Campus

Desgevraagd

In Tilburg verrijst een woontoren van 135 meter hoog. Zuid-Korea gaat een wereldrecord hoogbouw vestigen met een ‘raket’ van 464,5 meter. Kan het nog hoger?,,Jazeker”, verkondigt Jan Vambersky, hoogleraar bij de sectie Gebouwen en Bouwtechniek van Civiele Techniek, enthousiast.

,,Technisch gezien is de limiet nog lang niet bereikt. Ook niet in Nederland. Twintig meter onder de grond liggen mooie zandlagen die een prima fundering vormen. Zo’n toren zakt echt niet weg. Die gedachte is gebaseerd op kerktorens van tweehonderd jaar oud. Toen konden ze nog niet omgaan met slappe grond.”

De beperkende factor voor woontorens blijkt op het moment niet de techniek maar de markt. Vambersky: ,,Je bouwt eigenlijk in één klap een heel dorp of zelfs een kleine stad. Al die woningen komen tegelijkertijd op de markt. Het is voor een ontwikkelaar moeilijk in te schatten of de vraag groot genoeg zal zijn.”

Toch durven ze in Zuid-Korea het risico aan. In 2005 staat in de havenstad Pusan een slanke toren met een recordhoogte van 465 meter. De toren in de vorm van een raket zal 107 verdiepingen tellen. ,,Tja, daar spelen dan ook weer andere factor een rol: een monument willen neerzetten, de hoogste willen zijn. Dat is ook menselijk”, antwoordt de hoogleraar desgevraagd.

Zeeziek

Het belangrijkst bij het ontwerp van een wolkenkrabber is de stijfheid. Elk gebouw beweegt, zeker bij windkracht 12. Maar op de bovenste verdiepingen van hoge gebouwen kan dit merkbaar worden.

De gebouwendeskundige: ,,Door schade en schande heeft men inmiddels aardig geleerd. Wanneer een gebouw niet stijf genoeg is, gaan op de 35e verdieping al snel de hanglampen zwaaien en gaat het water in het aquarium golven. Waar bewoners ook over klagen, is dat het onrustig is. Het uitzicht langs de raamstijlen verandert continu en sommige mensen voelen het gebouw versnellen. In extreme gevallen worden mensen dan zeeziek. Maar ook het geluid van piepende wanden en krakende gevels kan mensen een onprettig gevoel geven.”

Een andere uitdaging voor de ontwerpers is het netto woonoppervlak in de toren zo groot mogelijk te maken. Elk badkamertje heeft een af- en aanvoer nodig. En ook ventilatiekanalen, gaspijpen, stroomdraden en liftschachten nemen ruimte in. Hoe slanker en hoger de toren hoe beroerder de verhouding tussen woonoppervlak en transportruimte en hoe duurder dus de flats.

Gaan we in Nederland ondanks de torenhoge kosten toch steeds meer woontorens zien vanwege ruimtegebrek? Vambersky: ,,Ja, maar het zal een klein deel van de markt blijven. Vanwege de kosten, maar vooral omdat de markt er niet om vraagt. Tweeverdieners vinden het wellicht hip en ouderen waarderen de veiligheid, maar gezinnen willen toch gewoon een tuintje.”

In Tilburg verrijst een woontoren van 135 meter hoog. Zuid-Korea gaat een wereldrecord hoogbouw vestigen met een ‘raket’ van 464,5 meter. Kan het nog hoger?

,,Jazeker”, verkondigt Jan Vambersky, hoogleraar bij de sectie Gebouwen en Bouwtechniek van Civiele Techniek, enthousiast. ,,Technisch gezien is de limiet nog lang niet bereikt. Ook niet in Nederland. Twintig meter onder de grond liggen mooie zandlagen die een prima fundering vormen. Zo’n toren zakt echt niet weg. Die gedachte is gebaseerd op kerktorens van tweehonderd jaar oud. Toen konden ze nog niet omgaan met slappe grond.”

De beperkende factor voor woontorens blijkt op het moment niet de techniek maar de markt. Vambersky: ,,Je bouwt eigenlijk in één klap een heel dorp of zelfs een kleine stad. Al die woningen komen tegelijkertijd op de markt. Het is voor een ontwikkelaar moeilijk in te schatten of de vraag groot genoeg zal zijn.”

Toch durven ze in Zuid-Korea het risico aan. In 2005 staat in de havenstad Pusan een slanke toren met een recordhoogte van 465 meter. De toren in de vorm van een raket zal 107 verdiepingen tellen. ,,Tja, daar spelen dan ook weer andere factor een rol: een monument willen neerzetten, de hoogste willen zijn. Dat is ook menselijk”, antwoordt de hoogleraar desgevraagd.

Zeeziek

Het belangrijkst bij het ontwerp van een wolkenkrabber is de stijfheid. Elk gebouw beweegt, zeker bij windkracht 12. Maar op de bovenste verdiepingen van hoge gebouwen kan dit merkbaar worden.

De gebouwendeskundige: ,,Door schade en schande heeft men inmiddels aardig geleerd. Wanneer een gebouw niet stijf genoeg is, gaan op de 35e verdieping al snel de hanglampen zwaaien en gaat het water in het aquarium golven. Waar bewoners ook over klagen, is dat het onrustig is. Het uitzicht langs de raamstijlen verandert continu en sommige mensen voelen het gebouw versnellen. In extreme gevallen worden mensen dan zeeziek. Maar ook het geluid van piepende wanden en krakende gevels kan mensen een onprettig gevoel geven.”

Een andere uitdaging voor de ontwerpers is het netto woonoppervlak in de toren zo groot mogelijk te maken. Elk badkamertje heeft een af- en aanvoer nodig. En ook ventilatiekanalen, gaspijpen, stroomdraden en liftschachten nemen ruimte in. Hoe slanker en hoger de toren hoe beroerder de verhouding tussen woonoppervlak en transportruimte en hoe duurder dus de flats.

Gaan we in Nederland ondanks de torenhoge kosten toch steeds meer woontorens zien vanwege ruimtegebrek? Vambersky: ,,Ja, maar het zal een klein deel van de markt blijven. Vanwege de kosten, maar vooral omdat de markt er niet om vraagt. Tweeverdieners vinden het wellicht hip en ouderen waarderen de veiligheid, maar gezinnen willen toch gewoon een tuintje.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.