Een Europees project onder aanvoering van Delftse geo-informatici wil de behandeling van bouwvergunningen verbeteren. 3D-professor Jantien Stoter licht toe.
Op de manier waarop prof.dr. Jantien Stoter (faculteit Bouwkunde), projectleider van het Europese project het principe uitlegt is het heel eenvoudig. Een architect maakt een digitaal ontwerp van een gebouw in de vorm van een BIM-bestand (Building Information Model). De stad waar het gebouw gepland is, beschikt over een driedimensionaal geo-informatie systeem (GIS). Dat is een virtuele tweelingstad met informatie over alle straten, gebouwen, bomen, brandkranen en meer. Bij de aanvraag van een bouwvergunning checkt een systeem het BIM-bestand automatisch op tal van bouwvoorschriften. Zijn de toiletten groot genoeg? Zijn er voldoende nooduitgangen?
Het ontwerp wordt in het 3D-stadsmodel geplaatst om de interactie met de omgeving te checken. Want ook daarvoor geldt regelgeving. Wat is het uitzicht en welk uitzicht wordt door het nieuwe gebouw belemmerd? Hoeveel zoninval is er op het dak en de gevel? Wat is de impact van het ontwerp op verkeerslawaai? Wat is de afstand tot de dichtstbijzijnde brandkraan? Door die checks te digitaliseren kan de behandeling van een bouwvergunningsaanvraag sneller, objectiever en transparanter verlopen, is het idee.
Maar zoals altijd schuilt de duivel in de details, zeker wanneer het een keten betreft waarbij totaal verschillende disciplines betrokken zijn: architecten, geo-dataspecialisten, bouwbedrijven, gemeentes, softwarebedrijven, standaardisatieorganisaties en onderzoeksinstituten, vertegenwoordigd door negentien projectpartners uit diverse Europese landen. Toch heeft Stoter er alle vertrouwen in dat het project Change Toolkit for Digital Building Permit (CHEK) met € 5 miljoen budget in drie jaar tijd de toekomst voor alle betrokken partijen een stukje beter kan maken. Dit Horizon Europe project ging op 1 oktober 2022 van start.
Inbedding van het ontwerp in de omgeving verheldert de onderlinge wisselwerking op verschillende aspecten zoals wind, zon en warmtevraag. (Afbeelding: Ravi Peters)
Is er veel belangstelling voor het project?
Jantien Stoter: “Ja, erg veel. In Nederland hebben we de Omgevingswet, die al in 2016 voor het eerst genoemd werd maar waarvan de inwerkingtreding steeds wordt uitgesteld. Die Omgevingswet bundelt 26 wetten en regelgeving die betrekking hebben op de omgeving. Het doel is dat je voor een bouwvergunningsaanvraag maar bij één loket, het Omgevingsloket, hoeft te zijn en dat daar alles gecheckt wordt.”
Gaat het Europese CHEK-project daarbij helpen?
“Zeker want de uitdaging die wij oppakken zit in de integratie van het BIM-ontwerp in de stedenbouwkundige context. Door deze integratie kan de impact van het ontwerp op de omgeving worden gesimuleerd zoals voor geluidsoverlast, hitte-stress, luchtvervuiling, of schaduwanalyses van windturbines. Al die disciplines werken met 3D-modellen. Wij werken met hen samen om te weten: welke data heb jij nodig om dit te kunnen automatiseren? Daar ontwikkelen wij oplossingen voor. Dat geldt ook voor de digitale bouwvergunning met als een van de belangrijkste bottlenecks de integratie tussen de BIM- en de geo-wereld. Wij hebben daar al veel onderzoek naar gedaan en ook software voor ontwikkeld.”
Is dat de reden dat de TU Delft het project leidt?
“Het project bouwt voort op resultaten en bevindingen uit onze vorige projecten. Het TU Delft innovatie & impact centrum neemt de programmacoördinatie en de administratie voor zijn rekening. Met dr. Francesca Noardo van onze onderzoeksgroep 3D Geo-informatie hebben we het projectvoorstel gecoördineerd. Onze groep verzorgt ook het inhoudelijke projectmanagement. Het doel is om het checken van regelgeving te digitaliseren. Dat begint met het omzetten van de regels naar een vorm waar een computer mee kan werken. Vervolgens worden de benodigde gegevens afgeleid uit het BIM-ontwerp. Denk bijvoorbeeld aan de geometrie van verdiepingen, wooneenheden en buitenkanten van een gebouw. Die gegevens worden ingepast in de 3D-omgeving voor de automatische checks.”
Automatisch afleiden van woonruimtes uit BIM naar GEO. (Afbeelding: Jasper van der Vaart)
Met zoveel verschillende partijen moeten er toch strijdige belangen zijn. Hoe gaat u daarmee om?
“Geo-data zijn het domein van overheden. Het past bij hun taak om informatie te delen en open standaarden te ontwikkelen en te hanteren. De BIM-wereld is meer een wereld van de industrie en van architecten met businessmodellen en copyrightbelangen die niet altijd baat hebben bij het delen van al hun data. Bovendien zijn BIM-modellen primair bedoeld voor ontwerpen en bouwen – niet als informatie-object voor andere toepassingen. Anderzijds hebben juist architecten er belang bij dat de aanvraag voor een bouwvergunning sneller en transparanter verloopt. We moeten daarom met hen om tafel om tot dataoplossingen te komen die beide werelden dienen.”
Het project loopt drie jaar. Wat moet er dan liggen?
“Niet alle gemeentes zullen dan een volledig digitaal checkproces hebben. Maar wij ontwikkelen hulpmiddelen voor gemeenten die regelgeving digitaal op basis van die Geo- en BIM-bestanden willen checken. Gemeenten kunnen daarmee laagdrempelig instappen en verder doorgroeien.”
En bij gemeenten die projectpartner zijn, werkt daar alles digitaal?
“Ja, maar op verschillende niveaus en vaak ook semi-automatisch. Er is bijvoorbeeld gekozen voor een kleine gemeente van 40 tot 50 duizend inwoners in Italië, Ascoli-Piceno, een middelgrote gemeente in Portugal, Vila Nova de Gaia, in combinatie met grote gemeenten zoals Praag en Lissabon. We werken met hen aan een platform waarbij de aanvrager van een bouwvergunning kan zien hoever de aanvraag in de procedure is, wat er gecheckt wordt en wat de uitkomst daarvan is.”
Prof. dr. Jantien Stoter: “Gemeentes gaan niet meteen over naar een volledig digitaal proces, maar wij ontwikkelen hulpmiddelen om daar stapsgewijs naartoe te groeien.” (Foto: Marcel Krijger)
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
j.w.wassink@tudelft.nl
Comments are closed.