Na twee jaar heimwee in Delft, keerden Xia Ping (29) en Helen Guo (31) in augustus vorig jaar terug naar Sjanghai. Daar was het schrikken, want ondanks hun studie aan de TU Delft wachtte er in Sjanghai tegen alle verwachtingen in geen baan op beide ingenieurs.
br />
Geen sprake van spijt van hun studie, zeggen zowel Helen Guo als Xia Ping, maar veel is wel heel anders gelopen dan ze hadden verwacht toen ze besloten twee jaar in Delft te gaan studeren. Ping studeerde aan de School of Systems Engineering, Policy Analysis and Management (Sepa) van de TU Delft en kan haar technische achtergrond nu goed combineren met een zakelijk talent, iets dat ze nodig zal hebben als ze in maart SAP-systemen voor de detailhandel gaat installeren.
Guo, die elektrotechniek studeerde, is weer terug in de draadloze communicatie waar ze ook begon. Voordat ze naar Delft vertrok werkte ze bij China Unicom, een van China’s telecommunicatiebedrijven. Nu werkt ze bij een kleiner bedrijf en is aangenomen omdat ze met haar uitstekende Engels goed met de Amerikaanse klanten kan werken. ,,Dat komt ook dankzij mijn studie in Delft”, zegt ze.
Op vrijdagavond, na het werk om een uur of zeven, wachten de dames in een van de vele bomvolle, trendy koffiehuizen die Sjanghai rijk is. Even is het dubben waar we gaan eten: altijd een moeilijke keus in een stad met dertigduizend restaurants. Het wordt Kentucky Fried Chicken aan de overkant van de straat.
We worstelen ons door een dikke mensenmassa, afgewisseld met stromen auto’s en fietsers, om het fastfood-paradijs te bereiken. ,,Dat is in Delft wel anders”, zegt Ping terwijl ze om zich heen kijkt. ,,Daar gebeurt na zes uur niks meer op straat. Dat was heel erg wennen. Ik was nog nooit op een plek geweest waar het zo stil kan zijn. Ik kon daar in het begin niet goed tegen.” In Sjanghai met haar naar schatting zeventien miljoen inwoners % waarvan drie miljoen migranten – blijft het ’s avonds druk op straat totdat de voornaamste winkels rond een uur of tien sluiten.
Koeien
Het was dan ook een behoorlijke cultuurschok toen de meiden in Nederland aankwamen. Dit was wel heel groen en landelijk. ,,Allemaal koeien, dat kende ik helemaal niet”, zegt Xia Ping. ,,En nauwelijks grote gebouwen. Het leek helemaal niet alsof we een grote stad passeerden toen we langs Amsterdam reden. Het was allemaal zo klein in Nederland.” Dat maakte de lange avonden in Delft eenzaam. Vergeleken met Sjanghai was in Delft maar weinig te doen.
Het groepje van acht Chinese studenten, onder wie Xia Ping en Helen Guo, was het eerste dat twee jaar geleden in Delft de slag ging. Ze trokken vooral met elkaar op en in mindere mate met de andere internationale studenten. Met de reguliere studenten hadden ze al helemaal nauwelijks contact. Ping: ,,Vaak zaten we maar wat bij elkaar en klaagden over Nederland.” Ze gingen niet veel uit. Helen Guo: ,,In Nederland regent ’t altijd, of het waait, en dus we bleven vooral binnen. Heel wat anders dan het mooie weer hier in Sjanghai.”
Guo spendeerde een groot deel van haar vrije tijd achter de computer, waar ze de gratis voice chat-programma’s gebruikte om met haar ouders en zus in China te praten. ,,Ze kon dat urenlang doen”, zegt Ping, die in de beginperiode een appartement deelde met Guo.
,,Eigenlijk praatte ik in Delft meer met mijn ouders en mijn zusje, dan toen ik nog in Sjanghaiwas”, zegt Guo. ,,Dat werd wat minder toen ze een vriendje kreeg”, vult Ping aan. ,,Een Chinees vriendje, daar was je toch een soort mentor van?”
Nu zit Guo in Sjanghai regelmatig te kletsen met Delft, want haar vriendje studeert pas dit jaar af. ,,Niet zo vaak hoor”, verdedigt ze. ,,Maar twee, drie keer per week, want nu heb ik een veel te drukke baan. En in Sjanghai zijn er veel andere dingen te doen.”
Xia Ping belde maar een keer per week naar Sjanghai, met een normale telefoon. ,,Mijn ouders kunnen niet met een computer omgaan”, legt ze uit. En een vriendje? ,,Jammer genoeg niet.”
Aanbod
De keuze voor een studie in Delft was aanvankelijk eenvoudig voor de meiden. De TU was bekende universiteit met een aanbod dat te mooi was om ‘nee’ tegen te zeggen. Van de twee jaar in Delft zou een jaar collegegeld uit een speciale studiebeurs worden betaald. Dat maakte het per studiejaar ongeveer half zo duur als een vergelijkbare opleiding in Engeland, zeggen de twee.
De ongeveer zesduizend euro collegegeld die ze wel moesten betalen bleken ze dankzij hun werkverleden al ruim bij elkaar gespaard te hebben.
Hebben ze nooit aan een opleiding in de Verenigde Staten gedacht – voor de gemiddelde Chinese student min of meer het beloofde land? ,,Wij hoorden dat het heel erg moeilijk was om voor de Verenigde Staten een visum te krijgen”, zegt Xia Ping. ,,En bovendien zijn de toelatingseisen van de betere universiteiten in de Verenigde Staten heel erg hoog. Door mijn drukke baan had ik helemaal geen tijd om zoiets voor te bereiden. De Nederlandse toelatingseisen waren veel schappelijker.” En als ze de kans hadden gekregen? ,,Dan waren we zeker naar de Verenigde Staten gegaan”, zeggen ze allebei.
Was het strengere Europese visumbeleid dan geen probleem? In de Verenigde Staten mogen afgestudeerden na hun studie blijven als ze een baan hebben, terwijl Europa ze rigoureus wegstuurt. Even is het stil aan het plastic tafeltje van het fastfood-restaurant. ,,Niemand van ons wist dat”, zegt Ping zachtjes. ,,We ontdekten bij toeval aan het einde van het eerste jaar in Nederland dat we meteen na onze studie het land weer uit moesten.”
Een slecht beleid, vinden beiden. Helen Guo: ,,Het zou wel zo handig zijn als we ook nog een of twee jaren werkervaring konden opdoen, net als in de Verenigde Staten. Dan heb je veel meer aan zo’n opleiding.”
Het bericht dat ze die kans op werkervaring niet kregen sloeg in als een bom. ,,We hebben daar heel veel over gepraat, als we ’s avonds bij elkaar kwamen”, zegt Guo.
Verder bespraken ze de tegenvaller met niemand. Niemand op de universiteit leek in staat het isolement van de Chinese studenten te doorbreken.
De Chinese studenten vroegen zich wel vaak af wat er op de universiteit aan de hand was. ,,Dan zagen we heel veel informatie in het Nederlands en probeerden we aan de hand van de foto’s te bedenken waar de tekst over zou gaan”, zegt Xia Ping. ,,We hadden wel wat informatie in het Engels, maar we dachten toch dat we heel veel belangrijks misten.” De universiteit had hen wel een cursus Nederlands gegeven, maar heel veel bleef daarvan niet hangen.
,,We organiseren vooral in het begin van het studiejaar allerlei sociale bijeenkomsten voor buitenlandse studenten”, reageert coördinator marketing en communicatie Jon van Langeveld van de TU Delft, ,,maar verder praat je ook over volwassen mensen die zelf hun weg moeten bepalen. Chinezen zijn inderdaad wat minder interactief, zelfs vergeleken met de Taiwanezen.”
Gemengde gevoelens
Helen Guo en Xia Ping hadden bij toeval gehoord over de nieuwe mogelijkheden om in Delft te studeren, maar de informatievoorziening in China bleek een jaar na aanvang van hun Delftse studie beter op orde te zijn. Na hen kwamen maar liefst veertig Chinese studenten naar Delft, iets waar ze beiden met gemengde gevoelens naar kijken. ,,Een professor zei nog dat hij beter Chinees kon gaan leren en naar China kon komen, in plaats van wij naar Nederland” zegt Guo. ,,En daar had hij wel gelijk in.”
Het eerste jaar van Sepa kwamen de internationale studenten echt van overal uit de wereld, maar in Pings jaar domineerden de Indonesische studenten. Ping: ,,En nu is het al fifty-fifty verdeeld tussen Chinezen en Indonesiërs. Als dat zo doorgaat wordt het een Chinese opleiding.”
Dat besef is inmiddels ook aan de TU doorgedrongen, zegt Van Langeveld. De groei van het aantal Chinese studenten stabiliseert nu rond de vijftig per jaar. ,,We willen dat de instroom gevarieerder wordt en zich niet alleen op de Chinese markt richt. De Chinezen zijn nu al twee jaar de grootste groep internationale studenten. Maar nu komen ook meer Indiërs en Zuid-Amerikanen.”
,,Door het bachelor-mastersysteem komt er meer Engelstalig onderwijs”, zegt Robert van Kan, die namens Nuffic kantoor houdt in Peking. ,,Ik verwacht dan ook dat het aantal Chinese studenten blijft toenemen, die zullen beter verdeeld worden over een groter aantal klassen. Maar wij richten ons meer op de kwaliteit dan de kwantiteit.”
Guo en Ping maakten zich in hun laatste jaar in Delft geen zorgen over hun toekomst in Sjanghai. Dat ze meteen uit Nederland weg moesten was een tegenvaller, maar, zegt Xia Ping, ,,ik wilde uiteindelijk toch terug.” In Sjanghai zou het geen probleem zijn om een goedbetaalde baan te krijgen. Dachten ze. Maar dat viel vies tegen.
,,In de twee jaar die we weg waren geweest, is de arbeidsmarkt in Sjanghai volledig veranderd”, zegt Guo. ,,Toen we weggingen was een buitenlands diploma bijna een garantie op een baan. Nu is het enige waarnaar de werkgevers vragen onze vroegere werkervaring, en die is al aardig aan het verouderen.”
Guo vond eind vorig jaar een baan, Ping is pas net begonnen met een intern opleidingsprogramma voor SAP. Geen van beiden wil vertellen hoeveel ze nu verdienen, maar het is veel minder dan ze verwachtten toen ze weer in Sjanghai uit het vliegtuig stapten.
De stad mocht vorig jaar dan met meer dan tien procent groei China’s economisch krachtcentrale zijn, dat trekt ook veel concurrenten op de arbeidsmarkt aan. Bijna een half miljoen Taiwanezen heeft zich in Sjanghai gevestigd. De Hongkongnezen in de stad, die altijd op Sjanghai neerkeken, hebben hun salariseisen naar beneden moeten bijstellen. Veel Chinezen die in de Verenigde Staten waren blijven hangen, komen nu in Sjanghai hun geluk beproeven. En verder heeft China eind jaren negentig het aantal studenten dat op universiteiten wordt toegelaten verdubbeld, zonder daar overigens fors bij te investeren. Dat betekent dat nu jaarlijks het dubbele aantal afgestudeerden op de arbeidsmarkt komt.
,,Ook die net afgestudeerde jongeren zijn onze concurrenten”, zegt Xia Ping. ,,Wij hebben dan wel meer opleiding en meer werkervaring, maar veel werkgevers kijken vooral naar de kosten. En dan blijkt onze ervaring en opleiding soms zelfs een nadeel te zijn.”
Na twee jaar heimwee in Delft, keerden Xia Ping (29) en Helen Guo (31) in augustus vorig jaar terug naar Sjanghai. Daar was het schrikken, want ondanks hun studie aan de TU Delft wachtte er in Sjanghai tegen alle verwachtingen in geen baan op beide ingenieurs.
Geen sprake van spijt van hun studie, zeggen zowel Helen Guo als Xia Ping, maar veel is wel heel anders gelopen dan ze hadden verwacht toen ze besloten twee jaar in Delft te gaan studeren. Ping studeerde aan de School of Systems Engineering, Policy Analysis and Management (Sepa) van de TU Delft en kan haar technische achtergrond nu goed combineren met een zakelijk talent, iets dat ze nodig zal hebben als ze in maart SAP-systemen voor de detailhandel gaat installeren.
Guo, die elektrotechniek studeerde, is weer terug in de draadloze communicatie waar ze ook begon. Voordat ze naar Delft vertrok werkte ze bij China Unicom, een van China’s telecommunicatiebedrijven. Nu werkt ze bij een kleiner bedrijf en is aangenomen omdat ze met haar uitstekende Engels goed met de Amerikaanse klanten kan werken. ,,Dat komt ook dankzij mijn studie in Delft”, zegt ze.
Op vrijdagavond, na het werk om een uur of zeven, wachten de dames in een van de vele bomvolle, trendy koffiehuizen die Sjanghai rijk is. Even is het dubben waar we gaan eten: altijd een moeilijke keus in een stad met dertigduizend restaurants. Het wordt Kentucky Fried Chicken aan de overkant van de straat.
We worstelen ons door een dikke mensenmassa, afgewisseld met stromen auto’s en fietsers, om het fastfood-paradijs te bereiken. ,,Dat is in Delft wel anders”, zegt Ping terwijl ze om zich heen kijkt. ,,Daar gebeurt na zes uur niks meer op straat. Dat was heel erg wennen. Ik was nog nooit op een plek geweest waar het zo stil kan zijn. Ik kon daar in het begin niet goed tegen.” In Sjanghai met haar naar schatting zeventien miljoen inwoners % waarvan drie miljoen migranten – blijft het ’s avonds druk op straat totdat de voornaamste winkels rond een uur of tien sluiten.
Koeien
Het was dan ook een behoorlijke cultuurschok toen de meiden in Nederland aankwamen. Dit was wel heel groen en landelijk. ,,Allemaal koeien, dat kende ik helemaal niet”, zegt Xia Ping. ,,En nauwelijks grote gebouwen. Het leek helemaal niet alsof we een grote stad passeerden toen we langs Amsterdam reden. Het was allemaal zo klein in Nederland.” Dat maakte de lange avonden in Delft eenzaam. Vergeleken met Sjanghai was in Delft maar weinig te doen.
Het groepje van acht Chinese studenten, onder wie Xia Ping en Helen Guo, was het eerste dat twee jaar geleden in Delft de slag ging. Ze trokken vooral met elkaar op en in mindere mate met de andere internationale studenten. Met de reguliere studenten hadden ze al helemaal nauwelijks contact. Ping: ,,Vaak zaten we maar wat bij elkaar en klaagden over Nederland.” Ze gingen niet veel uit. Helen Guo: ,,In Nederland regent ’t altijd, of het waait, en dus we bleven vooral binnen. Heel wat anders dan het mooie weer hier in Sjanghai.”
Guo spendeerde een groot deel van haar vrije tijd achter de computer, waar ze de gratis voice chat-programma’s gebruikte om met haar ouders en zus in China te praten. ,,Ze kon dat urenlang doen”, zegt Ping, die in de beginperiode een appartement deelde met Guo.
,,Eigenlijk praatte ik in Delft meer met mijn ouders en mijn zusje, dan toen ik nog in Sjanghaiwas”, zegt Guo. ,,Dat werd wat minder toen ze een vriendje kreeg”, vult Ping aan. ,,Een Chinees vriendje, daar was je toch een soort mentor van?”
Nu zit Guo in Sjanghai regelmatig te kletsen met Delft, want haar vriendje studeert pas dit jaar af. ,,Niet zo vaak hoor”, verdedigt ze. ,,Maar twee, drie keer per week, want nu heb ik een veel te drukke baan. En in Sjanghai zijn er veel andere dingen te doen.”
Xia Ping belde maar een keer per week naar Sjanghai, met een normale telefoon. ,,Mijn ouders kunnen niet met een computer omgaan”, legt ze uit. En een vriendje? ,,Jammer genoeg niet.”
Aanbod
De keuze voor een studie in Delft was aanvankelijk eenvoudig voor de meiden. De TU was bekende universiteit met een aanbod dat te mooi was om ‘nee’ tegen te zeggen. Van de twee jaar in Delft zou een jaar collegegeld uit een speciale studiebeurs worden betaald. Dat maakte het per studiejaar ongeveer half zo duur als een vergelijkbare opleiding in Engeland, zeggen de twee.
De ongeveer zesduizend euro collegegeld die ze wel moesten betalen bleken ze dankzij hun werkverleden al ruim bij elkaar gespaard te hebben.
Hebben ze nooit aan een opleiding in de Verenigde Staten gedacht – voor de gemiddelde Chinese student min of meer het beloofde land? ,,Wij hoorden dat het heel erg moeilijk was om voor de Verenigde Staten een visum te krijgen”, zegt Xia Ping. ,,En bovendien zijn de toelatingseisen van de betere universiteiten in de Verenigde Staten heel erg hoog. Door mijn drukke baan had ik helemaal geen tijd om zoiets voor te bereiden. De Nederlandse toelatingseisen waren veel schappelijker.” En als ze de kans hadden gekregen? ,,Dan waren we zeker naar de Verenigde Staten gegaan”, zeggen ze allebei.
Was het strengere Europese visumbeleid dan geen probleem? In de Verenigde Staten mogen afgestudeerden na hun studie blijven als ze een baan hebben, terwijl Europa ze rigoureus wegstuurt. Even is het stil aan het plastic tafeltje van het fastfood-restaurant. ,,Niemand van ons wist dat”, zegt Ping zachtjes. ,,We ontdekten bij toeval aan het einde van het eerste jaar in Nederland dat we meteen na onze studie het land weer uit moesten.”
Een slecht beleid, vinden beiden. Helen Guo: ,,Het zou wel zo handig zijn als we ook nog een of twee jaren werkervaring konden opdoen, net als in de Verenigde Staten. Dan heb je veel meer aan zo’n opleiding.”
Het bericht dat ze die kans op werkervaring niet kregen sloeg in als een bom. ,,We hebben daar heel veel over gepraat, als we ’s avonds bij elkaar kwamen”, zegt Guo.
Verder bespraken ze de tegenvaller met niemand. Niemand op de universiteit leek in staat het isolement van de Chinese studenten te doorbreken.
De Chinese studenten vroegen zich wel vaak af wat er op de universiteit aan de hand was. ,,Dan zagen we heel veel informatie in het Nederlands en probeerden we aan de hand van de foto’s te bedenken waar de tekst over zou gaan”, zegt Xia Ping. ,,We hadden wel wat informatie in het Engels, maar we dachten toch dat we heel veel belangrijks misten.” De universiteit had hen wel een cursus Nederlands gegeven, maar heel veel bleef daarvan niet hangen.
,,We organiseren vooral in het begin van het studiejaar allerlei sociale bijeenkomsten voor buitenlandse studenten”, reageert coördinator marketing en communicatie Jon van Langeveld van de TU Delft, ,,maar verder praat je ook over volwassen mensen die zelf hun weg moeten bepalen. Chinezen zijn inderdaad wat minder interactief, zelfs vergeleken met de Taiwanezen.”
Gemengde gevoelens
Helen Guo en Xia Ping hadden bij toeval gehoord over de nieuwe mogelijkheden om in Delft te studeren, maar de informatievoorziening in China bleek een jaar na aanvang van hun Delftse studie beter op orde te zijn. Na hen kwamen maar liefst veertig Chinese studenten naar Delft, iets waar ze beiden met gemengde gevoelens naar kijken. ,,Een professor zei nog dat hij beter Chinees kon gaan leren en naar China kon komen, in plaats van wij naar Nederland” zegt Guo. ,,En daar had hij wel gelijk in.”
Het eerste jaar van Sepa kwamen de internationale studenten echt van overal uit de wereld, maar in Pings jaar domineerden de Indonesische studenten. Ping: ,,En nu is het al fifty-fifty verdeeld tussen Chinezen en Indonesiërs. Als dat zo doorgaat wordt het een Chinese opleiding.”
Dat besef is inmiddels ook aan de TU doorgedrongen, zegt Van Langeveld. De groei van het aantal Chinese studenten stabiliseert nu rond de vijftig per jaar. ,,We willen dat de instroom gevarieerder wordt en zich niet alleen op de Chinese markt richt. De Chinezen zijn nu al twee jaar de grootste groep internationale studenten. Maar nu komen ook meer Indiërs en Zuid-Amerikanen.”
,,Door het bachelor-mastersysteem komt er meer Engelstalig onderwijs”, zegt Robert van Kan, die namens Nuffic kantoor houdt in Peking. ,,Ik verwacht dan ook dat het aantal Chinese studenten blijft toenemen, die zullen beter verdeeld worden over een groter aantal klassen. Maar wij richten ons meer op de kwaliteit dan de kwantiteit.”
Guo en Ping maakten zich in hun laatste jaar in Delft geen zorgen over hun toekomst in Sjanghai. Dat ze meteen uit Nederland weg moesten was een tegenvaller, maar, zegt Xia Ping, ,,ik wilde uiteindelijk toch terug.” In Sjanghai zou het geen probleem zijn om een goedbetaalde baan te krijgen. Dachten ze. Maar dat viel vies tegen.
,,In de twee jaar die we weg waren geweest, is de arbeidsmarkt in Sjanghai volledig veranderd”, zegt Guo. ,,Toen we weggingen was een buitenlands diploma bijna een garantie op een baan. Nu is het enige waarnaar de werkgevers vragen onze vroegere werkervaring, en die is al aardig aan het verouderen.”
Guo vond eind vorig jaar een baan, Ping is pas net begonnen met een intern opleidingsprogramma voor SAP. Geen van beiden wil vertellen hoeveel ze nu verdienen, maar het is veel minder dan ze verwachtten toen ze weer in Sjanghai uit het vliegtuig stapten.
De stad mocht vorig jaar dan met meer dan tien procent groei China’s economisch krachtcentrale zijn, dat trekt ook veel concurrenten op de arbeidsmarkt aan. Bijna een half miljoen Taiwanezen heeft zich in Sjanghai gevestigd. De Hongkongnezen in de stad, die altijd op Sjanghai neerkeken, hebben hun salariseisen naar beneden moeten bijstellen. Veel Chinezen die in de Verenigde Staten waren blijven hangen, komen nu in Sjanghai hun geluk beproeven. En verder heeft China eind jaren negentig het aantal studenten dat op universiteiten wordt toegelaten verdubbeld, zonder daar overigens fors bij te investeren. Dat betekent dat nu jaarlijks het dubbele aantal afgestudeerden op de arbeidsmarkt komt.
,,Ook die net afgestudeerde jongeren zijn onze concurrenten”, zegt Xia Ping. ,,Wij hebben dan wel meer opleiding en meer werkervaring, maar veel werkgevers kijken vooral naar de kosten. En dan blijkt onze ervaring en opleiding soms zelfs een nadeel te zijn.”
Comments are closed.