De Correspondent pakte stevig uit afgelopen dinsdag 18 april. ‘Onthulling: Nederland stoot veel meer broeikasgas uit dan de overheid beweert’.
Hoogleraar remote sensing prof.dr.ir. Herman Russchenberg (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen) vindt na lezing enige nuancering op zijn plaats: het artikel gaat over de uitstoot van methaan (CH₄) en niet over het meest algemene broeikasgas kooldioxide (CO₂).
Het geciteerde feit klopt wel: de uitstoot van methaan is sinds 1990 niet met 43 procent afgenomen zoals de overheid beweert, maar met slechts 20 procent. Dat is slecht nieuws voor het klimaat: methaan is namelijk een veel krachtiger (86 keer) broeikasgas dan CO₂. Methaan is alleen minder stabiel waardoor het opwarmende effect over een periode van honderd jaar 34 keer zo sterk is als dat van kooldioxide.
Heeft de overheid dus foutieve opgaven verstrekt aan de Europese controle-instanties? Ja, zegt Russchenberg, maar niet op een frauduleuze manier. Europa heeft geen verplichtingen opgelegd om emissies van broeikasgassen te bemeten. Dus laat de overheid steekproefsgewijs metingen doen, en extrapoleert die tot een landelijk cijfer.
De belangrijkste bron van informatie, vooral voor CO₂, zijn de opgaven van de industrie en die zijn vaak aan de lage kant. Voor methaan ligt de bepaling van emissies aan de hand van opgaven nog ingewikkelder omdat de bronnen zo verspreid zijn: natuurlijke bronnen uit moeras en water, landbouw en afvalbergen en industrie. Al die bijdragen bij elkaar opgeteld blijkt dus geen goed beeld te geven van de werkelijkheid.
Correspondent Han van de Wiel schrijft daarover: ‘Data over methaanemissies worden verzameld door bedrijven zelf. Op grond van niet te achterhalen emissiefactoren schatten ze hoeveel gas hun installaties laten weglekken. De data worden opgenomen in un milieujaarverslagen en vervolgens geüpload naar een site van de Rijksoverheid. Behalve het betreffende bedrijf en de toezichthouder kan niemand erbij.’
Russchenberg: “De overheid voert een minimum beleid. Ze voldoet aan de verplichtingen, maar meer ook niet. Bij monitoring van luchtkwaliteit zie je hetzelfde patroon. Twee jaar geleden wilde het ministerie voor Infrastructuur en Milieu zelfs de minimale monitoring afschaffen. Daar zijn begin dit jaar Kamervragen over gesteld door D66 en ChristenUnie. Het is mede daaraan te danken dat KNMI en ECN nu voor de komende tien jaar budget hebben gekregen voor hun broeikasgasmetingen.”
Russchenberg zelf nam een kleine twee jaar geleden het initiatief voor een landelijk dekkend fijnmazig meetnetwerk met de naam Ruisdael Observatorium. Hij diende het in bij de KNAW die op zoek was naar grote onderzoeksfaciliteiten, en het maakt nu deel uit de dertien onderzoeksfaciliteiten op de shortlist van het NWO. Het observatorium maakt gebruik van bestaande infrastructuur van KNMI en RIVM en breidt dat uit naar een nationaal klimaatobservatorium.
‘Nederland is bezig zijn energievoorziening met miljarden euro’s te vergroenen, maar heeft grote moeite geld te stoppen in het meten van de effecten daarvan’, citeert De Correspondent ECN-onderzoeker Arjan Hensen. Russchenberg is dat met hem eens. “De invulling tot nu toe is te positief. Je hebt goede metingen nodig om beleid te controleren, maar ook om bijtijds bij te sturen. Het ministerie van I&M zou een procent moeten reserveren voor de monitoring van hun beleid.”

Comments are closed.