Wetenschap

Dynamisch verankeren kan beter en goedkoper

Nederland is van oudsher een scheepvaartland. Toch heeft Maritieme Techniek een samenwerkingsverband met een universiteit in Tokio gesloten om daar maritieme systemen uit te testen.

De Tokyo University of Mercantile Marine is in feite geen echte universiteit maar een universitaire zeevaartschool, legt prof.dr.ir. J.A. Pinkster van Maritieme Techniek uit. ,,Dat wij met hen samenwerken is eigenlijk logisch. Zij hebben behoefte aan internationaal contact met scheepsbouwers want die maken de produkten waar zij mee varen. Wij hebben behoefte aan het in de werkelijkheid testen van de door ons ontworpen theorieën en rekenmethoden. De contacten met Tokio bestonden al. De benodigde schepen voor de te testen systemen zijn niet in Nederland voorhanden, vandaar Tokio.”

De samenwerking behelst het uittesten van een nieuw systeem voor het dynamisch verankeren van schepen. Het komt vaak voor dat een groot schip een paar uur stil moet liggen op plaatsen waar het erg diep is. Een anker uitgooien is dan ondoenlijk. Op zo’n moment kan het schip dynamisch worden verankerd: de scheepsmotoren worden bijgestuurd op het moment dat het schip van zijn plaats drijft, waarbij de positie met behulp van satellieten wordt gemeten. Deze systemen bestaan al langer maar dit systeem is goedkoper en vraagt minder vermogen. Het verschil zit’m in de natuurlijkheid van de beweging. Als een echt anker wordt uitgegooid, dan drijft het schip, als een windvaan met de stroming mee. De bestaande dynamische ankers zorgen dat het middelpunt en de positie van het schip ongewijzigd blijven. Dit systeem houdt alleen de voorste punt van het schip door bijsturen op zijn plaats, het schip kan verder vrij bewegen. Het windvaanprincipe blijft dus gehandhaafd. Doordat het schip niet tegen de stroom in hoeft te sturen scheelt dit vermogen.

Het bestaande systeem houdt de zijdelingse verplaatsing vast door twee boegbuizen. Dit zijn liggende buizen dwars door de romp met daarin een schroef. Doordat het nieuwe systeem de positie niet meer star vasthoudt, is slechts één boegbuis of alleen een draaibare schroef nodig. Dit maakt het systeem goedkoper.

Om de positie vast te houden wordt niet alleen de positie teruggekoppeld naar de motor, maar wordt ook de windsnelheid gemeten, verrekend en naar het besturingssysteem gevoerd. Dit principe van voorwaartskoppeling wil de vakgroep nu ook met golven uittesten. ,,De golven zelf beïnvloeden het schip nauwelijks”, vertelt Pinkster, ,,maar de amplitude van de golven fluctueert met de tijd. Deze ‘langzame golfbeweging’ kan het schip laten afdrijven, de zogenaamde laagfrequente golf driftkracht. De golfkracht wordt gemeten met sensoren rond de romp van het schip. Met schaalmodelen is de invloed van golven op de romp van te voren onderzocht. Dus kan het signaal naar de motor gekoppeld worden. Hiervoor is bij ons een theoretisch algoritme uitgewerkt dat we willen uittesten.” Of dit ook in Tokio uitgetest zal worden is nog niet zeker. Het ligt eraan of er vraag naar is, maar het wetenschappelijke principe ligt bij maritiem op de plank.

De Tokyo University of Mercantile Marine is in feite geen echte universiteit maar een universitaire zeevaartschool, legt prof.dr.ir. J.A. Pinkster van Maritieme Techniek uit. ,,Dat wij met hen samenwerken is eigenlijk logisch. Zij hebben behoefte aan internationaal contact met scheepsbouwers want die maken de produkten waar zij mee varen. Wij hebben behoefte aan het in de werkelijkheid testen van de door ons ontworpen theorieën en rekenmethoden. De contacten met Tokio bestonden al. De benodigde schepen voor de te testen systemen zijn niet in Nederland voorhanden, vandaar Tokio.”

De samenwerking behelst het uittesten van een nieuw systeem voor het dynamisch verankeren van schepen. Het komt vaak voor dat een groot schip een paar uur stil moet liggen op plaatsen waar het erg diep is. Een anker uitgooien is dan ondoenlijk. Op zo’n moment kan het schip dynamisch worden verankerd: de scheepsmotoren worden bijgestuurd op het moment dat het schip van zijn plaats drijft, waarbij de positie met behulp van satellieten wordt gemeten. Deze systemen bestaan al langer maar dit systeem is goedkoper en vraagt minder vermogen. Het verschil zit’m in de natuurlijkheid van de beweging. Als een echt anker wordt uitgegooid, dan drijft het schip, als een windvaan met de stroming mee. De bestaande dynamische ankers zorgen dat het middelpunt en de positie van het schip ongewijzigd blijven. Dit systeem houdt alleen de voorste punt van het schip door bijsturen op zijn plaats, het schip kan verder vrij bewegen. Het windvaanprincipe blijft dus gehandhaafd. Doordat het schip niet tegen de stroom in hoeft te sturen scheelt dit vermogen.

Het bestaande systeem houdt de zijdelingse verplaatsing vast door twee boegbuizen. Dit zijn liggende buizen dwars door de romp met daarin een schroef. Doordat het nieuwe systeem de positie niet meer star vasthoudt, is slechts één boegbuis of alleen een draaibare schroef nodig. Dit maakt het systeem goedkoper.

Om de positie vast te houden wordt niet alleen de positie teruggekoppeld naar de motor, maar wordt ook de windsnelheid gemeten, verrekend en naar het besturingssysteem gevoerd. Dit principe van voorwaartskoppeling wil de vakgroep nu ook met golven uittesten. ,,De golven zelf beïnvloeden het schip nauwelijks”, vertelt Pinkster, ,,maar de amplitude van de golven fluctueert met de tijd. Deze ‘langzame golfbeweging’ kan het schip laten afdrijven, de zogenaamde laagfrequente golf driftkracht. De golfkracht wordt gemeten met sensoren rond de romp van het schip. Met schaalmodelen is de invloed van golven op de romp van te voren onderzocht. Dus kan het signaal naar de motor gekoppeld worden. Hiervoor is bij ons een theoretisch algoritme uitgewerkt dat we willen uittesten.” Of dit ook in Tokio uitgetest zal worden is nog niet zeker. Het ligt eraan of er vraag naar is, maar het wetenschappelijke principe ligt bij maritiem op de plank.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.