Campus

Drinken tot je erbij neervalt

Jongeren drinken steeds minder, maar dat gaat niet op voor studenten. Vooral niet op verenigingen: mores, tradities en een stevige portie alcohol horen immers bij elkaar.

Drie pilsjes per dag is de limit, wil het een beetje gezond blijven. Maar een ‘echte man’ die lacht daar om. Over bieromzet, jenever-orgies, zuipspelletjes en andere drankverhalen.

‘Ik had de lever van een doorgewinterde alcoholist’

Een pilsje drinkt-ie nog steeds graag, maar het is niet meer zo extreem als vijf jaar geleden: ,,Toen moedigde ik mannen aan om te gaan drinken, omdat het erbij hoorde.” Herre Kleuver, achtstejaars student Bouwkunde en oud-bestuurslid van de Delftsche Studenten Sociëteit Phoenix (DSC) vertelt over zijn jaren van ‘afklemmen’ (stevig doordrinken) tussen 1988 en 1993.

Extreem drankgebruik, daar praten de studentenverenigingen niet graag over. Het komt doorgaans meer voor bij de grote studentenverenigingen, zo leert de ervaring. Mores, tradities en een enorme drankomzet horen nou eenmaal bij elkaar. Herre Kleuver werd in september 1988 lid van het Delftsch Studenten Corps (DSC), en in 1990 trad hij aan als secretaris van het bestuur.

Kleuver: ,,Als eerstejaars word je gepusht om naar de Zaak (sociëteit Phoenix – red.) te gaan en je daar ‘af te klemmen’. Als je in een goed huis zit, word je geacht elke dag op de Zaak te zijn. Ik mocht niet thuis zijn, ik mocht niet thuis eten, ik mocht helemaal niets. Je woont in een goed huis en daarnaar moet je je gedragen, dat was het motto. Het afklemmen hoorde daar gewoon bij.”

Vanuit het bestuur worden de drankomzetten van de eerstejaars gekeurd, soms niet eens met de bedoeling om hen meer te laten drinken, maar om ze vaker te laten opdraven. Kleuver vertelt: ,,Je rekening wordt opengemaakt door het bestuur en ze zien dan dat je bijvoorbeeld iets te weinig hebt gezopen. ‘Nou meneer, u bent niet zo vaak geweest hè, dat moet volgende keer beter’, krijg je dan te horen. De eerstejaars gaan daarop in een enorm tempo drinken, om maar te laten zien wie de sterkste is en dat zij de ‘gaafsten’ zijn. Persoonlijke rekeningen van dertien- tot veertienhonderd gulden per maand waren van september tot november geen uitzondering.”

Toen Kleuver in het bestuur zat, werd er, zoals gebruikelijk, extreem veel gedronken. Borrelen tot ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg weer op. ,,Je ’tankte’ je helemaal de pleuris. Pils kregen we goedkoper dan de leden. De volgende ochtend zat je daar weer met je bestuursvrienden en dan was het om twaalf uur een dubbele jenever 7-up. Even een shotje halen. ’s Avonds van vijf tot zeven dronk je pilsjes, dan ging je eten met wat glazen wijn. Na het eten koffie of Irish Coffee en er werd afgesloten met whisky-likeur. Daarna van acht tot elf evenwerken op de bestuurskamers. Vervolgens werd er weer gezopen. Sterke drank of pils. Als je een Spa’tje rood bestelde was het van ‘je bent toch niet ziek’, dus werd er weer afgeklemd.”
Agressief

Dat ‘afklemmen’ niet erg bevorderlijk is voor de gezondheid, is Kleuver bekend: ,,Omdat ik last had van ‘slapende’ schouders, ging ik naar een neuroloog. In het Dijkzigt-ziekenhuis werd mijn bloed onderzocht. Na twee weken wisten ze niet precies wat er met mijn schouder was, maar ze vroegen wel of ik veel alcohol dronk. Tien pilsjes per avond, vertelde ik – dat was tijdens mijn bestuursjaar. Heel verbaasd zeiden ze me dat ik de lever had van een ‘doorgewinterde alcoholist’. Ik mocht een half jaar absoluut geen alcohol meer drinken. Een week heb ik het volgehouden, werd zwaar chagrijnig en depressief. Dat was één week geheelonthouding en daarna nooit meer. Voordat ik m’n bestuursjaar inging woog ik 95 kilo, toen ik er uit kwam 128.”

,,Ik merkte wel dat ik door alcohol agressiever werd”, vervolgt Kleuver. ,,Je wordt erg hooghartig als je met zijn allen aan het drinken bent. Om de meest onbenullige redenen sta je buiten te vechten, terwijl ik de volgende ochtend absoluut niet meer wist waarom dat was. Ter interne correctie mag je op het Corps iemand met de vlakke hand een tikkie geven. Maar dat liep wel eens uit de hand. Dan werden die leden eruit gezet, waarna ze elkaar buiten afmaakten. Binnen is het een andere wereld, met eigen wetten en regels. Dat is heel erg vreemd.”

Als er introducés op de Zaak kwamen of een paar studenten van andere Corpora, gebeurden er rare dingen. ,,We gingen dan een spelletje met ze doen als iedereen ‘bakkie’ (dronken) was. Er waren eens studenten van St. Olof uit Tilburg. We hebben een bak spijkers en een hamer gepakt en een vent aan het parket in het entreehalletje genageld. Die diende dan als deurmat. De dag erna vond je dat dan erg gezellig. Nu vind ik het denigrerend wat we toen deden.”
Schedelbasisfractuur

Kleuver weet nog meer verhalen: ,,Er waren eens een paar grote Amsterdammers binnen die de boel op stelten kwamen zetten. Alles liepen ze kapot te gooien, meiden vielen ze lastig. We wilden ze eruit gooien, maar we kregen nogal wat klappen terug.” Zonder pardon zijn de bezoekers tegen een deur in het entreehalletje aangegooid. Ook al waren het leden van een ander corps: ,,Niks mantel der liefde.”

,,We hadden ook zo’n mooie vogel rondlopen, Huisman heette die. Twee meter vlees uit verenigingsjaar 1988. Die is een keer bij Virgiel van de bovenste verdieping naar beneden gekukeld, toen hij in het trappenhuis een stukje omlaag wilde springen. Hij viel zes, zeven meter naar beneden. Een schedelbasisfractuur opgelopen. Net daarvan hersteld kwam hij bij ons op de sociëteit en dronk zich weer een slag in de rondte. Viel met zijn hand in een glasscherf en had weer een slagaderlijke bloeding.”

Een echt drankexces vond plaats in september 1988, tijdens de Oranje Borrel van ‘clubje vijf’. ,,Bij de jaarlijkse OranjeBorrel drinkt de president van de jongste ‘jaarclub vijf’ met iedereen die op de borrel komt een glaasje Oranjebitter. Normaal wordt er ranja tussendoor geschonken, maar dat wisten deze eerstejaars domweg niet. Na een half uurtje borrelen is de president met een taxi naar het Dijkzigt afgevoerd, waar een alcoholpromillage van 4,9 werd geconstateerd. De arme jongen heeft zes uur out gelegen.”

Feiten en fabels

,,Matig gebruik van alcohol, zeg maar één tot drie glazen per dag, heeft in principe een levensverlengende werking”, zegt prof.dr. F.A. de Wolff, hoogleraar toxicologie in Leiden. ,,Tenminste, zolang je na zo’n therapeutische dosis niet gaat autorijden.” Een paar feiten en fabels over alcohol.

Het levensverlengende effect wordt veroorzaakt doordat je een kleinere kans hebt op hart- en vaatziekten, waartoe ook de hersenbloeding behoort. Voor die kleinere kans bestaan een paar verklaringen. De Wolff: ,,Je kunt het psychologisch zien. Stress verhoogt de kans op hartklachten, terwijl matig alcoholgebruik door het socialiserende effect juist stressverlagend werkt. Je kunt ook zeggen dat matige drinkers sowieso andere types zijn dan verstokte geheelonthouders – die zijn vaak wat neurotisch – en daardoor minder kans op hartklachten hebben. Alleen al door hun relaxtere karakter dus.” Maar de meest afdoende verklaring komt uit biochemische hoek. De kans op hart- en vaatziekten wordt bepaald door de verhouding tussen twee soorten cholesterol. ,,Die verhouding wordt gunstig beïnvloed door azijnzuur, een reactieprodukt van alcohol”, vertelt De Wolff.

Maar bij meer dan drie glazen per dag worden de negatieve gevolgen sterker dan de positieve. Op de schaal van De Wolff verander je van een gezonde drinker achtereenvolgens in een social drinker (twee tot vier glazen), een stevige drinker (vier tot acht) en een probleemdrinker (meer dan acht). Je hebt dan grotere kans op bijvoorbeeld kanker of levercirrose.

Hersenen die oplossen door alcohol is onzin, meent De Wolff (,,Hersenen bestaan uit vet; probeer maar eens een vetvlek uit je broek te halen met alcohol”), maar er zijn wel onderzoekers die een duidelijk verband zien tussen alcoholgebruik en intellectuele achteruitgang, tot en met alcoholdementie, epilepsie en het Korsakovsyndroom. Bij dat laatste treden onder meer karakterveranderingen op. Actieve of zelfs agressieve mensen schrompelen ineen tot apathische, initiatiefloze bankzitters zonder interesses. Structurele ranzigheid, zeg maar.
Ontwenning

Op de TU komen probleemgevallen in eerste instantie terecht bij het Studenten Adviesbureau. ,,Probleemdrinkers? Ja, die komen hier zeker”, zegt drs. S. Beijne, studentenpsychologe. ,,Maar de grens ligt niet zo scherp bij acht glazen. Je hebt een probleem als je niet goed meer functioneert. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat je concentratieproblemen hebt, snel moe bent, geen grip meer hebt op je studie, het overzicht verliest, het studeren steeds maar uitstelt, of je relatiesverwaarloost. Dat die symptomen veroorzaakt worden door alcoholgebruik blijkt vaak pas in een gesprek hier. Als dat zo is, proberen wij de student te motiveren naar het CAD, het Centrum voor Alcohol en Drugs te gaan. Wij zijn als het ware het vangnet. Nee, cijfers heb ik niet. Maar ze zijn er zeker.”

,,Allereerst abstineren”, zegt een medewerkster van het CAD over de behandeling. ,,Stoppen met drinken. Daar beginnen we mee. Dan verdwijnen de problemen soms vanzelf. Want er zijn twee mechanismen: drinken vanwege problemen of problemen vanwege het drinken. Om die laatste op te lossen hoef je alleen maar te stoppen.” Dat is nog moeilijk genoeg. De ontwenningsverschijnselen van de eerste dagen zijn nog niet eens het vervelendst. Pas na twee tot drie maanden krijg je te maken met het dry drunk syndroom: de riskante periode, volgens deskundigen. Je bent dan snel geïrriteerd, agressief, depressief en slaapt slecht. ,,Dan gaan ze vaak weer drinken”, weet men bij het CAD.

Voor wie nog geen last heeft van dat soort grote problemen maar wel van katers, heeft professor De Wolff nog een tip. ,,Door alcohol raak je meer water kwijt dan er binnen komt. Dat draagt bij aan de kater. Veel water drinken, of Spa, helpt daar dus tegen. Andere anti-katermiddeltjes horen thuis in het rijk der fabeltjes.”

De jenever-orgie van Methusalem

Eens per jaar vindt op Virgiel de traditionele ‘Dictator- verkiezing’ plaats. Daarbij wordt de leider gekozen van alle jaarclubs die vallen onder de noemer Methusalem. De grote vraag is: wie blijft het langst overeind in de jenever-orgie?

De verkiezing vindt plaats in de Methusalem, een kleine borrelruimte op sociëteit Alcuin met een eigen bar. Een speciaal voor de verkiezing gemaakte tafel, waarin kleine gaten zitten voor de borrelglaasjes, is het middelpunt. Eromheen staat een vijftiental kuipstoelen, waarin de leden zitten van de Methusalemclub, in de Virgieltaal ‘verticale’ genoemd. Een stevige vette maaltijd, aangevuld met een pak volle melk, moet de maag bestand houden tegen tien glazen jenever.

Maar met tien glazen houdt het niet op. Dan begint het spel pas echt. De eerstejaars worden na een uurtje met de taxi naar huis afgevoerd, de tweedejaars zijn al ver heen. De harde kern drinkt door en vertelt een goed verhaal. De aankomend Dictator moet immers behalve goed kunnen drinken, ook heerlijk kunnen vertellen, zonder daarbij om te vallen. Op het moment dat de verteller in elkaar zakt, is het gedaan.

Kotsen in een stoel, pissen in je broek of schreeuwend een glas wegtikken, zijn officieel ook niet geoorloofd, maar dat gebeurt stiekem wel.

Wanneer er nog maar zes mensen overblijven aan de tafel, spant het erom. Wie gaan er afhaken? Wie gaan er kotsen? In de wetenschap dat zijn vrienden hem in een winkelwagentje van de Konmar naar huis brengen, drinkt de kanshebber er nog maar een. ‘Hij gaat ervoor’, zoals dat heet.

De uiteindelijke winnaar heeft ongeveer vijfendertig glazenjenever achter zijn kiezen. Stomdronken wordt hij de sociëteitszaal ingedragen. Schreeuwend en zingend laat hij zijn net verworven beeldje zien, dat zijn status markeert: hij is de nieuwe Dictator.

Mijnbouwers aan de ‘stiefel’

Een beruchte Delftse drinkersplek is café Het Noorden, een café waar enkel mijnbouw-studenten komen. Bij speciale gelegenheden mag er een ander studie- of studentenverenigingsbestuurtje komen waarmee gezellige avonden worden gehouden. Naast ‘maxxen‘ en ‘thumbers‘ is vooral het bierspel ‘seismic waves‘ populair.

De centrale tafel in Het Noorden is prima geschikt voor een bierspel. ‘Seismic waves‘, ook wel bekend als handjeklap, is een spel waarbij iedereen zijn handen op de tafel, en over die van de buurman legt. Dan begint het klappen: met de klok mee, en volgens allerlei voorschriften. Wie een fout maakt, moet drinken.

Dan is er de ‘stiefel’. De glazen laars die, vol met bier, genuttigd dient te worden door de deelnemers aan dit spel. De laars, met een inhoud van twee liter, maakt een rondje om de tafel, waarbij het de bedoeling is om zo te drinken dat je genoeg bier overlaat voor je buurman, zodat hij ‘m net niet leeg kan drinken. Degene die de op één na laatste slok neemt, betaalt.

Soms is de ‘stiefel’ niet gevuld met bier. Een paar jaar geleden werd Het Noorden afgehuurd door een vrouwendispuut van Virgiel. De enige man in het café was de beheerder. Laat op de avond werd de beheerder overgehaald om de ‘stiefel’ leeg te drinken. De beheerder stemde als echte mijnbouwer toe. De meiden gingen een voor een naar de wc om de glazen laars vol te pissen. Die truc had de mijnbouwer echter in de gaten en hij weigerde te drinken. De studentes lieten daarop de laars rondgaan, totdat een van hen ‘per ongeluk’ de inhoud van de laars over de beheerder gooide.

Naar de Internationale Weken voor mijnbouw-studenten, die een aantal malen per jaar worden gehouden in Europa en Canada, worden twee Delftse mijnbouwers afgevaardigd. Zij mogen zich op kosten van de organiserende studievereniging de hele week bedrinken in de buitenlandse variant van Het Noorden. Bij terugkomst in Delft drinken zij, zoals het hoort, samen de ‘stiefel’ leeg.

De Delftse bieromzet

Het percentage stevig drinkende jongeren is de afgelopen jaren afgenomen. Stevige drinkers vind je tegenwoordig met name onder de jongeren uit een hoge welstandsklasse en het betreft vooral studenten. Dat blijkt uit cijfers van het Nipo, dat vorig jaar in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 918 jongeren tussen de 15 en 24 jaar enquêteerde. Daaruit blijkt dat jongeren in totaal minder zijn gaan drinken: gemiddeld 5,8 glazen alcohol per week, terwijl ze voorheen 6,8 glazen nuttigden. Wie minstens vijftien glazen per week nuttigt, is ingedeeld in de categorie ‘stevigedrinkers’.

Het alcoholgebruik onder jongeren mag dan wel gedaald zijn, het biergebruik onder Delftse studenten stijgt elk jaar met zo’n vier tot zes procent. Dat melden althans de vier studentenverenigingen Virgiel, Jansbrug, De Bond en het Corps op basis van hun biergegevens. De gemiddelde bieromzet per lid per week is het hoogst bij Virgiel en het Corps. De hoge omzet, die jaarlijks stijgt, maakt de twee verenigingen tot de grootste particuliere afnemers van Heineken (Corps) en Bavaria (Virgiel).

Gemiddeld wordt er per verenigingslid redelijk doorgedronken: tussen de negen en zeventien biertjes per week. Volgens de Leidse hoogleraar Wolff is dat zelfs gezond (zie verder op deze pagina). Het grootste probleem ligt bij degenen die boven het gemiddelde uitkomen. Deze ‘harde kern’, volgens ingewijden de halve week op de borrelvloer aanwezig, is verantwoordelijk voor een groot deel van de jaaromzet. Virgiel kent naar schatting een harde kern van zo’n 250 studenten, de Corps-kern is kleiner, en telt ongeveer 100 leden. Harde cijfers zijn er niet, maar geschat wordt dat de harde kern van Virgiel 45 procent van de totale bieromzet naar binnen werkt, en de vaste club van het Corps 20 procent. Omgerekend komt dat bij beide verenigingen neer op bijna zestig pilsjes per persoon per week, oftewel ruim 475 liter per jaar.

De genoemde cijfers over de bieromzet zijn verkregen via de studentenverenigingen. Het getal over de omzet van het Corps is gebaseerd op de jaarlijkse stijging van vier procent op de omzet van 1992, die was 220000 liter (Bron: Delta augustus 1992). Voor de statistici: Een boekjaar heeft 42 weken en een week heeft vijf drinkbare dagen.

,

Jongeren drinken steeds minder, maar dat gaat niet op voor studenten. Vooral niet op verenigingen: mores, tradities en een stevige portie alcohol horen immers bij elkaar. Drie pilsjes per dag is de limit, wil het een beetje gezond blijven. Maar een ‘echte man’ die lacht daar om. Over bieromzet, jenever-orgies, zuipspelletjes en andere drankverhalen.

‘Ik had de lever van een doorgewinterde alcoholist’

Een pilsje drinkt-ie nog steeds graag, maar het is niet meer zo extreem als vijf jaar geleden: ,,Toen moedigde ik mannen aan om te gaan drinken, omdat het erbij hoorde.” Herre Kleuver, achtstejaars student Bouwkunde en oud-bestuurslid van de Delftsche Studenten Sociëteit Phoenix (DSC) vertelt over zijn jaren van ‘afklemmen’ (stevig doordrinken) tussen 1988 en 1993.

Extreem drankgebruik, daar praten de studentenverenigingen niet graag over. Het komt doorgaans meer voor bij de grote studentenverenigingen, zo leert de ervaring. Mores, tradities en een enorme drankomzet horen nou eenmaal bij elkaar. Herre Kleuver werd in september 1988 lid van het Delftsch Studenten Corps (DSC), en in 1990 trad hij aan als secretaris van het bestuur.

Kleuver: ,,Als eerstejaars word je gepusht om naar de Zaak (sociëteit Phoenix – red.) te gaan en je daar ‘af te klemmen’. Als je in een goed huis zit, word je geacht elke dag op de Zaak te zijn. Ik mocht niet thuis zijn, ik mocht niet thuis eten, ik mocht helemaal niets. Je woont in een goed huis en daarnaar moet je je gedragen, dat was het motto. Het afklemmen hoorde daar gewoon bij.”

Vanuit het bestuur worden de drankomzetten van de eerstejaars gekeurd, soms niet eens met de bedoeling om hen meer te laten drinken, maar om ze vaker te laten opdraven. Kleuver vertelt: ,,Je rekening wordt opengemaakt door het bestuur en ze zien dan dat je bijvoorbeeld iets te weinig hebt gezopen. ‘Nou meneer, u bent niet zo vaak geweest hè, dat moet volgende keer beter’, krijg je dan te horen. De eerstejaars gaan daarop in een enorm tempo drinken, om maar te laten zien wie de sterkste is en dat zij de ‘gaafsten’ zijn. Persoonlijke rekeningen van dertien- tot veertienhonderd gulden per maand waren van september tot november geen uitzondering.”

Toen Kleuver in het bestuur zat, werd er, zoals gebruikelijk, extreem veel gedronken. Borrelen tot ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg weer op. ,,Je ’tankte’ je helemaal de pleuris. Pils kregen we goedkoper dan de leden. De volgende ochtend zat je daar weer met je bestuursvrienden en dan was het om twaalf uur een dubbele jenever 7-up. Even een shotje halen. ’s Avonds van vijf tot zeven dronk je pilsjes, dan ging je eten met wat glazen wijn. Na het eten koffie of Irish Coffee en er werd afgesloten met whisky-likeur. Daarna van acht tot elf evenwerken op de bestuurskamers. Vervolgens werd er weer gezopen. Sterke drank of pils. Als je een Spa’tje rood bestelde was het van ‘je bent toch niet ziek’, dus werd er weer afgeklemd.”
Agressief

Dat ‘afklemmen’ niet erg bevorderlijk is voor de gezondheid, is Kleuver bekend: ,,Omdat ik last had van ‘slapende’ schouders, ging ik naar een neuroloog. In het Dijkzigt-ziekenhuis werd mijn bloed onderzocht. Na twee weken wisten ze niet precies wat er met mijn schouder was, maar ze vroegen wel of ik veel alcohol dronk. Tien pilsjes per avond, vertelde ik – dat was tijdens mijn bestuursjaar. Heel verbaasd zeiden ze me dat ik de lever had van een ‘doorgewinterde alcoholist’. Ik mocht een half jaar absoluut geen alcohol meer drinken. Een week heb ik het volgehouden, werd zwaar chagrijnig en depressief. Dat was één week geheelonthouding en daarna nooit meer. Voordat ik m’n bestuursjaar inging woog ik 95 kilo, toen ik er uit kwam 128.”

,,Ik merkte wel dat ik door alcohol agressiever werd”, vervolgt Kleuver. ,,Je wordt erg hooghartig als je met zijn allen aan het drinken bent. Om de meest onbenullige redenen sta je buiten te vechten, terwijl ik de volgende ochtend absoluut niet meer wist waarom dat was. Ter interne correctie mag je op het Corps iemand met de vlakke hand een tikkie geven. Maar dat liep wel eens uit de hand. Dan werden die leden eruit gezet, waarna ze elkaar buiten afmaakten. Binnen is het een andere wereld, met eigen wetten en regels. Dat is heel erg vreemd.”

Als er introducés op de Zaak kwamen of een paar studenten van andere Corpora, gebeurden er rare dingen. ,,We gingen dan een spelletje met ze doen als iedereen ‘bakkie’ (dronken) was. Er waren eens studenten van St. Olof uit Tilburg. We hebben een bak spijkers en een hamer gepakt en een vent aan het parket in het entreehalletje genageld. Die diende dan als deurmat. De dag erna vond je dat dan erg gezellig. Nu vind ik het denigrerend wat we toen deden.”
Schedelbasisfractuur

Kleuver weet nog meer verhalen: ,,Er waren eens een paar grote Amsterdammers binnen die de boel op stelten kwamen zetten. Alles liepen ze kapot te gooien, meiden vielen ze lastig. We wilden ze eruit gooien, maar we kregen nogal wat klappen terug.” Zonder pardon zijn de bezoekers tegen een deur in het entreehalletje aangegooid. Ook al waren het leden van een ander corps: ,,Niks mantel der liefde.”

,,We hadden ook zo’n mooie vogel rondlopen, Huisman heette die. Twee meter vlees uit verenigingsjaar 1988. Die is een keer bij Virgiel van de bovenste verdieping naar beneden gekukeld, toen hij in het trappenhuis een stukje omlaag wilde springen. Hij viel zes, zeven meter naar beneden. Een schedelbasisfractuur opgelopen. Net daarvan hersteld kwam hij bij ons op de sociëteit en dronk zich weer een slag in de rondte. Viel met zijn hand in een glasscherf en had weer een slagaderlijke bloeding.”

Een echt drankexces vond plaats in september 1988, tijdens de Oranje Borrel van ‘clubje vijf’. ,,Bij de jaarlijkse OranjeBorrel drinkt de president van de jongste ‘jaarclub vijf’ met iedereen die op de borrel komt een glaasje Oranjebitter. Normaal wordt er ranja tussendoor geschonken, maar dat wisten deze eerstejaars domweg niet. Na een half uurtje borrelen is de president met een taxi naar het Dijkzigt afgevoerd, waar een alcoholpromillage van 4,9 werd geconstateerd. De arme jongen heeft zes uur out gelegen.”

Feiten en fabels

,,Matig gebruik van alcohol, zeg maar één tot drie glazen per dag, heeft in principe een levensverlengende werking”, zegt prof.dr. F.A. de Wolff, hoogleraar toxicologie in Leiden. ,,Tenminste, zolang je na zo’n therapeutische dosis niet gaat autorijden.” Een paar feiten en fabels over alcohol.

Het levensverlengende effect wordt veroorzaakt doordat je een kleinere kans hebt op hart- en vaatziekten, waartoe ook de hersenbloeding behoort. Voor die kleinere kans bestaan een paar verklaringen. De Wolff: ,,Je kunt het psychologisch zien. Stress verhoogt de kans op hartklachten, terwijl matig alcoholgebruik door het socialiserende effect juist stressverlagend werkt. Je kunt ook zeggen dat matige drinkers sowieso andere types zijn dan verstokte geheelonthouders – die zijn vaak wat neurotisch – en daardoor minder kans op hartklachten hebben. Alleen al door hun relaxtere karakter dus.” Maar de meest afdoende verklaring komt uit biochemische hoek. De kans op hart- en vaatziekten wordt bepaald door de verhouding tussen twee soorten cholesterol. ,,Die verhouding wordt gunstig beïnvloed door azijnzuur, een reactieprodukt van alcohol”, vertelt De Wolff.

Maar bij meer dan drie glazen per dag worden de negatieve gevolgen sterker dan de positieve. Op de schaal van De Wolff verander je van een gezonde drinker achtereenvolgens in een social drinker (twee tot vier glazen), een stevige drinker (vier tot acht) en een probleemdrinker (meer dan acht). Je hebt dan grotere kans op bijvoorbeeld kanker of levercirrose.

Hersenen die oplossen door alcohol is onzin, meent De Wolff (,,Hersenen bestaan uit vet; probeer maar eens een vetvlek uit je broek te halen met alcohol”), maar er zijn wel onderzoekers die een duidelijk verband zien tussen alcoholgebruik en intellectuele achteruitgang, tot en met alcoholdementie, epilepsie en het Korsakovsyndroom. Bij dat laatste treden onder meer karakterveranderingen op. Actieve of zelfs agressieve mensen schrompelen ineen tot apathische, initiatiefloze bankzitters zonder interesses. Structurele ranzigheid, zeg maar.
Ontwenning

Op de TU komen probleemgevallen in eerste instantie terecht bij het Studenten Adviesbureau. ,,Probleemdrinkers? Ja, die komen hier zeker”, zegt drs. S. Beijne, studentenpsychologe. ,,Maar de grens ligt niet zo scherp bij acht glazen. Je hebt een probleem als je niet goed meer functioneert. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat je concentratieproblemen hebt, snel moe bent, geen grip meer hebt op je studie, het overzicht verliest, het studeren steeds maar uitstelt, of je relatiesverwaarloost. Dat die symptomen veroorzaakt worden door alcoholgebruik blijkt vaak pas in een gesprek hier. Als dat zo is, proberen wij de student te motiveren naar het CAD, het Centrum voor Alcohol en Drugs te gaan. Wij zijn als het ware het vangnet. Nee, cijfers heb ik niet. Maar ze zijn er zeker.”

,,Allereerst abstineren”, zegt een medewerkster van het CAD over de behandeling. ,,Stoppen met drinken. Daar beginnen we mee. Dan verdwijnen de problemen soms vanzelf. Want er zijn twee mechanismen: drinken vanwege problemen of problemen vanwege het drinken. Om die laatste op te lossen hoef je alleen maar te stoppen.” Dat is nog moeilijk genoeg. De ontwenningsverschijnselen van de eerste dagen zijn nog niet eens het vervelendst. Pas na twee tot drie maanden krijg je te maken met het dry drunk syndroom: de riskante periode, volgens deskundigen. Je bent dan snel geïrriteerd, agressief, depressief en slaapt slecht. ,,Dan gaan ze vaak weer drinken”, weet men bij het CAD.

Voor wie nog geen last heeft van dat soort grote problemen maar wel van katers, heeft professor De Wolff nog een tip. ,,Door alcohol raak je meer water kwijt dan er binnen komt. Dat draagt bij aan de kater. Veel water drinken, of Spa, helpt daar dus tegen. Andere anti-katermiddeltjes horen thuis in het rijk der fabeltjes.”

De jenever-orgie van Methusalem

Eens per jaar vindt op Virgiel de traditionele ‘Dictator- verkiezing’ plaats. Daarbij wordt de leider gekozen van alle jaarclubs die vallen onder de noemer Methusalem. De grote vraag is: wie blijft het langst overeind in de jenever-orgie?

De verkiezing vindt plaats in de Methusalem, een kleine borrelruimte op sociëteit Alcuin met een eigen bar. Een speciaal voor de verkiezing gemaakte tafel, waarin kleine gaten zitten voor de borrelglaasjes, is het middelpunt. Eromheen staat een vijftiental kuipstoelen, waarin de leden zitten van de Methusalemclub, in de Virgieltaal ‘verticale’ genoemd. Een stevige vette maaltijd, aangevuld met een pak volle melk, moet de maag bestand houden tegen tien glazen jenever.

Maar met tien glazen houdt het niet op. Dan begint het spel pas echt. De eerstejaars worden na een uurtje met de taxi naar huis afgevoerd, de tweedejaars zijn al ver heen. De harde kern drinkt door en vertelt een goed verhaal. De aankomend Dictator moet immers behalve goed kunnen drinken, ook heerlijk kunnen vertellen, zonder daarbij om te vallen. Op het moment dat de verteller in elkaar zakt, is het gedaan.

Kotsen in een stoel, pissen in je broek of schreeuwend een glas wegtikken, zijn officieel ook niet geoorloofd, maar dat gebeurt stiekem wel.

Wanneer er nog maar zes mensen overblijven aan de tafel, spant het erom. Wie gaan er afhaken? Wie gaan er kotsen? In de wetenschap dat zijn vrienden hem in een winkelwagentje van de Konmar naar huis brengen, drinkt de kanshebber er nog maar een. ‘Hij gaat ervoor’, zoals dat heet.

De uiteindelijke winnaar heeft ongeveer vijfendertig glazenjenever achter zijn kiezen. Stomdronken wordt hij de sociëteitszaal ingedragen. Schreeuwend en zingend laat hij zijn net verworven beeldje zien, dat zijn status markeert: hij is de nieuwe Dictator.

Mijnbouwers aan de ‘stiefel’

Een beruchte Delftse drinkersplek is café Het Noorden, een café waar enkel mijnbouw-studenten komen. Bij speciale gelegenheden mag er een ander studie- of studentenverenigingsbestuurtje komen waarmee gezellige avonden worden gehouden. Naast ‘maxxen‘ en ‘thumbers‘ is vooral het bierspel ‘seismic waves‘ populair.

De centrale tafel in Het Noorden is prima geschikt voor een bierspel. ‘Seismic waves‘, ook wel bekend als handjeklap, is een spel waarbij iedereen zijn handen op de tafel, en over die van de buurman legt. Dan begint het klappen: met de klok mee, en volgens allerlei voorschriften. Wie een fout maakt, moet drinken.

Dan is er de ‘stiefel’. De glazen laars die, vol met bier, genuttigd dient te worden door de deelnemers aan dit spel. De laars, met een inhoud van twee liter, maakt een rondje om de tafel, waarbij het de bedoeling is om zo te drinken dat je genoeg bier overlaat voor je buurman, zodat hij ‘m net niet leeg kan drinken. Degene die de op één na laatste slok neemt, betaalt.

Soms is de ‘stiefel’ niet gevuld met bier. Een paar jaar geleden werd Het Noorden afgehuurd door een vrouwendispuut van Virgiel. De enige man in het café was de beheerder. Laat op de avond werd de beheerder overgehaald om de ‘stiefel’ leeg te drinken. De beheerder stemde als echte mijnbouwer toe. De meiden gingen een voor een naar de wc om de glazen laars vol te pissen. Die truc had de mijnbouwer echter in de gaten en hij weigerde te drinken. De studentes lieten daarop de laars rondgaan, totdat een van hen ‘per ongeluk’ de inhoud van de laars over de beheerder gooide.

Naar de Internationale Weken voor mijnbouw-studenten, die een aantal malen per jaar worden gehouden in Europa en Canada, worden twee Delftse mijnbouwers afgevaardigd. Zij mogen zich op kosten van de organiserende studievereniging de hele week bedrinken in de buitenlandse variant van Het Noorden. Bij terugkomst in Delft drinken zij, zoals het hoort, samen de ‘stiefel’ leeg.

De Delftse bieromzet

Het percentage stevig drinkende jongeren is de afgelopen jaren afgenomen. Stevige drinkers vind je tegenwoordig met name onder de jongeren uit een hoge welstandsklasse en het betreft vooral studenten. Dat blijkt uit cijfers van het Nipo, dat vorig jaar in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 918 jongeren tussen de 15 en 24 jaar enquêteerde. Daaruit blijkt dat jongeren in totaal minder zijn gaan drinken: gemiddeld 5,8 glazen alcohol per week, terwijl ze voorheen 6,8 glazen nuttigden. Wie minstens vijftien glazen per week nuttigt, is ingedeeld in de categorie ‘stevigedrinkers’.

Het alcoholgebruik onder jongeren mag dan wel gedaald zijn, het biergebruik onder Delftse studenten stijgt elk jaar met zo’n vier tot zes procent. Dat melden althans de vier studentenverenigingen Virgiel, Jansbrug, De Bond en het Corps op basis van hun biergegevens. De gemiddelde bieromzet per lid per week is het hoogst bij Virgiel en het Corps. De hoge omzet, die jaarlijks stijgt, maakt de twee verenigingen tot de grootste particuliere afnemers van Heineken (Corps) en Bavaria (Virgiel).

Gemiddeld wordt er per verenigingslid redelijk doorgedronken: tussen de negen en zeventien biertjes per week. Volgens de Leidse hoogleraar Wolff is dat zelfs gezond (zie verder op deze pagina). Het grootste probleem ligt bij degenen die boven het gemiddelde uitkomen. Deze ‘harde kern’, volgens ingewijden de halve week op de borrelvloer aanwezig, is verantwoordelijk voor een groot deel van de jaaromzet. Virgiel kent naar schatting een harde kern van zo’n 250 studenten, de Corps-kern is kleiner, en telt ongeveer 100 leden. Harde cijfers zijn er niet, maar geschat wordt dat de harde kern van Virgiel 45 procent van de totale bieromzet naar binnen werkt, en de vaste club van het Corps 20 procent. Omgerekend komt dat bij beide verenigingen neer op bijna zestig pilsjes per persoon per week, oftewel ruim 475 liter per jaar.

De genoemde cijfers over de bieromzet zijn verkregen via de studentenverenigingen. Het getal over de omzet van het Corps is gebaseerd op de jaarlijkse stijging van vier procent op de omzet van 1992, die was 220000 liter (Bron: Delta augustus 1992). Voor de statistici: Een boekjaar heeft 42 weken en een week heeft vijf drinkbare dagen.

Jongeren drinken steeds minder, maar dat gaat niet op voor studenten. Vooral niet op verenigingen: mores, tradities en een stevige portie alcohol horen immers bij elkaar. Drie pilsjes per dag is de limit, wil het een beetje gezond blijven. Maar een ‘echte man’ die lacht daar om. Over bieromzet, jenever-orgies, zuipspelletjes en andere drankverhalen.

‘Ik had de lever van een doorgewinterde alcoholist’

Een pilsje drinkt-ie nog steeds graag, maar het is niet meer zo extreem als vijf jaar geleden: ,,Toen moedigde ik mannen aan om te gaan drinken, omdat het erbij hoorde.” Herre Kleuver, achtstejaars student Bouwkunde en oud-bestuurslid van de Delftsche Studenten Sociëteit Phoenix (DSC) vertelt over zijn jaren van ‘afklemmen’ (stevig doordrinken) tussen 1988 en 1993.

Extreem drankgebruik, daar praten de studentenverenigingen niet graag over. Het komt doorgaans meer voor bij de grote studentenverenigingen, zo leert de ervaring. Mores, tradities en een enorme drankomzet horen nou eenmaal bij elkaar. Herre Kleuver werd in september 1988 lid van het Delftsch Studenten Corps (DSC), en in 1990 trad hij aan als secretaris van het bestuur.

Kleuver: ,,Als eerstejaars word je gepusht om naar de Zaak (sociëteit Phoenix – red.) te gaan en je daar ‘af te klemmen’. Als je in een goed huis zit, word je geacht elke dag op de Zaak te zijn. Ik mocht niet thuis zijn, ik mocht niet thuis eten, ik mocht helemaal niets. Je woont in een goed huis en daarnaar moet je je gedragen, dat was het motto. Het afklemmen hoorde daar gewoon bij.”

Vanuit het bestuur worden de drankomzetten van de eerstejaars gekeurd, soms niet eens met de bedoeling om hen meer te laten drinken, maar om ze vaker te laten opdraven. Kleuver vertelt: ,,Je rekening wordt opengemaakt door het bestuur en ze zien dan dat je bijvoorbeeld iets te weinig hebt gezopen. ‘Nou meneer, u bent niet zo vaak geweest hè, dat moet volgende keer beter’, krijg je dan te horen. De eerstejaars gaan daarop in een enorm tempo drinken, om maar te laten zien wie de sterkste is en dat zij de ‘gaafsten’ zijn. Persoonlijke rekeningen van dertien- tot veertienhonderd gulden per maand waren van september tot november geen uitzondering.”

Toen Kleuver in het bestuur zat, werd er, zoals gebruikelijk, extreem veel gedronken. Borrelen tot ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg weer op. ,,Je ’tankte’ je helemaal de pleuris. Pils kregen we goedkoper dan de leden. De volgende ochtend zat je daar weer met je bestuursvrienden en dan was het om twaalf uur een dubbele jenever 7-up. Even een shotje halen. ’s Avonds van vijf tot zeven dronk je pilsjes, dan ging je eten met wat glazen wijn. Na het eten koffie of Irish Coffee en er werd afgesloten met whisky-likeur. Daarna van acht tot elf evenwerken op de bestuurskamers. Vervolgens werd er weer gezopen. Sterke drank of pils. Als je een Spa’tje rood bestelde was het van ‘je bent toch niet ziek’, dus werd er weer afgeklemd.”
Agressief

Dat ‘afklemmen’ niet erg bevorderlijk is voor de gezondheid, is Kleuver bekend: ,,Omdat ik last had van ‘slapende’ schouders, ging ik naar een neuroloog. In het Dijkzigt-ziekenhuis werd mijn bloed onderzocht. Na twee weken wisten ze niet precies wat er met mijn schouder was, maar ze vroegen wel of ik veel alcohol dronk. Tien pilsjes per avond, vertelde ik – dat was tijdens mijn bestuursjaar. Heel verbaasd zeiden ze me dat ik de lever had van een ‘doorgewinterde alcoholist’. Ik mocht een half jaar absoluut geen alcohol meer drinken. Een week heb ik het volgehouden, werd zwaar chagrijnig en depressief. Dat was één week geheelonthouding en daarna nooit meer. Voordat ik m’n bestuursjaar inging woog ik 95 kilo, toen ik er uit kwam 128.”

,,Ik merkte wel dat ik door alcohol agressiever werd”, vervolgt Kleuver. ,,Je wordt erg hooghartig als je met zijn allen aan het drinken bent. Om de meest onbenullige redenen sta je buiten te vechten, terwijl ik de volgende ochtend absoluut niet meer wist waarom dat was. Ter interne correctie mag je op het Corps iemand met de vlakke hand een tikkie geven. Maar dat liep wel eens uit de hand. Dan werden die leden eruit gezet, waarna ze elkaar buiten afmaakten. Binnen is het een andere wereld, met eigen wetten en regels. Dat is heel erg vreemd.”

Als er introducés op de Zaak kwamen of een paar studenten van andere Corpora, gebeurden er rare dingen. ,,We gingen dan een spelletje met ze doen als iedereen ‘bakkie’ (dronken) was. Er waren eens studenten van St. Olof uit Tilburg. We hebben een bak spijkers en een hamer gepakt en een vent aan het parket in het entreehalletje genageld. Die diende dan als deurmat. De dag erna vond je dat dan erg gezellig. Nu vind ik het denigrerend wat we toen deden.”
Schedelbasisfractuur

Kleuver weet nog meer verhalen: ,,Er waren eens een paar grote Amsterdammers binnen die de boel op stelten kwamen zetten. Alles liepen ze kapot te gooien, meiden vielen ze lastig. We wilden ze eruit gooien, maar we kregen nogal wat klappen terug.” Zonder pardon zijn de bezoekers tegen een deur in het entreehalletje aangegooid. Ook al waren het leden van een ander corps: ,,Niks mantel der liefde.”

,,We hadden ook zo’n mooie vogel rondlopen, Huisman heette die. Twee meter vlees uit verenigingsjaar 1988. Die is een keer bij Virgiel van de bovenste verdieping naar beneden gekukeld, toen hij in het trappenhuis een stukje omlaag wilde springen. Hij viel zes, zeven meter naar beneden. Een schedelbasisfractuur opgelopen. Net daarvan hersteld kwam hij bij ons op de sociëteit en dronk zich weer een slag in de rondte. Viel met zijn hand in een glasscherf en had weer een slagaderlijke bloeding.”

Een echt drankexces vond plaats in september 1988, tijdens de Oranje Borrel van ‘clubje vijf’. ,,Bij de jaarlijkse OranjeBorrel drinkt de president van de jongste ‘jaarclub vijf’ met iedereen die op de borrel komt een glaasje Oranjebitter. Normaal wordt er ranja tussendoor geschonken, maar dat wisten deze eerstejaars domweg niet. Na een half uurtje borrelen is de president met een taxi naar het Dijkzigt afgevoerd, waar een alcoholpromillage van 4,9 werd geconstateerd. De arme jongen heeft zes uur out gelegen.”

Feiten en fabels

,,Matig gebruik van alcohol, zeg maar één tot drie glazen per dag, heeft in principe een levensverlengende werking”, zegt prof.dr. F.A. de Wolff, hoogleraar toxicologie in Leiden. ,,Tenminste, zolang je na zo’n therapeutische dosis niet gaat autorijden.” Een paar feiten en fabels over alcohol.

Het levensverlengende effect wordt veroorzaakt doordat je een kleinere kans hebt op hart- en vaatziekten, waartoe ook de hersenbloeding behoort. Voor die kleinere kans bestaan een paar verklaringen. De Wolff: ,,Je kunt het psychologisch zien. Stress verhoogt de kans op hartklachten, terwijl matig alcoholgebruik door het socialiserende effect juist stressverlagend werkt. Je kunt ook zeggen dat matige drinkers sowieso andere types zijn dan verstokte geheelonthouders – die zijn vaak wat neurotisch – en daardoor minder kans op hartklachten hebben. Alleen al door hun relaxtere karakter dus.” Maar de meest afdoende verklaring komt uit biochemische hoek. De kans op hart- en vaatziekten wordt bepaald door de verhouding tussen twee soorten cholesterol. ,,Die verhouding wordt gunstig beïnvloed door azijnzuur, een reactieprodukt van alcohol”, vertelt De Wolff.

Maar bij meer dan drie glazen per dag worden de negatieve gevolgen sterker dan de positieve. Op de schaal van De Wolff verander je van een gezonde drinker achtereenvolgens in een social drinker (twee tot vier glazen), een stevige drinker (vier tot acht) en een probleemdrinker (meer dan acht). Je hebt dan grotere kans op bijvoorbeeld kanker of levercirrose.

Hersenen die oplossen door alcohol is onzin, meent De Wolff (,,Hersenen bestaan uit vet; probeer maar eens een vetvlek uit je broek te halen met alcohol”), maar er zijn wel onderzoekers die een duidelijk verband zien tussen alcoholgebruik en intellectuele achteruitgang, tot en met alcoholdementie, epilepsie en het Korsakovsyndroom. Bij dat laatste treden onder meer karakterveranderingen op. Actieve of zelfs agressieve mensen schrompelen ineen tot apathische, initiatiefloze bankzitters zonder interesses. Structurele ranzigheid, zeg maar.
Ontwenning

Op de TU komen probleemgevallen in eerste instantie terecht bij het Studenten Adviesbureau. ,,Probleemdrinkers? Ja, die komen hier zeker”, zegt drs. S. Beijne, studentenpsychologe. ,,Maar de grens ligt niet zo scherp bij acht glazen. Je hebt een probleem als je niet goed meer functioneert. Daarmee bedoel ik bijvoorbeeld dat je concentratieproblemen hebt, snel moe bent, geen grip meer hebt op je studie, het overzicht verliest, het studeren steeds maar uitstelt, of je relatiesverwaarloost. Dat die symptomen veroorzaakt worden door alcoholgebruik blijkt vaak pas in een gesprek hier. Als dat zo is, proberen wij de student te motiveren naar het CAD, het Centrum voor Alcohol en Drugs te gaan. Wij zijn als het ware het vangnet. Nee, cijfers heb ik niet. Maar ze zijn er zeker.”

,,Allereerst abstineren”, zegt een medewerkster van het CAD over de behandeling. ,,Stoppen met drinken. Daar beginnen we mee. Dan verdwijnen de problemen soms vanzelf. Want er zijn twee mechanismen: drinken vanwege problemen of problemen vanwege het drinken. Om die laatste op te lossen hoef je alleen maar te stoppen.” Dat is nog moeilijk genoeg. De ontwenningsverschijnselen van de eerste dagen zijn nog niet eens het vervelendst. Pas na twee tot drie maanden krijg je te maken met het dry drunk syndroom: de riskante periode, volgens deskundigen. Je bent dan snel geïrriteerd, agressief, depressief en slaapt slecht. ,,Dan gaan ze vaak weer drinken”, weet men bij het CAD.

Voor wie nog geen last heeft van dat soort grote problemen maar wel van katers, heeft professor De Wolff nog een tip. ,,Door alcohol raak je meer water kwijt dan er binnen komt. Dat draagt bij aan de kater. Veel water drinken, of Spa, helpt daar dus tegen. Andere anti-katermiddeltjes horen thuis in het rijk der fabeltjes.”

De jenever-orgie van Methusalem

Eens per jaar vindt op Virgiel de traditionele ‘Dictator- verkiezing’ plaats. Daarbij wordt de leider gekozen van alle jaarclubs die vallen onder de noemer Methusalem. De grote vraag is: wie blijft het langst overeind in de jenever-orgie?

De verkiezing vindt plaats in de Methusalem, een kleine borrelruimte op sociëteit Alcuin met een eigen bar. Een speciaal voor de verkiezing gemaakte tafel, waarin kleine gaten zitten voor de borrelglaasjes, is het middelpunt. Eromheen staat een vijftiental kuipstoelen, waarin de leden zitten van de Methusalemclub, in de Virgieltaal ‘verticale’ genoemd. Een stevige vette maaltijd, aangevuld met een pak volle melk, moet de maag bestand houden tegen tien glazen jenever.

Maar met tien glazen houdt het niet op. Dan begint het spel pas echt. De eerstejaars worden na een uurtje met de taxi naar huis afgevoerd, de tweedejaars zijn al ver heen. De harde kern drinkt door en vertelt een goed verhaal. De aankomend Dictator moet immers behalve goed kunnen drinken, ook heerlijk kunnen vertellen, zonder daarbij om te vallen. Op het moment dat de verteller in elkaar zakt, is het gedaan.

Kotsen in een stoel, pissen in je broek of schreeuwend een glas wegtikken, zijn officieel ook niet geoorloofd, maar dat gebeurt stiekem wel.

Wanneer er nog maar zes mensen overblijven aan de tafel, spant het erom. Wie gaan er afhaken? Wie gaan er kotsen? In de wetenschap dat zijn vrienden hem in een winkelwagentje van de Konmar naar huis brengen, drinkt de kanshebber er nog maar een. ‘Hij gaat ervoor’, zoals dat heet.

De uiteindelijke winnaar heeft ongeveer vijfendertig glazenjenever achter zijn kiezen. Stomdronken wordt hij de sociëteitszaal ingedragen. Schreeuwend en zingend laat hij zijn net verworven beeldje zien, dat zijn status markeert: hij is de nieuwe Dictator.

Mijnbouwers aan de ‘stiefel’

Een beruchte Delftse drinkersplek is café Het Noorden, een café waar enkel mijnbouw-studenten komen. Bij speciale gelegenheden mag er een ander studie- of studentenverenigingsbestuurtje komen waarmee gezellige avonden worden gehouden. Naast ‘maxxen‘ en ‘thumbers‘ is vooral het bierspel ‘seismic waves‘ populair.

De centrale tafel in Het Noorden is prima geschikt voor een bierspel. ‘Seismic waves‘, ook wel bekend als handjeklap, is een spel waarbij iedereen zijn handen op de tafel, en over die van de buurman legt. Dan begint het klappen: met de klok mee, en volgens allerlei voorschriften. Wie een fout maakt, moet drinken.

Dan is er de ‘stiefel’. De glazen laars die, vol met bier, genuttigd dient te worden door de deelnemers aan dit spel. De laars, met een inhoud van twee liter, maakt een rondje om de tafel, waarbij het de bedoeling is om zo te drinken dat je genoeg bier overlaat voor je buurman, zodat hij ‘m net niet leeg kan drinken. Degene die de op één na laatste slok neemt, betaalt.

Soms is de ‘stiefel’ niet gevuld met bier. Een paar jaar geleden werd Het Noorden afgehuurd door een vrouwendispuut van Virgiel. De enige man in het café was de beheerder. Laat op de avond werd de beheerder overgehaald om de ‘stiefel’ leeg te drinken. De beheerder stemde als echte mijnbouwer toe. De meiden gingen een voor een naar de wc om de glazen laars vol te pissen. Die truc had de mijnbouwer echter in de gaten en hij weigerde te drinken. De studentes lieten daarop de laars rondgaan, totdat een van hen ‘per ongeluk’ de inhoud van de laars over de beheerder gooide.

Naar de Internationale Weken voor mijnbouw-studenten, die een aantal malen per jaar worden gehouden in Europa en Canada, worden twee Delftse mijnbouwers afgevaardigd. Zij mogen zich op kosten van de organiserende studievereniging de hele week bedrinken in de buitenlandse variant van Het Noorden. Bij terugkomst in Delft drinken zij, zoals het hoort, samen de ‘stiefel’ leeg.

De Delftse bieromzet

Het percentage stevig drinkende jongeren is de afgelopen jaren afgenomen. Stevige drinkers vind je tegenwoordig met name onder de jongeren uit een hoge welstandsklasse en het betreft vooral studenten. Dat blijkt uit cijfers van het Nipo, dat vorig jaar in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 918 jongeren tussen de 15 en 24 jaar enquêteerde. Daaruit blijkt dat jongeren in totaal minder zijn gaan drinken: gemiddeld 5,8 glazen alcohol per week, terwijl ze voorheen 6,8 glazen nuttigden. Wie minstens vijftien glazen per week nuttigt, is ingedeeld in de categorie ‘stevigedrinkers’.

Het alcoholgebruik onder jongeren mag dan wel gedaald zijn, het biergebruik onder Delftse studenten stijgt elk jaar met zo’n vier tot zes procent. Dat melden althans de vier studentenverenigingen Virgiel, Jansbrug, De Bond en het Corps op basis van hun biergegevens. De gemiddelde bieromzet per lid per week is het hoogst bij Virgiel en het Corps. De hoge omzet, die jaarlijks stijgt, maakt de twee verenigingen tot de grootste particuliere afnemers van Heineken (Corps) en Bavaria (Virgiel).

Gemiddeld wordt er per verenigingslid redelijk doorgedronken: tussen de negen en zeventien biertjes per week. Volgens de Leidse hoogleraar Wolff is dat zelfs gezond (zie verder op deze pagina). Het grootste probleem ligt bij degenen die boven het gemiddelde uitkomen. Deze ‘harde kern’, volgens ingewijden de halve week op de borrelvloer aanwezig, is verantwoordelijk voor een groot deel van de jaaromzet. Virgiel kent naar schatting een harde kern van zo’n 250 studenten, de Corps-kern is kleiner, en telt ongeveer 100 leden. Harde cijfers zijn er niet, maar geschat wordt dat de harde kern van Virgiel 45 procent van de totale bieromzet naar binnen werkt, en de vaste club van het Corps 20 procent. Omgerekend komt dat bij beide verenigingen neer op bijna zestig pilsjes per persoon per week, oftewel ruim 475 liter per jaar.

De genoemde cijfers over de bieromzet zijn verkregen via de studentenverenigingen. Het getal over de omzet van het Corps is gebaseerd op de jaarlijkse stijging van vier procent op de omzet van 1992, die was 220000 liter (Bron: Delta augustus 1992). Voor de statistici: Een boekjaar heeft 42 weken en een week heeft vijf drinkbare dagen.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.