De afgelopen weken was er in de media nogal wat te doen over de ThothX Tower, de zogenaamde ‘ruimtelift’ van Thoth Technology.
Het Canadese bedrijf nam een patent op deze opblaasbare versterkte constructie, die raketten zou moeten lanceren vanaf een hoogte van twintig kilometer. Jasper Bouwmeester van de afdeling space systems engineering is niet overtuigd van de werking van deze innovatie. Hij vindt vooral dat de omschrijving niet klopt. “Ze noemen het een ruimtelift, maar dat klopt niet. Het is geen lift, maar gewoon een heel hoge toren.”
Deze hoge toren met lanceerplatform zorgt ervoor dat raketten minder brandstof nodig hebben en dus ook kleiner kunnen worden. Het is de bedoeling dat reizen naar de ruimte hierdoor minder duur wordt en op grotere schaal kan plaatsvinden. De toren kan er inderdaad voor zorgen dat ruimtereizen dertig procent goedkoper worden, dankzij de brandstofbesparing en de kleinere omvang van de raket.
Daarbij wordt echter geen rekening gehouden met de kosten van de toren zelf, die gigantisch zullen zijn. Niet alleen is de constructie erg duur, maar er is ook een enorme hoeveelheid helium nodig om de toren overeind te krijgen. Bouwmeester laat weten dat het rechtop houden van de toren ruw geschat “zo’n beetje al het helium op de wereld vereist, en dat gaat miljarden kosten.” Ook zullen er technische complicaties optreden, al was het maar omdat heliumatomen zo klein zijn dat ze al snel uit de toren ontsnappen. Die moet dan ook regelmatig worden bijgevuld, iets wat naar schatting nog eens een paar miljoen per maand zal kosten.
Door de mediahype van de afgelopen weken lijkt het misschien alsof de toren al bijna een feit is, maar voorlopig is het ontwerp vooral onpraktisch. Het idee van zo’n flexibele toren is ‘aardig’, maar een hoogte van twintig kilometer is waarschijnlijk niet realistisch, aldus een sceptische Bouwmeester. “Het is misschien wel mogelijk om met deze technologie een toren van een kilometer hoog te bouwen, waarmee het de hoogste toren ter wereld zou zijn. Het zou dan echter vooral een architectonisch wonder zijn en niets te maken hebben met ruimtereizen.” Tot slot zegt Bouwmeester dat we dit idee vooral niet te serieus moeten nemen. “We hoeven ons voorlopig nog niet te verheugen op ruimtehotels.”
Comments are closed.