De politie van Deventer heeft een dertigjarige man bevrijd uit een winkelwagentje. Winkelwagentjes oefenen een grote aantrekkingskracht uit op de Nederlander. Jaarlijks raken de grootgrutters twintigduizend karretjes kwijt, die in achtertuinen weer opduiken als barbecue of konijnenhok.
Daarom staat in Alphen aan de Rijn sinds kort een boete van 180 gulden op winkelwagendiefstal, wat redelijk in de buurt komt van de gemiddelde verkoopprijs.
Of dergelijke sancties ander misbruik kunnen voorkomen valt nog te bezien. Zo wilde een dertigjarige inwoner van Deventer wel eens weten hoe comfortabel het uitklapbare kinderzitje nu eigenlijk is. Nadat de man had plaatsgenomen, kwam hij het zitje echter niet meer uit. Uiteindelijk werd hij maandagnacht bevrijd door de politie.
Dat dit experiment verkeerd moest aflopen staat volgens een woordvoerder van Wanzl vast. Dit bedrijf heeft 85 procent van de Nederlandse markt in handen en verkocht vorig jaar 73 duizend nieuwe wagentjes aan de supermarkten. De kinderzitjes hebben zo hun beperkingen, beaamt de woordvoerder. ,,Ze zijn berekend op een gewicht tot twintig kilo, zeg ik zo even uit mijn hoofd. Een volwassen persoon past daar natuurlijk nooit in”
Luikje
Maar desgevraagd wil dr.ir. J.F.M. Molenbroek, werkzaam bij de sectie productergonomie van Industrieel Ontwerpen, wel eens uitzoeken wat de mogelijkheden zijn. In de jaren tachtig is aan de faculteit een antropometrisch onderzoek uitgevoerd waarin van 2400 kinderen een groot aantal lichaamskenmerken werd bepaald.
Met het basisgegeven van twintig kilo kan Molenbroek wel uit de voeten. De spreiding van de leeftijden naar lichaamsgewicht blijkt opvallend: bij twintig kilo zijn de uitschieters respectievelijk drie en negen jaar oud. Bladerend door de tabellen heeft de ergonoom het volgende kengetal al snel vastgesteld. ,,Uitgaande van die twintig kilo, zou het redelijk zijn als de fabrikant rekening houdt met een heupbreedte van 25 centimeter”, meent Molenbroek. ,,Om het in- en uitstappen makkelijk te maken, moet je het zitje dan zeker dertig centimeter breed maken.”
Een tabellenboek met meetgegevens van normale volwassenen levert verder niets op. Maar uit een onderzoek onder 350 studenten blijkt dat er aan de TU minstens vier studenten rondlopen waarvan de zittende heupbreedte kleiner dan dertig centimeter is. Eén student heeft zelfs maar 28 centimeter nodig, en zou dus vrij makkelijk in een kinderzitje passen.
Molenbroek betwijfelt overigens of winkelwagenfabrikanten wel op deze wijze gebruik maken van ergonomische data. Toch benadrukt hij dat enige antropometrische kennis een hoop verrassingen kan voorkomen. ,,In 1993 is bijvoorbeeld een gevangene ontsnapt door een etensluikje van dertig bij zeventien centimeter. We houden onze studenten daarom altijd voor ook rekening te houden met onbedoeld, maar redelijk te verwachten gebruik.”
Winkelwagentjes oefenen een grote aantrekkingskracht uit op de Nederlander. Jaarlijks raken de grootgrutters twintigduizend karretjes kwijt, die in achtertuinen weer opduiken als barbecue of konijnenhok. Daarom staat in Alphen aan de Rijn sinds kort een boete van 180 gulden op winkelwagendiefstal, wat redelijk in de buurt komt van de gemiddelde verkoopprijs.
Of dergelijke sancties ander misbruik kunnen voorkomen valt nog te bezien. Zo wilde een dertigjarige inwoner van Deventer wel eens weten hoe comfortabel het uitklapbare kinderzitje nu eigenlijk is. Nadat de man had plaatsgenomen, kwam hij het zitje echter niet meer uit. Uiteindelijk werd hij maandagnacht bevrijd door de politie.
Dat dit experiment verkeerd moest aflopen staat volgens een woordvoerder van Wanzl vast. Dit bedrijf heeft 85 procent van de Nederlandse markt in handen en verkocht vorig jaar 73 duizend nieuwe wagentjes aan de supermarkten. De kinderzitjes hebben zo hun beperkingen, beaamt de woordvoerder. ,,Ze zijn berekend op een gewicht tot twintig kilo, zeg ik zo even uit mijn hoofd. Een volwassen persoon past daar natuurlijk nooit in”
Luikje
Maar desgevraagd wil dr.ir. J.F.M. Molenbroek, werkzaam bij de sectie productergonomie van Industrieel Ontwerpen, wel eens uitzoeken wat de mogelijkheden zijn. In de jaren tachtig is aan de faculteit een antropometrisch onderzoek uitgevoerd waarin van 2400 kinderen een groot aantal lichaamskenmerken werd bepaald.
Met het basisgegeven van twintig kilo kan Molenbroek wel uit de voeten. De spreiding van de leeftijden naar lichaamsgewicht blijkt opvallend: bij twintig kilo zijn de uitschieters respectievelijk drie en negen jaar oud. Bladerend door de tabellen heeft de ergonoom het volgende kengetal al snel vastgesteld. ,,Uitgaande van die twintig kilo, zou het redelijk zijn als de fabrikant rekening houdt met een heupbreedte van 25 centimeter”, meent Molenbroek. ,,Om het in- en uitstappen makkelijk te maken, moet je het zitje dan zeker dertig centimeter breed maken.”
Een tabellenboek met meetgegevens van normale volwassenen levert verder niets op. Maar uit een onderzoek onder 350 studenten blijkt dat er aan de TU minstens vier studenten rondlopen waarvan de zittende heupbreedte kleiner dan dertig centimeter is. Eén student heeft zelfs maar 28 centimeter nodig, en zou dus vrij makkelijk in een kinderzitje passen.
Molenbroek betwijfelt overigens of winkelwagenfabrikanten wel op deze wijze gebruik maken van ergonomische data. Toch benadrukt hij dat enige antropometrische kennis een hoop verrassingen kan voorkomen. ,,In 1993 is bijvoorbeeld een gevangene ontsnapt door een etensluikje van dertig bij zeventien centimeter. We houden onze studenten daarom altijd voor ook rekening te houden met onbedoeld, maar redelijk te verwachten gebruik.”
Comments are closed.