Maak één ministerie verantwoordelijk voor techniek en innovatie. Die hartenkreet uitte collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg tijdens een debat van studentenraadspartij Oras over de bezuinigingen op de TU.
Hij reageerde daarmee op de vraag of het bedrijfsleven wellicht de oplossing heeft voor de financiële problemen van de TU. Want die problemen stonden afgelopen maandag centraal tijdens het debat ‘TU Delft in de min, kwaliteit in het geding?’
Welnu: het bedrijfsleven alleen is volgens Van den Berg niet de oplossing. “We krijgen dit jaar meer geld vanuit NWO, Europa en het bedrijfsleven. We gaan van tachtig miljoen euro naar 136 miljoen euro, maar het bedrijfsleven is niet scheutig met investeren in universiteiten. Er is meer aandacht voor onderzoek. De belangstelling is er, maar tientallen miljoen komen er niet direct vandaan.”
Van den Berg ziet meer heil in het beter organiseren van innovatie, vanaf het onderzoek tot aan de markt. Daar pleit hij in 3TU-verband voor. Hij verwees naar Zwitserland. “Het is niet voor niks dat de universiteiten in Zürich en Lausanne hoger in de rankings staan. Maak één ministerie verantwoordelijk.”
CDA-onderwijsspecialist Ciska Joldersma wees er op dat anderen dan ook zeggen dat ze iets met technologie doen. “Cluster dingen beter, zodat je niet allemaal instituten hebt die elkaar beconcurreren.”
Los het met elkaar als drie technische universiteiten op door herschikking van het aanbod, was het credo van panellid Pieter Gerrit Kroeger, hoofdredacteur van ScienceGuide (‘de krant op het web voor de kennissector’). “Dan hou je gemakkelijk 45 miljoen euro over”, zei hij, verwijzend naar het structurele bedrag dat het college van bestuur wil besparen.
Kroeger zei tranen in zijn ogen te krijgen van ‘het sprokkelwerk van de faculteiten’ om te komen tot dit bedrag. Hij verwees naar de lijst met besparingsplannen zoals die vorige week in Delta stond. “Bezuinigingen op de schoonmaker staan er nog net niet in. Het is een detailniveau waar ik verdrietig van word.”
Oud-studentenraadslid Menno van der Kamp sprak van ‘speldenprikken met een grote impact’. Het probleem zou volgens Kroeger zijn opgelost als de TU de gemiddelde studieduur verlaagt van 7,2 naar 6,2 jaar.
Volgens collegelid Paul Rullmann zou dat echter financieel niet veel opleveren, vanwege de wijze waarop het ministerie universiteiten bekostigt voor diploma’s. “Negen jaar nadat een student binnenkomt, worden wij gefinancierd. Destijds was er een dieptepunt aan instroom, daarmee financier je nu het hoogtepunt.”
Universiteiten zouden niet zozeer moeten worden afgerekend op aantallen studenten, stelde Thomas Bakker, landelijk voorzitter van de Jonge Democraten (verbonden aan D66). Hij pleitte ervoor om juist studenten hun universiteit te laten afrekenen op kwaliteit.
Eerder in het debat vroeg Joldersma zich al af hoe je kwaliteit meet en verwerkt in de bekostiging van universiteiten. “Laat universiteiten gewoon eens hun werk doen in plaats van ze tot bepaald gedrag aan te zetten”, verzuchtte Van den Berg. “In Den Haag zit men telkens iets te verzinnen om universiteiten wat te laten doen, dat is ontzettend slecht.”
Aanleiding was zijn jarenlange onderzoek naar en kennis op het gebied van betonconstructie. Volgens de Duitse universiteit hebben Walravens excellente wetenschappelijke werk en zijn betrokkenheid bij internationale comissies in grote mate bijgedragen aan brede erkenning van beton als een van de hedendaagse innovatieve en succesvolle bouwmaterialen.
Comments are closed.