Hét popfestival van Delft, Westerpop, maakte deze week zijn line up bekend. René Steijger zoekt die bandjes al vanaf het begin bij elkaar, nu voor de 22ste keer.
Hard, snel en veel pratend, enthousiast, joviaal, goedlachs. Het is niet voor het eerst dat René Steijger (46) wordt getypeerd. Dat is niet vreemd, want Steijger is een man waar je in Delft niet omheen kunt. Hij begon in 1989 met Westerpop, omdat zijn wijk het Westerkwartier honderd jaar bestond. Het budget was vijfduizend gulden. Vijfhonderd bezoekers trokken de Delftse amateurbandjes destijds. Nu, 22 jaar later, rekent Westerpop op bijna zestienduizend bezoekers. De namen van de bands zijn dan ook veel groter dan toen. Tim Knol en Go Back To The Zoo zijn het afgelopen jaar mede dankzij De Wereld Draait Door enorm populair geworden. Verder staan Kings Crossing, JAH6, Johnny Gallagher & The Bostie Band, The Boxer Rebellion, Kaizers Orchestra en The Subs op het grote podium.
Met welke band ben je het meest blij?
“We werken nooit met één grote headliner. Wij proberen het budget te verdelen over de hele dag, zodat je meer spreiding en dosering hebt, ook in kwaliteit. Maar ik kan niet ontkennen dat ik trots ben op Kaisers Orchestra, een topdrie-band in Noorwegen. Zij spelen in Nederland alleen in grote zalen. Ze hebben qua licht, techniek en allure best veel eisen. Maar ik ben ook heel blij dat we dit jaar op de zaterdag voor de tweede keer een tweede podium van Stage Europe Network hebben met onbekende Europese bandjes. Die zijn voor mij helemaal nieuw. Zelf boeken we bands die iets verder zijn, die op de rand staan van doorbreken, of dat net hebben gedaan.
De vrijdagavond op Westerpop staat in het teken van lokaal talent. Dat is nu extra belangrijk, want Speakers is straks geen poppodium meer. Jammer, want een stad als Delft met meer dan honderdduizend inwoners moet een goed popaanbod hebben. Het is een hele trieste constatering als straks blijkt dat Westerpop het enige hoogtepunt van het jaar is en dat er door het jaar heen niks gebeurt.”
Hoe ben je tot deze line up gekomen?
“Ik zit van september tot en met maart in de popzalen. Dan ga ik alle bands bekijken, waarvan ik denk dat er potentie in zit. In de zomer ga ik naar de festivals. Het is veel lezen over muziek, veel radio luisteren, veel nieuwe muziek luisteren. Vervolgens probeer je met veel intuïtie nieuw talent te boeken.
In het begin dacht ik: als een band duizend euro kost, moet ik duizend euro betalen. Maar dat is helemaal niet zo. Bandjes boeken is koeienhandel. We krijgen een soort richtprijs en daar zetten we een bod tegenover. Ik loop ieder jaar een blauwtje op een aantal bands. In het begin moest ik daar enorm aan wennen, want ik vond het heel teleurstellend.”
Hoe beleef je Westerpop zelf?
“Ik stop een week vóór Westerpop bij Duwo. Dan zit ik thuis met twee telefoons en computer om alles te regelen. We hebben negen bestuursleden en 230 vrijwilligers, ik doe het allemaal niet alleen. Vanaf donderdag gaat mijn nachtrust eronder lijden. De nachten worden steeds korter en de dagen steeds langer. Dan is dat hele rare weekend, zaterdag presenteer ik de hele dag en moet er achter de schermen van alles gebeuren. Ik sluit zaterdagavond af met champagne en daarna ga ik heel veel bier drinken, want ik moet ergens mijn spanning kwijt. Je hebt de blaren op je voeten staan, bent hartstikke moe, maar je blijft gewoon doorgaan. Vanaf zondag gaan we afbouwen, en meestal heb ik maandag geen stem meer. Dinsdagavond is de accu helemaal leeg.
Woensdag en donderdag lig ik alleen maar te slapen. Ik eet die dagen heel veel, ook zoiets raars. Alles door elkaar: gevulde koeken, drop, chips, allemaal van die onzin. Dan krijg ik af en toe het zuur en moet er weer een maagtabletje in. Vanaf de vrijdag na het festival begin ik weer een beetje op niveau te komen, al zijn er nog wel een paar tekenen in het gezicht. En dan hopelijk snel erachteraan ergens een weekje Griekenland, of zo. Even helemaal ontspannen. Ik ben heel fanatiek, wil het beste van het beste, dat vreet energie. Maar ze zeggen wel eens: zonder strijd geen overwinning. Je moet diep gaan. Maar als het een succes is geweest en duizenden mensen gaan met een goed gevoel weg, als iedereen uit zijn dak is gegaan en mensen hebben waanzinnig staan springen, dan krijg ik zo’n enorme voldoening.”
Ga je zelf wel eens uit je dak?
“Tuurlijk. Ik denk niet dat veel organisatoren dat doen. Niet de hele dag natuurlijk, maar er zijn momenten dat ik pal voor het podium ga staan. En als een band zijn best staat te doen, dan ga ik mee staan springen. Waarom niet, het is toch feest? Dit jaar doe ik dat zelfs nog iets meer. Er zitten een paar bands bij waarvan ik voel dat het moet gaan gebeuren. Kaisers Orchestra is daar een voorbeeld van, en de Subs, de laatste band op Westerpop op zaterdagavond. Daarbij kun je gewoon niet stil blijven staan.”
Het organiseren van Westerpop is vrijwilligerswerk. In het dagelijks leven ben je beheerder bij Duwo. Wat doet een beheerder?
“Ik doe sociaal en technisch beheer. Als er grote studentenfeesten zijn die niet zijn aangekondigd, als er politie bij is geweest en de hele straat klaagt over geluidsoverlast en kapotte bierflessen op straat. Dan ga ik langs om te kijken wat er aan de hand is geweest. Aansprakelijkheden doe ik ook. We zeggen wel eens gekscherend: een goede grap mag wat kosten. Losse stopcontacten uit de muur, deuren die erbij hangen, lekkende douchekranen. Dat loop ik allemaal na. Ik ben voor Duwo in Delft de brandveiligheidcoördinator. Dat betekent dat ik samen met de brandweer de studentenhuizen controleer op brandveiligheid. Doorgangen moeten vrij zijn van hindernissen, gemeenschappelijke ruimtes moeten er op een ordentelijke manier uitzien en afzuigkappen moeten niet helemaal onder het vet zitten. Want krijg je de vlam in de pan, dan fikt het hele huis af.
Soms moet ik sanctioneren. Als de vuilniszakken in een piramide zijn opgestapeld en er komt een bepaalde geur vanaf en de keuken is ranzig, dan kan ik zeggen: jongens, als het binnen vijf dagen niet schoon is, stuur ik een schoonmaakbedrijf langs en zijn de kosten voor jullie eigen rekening. Dat klinkt heel onsympathiek, maar soms is het nodig. Ik sta niet bekend als politieagent, maar ik sta wel voor een bepaalde standaard.
Het merendeel van de etages heeft de zaakjes gelukkig goed voor elkaar, met een uitmuntend corveerooster mét boetesysteem. Maar je hebt van die ranzige etages waar muizen zitten. Daar zijn gewoon geen goede basisafspraken. Na zestien jaar ervaring weet ik: ranzige studenten trekken ranzige studenten aan. Heb je een groep viezeriken bij elkaar, dan blijft het heel lang vies. Iemand die heel netjes is denkt: ik ben nu wel op deze instemming maar ik zou hier nooit willen wonen.
Ik ga toch proberen die studenten te motiveren om op te ruimen. Dat moet je een paar keer terug, maar na een tijdje gaan ze meestal iets regelen om van het gezeik af te zijn.”
Zou je ook voor een gewone wooncorporatie willen werken?
“Dat is toch veel minder leuk? Dan is dat carnaval geweest, de Kriminele ja, en dan zie ik in één keer een kip zitten. In welk werk bel je nou ’s morgens ergens aan en zit er een dronken kip op de bank? Dat is toch geweldig? Die studenten houden mij jong. Ik werk liever met jongeren dan met ouderen. Daar zit tenminste actie in.
Ik vind de grote complexen het spannendste, daar kom je onvoorstelbare dingen tegen. Varkens in de kelder van de Oudraadtweg, waar de feuten tussen moeten slapen. Dat gaat heel erg stinken. Ik ga daar gelijk mee aan de slag, zodat het wordt schoongemaakt en opgelost, maar ergens vind ik het ook wel weer leuk dat ik het meemaak.”
Waarom loop je op Westerpop altijd rond in een cowboyoutfit?
“Ik vind Amerika een bijzonder, intrigerend land. Toen ik zestien was, had ik al wel eens een cowboyhoedje op, vond ik leuk. Toen ik 22 was, organiseerde ik Westerpop voor het eerst. Toen dachten we: we hoeven toch geen presentator in te huren? We geven ons geld liever aan die bandjes. Ik dacht, huppetee, dat doe ik zelf wel. Ik kan in een spijkerbroek op het podium gaan staan, ja, maar ik geef het liever wat kleur om mijn gebrek aan presentatietalent te compenseren. Ik heb natuurlijk nooit de illusie gehad dat ik 22 jaar later nog steeds als een cowboy op het podium zou staan. Maar ik ben een traditioneel ingesteld mens. Als ik in Schotland was geboren, had ik in een kilt gelopen. Ik heb heel veel cowboyhoeden, meer dan 25 Stetsons, dat is het bekendste merk.”
Bestaat Westerpop over twintig jaar nog?
“Het zou kunnen, maar de vraag is wel hoe de Spoorzone zich gaat ontwikkelen. Als hier na 2018 een trein onder de grond rijdt, dan gaat het gebied erboven zich ontwikkelen. Nu staan er geen woningen op het Westerpopterrein, maar ik zie wel al maquettes voorbij komen van woningen er vlak naast.”
WIE IS RENÉ STEIJGER?
René Steijger (46) organiseerde eind jaren tachtig jongerenactiviteiten in het Westerkwartier – de wijk waar hij is geboren en getogen en waar hij nog steeds woont – toen een buurtwerker hem vroeg iets leuks voor jongeren te organiseren ter ere van het honderdjarig bestaan van de wijk.
Het was het begin van Westerpop, al was het popfestival toen nog heel amateuristisch, herinnert Steijger zich. “We maakten bijvoorbeeld de grote fout om een disco-installatie te huren om de bandjes over te laten spelen. Dat klonk te dramatisch voor woorden.”
De ommekeer kwam in 1996, toen Delft 750 jaar bestond. “Toen was er weer een nieuwe buurtwerker in het buurthuis en die zei: dat biedt perspectieven om het popfestival te laten groeien. Toen zijn we wat professioneler geworden en sindsdien steeds meer.” René Steijger is getrouwd en is de trotse eigenaar van een Buick Special uit 1956, ‘een rock and roll-wagen van zes meter lang’. “Maar ik ben veel breder geïnteresseerd, want eenzijdigheid is killing. In je werk, maar ook privé. Om maar eens een mooie uitspraak te doen.”
In het dagelijks leven is hij beheerder bij studentenhuisvester Duwo. “In welk werk bel je nou ’s morgens ergens aan en zit er een dronken kip op de bank? Dat is toch geweldig?”
Comments are closed.