Campus

Een mislukte zuivering in Hotel zur Oper

De liefde tussen een kampbeul en zijn vroegere slachtoffer: theatergezelschap De Regentes komt met een stuk dat in de jaren zeventig werd verboden. Onterecht, vindt hoofdrolspeler Thom Hoffman. ,,Het is gewoon een liefdesgeschiedenis van twee beschadigde mensen.”

Na de opvoering van ‘De Nachtportier’ is Thom Hoffman zichtbaar vermoeid. Het enorme decor van de Julianakerk in de Haagse Transvaalbuurt heeft zijn charmes, maar de acteurs lopen daardoor de benen uit hun gat, en schreeuwen de longen uit hun lijf.

,,Het toneelstuk is een soort hommage aan Dirk Bogarde, zo zie ik dat een beetje”, zegt Hoffman, die af en toe even opstaat om een vertrekkende vriendin te omhelzen. De legendarische acteur Bogarde overleed vlak voordat de repetities van De Nachtportier begonnen. In ‘De Nachtportier’ treedt Hoffman in de schoenen van Bogarde. Die speelde namelijk de hoofdrol in Liliana Cavani’s cultfilm ‘The Nightporter’ uit 1973, die nu door Guusje Eijbers voor toneel bewerkt is.

Hoffman bewondert Bogarde mateloos: ,,Nightporter is altijd een van mijn lievelingsfilms geweest. Dat is een van de belangrijkste redenen dat ik deze rol graag wilde spelen.” Van concurrentie met Bogarde wil Hoffman niet weten. ,,Tegen de film kun je nu eenmaal nooit op.”


1 De SS-collega’s van nachtportier Max willen maar één ding: afrekenen met het verleden. Foto: Pan Sok
SS-collega’s

Voor ‘De Nachtportier’ is de Haagse Julianakerk omgedoopt tot het chique Weense Hotel zur Oper, 1957. En dat is knap gedaan. Het tijdperk, de sfeer en de gezapige Middeneuropese cultuur komen werkelijk tot leven. Foute, norse mannen bestieren het het hotel. De toneelbezoekers krijgen Konditorei-gebak geserveerd, door dienstvaardige en stipte serveersters onder streng bevel van Max, alias Thom Hoffman.

Max was ruim tien jaar eerder beul in een concentratiekamp, en staat daarom op de lijst van gezochte oorlogsmisdadigers. Een grote vis is hij niet, maar toch houdt de angst voor herkenning hem en zijn mede-kampbeulen in de greep. Max slijt zijn dagen daarom als nachtportier, bang als hij is voor het daglicht.

Een nieuw begin, daar dromen zijn SS-collega’s van. Onder leiding van ex-nazi Hans, voortreffelijk neergezet door de Delftse theatergoeroe Piet van der Pas, komen ze geregeld bij elkaar om met het verleden af te rekenen. ‘Een groepsanalyse’, noemt Hans het, die voornamelijk bestaat uit het achterover drukken van al het bewijsmateriaal tegen het gezelschap. Zo meent de groep zich systematisch van de angst te bevrijden en eindelijk rust te vinden. ,,Wij zijn gezuiverd, wij leven in vrede”, preekt Hans.

Bij de meesten slaat deze zuiveringsmethode redelijk aan, maar niet bij Max, destijds in het concentratiekamp een van de beruchtste beulen. Het verleden zit namelijk in zijn kop,vernietigd bewijsmateriaal of niet.

Zijn onbestemde angst verlamt hem als de beroemde dirigent Atherton en zijn vrouw Lucia (Saskia Temmink) hun intrek nemen in het hotel. Max en Lucia herkennen elkaar direct: in het concentratiekamp dwong Max haar tot een sadomasochistische relatie. De reden dat zij het kamp overleefde.

De angst slaat ook Lucia om het hart. Bijna hysterisch dringt ze er bij haar niet-begrijpende echtgenoot op aan onmiddellijk het hotel te verlaten. Maar haar angst krijgt langzaamaan gezelschap van een andere emotie: een onweerstaanbare drang naar haar eerste minnaar, de kampbeul die haar verkrachtte en vernederde. Een ziekelijke drang tot herhaling, een immens schuldgevoel tegenover haar medegevangen die het niet overleefden? ,,Je moet Max en Lucia niet zien als twee gestoorden”, wil Saskia Temmink, die de rol van Lucia vertolkt, erover kwijt.
Meisje

Eerst onwennig en angstig vallen Max en Lucia in Hotel zur Oper terug in hun oude rollen. Een romance, schampert gravin Stein, die Max sexueel geriefde voor de komst van Lucia. ,,Het is geen romance, het is een bijbelverhaal”, repliceert de ex-SS’er. Daarmee lijkt hij aan te geven dat de herhaling van de pathologische verhouding voor hem een manier is om met het verleden in het reine te komen. Net als de preken die hij schrijft over zon, maan, bloed, licht en duister.

Ook Lucia worstelt met het verleden. Wanneer ze op Max’ kamer een oude SS-jas vindt met hakenkruisen op de mouwen, gaat er een siddering door haar heen. Maar de fascinatie is sterker dan de angst. Lucia kan de drang niet weerstaan de jas zelf aan te trekken, en hierin gehuld Max te tracteren op een striptease.

,,Is het ware liefde of gespeelde, het blijft onduidelijk”, zegt Hoffman na de opvoering. Feit is dat de band tussen Lucia en Max steeds sterker wordt. Angst en machtswellust maken plaats voor harmonie en tedere liefkozingen. Het is alsof beiden alleen op deze manier verlossing van hun ondraaglijke herinneringen kunnen vinden.

Maar Max’ nazi-vrienden dulden de romance niet. Hun bevrijdingsfilosofie bestaat eruit alles wat het verleden aan het licht kan brengen, te vernietigen. Dus ook Lucia, de getuige die hen zou kunnen aanbrengen. De vroegere kampbeul en zijn ‘kleine meisje’ sluiten zich op in Max’ appartement, in elkaars omhelzing, wetend dat de buitenwereld hun prille verlossing niet accepteert. Wanneer de twee, door honger gedreven, hand in hand het pand verlaten, schieten Max’ vroegere nazi-vrieden het tweetal zonder pardon overhoop.

,,Na elke voorstelling zijn we opnieuw geëmotioneerd”, zegt Hoffman. ,,Bij Saskia biggelen de tranen steeds weer over de wangen.” Een romantischer einde is ook moeilijk denkbaar: twee geliefden die in elkaars armen sterven. ,,De film is iets somberder dan ons toneelstuk”, zegt Hoffman. ,,Wij hebben het eind een iets romantischer draai gegeven.”

Dat hadden ze bij Theater De Regentes beter niet kunnen doen. De karakters en de thematiek van het stuk zijn te gecompliceerd voor zo’n romantisch en wat Krimi-achtig einde. Voor de pauze is het stuk ijzersterk, maar erna gaat het eenbeetje als een nachtkaars uit. Inhoudelijk gebeurt er weinig meer. De spanning verdwijnt uit de confrontatie tussen Lucia en Max. Daarvoor in de plaats zou de spanning van de bedreigende buitenwereld moeten komen. Maar die is niet voelbaar, dat lukt wel in de film, maar op het toneel ontbreken daarvoor de middelen.
Verboden

Ook hoofdrolspeler Thom Hoffman valt enigszins tegen. Hoffman heeft altijd de uitstraling van markant, eigenwijs jongetje, non-conformistisch enfant terrible. Geknipt voor de complexe persoonlijkheid van Frits van Egters in ‘De Avonden’. Maar Hoffman heeft niet de uitstraling die bij SS-officier Max past; die is ruwer, grover, mannelijker misschien. Hoffman is eenvoudig geen houwdegen die over lijken gaat, zijn spel is er te geraffineerd voor. Piet van der Pas komt in de rol van collega-kampbeul Hans veel beter tot zijn recht.

Wat Hoffman bovendien tegen zit, is de beroerde akoestiek en het gebrek aan dialogen. ,,Die akoestiek is een handicap”, erkent Hoffman. ,,Je moet er voortdurend op letten dat je verstaanbaar overkomt.” Door de afstand tot het publiek is er ook nauwelijks ruimte voor mimiek. En zo verliest Hoffman twee van zijn sterkste troeven. De voorstelling heeft een te fysiek karakter, iets waar Saskia Temmink als de uitbundige, soms bijna hysterische Lucia, veel beter mee uit de voeten kan.

Het zijn kanttekeningen, want verder is ‘De Nachtportier’ een prachtig en aangrijpend stuk. De belichting is subliem, en de enorme ruimte die de acteurs tot hun beschikking staat, wordt optimaal benut. ,,De ruimte is de derde hoofdrolspeler”, zegt Van der Pas terecht. Het stuk krijgt er iets filmisch van, alsof je in een mega-bioscoop zit met levende acteurs en levende muziek.


2 De liefde tussen kampbeul Max (Thom Hoffman) en slachtoffer Lucia (Saskia Temmink) doorbreekt de taboes van hun omgeving. Foto: Pan Sok

In de jaren zeventig ontstond er veel tumult rond de cultfilm ‘The Nightporter’, hij werd zelfs enige tijd verboden. Nu is er nog geen onvertogen woord gevallen. De Tweede Wereldoorlog is zo veel langer geleden, menen de acteurs. Maar er is meer: ,,Goed en kwaad doen er in The Nightporter niet meer toe”, zegt Hoffman. In de politieke jaren zeventig was zoiets schandalig, in het postmoderne slot van deze eeuw geen enkel probleem. Saskia Temmink: ,,De politiek is eruit. Het stuk is een liefdesgeschiedens geworden, al blijft die holocaust natuurlijk een essentiële rol spelen. Je wilt dat Max en Lucia bij elkaar komen, maar je vindt het tegelijkertijd verschrikkelijk dat het gebeurt.”

Tot en met 3 juli is De Nachtportier van theatergezelschap De Regentes te zien in de Haagse Julianakerk, Kempstraat 124c. Entree f. 35,-, studenten f. 25,-. Reserveren: 070-3646376.

,

Na de opvoering van ‘De Nachtportier’ is Thom Hoffman zichtbaar vermoeid. Het enorme decor van de Julianakerk in de Haagse Transvaalbuurt heeft zijn charmes, maar de acteurs lopen daardoor de benen uit hun gat, en schreeuwen de longen uit hun lijf.

,,Het toneelstuk is een soort hommage aan Dirk Bogarde, zo zie ik dat een beetje”, zegt Hoffman, die af en toe even opstaat om een vertrekkende vriendin te omhelzen. De legendarische acteur Bogarde overleed vlak voordat de repetities van De Nachtportier begonnen. In ‘De Nachtportier’ treedt Hoffman in de schoenen van Bogarde. Die speelde namelijk de hoofdrol in Liliana Cavani’s cultfilm ‘The Nightporter’ uit 1973, die nu door Guusje Eijbers voor toneel bewerkt is.

Hoffman bewondert Bogarde mateloos: ,,Nightporter is altijd een van mijn lievelingsfilms geweest. Dat is een van de belangrijkste redenen dat ik deze rol graag wilde spelen.” Van concurrentie met Bogarde wil Hoffman niet weten. ,,Tegen de film kun je nu eenmaal nooit op.”


1 De SS-collega’s van nachtportier Max willen maar één ding: afrekenen met het verleden. Foto: Pan Sok
SS-collega’s

Voor ‘De Nachtportier’ is de Haagse Julianakerk omgedoopt tot het chique Weense Hotel zur Oper, 1957. En dat is knap gedaan. Het tijdperk, de sfeer en de gezapige Middeneuropese cultuur komen werkelijk tot leven. Foute, norse mannen bestieren het het hotel. De toneelbezoekers krijgen Konditorei-gebak geserveerd, door dienstvaardige en stipte serveersters onder streng bevel van Max, alias Thom Hoffman.

Max was ruim tien jaar eerder beul in een concentratiekamp, en staat daarom op de lijst van gezochte oorlogsmisdadigers. Een grote vis is hij niet, maar toch houdt de angst voor herkenning hem en zijn mede-kampbeulen in de greep. Max slijt zijn dagen daarom als nachtportier, bang als hij is voor het daglicht.

Een nieuw begin, daar dromen zijn SS-collega’s van. Onder leiding van ex-nazi Hans, voortreffelijk neergezet door de Delftse theatergoeroe Piet van der Pas, komen ze geregeld bij elkaar om met het verleden af te rekenen. ‘Een groepsanalyse’, noemt Hans het, die voornamelijk bestaat uit het achterover drukken van al het bewijsmateriaal tegen het gezelschap. Zo meent de groep zich systematisch van de angst te bevrijden en eindelijk rust te vinden. ,,Wij zijn gezuiverd, wij leven in vrede”, preekt Hans.

Bij de meesten slaat deze zuiveringsmethode redelijk aan, maar niet bij Max, destijds in het concentratiekamp een van de beruchtste beulen. Het verleden zit namelijk in zijn kop,vernietigd bewijsmateriaal of niet.

Zijn onbestemde angst verlamt hem als de beroemde dirigent Atherton en zijn vrouw Lucia (Saskia Temmink) hun intrek nemen in het hotel. Max en Lucia herkennen elkaar direct: in het concentratiekamp dwong Max haar tot een sadomasochistische relatie. De reden dat zij het kamp overleefde.

De angst slaat ook Lucia om het hart. Bijna hysterisch dringt ze er bij haar niet-begrijpende echtgenoot op aan onmiddellijk het hotel te verlaten. Maar haar angst krijgt langzaamaan gezelschap van een andere emotie: een onweerstaanbare drang naar haar eerste minnaar, de kampbeul die haar verkrachtte en vernederde. Een ziekelijke drang tot herhaling, een immens schuldgevoel tegenover haar medegevangen die het niet overleefden? ,,Je moet Max en Lucia niet zien als twee gestoorden”, wil Saskia Temmink, die de rol van Lucia vertolkt, erover kwijt.
Meisje

Eerst onwennig en angstig vallen Max en Lucia in Hotel zur Oper terug in hun oude rollen. Een romance, schampert gravin Stein, die Max sexueel geriefde voor de komst van Lucia. ,,Het is geen romance, het is een bijbelverhaal”, repliceert de ex-SS’er. Daarmee lijkt hij aan te geven dat de herhaling van de pathologische verhouding voor hem een manier is om met het verleden in het reine te komen. Net als de preken die hij schrijft over zon, maan, bloed, licht en duister.

Ook Lucia worstelt met het verleden. Wanneer ze op Max’ kamer een oude SS-jas vindt met hakenkruisen op de mouwen, gaat er een siddering door haar heen. Maar de fascinatie is sterker dan de angst. Lucia kan de drang niet weerstaan de jas zelf aan te trekken, en hierin gehuld Max te tracteren op een striptease.

,,Is het ware liefde of gespeelde, het blijft onduidelijk”, zegt Hoffman na de opvoering. Feit is dat de band tussen Lucia en Max steeds sterker wordt. Angst en machtswellust maken plaats voor harmonie en tedere liefkozingen. Het is alsof beiden alleen op deze manier verlossing van hun ondraaglijke herinneringen kunnen vinden.

Maar Max’ nazi-vrienden dulden de romance niet. Hun bevrijdingsfilosofie bestaat eruit alles wat het verleden aan het licht kan brengen, te vernietigen. Dus ook Lucia, de getuige die hen zou kunnen aanbrengen. De vroegere kampbeul en zijn ‘kleine meisje’ sluiten zich op in Max’ appartement, in elkaars omhelzing, wetend dat de buitenwereld hun prille verlossing niet accepteert. Wanneer de twee, door honger gedreven, hand in hand het pand verlaten, schieten Max’ vroegere nazi-vrieden het tweetal zonder pardon overhoop.

,,Na elke voorstelling zijn we opnieuw geëmotioneerd”, zegt Hoffman. ,,Bij Saskia biggelen de tranen steeds weer over de wangen.” Een romantischer einde is ook moeilijk denkbaar: twee geliefden die in elkaars armen sterven. ,,De film is iets somberder dan ons toneelstuk”, zegt Hoffman. ,,Wij hebben het eind een iets romantischer draai gegeven.”

Dat hadden ze bij Theater De Regentes beter niet kunnen doen. De karakters en de thematiek van het stuk zijn te gecompliceerd voor zo’n romantisch en wat Krimi-achtig einde. Voor de pauze is het stuk ijzersterk, maar erna gaat het eenbeetje als een nachtkaars uit. Inhoudelijk gebeurt er weinig meer. De spanning verdwijnt uit de confrontatie tussen Lucia en Max. Daarvoor in de plaats zou de spanning van de bedreigende buitenwereld moeten komen. Maar die is niet voelbaar, dat lukt wel in de film, maar op het toneel ontbreken daarvoor de middelen.
Verboden

Ook hoofdrolspeler Thom Hoffman valt enigszins tegen. Hoffman heeft altijd de uitstraling van markant, eigenwijs jongetje, non-conformistisch enfant terrible. Geknipt voor de complexe persoonlijkheid van Frits van Egters in ‘De Avonden’. Maar Hoffman heeft niet de uitstraling die bij SS-officier Max past; die is ruwer, grover, mannelijker misschien. Hoffman is eenvoudig geen houwdegen die over lijken gaat, zijn spel is er te geraffineerd voor. Piet van der Pas komt in de rol van collega-kampbeul Hans veel beter tot zijn recht.

Wat Hoffman bovendien tegen zit, is de beroerde akoestiek en het gebrek aan dialogen. ,,Die akoestiek is een handicap”, erkent Hoffman. ,,Je moet er voortdurend op letten dat je verstaanbaar overkomt.” Door de afstand tot het publiek is er ook nauwelijks ruimte voor mimiek. En zo verliest Hoffman twee van zijn sterkste troeven. De voorstelling heeft een te fysiek karakter, iets waar Saskia Temmink als de uitbundige, soms bijna hysterische Lucia, veel beter mee uit de voeten kan.

Het zijn kanttekeningen, want verder is ‘De Nachtportier’ een prachtig en aangrijpend stuk. De belichting is subliem, en de enorme ruimte die de acteurs tot hun beschikking staat, wordt optimaal benut. ,,De ruimte is de derde hoofdrolspeler”, zegt Van der Pas terecht. Het stuk krijgt er iets filmisch van, alsof je in een mega-bioscoop zit met levende acteurs en levende muziek.


2 De liefde tussen kampbeul Max (Thom Hoffman) en slachtoffer Lucia (Saskia Temmink) doorbreekt de taboes van hun omgeving. Foto: Pan Sok

In de jaren zeventig ontstond er veel tumult rond de cultfilm ‘The Nightporter’, hij werd zelfs enige tijd verboden. Nu is er nog geen onvertogen woord gevallen. De Tweede Wereldoorlog is zo veel langer geleden, menen de acteurs. Maar er is meer: ,,Goed en kwaad doen er in The Nightporter niet meer toe”, zegt Hoffman. In de politieke jaren zeventig was zoiets schandalig, in het postmoderne slot van deze eeuw geen enkel probleem. Saskia Temmink: ,,De politiek is eruit. Het stuk is een liefdesgeschiedens geworden, al blijft die holocaust natuurlijk een essentiële rol spelen. Je wilt dat Max en Lucia bij elkaar komen, maar je vindt het tegelijkertijd verschrikkelijk dat het gebeurt.”

Tot en met 3 juli is De Nachtportier van theatergezelschap De Regentes te zien in de Haagse Julianakerk, Kempstraat 124c. Entree f. 35,-, studenten f. 25,-. Reserveren: 070-3646376.

Na de opvoering van ‘De Nachtportier’ is Thom Hoffman zichtbaar vermoeid. Het enorme decor van de Julianakerk in de Haagse Transvaalbuurt heeft zijn charmes, maar de acteurs lopen daardoor de benen uit hun gat, en schreeuwen de longen uit hun lijf.

,,Het toneelstuk is een soort hommage aan Dirk Bogarde, zo zie ik dat een beetje”, zegt Hoffman, die af en toe even opstaat om een vertrekkende vriendin te omhelzen. De legendarische acteur Bogarde overleed vlak voordat de repetities van De Nachtportier begonnen. In ‘De Nachtportier’ treedt Hoffman in de schoenen van Bogarde. Die speelde namelijk de hoofdrol in Liliana Cavani’s cultfilm ‘The Nightporter’ uit 1973, die nu door Guusje Eijbers voor toneel bewerkt is.

Hoffman bewondert Bogarde mateloos: ,,Nightporter is altijd een van mijn lievelingsfilms geweest. Dat is een van de belangrijkste redenen dat ik deze rol graag wilde spelen.” Van concurrentie met Bogarde wil Hoffman niet weten. ,,Tegen de film kun je nu eenmaal nooit op.”


1 De SS-collega’s van nachtportier Max willen maar één ding: afrekenen met het verleden. Foto: Pan Sok
SS-collega’s

Voor ‘De Nachtportier’ is de Haagse Julianakerk omgedoopt tot het chique Weense Hotel zur Oper, 1957. En dat is knap gedaan. Het tijdperk, de sfeer en de gezapige Middeneuropese cultuur komen werkelijk tot leven. Foute, norse mannen bestieren het het hotel. De toneelbezoekers krijgen Konditorei-gebak geserveerd, door dienstvaardige en stipte serveersters onder streng bevel van Max, alias Thom Hoffman.

Max was ruim tien jaar eerder beul in een concentratiekamp, en staat daarom op de lijst van gezochte oorlogsmisdadigers. Een grote vis is hij niet, maar toch houdt de angst voor herkenning hem en zijn mede-kampbeulen in de greep. Max slijt zijn dagen daarom als nachtportier, bang als hij is voor het daglicht.

Een nieuw begin, daar dromen zijn SS-collega’s van. Onder leiding van ex-nazi Hans, voortreffelijk neergezet door de Delftse theatergoeroe Piet van der Pas, komen ze geregeld bij elkaar om met het verleden af te rekenen. ‘Een groepsanalyse’, noemt Hans het, die voornamelijk bestaat uit het achterover drukken van al het bewijsmateriaal tegen het gezelschap. Zo meent de groep zich systematisch van de angst te bevrijden en eindelijk rust te vinden. ,,Wij zijn gezuiverd, wij leven in vrede”, preekt Hans.

Bij de meesten slaat deze zuiveringsmethode redelijk aan, maar niet bij Max, destijds in het concentratiekamp een van de beruchtste beulen. Het verleden zit namelijk in zijn kop,vernietigd bewijsmateriaal of niet.

Zijn onbestemde angst verlamt hem als de beroemde dirigent Atherton en zijn vrouw Lucia (Saskia Temmink) hun intrek nemen in het hotel. Max en Lucia herkennen elkaar direct: in het concentratiekamp dwong Max haar tot een sadomasochistische relatie. De reden dat zij het kamp overleefde.

De angst slaat ook Lucia om het hart. Bijna hysterisch dringt ze er bij haar niet-begrijpende echtgenoot op aan onmiddellijk het hotel te verlaten. Maar haar angst krijgt langzaamaan gezelschap van een andere emotie: een onweerstaanbare drang naar haar eerste minnaar, de kampbeul die haar verkrachtte en vernederde. Een ziekelijke drang tot herhaling, een immens schuldgevoel tegenover haar medegevangen die het niet overleefden? ,,Je moet Max en Lucia niet zien als twee gestoorden”, wil Saskia Temmink, die de rol van Lucia vertolkt, erover kwijt.
Meisje

Eerst onwennig en angstig vallen Max en Lucia in Hotel zur Oper terug in hun oude rollen. Een romance, schampert gravin Stein, die Max sexueel geriefde voor de komst van Lucia. ,,Het is geen romance, het is een bijbelverhaal”, repliceert de ex-SS’er. Daarmee lijkt hij aan te geven dat de herhaling van de pathologische verhouding voor hem een manier is om met het verleden in het reine te komen. Net als de preken die hij schrijft over zon, maan, bloed, licht en duister.

Ook Lucia worstelt met het verleden. Wanneer ze op Max’ kamer een oude SS-jas vindt met hakenkruisen op de mouwen, gaat er een siddering door haar heen. Maar de fascinatie is sterker dan de angst. Lucia kan de drang niet weerstaan de jas zelf aan te trekken, en hierin gehuld Max te tracteren op een striptease.

,,Is het ware liefde of gespeelde, het blijft onduidelijk”, zegt Hoffman na de opvoering. Feit is dat de band tussen Lucia en Max steeds sterker wordt. Angst en machtswellust maken plaats voor harmonie en tedere liefkozingen. Het is alsof beiden alleen op deze manier verlossing van hun ondraaglijke herinneringen kunnen vinden.

Maar Max’ nazi-vrienden dulden de romance niet. Hun bevrijdingsfilosofie bestaat eruit alles wat het verleden aan het licht kan brengen, te vernietigen. Dus ook Lucia, de getuige die hen zou kunnen aanbrengen. De vroegere kampbeul en zijn ‘kleine meisje’ sluiten zich op in Max’ appartement, in elkaars omhelzing, wetend dat de buitenwereld hun prille verlossing niet accepteert. Wanneer de twee, door honger gedreven, hand in hand het pand verlaten, schieten Max’ vroegere nazi-vrieden het tweetal zonder pardon overhoop.

,,Na elke voorstelling zijn we opnieuw geëmotioneerd”, zegt Hoffman. ,,Bij Saskia biggelen de tranen steeds weer over de wangen.” Een romantischer einde is ook moeilijk denkbaar: twee geliefden die in elkaars armen sterven. ,,De film is iets somberder dan ons toneelstuk”, zegt Hoffman. ,,Wij hebben het eind een iets romantischer draai gegeven.”

Dat hadden ze bij Theater De Regentes beter niet kunnen doen. De karakters en de thematiek van het stuk zijn te gecompliceerd voor zo’n romantisch en wat Krimi-achtig einde. Voor de pauze is het stuk ijzersterk, maar erna gaat het eenbeetje als een nachtkaars uit. Inhoudelijk gebeurt er weinig meer. De spanning verdwijnt uit de confrontatie tussen Lucia en Max. Daarvoor in de plaats zou de spanning van de bedreigende buitenwereld moeten komen. Maar die is niet voelbaar, dat lukt wel in de film, maar op het toneel ontbreken daarvoor de middelen.
Verboden

Ook hoofdrolspeler Thom Hoffman valt enigszins tegen. Hoffman heeft altijd de uitstraling van markant, eigenwijs jongetje, non-conformistisch enfant terrible. Geknipt voor de complexe persoonlijkheid van Frits van Egters in ‘De Avonden’. Maar Hoffman heeft niet de uitstraling die bij SS-officier Max past; die is ruwer, grover, mannelijker misschien. Hoffman is eenvoudig geen houwdegen die over lijken gaat, zijn spel is er te geraffineerd voor. Piet van der Pas komt in de rol van collega-kampbeul Hans veel beter tot zijn recht.

Wat Hoffman bovendien tegen zit, is de beroerde akoestiek en het gebrek aan dialogen. ,,Die akoestiek is een handicap”, erkent Hoffman. ,,Je moet er voortdurend op letten dat je verstaanbaar overkomt.” Door de afstand tot het publiek is er ook nauwelijks ruimte voor mimiek. En zo verliest Hoffman twee van zijn sterkste troeven. De voorstelling heeft een te fysiek karakter, iets waar Saskia Temmink als de uitbundige, soms bijna hysterische Lucia, veel beter mee uit de voeten kan.

Het zijn kanttekeningen, want verder is ‘De Nachtportier’ een prachtig en aangrijpend stuk. De belichting is subliem, en de enorme ruimte die de acteurs tot hun beschikking staat, wordt optimaal benut. ,,De ruimte is de derde hoofdrolspeler”, zegt Van der Pas terecht. Het stuk krijgt er iets filmisch van, alsof je in een mega-bioscoop zit met levende acteurs en levende muziek.


2 De liefde tussen kampbeul Max (Thom Hoffman) en slachtoffer Lucia (Saskia Temmink) doorbreekt de taboes van hun omgeving. Foto: Pan Sok

In de jaren zeventig ontstond er veel tumult rond de cultfilm ‘The Nightporter’, hij werd zelfs enige tijd verboden. Nu is er nog geen onvertogen woord gevallen. De Tweede Wereldoorlog is zo veel langer geleden, menen de acteurs. Maar er is meer: ,,Goed en kwaad doen er in The Nightporter niet meer toe”, zegt Hoffman. In de politieke jaren zeventig was zoiets schandalig, in het postmoderne slot van deze eeuw geen enkel probleem. Saskia Temmink: ,,De politiek is eruit. Het stuk is een liefdesgeschiedens geworden, al blijft die holocaust natuurlijk een essentiële rol spelen. Je wilt dat Max en Lucia bij elkaar komen, maar je vindt het tegelijkertijd verschrikkelijk dat het gebeurt.”

Tot en met 3 juli is De Nachtportier van theatergezelschap De Regentes te zien in de Haagse Julianakerk, Kempstraat 124c. Entree f. 35,-, studenten f. 25,-. Reserveren: 070-3646376.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.