Onderwijs

Dierenbescherming wil meer invloed op dierproeven

De Dierenbescherming pleit voor een landelijke ethische commissie die aanvragen voor dierproeven moet beoordelen. Daarin zouden ook vertegenwoordigers van de dierenbeschermingsorganisaties moeten zitten.


Volgend jaar moet de Nederlandse wet voldoen aan een nieuwe Europese richtlijn voor dierenbescherming en dat biedt de kans om een paar zaken te veranderen, schreven de dierenbeschermers deze zomer in een advies aan het kabinet.



Momenteel hebben universiteiten zelf ethische commissies om dierproeven goed te keuren of af te wijzen. Die staan te dicht bij de instellingen en zijn bovendien niet transparant genoeg, aldus de Dierenbescherming. Hun precieze afwegingen zijn niet na te gaan.



De onafhankelijk landelijke commissie zou kunnen beoordelen of er geen alternatief is: moet het experiment inderdaad op dieren worden uitgevoerd of kunnen wetenschappers ook een simulatie gebruiken? Bovendien kan die commissie uitzoeken of een vergelijkbaar experiment al eens eerder is gedaan.



Een paar verdiensten van de Nederlandse wet wil de Dierenbescherming graag behouden, zoals het verbod op experimenten met chimpansees. Maar al met al is de nieuwe Europese richtlijn volgens haar een vooruitgang.



In 2009 werden bijna zeshonderdduizend dieren voor de wetenschap gebruikt, waarvan 86 procent stierf: dat komt neer op een half miljoen dode proefdieren per jaar. Verreweg de meeste proefdieren zijn muizen of ratten.

Het specialisme van dr. David Grünwald: “De afbeelding van moleculen binnen de kern van een levende cel.” Moleculen zien met een optische microscoop? Daar zijn ze toch te klein voor? Binnen een levende cel, dus je ziet allerlei levensprocessen live gebeuren? Het blijkt te kunnen. Grünwald heeft zo vastgesteld dat het tweehonderd milliseconden duurt voordat een RNA-molecuul zich door de kernwand naar buiten heeft gewurmd en dat een gemiddeld eiwit in vijf tot tien milliseconden naar binnen is. “Het mooist was te zien hoe een RNA-molecuul de ene na de andere kernporie probeerde. Dan bleef het ergens een seconde hangen en ging weer verder. Totdat het bij een porie kwam die het doorliet.”

Grünwald kan fascinerend vertellen over een wereld die hij als een van de weinigen zichtbaar kan maken: het levende complex van een cel. Na een jaar rechtenstudie in Frankfurt kwam hij via natuurkunde in aanraking met biofysica. “Hoe werkt het leven? Niet alleen als beschrijving, maar in kwantitatieve zin. Hoe werkt een cel en welke principes houden het leven aan de gang? Die vragen hebben me gegrepen en nooit meer losgelaten.” Sindsdien speelt zijn glanzende wetenschappelijke carrière zich af aan instituten voor biofysica, biochemie, moleculaire biologie en geneeskunde. Na vier jaar onderzoek als postdoc aan het Albert Einstein College of Medicine in New York vindt Grünwald het weer tijd voor fysica.

In een laboratorium bouwt hij met hulp van technici en promovendi een eigen microscoop die speciaal geschikt is om afzonderlijke moleculen te kunnen volgen. Cruciaal daarbij is de maximale lichtopbrengst. Met die microscoop wil hij de interactie tussen verschillende moleculen tot op dertig nanometer precisie kunnen vastleggen. Zo is met verschillende fluorescentielabels zichtbaar te maken of bijvoorbeeld een virus door de kernporie dringt. Of, ander voorbeeld, waar een geneesmiddel zich aan bindt en hoe dat de gang van zaken in de cel beïnvloedt.
“Dat gebeurt allemaal in milliseconden. Die processen spelen zich af in al onze cellen. We zien dat allemaal gebeuren. Niet aan de rand van de cel, maar echt in de kern.” 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.