrokken.

Volgens Sylvia Martens, medewerker van de noodhulporganisatie Dutch Relief en Rehabilitation, is het probleem echter niet zo groot als algemeen wordt aangenomen. ,,Er overlijden meer mensen aan ziektes. Maar landmijnen hebben wel grote indirecte gevolgen. En er is veel angst voor: de gevechten zijn voorbij maar de oorlog nog niet.”
Prikker

In meer dan zestig landen liggen mijnen. Nederland is daar één van, vanwege resten uit de Tweede Wereldoorlog. In ongeveer tien landen, waaronder Angola, Mozambique en Afghanistan, zijn mijnen daadwerkelijk een probleem. Daar is nauwelijks geld, kennis en capaciteit om mijnen te ruimen. Volgens het Rode Kruis sterven per jaar wereldwijd ongeveer vijfentwintigduizend mensen door rondslingerende landmijnen.

Het ruimen van mijnen is echter niet eenvoudig. Allereerst moet alle vegetatie met de hand worden verwijderd. Hierbij moet worden opgepast voor struikeldraad, dat met de ontsteking van mijnen is verbonden. Martens schat de ruimingskosten op duizend dollar per mijn. ,,Maar dit is een indicatie. Een gebied met honderd mijnen kost natuurlijk net zo veel tijd als een evengroot gebied met maar één mijn.” Interessant detail: het leggen van een mijn kost slechts vijf dollar.

De twee meest gebruikte manieren om mijnen op te sporen zijn de metaaldetector en de prikker. Beide methodes zijn tijdrovend en hebben nadelen. Een metaaldetector slaat mijnen over die geen metaal bevatten. En de detector detecteert niet alleen mijnen, maar ook spijkers en blikjes. Dit veroorzaakt veel valse alarmen. In slechts tien procent van de gevallen dat de detector piept, wordt een mijn aangetroffen.

Met de prikstok zijn wel alle mijnen te detecteren. Bij deze methode wordt om de twee centimeter een prikker onder een hoek van dertig graden in de grond gestoken. Door de schuine insteek raakt de prikker de bovenkant van de mijn niet, wat een ontploffing zou kunnen veroorzaken. Ook deze methode heeft nadelen. Boomwortels en stenen zorgen voor onnodige paniek en de grond kan bij hitte of vorst zo hard zijn dat het werk ernstig vertraagd wordt.

En de prikkermethode is niet erg snel: per dag wordt tussen de tien en twintig vierkante meter per persoon geprikt, niet meer dan de oppervlakte van een eenvoudige studentenkamer. ,,Dat is niet veel, maar het werk geeft wel voldoening”, aldus Martens. ,,Vaak worden de geruimde velden direct in gebruik genomen door de lokale bevolking”. Bijkomend voordeel van de methode is namelijk dat met grote zekerheid kan worden gezegd dat een gebied na behandeling geheel mijnenvrij is.


2 Een Britse officier toont enkele veelgebruikte landmijnen. Er zijn ongeveer 360 verschillende typen bekend. Foto: EPA
Rotzooi

Het kan natuurlijk altijd beter. Onderzoekers bekijken de mogelijkheid om ondergrondse objecten te detecteren zonder te graven. Met nucleaire straling kan bijvoorbeeld de bodem worden afgetast. Prof.dr.ir. C.W.E. van Eijk van het Interfacultair Reactor Instituut (IRI) hoopt binnenkort in Delft neutronen de bodem in te schieten.

Deze deeltjes zorgen ervoor dat stoffen gammastraling gaan uitzenden. Uit de energie van de gammastraling is op te maken welke stof straling uitzendt. Springstof is herkenbaar vanwege de karakteristieke verhouding tussen de hoeveelheden koolstof, stikstof en zuurstof. Op deze wijze zijn dus ook landmijnen te detecteren. Voordat deze methode kan worden gebruikt moet nog wel het een en ander worden uitgezocht. Meetfouten door natuurlijke achtergrondstraling en bescherming voor het bedienend personeel vormen nog een probleem.

Een andere optie is de zogenaamde grondradar. Hiermee kan aan de hand van elektromagnetische straling in beeld worden gebracht of zich objecten onder de grond bevinden. Een zender en een ontvanger worden boven de grond geplaatst. De tijd tussen de verzending en ontvangst, en de wijze waarop de signalen terugkeren, geeft aan of er een mijn aanwezig is. Althans, in theorie.

De mogelijkheid voor een praktijktest is nog lang niet aanwezig. Bij Technische Aardwetenschappen leidt prof.dr.ir. J.T. Fokkema hetonderzoek naar verbetering van de grondradar. Zowel de technologie voor de radars als de methoden voor beeldbewerking staan nog in de kinderschoenen. Maar Fokkema wil de strijd met mijnen wel aangaan: ,,Ik hoop dat we door toepassing van deze technologie over enkele jaren dit soort rotzooi de baas zijn. Het is toch belachelijk dat zoveel kinderen de dupe worden van mijnen.”

Martens blijft echter sceptisch: ,,Er zijn ongeveer 360 verschillende mijnen bekend. Op korte termijn lijkt het mij onmogelijk om voor al deze mijnen één accurate methode te ontwikkelen. Een sensor zoekt toch naar een vast patroon. Op dit moment zit er te veel verschil tussen de mijnen.%%

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.