Wetenschap

Doorbraak in het denken

Een gat in de duinen houdt de natuur erachter in stand en helpt het eiland op te hogen. De inwoners van Schiermonnikoog houden hun reserves.

Hoewel onze kust vrijwel geheel uit duinen bestaat, is het begrip ervan erg beperkt. Dat stelde drs. Hanneke van den Ancker van de Stichting Geomorfologie en Landschap. Samen met de Utrechtse hoogleraar kustmorfologie prof.dr. Piet Hoekstra hield ze een workshop over innovatief kustbeheer en werken met natuurlijke processen.

Als voorbeeld van natuurlijker beheer noemde Hoekstra de stuifduinen op de Waddeneilanden. De Waddeneilanden kenmerken zich door een hoge kop, een buitendelta, een binnendelta en een langgerekte zeereep met een stuifdijk. Die dijken zijn in de jaren vijftig recht als een streep aangelegd en gefixeerd met begroeiing om het eiland beter bestand te maken tegen hoog water vanuit de Noordzee. Misschien wel veilig, maar weinig natuurlijk, zodat het achterliggende duingebied verdroogde en de ecologie achteruit ging.

Kan dat niet anders, was de vraag. De oplossing die Hoekstra voorstelt is een doorbraak van de stuifdijk, zodat bij storm het water van de Noordzee kan overstromen. Het voordeel daarvan is het transport van zand en voedingsstoffen naar het verarmde achterland. Op de oostpunt van Schiermonnikoog is zo’n zogenaamde wash-over spontaan ontstaan, zonder dat het eiland wegspoelt. Sterker, onderzoek op het Deense Waddeneiland Skällingen heeft laten zien dat bij zo’n gat er door erosie in vier jaar tijd zestig kubieke meter zand per meter kust verdwijnt, maar dat er 260 kuub bijkomt door bezinking. Doordat bij hoog water het zeewater vanuit de Noordzee en vanuit de Waddenzee het eiland opstroomt, komt het water tot stilstand boven het eiland waardoor het meegevoerde zand bezinkt.

Dat neemt niet weg dat eilanders het idee met argwaan aanhoren. Ze hoeven niet te vrezen voor hun huis, maar misschien wel voor hun schapenweitje.
Voor de Noordzeekust gaat die spontane aanwas helaas niet op. Maar ook daar zou men volgens Hoekstra maximaal gebruik moeten maken van natuurlijke processen. De aanleg van grote hoeveelheden zand in de Noordzee die spontaan langs de kust afgezet moet worden (de zogenaamde zandmotor) ziet Hoekstra als een stap in de goede richting. Hij hoopt alleen wel dat men het geduld kan opbrengen om de duinen zichzelf op te laten bouwen en niet gelijk te gaan bulldozeren.

Hoewel onze kust vrijwel geheel uit duinen bestaat, is het begrip ervan erg beperkt. Dat stelde drs. Hanneke van den Ancker van de Stichting Geomorfologie en Landschap. Samen met de Utrechtse hoogleraar kustmorfologie prof.dr. Piet Hoekstra hield ze een workshop over innovatief kustbeheer en werken met natuurlijke processen.

Als voorbeeld van natuurlijker beheer noemde Hoekstra de stuifduinen op de Waddeneilanden. De Waddeneilanden kenmerken zich door een hoge kop, een buitendelta, een binnendelta en een langgerekte zeereep met een stuifdijk. Die dijken zijn in de jaren vijftig recht als een streep aangelegd en gefixeerd met begroeiing om het eiland beter bestand te maken tegen hoog water vanuit de Noordzee. Misschien wel veilig, maar weinig natuurlijk, zodat het achterliggende duingebied verdroogde en de ecologie achteruit ging.

Kan dat niet anders, was de vraag. De oplossing die Hoekstra voorstelt is een doorbraak van de stuifdijk, zodat bij storm het water van de Noordzee kan overstromen. Het voordeel daarvan is het transport van zand en voedingsstoffen naar het verarmde achterland. Op de oostpunt van Schiermonnikoog is zo’n zogenaamde wash-over spontaan ontstaan, zonder dat het eiland wegspoelt. Sterker, onderzoek op het Deense Waddeneiland Skällingen heeft laten zien dat bij zo’n gat er door erosie in vier jaar tijd zestig kubieke meter zand per meter kust verdwijnt, maar dat er 260 kuub bijkomt door bezinking. Doordat bij hoog water het zeewater vanuit de Noordzee en vanuit de Waddenzee het eiland opstroomt, komt het water tot stilstand boven het eiland waardoor het meegevoerde zand bezinkt.

Dat neemt niet weg dat eilanders het idee met argwaan aanhoren. Ze hoeven niet te vrezen voor hun huis, maar misschien wel voor hun schapenweitje.
Voor de Noordzeekust gaat die spontane aanwas helaas niet op. Maar ook daar zou men volgens Hoekstra maximaal gebruik moeten maken van natuurlijke processen. De aanleg van grote hoeveelheden zand in de Noordzee die spontaan langs de kust afgezet moet worden (de zogenaamde zandmotor) ziet Hoekstra als een stap in de goede richting. Hij hoopt alleen wel dat men het geduld kan opbrengen om de duinen zichzelf op te laten bouwen en niet gelijk te gaan bulldozeren.

Hoofdartikel: Paradigmashift in polderland

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.