Wetenschap

Doe milieubewust en leef in luxe

Een nieuwe methode om ecokosten te berekenen moet ontwerpers een idee geven van de milieuvriendelijkheid van hun product. Promovendus ir. Joost Vogtländer berekent hoeveel het kost om de milieuschade van het product elders te compenseren, door bijvoorbeeld een windmolen te bouwen.

/strong>

Wat voor milieuschade veroorzaakt de hoge snelheidslijn? Is een BMW milieuvriendelijker dan een Volvo? Milieudeskundigen hebben de grootste moeite om dit soort vragen te beantwoorden. Er komt namelijk veel bij kijken. Van de onttrekking van ijzererts tot vervuiling van grondwater door metaaldeeltjes wanneer de auto of treinrails uiteindelijk op de vuilnisbelt belandt.

,,Het is vaak onmogelijk om voor een product of proces de totale milieuschade te achterhalen”, zegt ir. Joost Vogtländer, die 25 september promoveert bij prof.dr.ir. Han Brezet (industrieel ontwerpen) en prof.dr.ir Charles Hendriks (Civiele Techniek en Geowetenschappen).

Vogtländer probeert daarom niet de totale milieuschade uit te rekenen. Hij bedacht een eenvoudigere methode: bereken hoeveel het kost om de milieubelasting die door het productieproces wordt veroorzaakt te compenseren door maatregelen die elders de milieuschade verminderen. Vogtländer noemt dit ecokosten en paste dit concept toe op een scala aan producten en diensten.

Vogtländer, van oudsher natuurkundige, kwam op het idee voor zijn promotieonderzoek via zijn werkzaamheden in het zakenleven. Tijdens zijn meer dan twintig jaar lange loopbaan als business consultant voor bedrijven als Shell, Unilever en Basf, merkte hij dat managers willen weten hoe ze het duurzaamheids- of milieuaspect kunnen inpassen in een bedrijf. ,,Elk bedrijf snapt dat je over de lange termijn het punt van duurzaamheid moet meewegen. Het probleem is dat eigenlijk niemand, ook niet een milieudeskundige of bedrijfseconoom, daar goed advies over kan geven.”

Krakkemikkig

Een soort meetlat voor duurzaamheid kan managers op weg helpen. Een groot aantal wetenschappers heeft de afgelopen jaren geprobeerd zo’n meetlat te ontwikkelen. Momenteel wordt de eco-indicator ’95 en ’99 veel gebruikt. Die geeft de milieuschade weer in een getal van nul tot honderd.

,,Managers kunnen daar echter weinig mee en de berekenmethode is erg krakkemikkig”, zegt Vogtländer. Om een waarde voor de schade te krijgen, moesten de bedenkers van de indicator zich in allerlei bochten wringen. Volgens Vogtländer gaat de rekenmethode alle voorstellingsvermogen te boven. ,,Men telt een kankerpatiënt, een uitstervend beestje en een dood bos gewoon bij elkaar op. Dit kan natuurlijk niet.”

Dit is inderdaad een beetje vreemd, beaamt ir. Mark Goedkoop van Pré Consultants, het brein achter de eco-indicator ’95 en ’99. ,,Maar wat is het alternatief? Veel mensen willen nu eenmaal detotale milieuscore weten.” Hij wijst er op dat de eco-indicator ’99 opgesplitst kan worden in waarden voor verschillende typen milieubelasting.

Of men die waarden altijd serieus kan nemen, betwijfelt Vogtländer. De berekende effecten van CO2-uitstoot bijvoorbeeld berusten volgens hem op drijfzand. ,,Het is volstrekt onzeker wat de exacte gevolgen hiervan zijn. De voorspelde temperatuurstijging ligt al in een range van zo’n twee tot zes graden en de hierdoor optredende zeespiegelstijging zou tussen de tien en tachtig centimeter liggen. Wat de gevolgen van de zeespiegelstijging zijn is helemaal giswerk.”

Biomassa

Gezien de moeilijkheden die de bestaande eco-indicatoren met zich meebrengen, kwam Vogtländer met een heel ander concept. Hij bedacht een indicator die aangeeft hoeveel het kost om de milieubelasting te compenseren die op een bepaalde plek wordt veroorzaakt, maar niet is terug te dringen. Als een fabriek CO2 uitstoot, berekent Vogtländer wat het kost om op een andere plek dezelfde hoeveelheid CO2 te verminderen, bijvoorbeeld door windmolens en zonnecollectoren.

En als het gaat om het gebruik van benzine voor het transport van goederen, gaat Vogtländer ervan uit dat elders benzine besparen mogelijk is, namelijk door het gebruik van een alternatieve brandstof: ethanol uit biomassa. De meerprijs van ethanol levert dan de ecokosten op.

Naast energiebesparende maatregelen kunnen de ecokosten ook slaan op maatregelen tegen bijvoorbeeld verzuring, smog door fijn stof in de lucht en vervuiling van bodems en water door zware metalen. Als het gaat om verzuring, wordt gekeken naar de kosten van maatregelen om de uitstoot van zwaveldioxide tegen te gaan in bijvoorbeeld emissiearme veestallen. Smoguitstoot compenseren kan door de kosten te bepalen van dieselfilters die de uitstoot van roet in bussen verminderen.

De berekening van ecokosten is gebaseerd op de zogenaamde levenscyclusanalyse, een gestandaardiseerde methode om materiaal- en energiestromen in kaart te brengen. Met name grote industriële bedrijven laten dikwijls zo’n analyse uitvoeren om het productieproces te optimaliseren.

Door de verbinding te leggen met milieuproblemen als smog en de uitstoot van CO2, en hier een prijskaartje aan te hangen, kunnen bedrijven op een rationele manier het milieuaspect meewegen in bedrijfseconomische beslissingen, stelt Vogtländer.

De promovendus kon met zijn methodiek antwoord geven op een vraag die al sinds het begin van de jaren negentig speelt onder Nederlandse groente- en fruithandelaren. Wat is milieuvriendelijker: vervoer naar Duitsland in plastic kratten of kartonnen dozen? Plastic kratten gaan langer mee, maar kartonnen dozen zijn gemaakt van gerecycled materiaal, zijn lichter en nemen minder ruimte in beslag.

Vogtländer berekende alle ecokosten als gevolg van het materiaalgebruik, het vervoer en de ‘end-of-life’-fase van de plastic kratten en kartonnen dozen. Plastic kratten belanden op devuilnisbelt en zorgen voor milieuvervuiling en kartonnen dozen worden gerecycled maar daarvoor is energie nodig. Uiteindelijk bleek vervoer in kartonnen dozen het milieuvriendelijkst. ,,Een groot voordeel van kartonnen dozen is dat op de terugweg veel meer goederen meekunnen dan wanneer je plastic kratten weer moet mee terugnemen. Dit milieuvoordeel weegt op tegen het grotere materiaalverbruik.”

Ecotaks

Een belangrijk kritiekpunt op Hooglanders methode is dat de maatregelen tegen vervuiling en de energie- en grondstofbesparende maatregelen, waarop de ecokosten zijn gebaseerd, een subjectieve keuze zijn. Ir. Mark Goedkoop: ,,Wie bepaalt de kosten van de preventiemaatregelen? Als alternatief voor benzine als brandstof kan je inderdaad ethanol nemen, maar je kan ook kiezen voor aandrijving door elektriciteit en dan zijn kolen of zonne-energie het alternatief.” Vogtländer legt uit dat hij in alle gevallen de best practice kiest, volgens hem een logische keuze.

Of de rekening uiteindelijk hoger kan uitvallen? Goedkoop denkt van wel, als men heel lang wacht met het nemen van maatregelen tegen het broeikaseffect.

Prof.dr.ir. Ab Stevels, een van de leden van Vogtländers promotiecommissie, wijst op de onzekerheden op het gebied van toxiciteit. ,,Als elektronische producten op de vuilnisbelt belanden, hangt het van allerlei condities af of de zware metalen oplossen en het grondwater vervuilen. Je weet niet wat er later gebeurt.” Het is dus erg moeilijk om de milieuschade te bepalen, evenals de kosten van noodzakelijke preventiemaatregelen.

Vogtländer erkent de onvolkomenheden van zijn ecokosten-methodiek, maar denkt dat het erg nuttig kan zijn voor ontwerpers, managers en de overheid. Hij wil de methodiek verfijnen en integreren in bestaande databases voor ontwerpers, zodat ze in de ontwerpfase een idee krijgen van de milieuvriendelijkheid van het product. Managers kunnen volgens hem de ecokosten zien als een indicatie voor de kosten wanneer de rijksoverheid besluit ecotaks in te voeren. ,,Het is een goed waarschuwingssignaal. Als je een product hebt met hoge ecokosten en Pronk draait de duimschroeven aan, dan zit je klem. De ecokosten zijn een goede maat voor milieuellende.”

Vogtländer komt met een opmerkelijke conclusie. Luxe artikelen zijn helemaal niet zo slecht voor het milieu. Als voorbeeld noemt hij merkkleding en dure sigaren. ,,Je kan beter een Davidoff-sigaar kopen dan een doosje met tien sigaren van mindere kwaliteit. Dan krijg je tien keer minder rook en ook de hoeveelheid energie voor het transport is lager. Gunstig voor het milieu dus.” Bij de productie van luxe artikelen komt veel arbeid kijken. De milieubelasting is vaak relatief laag, als je het bekijkt per gulden die je ervoor betaalt, vertelt hij.

Een ander goed voorbeeld is een Volvo. De Zweden maken volgens Vogtländer een tamelijk milieuvriendelijke auto vergeleken met andere merken. Je betaalt er voor, maar voor veel mensen is de auto het waard, ook gezien de goede kwaliteit, aldus Vogtländer.

Een nieuwe methode om ecokosten te berekenen moet ontwerpers een idee geven van de milieuvriendelijkheid van hun product. Promovendus ir. Joost Vogtländer berekent hoeveel het kost om de milieuschade van het product elders te compenseren, door bijvoorbeeld een windmolen te bouwen.

Wat voor milieuschade veroorzaakt de hoge snelheidslijn? Is een BMW milieuvriendelijker dan een Volvo? Milieudeskundigen hebben de grootste moeite om dit soort vragen te beantwoorden. Er komt namelijk veel bij kijken. Van de onttrekking van ijzererts tot vervuiling van grondwater door metaaldeeltjes wanneer de auto of treinrails uiteindelijk op de vuilnisbelt belandt.

,,Het is vaak onmogelijk om voor een product of proces de totale milieuschade te achterhalen”, zegt ir. Joost Vogtländer, die 25 september promoveert bij prof.dr.ir. Han Brezet (industrieel ontwerpen) en prof.dr.ir Charles Hendriks (Civiele Techniek en Geowetenschappen).

Vogtländer probeert daarom niet de totale milieuschade uit te rekenen. Hij bedacht een eenvoudigere methode: bereken hoeveel het kost om de milieubelasting die door het productieproces wordt veroorzaakt te compenseren door maatregelen die elders de milieuschade verminderen. Vogtländer noemt dit ecokosten en paste dit concept toe op een scala aan producten en diensten.

Vogtländer, van oudsher natuurkundige, kwam op het idee voor zijn promotieonderzoek via zijn werkzaamheden in het zakenleven. Tijdens zijn meer dan twintig jaar lange loopbaan als business consultant voor bedrijven als Shell, Unilever en Basf, merkte hij dat managers willen weten hoe ze het duurzaamheids- of milieuaspect kunnen inpassen in een bedrijf. ,,Elk bedrijf snapt dat je over de lange termijn het punt van duurzaamheid moet meewegen. Het probleem is dat eigenlijk niemand, ook niet een milieudeskundige of bedrijfseconoom, daar goed advies over kan geven.”

Krakkemikkig

Een soort meetlat voor duurzaamheid kan managers op weg helpen. Een groot aantal wetenschappers heeft de afgelopen jaren geprobeerd zo’n meetlat te ontwikkelen. Momenteel wordt de eco-indicator ’95 en ’99 veel gebruikt. Die geeft de milieuschade weer in een getal van nul tot honderd.

,,Managers kunnen daar echter weinig mee en de berekenmethode is erg krakkemikkig”, zegt Vogtländer. Om een waarde voor de schade te krijgen, moesten de bedenkers van de indicator zich in allerlei bochten wringen. Volgens Vogtländer gaat de rekenmethode alle voorstellingsvermogen te boven. ,,Men telt een kankerpatiënt, een uitstervend beestje en een dood bos gewoon bij elkaar op. Dit kan natuurlijk niet.”

Dit is inderdaad een beetje vreemd, beaamt ir. Mark Goedkoop van Pré Consultants, het brein achter de eco-indicator ’95 en ’99. ,,Maar wat is het alternatief? Veel mensen willen nu eenmaal detotale milieuscore weten.” Hij wijst er op dat de eco-indicator ’99 opgesplitst kan worden in waarden voor verschillende typen milieubelasting.

Of men die waarden altijd serieus kan nemen, betwijfelt Vogtländer. De berekende effecten van CO2-uitstoot bijvoorbeeld berusten volgens hem op drijfzand. ,,Het is volstrekt onzeker wat de exacte gevolgen hiervan zijn. De voorspelde temperatuurstijging ligt al in een range van zo’n twee tot zes graden en de hierdoor optredende zeespiegelstijging zou tussen de tien en tachtig centimeter liggen. Wat de gevolgen van de zeespiegelstijging zijn is helemaal giswerk.”

Biomassa

Gezien de moeilijkheden die de bestaande eco-indicatoren met zich meebrengen, kwam Vogtländer met een heel ander concept. Hij bedacht een indicator die aangeeft hoeveel het kost om de milieubelasting te compenseren die op een bepaalde plek wordt veroorzaakt, maar niet is terug te dringen. Als een fabriek CO2 uitstoot, berekent Vogtländer wat het kost om op een andere plek dezelfde hoeveelheid CO2 te verminderen, bijvoorbeeld door windmolens en zonnecollectoren.

En als het gaat om het gebruik van benzine voor het transport van goederen, gaat Vogtländer ervan uit dat elders benzine besparen mogelijk is, namelijk door het gebruik van een alternatieve brandstof: ethanol uit biomassa. De meerprijs van ethanol levert dan de ecokosten op.

Naast energiebesparende maatregelen kunnen de ecokosten ook slaan op maatregelen tegen bijvoorbeeld verzuring, smog door fijn stof in de lucht en vervuiling van bodems en water door zware metalen. Als het gaat om verzuring, wordt gekeken naar de kosten van maatregelen om de uitstoot van zwaveldioxide tegen te gaan in bijvoorbeeld emissiearme veestallen. Smoguitstoot compenseren kan door de kosten te bepalen van dieselfilters die de uitstoot van roet in bussen verminderen.

De berekening van ecokosten is gebaseerd op de zogenaamde levenscyclusanalyse, een gestandaardiseerde methode om materiaal- en energiestromen in kaart te brengen. Met name grote industriële bedrijven laten dikwijls zo’n analyse uitvoeren om het productieproces te optimaliseren.

Door de verbinding te leggen met milieuproblemen als smog en de uitstoot van CO2, en hier een prijskaartje aan te hangen, kunnen bedrijven op een rationele manier het milieuaspect meewegen in bedrijfseconomische beslissingen, stelt Vogtländer.

De promovendus kon met zijn methodiek antwoord geven op een vraag die al sinds het begin van de jaren negentig speelt onder Nederlandse groente- en fruithandelaren. Wat is milieuvriendelijker: vervoer naar Duitsland in plastic kratten of kartonnen dozen? Plastic kratten gaan langer mee, maar kartonnen dozen zijn gemaakt van gerecycled materiaal, zijn lichter en nemen minder ruimte in beslag.

Vogtländer berekende alle ecokosten als gevolg van het materiaalgebruik, het vervoer en de ‘end-of-life’-fase van de plastic kratten en kartonnen dozen. Plastic kratten belanden op devuilnisbelt en zorgen voor milieuvervuiling en kartonnen dozen worden gerecycled maar daarvoor is energie nodig. Uiteindelijk bleek vervoer in kartonnen dozen het milieuvriendelijkst. ,,Een groot voordeel van kartonnen dozen is dat op de terugweg veel meer goederen meekunnen dan wanneer je plastic kratten weer moet mee terugnemen. Dit milieuvoordeel weegt op tegen het grotere materiaalverbruik.”

Ecotaks

Een belangrijk kritiekpunt op Hooglanders methode is dat de maatregelen tegen vervuiling en de energie- en grondstofbesparende maatregelen, waarop de ecokosten zijn gebaseerd, een subjectieve keuze zijn. Ir. Mark Goedkoop: ,,Wie bepaalt de kosten van de preventiemaatregelen? Als alternatief voor benzine als brandstof kan je inderdaad ethanol nemen, maar je kan ook kiezen voor aandrijving door elektriciteit en dan zijn kolen of zonne-energie het alternatief.” Vogtländer legt uit dat hij in alle gevallen de best practice kiest, volgens hem een logische keuze.

Of de rekening uiteindelijk hoger kan uitvallen? Goedkoop denkt van wel, als men heel lang wacht met het nemen van maatregelen tegen het broeikaseffect.

Prof.dr.ir. Ab Stevels, een van de leden van Vogtländers promotiecommissie, wijst op de onzekerheden op het gebied van toxiciteit. ,,Als elektronische producten op de vuilnisbelt belanden, hangt het van allerlei condities af of de zware metalen oplossen en het grondwater vervuilen. Je weet niet wat er later gebeurt.” Het is dus erg moeilijk om de milieuschade te bepalen, evenals de kosten van noodzakelijke preventiemaatregelen.

Vogtländer erkent de onvolkomenheden van zijn ecokosten-methodiek, maar denkt dat het erg nuttig kan zijn voor ontwerpers, managers en de overheid. Hij wil de methodiek verfijnen en integreren in bestaande databases voor ontwerpers, zodat ze in de ontwerpfase een idee krijgen van de milieuvriendelijkheid van het product. Managers kunnen volgens hem de ecokosten zien als een indicatie voor de kosten wanneer de rijksoverheid besluit ecotaks in te voeren. ,,Het is een goed waarschuwingssignaal. Als je een product hebt met hoge ecokosten en Pronk draait de duimschroeven aan, dan zit je klem. De ecokosten zijn een goede maat voor milieuellende.”

Vogtländer komt met een opmerkelijke conclusie. Luxe artikelen zijn helemaal niet zo slecht voor het milieu. Als voorbeeld noemt hij merkkleding en dure sigaren. ,,Je kan beter een Davidoff-sigaar kopen dan een doosje met tien sigaren van mindere kwaliteit. Dan krijg je tien keer minder rook en ook de hoeveelheid energie voor het transport is lager. Gunstig voor het milieu dus.” Bij de productie van luxe artikelen komt veel arbeid kijken. De milieubelasting is vaak relatief laag, als je het bekijkt per gulden die je ervoor betaalt, vertelt hij.

Een ander goed voorbeeld is een Volvo. De Zweden maken volgens Vogtländer een tamelijk milieuvriendelijke auto vergeleken met andere merken. Je betaalt er voor, maar voor veel mensen is de auto het waard, ook gezien de goede kwaliteit, aldus Vogtländer.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.