Veel mensen ergeren zich aan hun lawaaierige buren, blijkt uit cijfers van het CBS. Geluidsoverlast lijkt hondenpoep naar de kroon te steken als bron van ergernis.
De meeste mensen zijn vrij tevreden over hun leefomgeving, maar lawaai van verkeer en omwonenden verzieken het woonplezier soms behoorlijk. Zo zegt 21 procent van de bewoners zich te storen aan luidruchtige buren, maakte het CBS maandag bekend.
Stemverheffingen en bonkende geluidsinstallaties mogen dan tot de omgevingsfactoren behoren, aan de overlast is zeker wat te doen. Desgevraagd vertelt C. den Boer, werkzaam bij het werkverband bouwfysica, installaties en milieutechnisch ontwerpen van Bouwkunde, dat deze mede wordt veroorzaakt door bouw- of ontwerpfouten.
,,Veel gehorige woningen zitten technisch gewoon niet goed in elkaar”, vertelt hij. ,,Doorlopende vloeren, slechte wandconstructies en onvoldoende kierdichting zorgen ervoor dat het geluid vrij spel heeft. Vooral in de jaren zestig en zeventig zijn op deze wijze veel woningen gebouwd. De kennis over de leefbaarheid van woningen was toen nog beperkt.”
Vochtig
Met voorzetwanden en isolatie is hier nog wel een mouw aan te passen. Maar elk type geluid vraagt om een eigen oplossing. ,,Burengerucht kan bestaan uit stemgeluid en lage tonen van bijvoorbeeld geluidsinstallaties. Met zogenaamde buigslappe muren kun je het stemgeluid goed tegenhouden. Maar lage tonen verplaatsen zich via de constructie, voornamelijk langs doorlopende vloeren en verwarmingsbuizen. En als de vloerdelen er eenmaal liggen kun je die natuurlijk niet meer van elkaar losslijpen.”
Fouten uit het verleden waar de bewoners nu de rekening voor krijgen. Gehorige woningen worden tegenwoordig nauwelijks meer gebouwd. Maar het binnenmilieu is het nog steeds een ondergeschoven kindje, meent Den Boer. Vooral de kennis bij het publiek laat te wensen over.
,,Als de temperatuur daalt zet iedereen automatisch de thermostaat hoger. Er zijn echter maar weinig mensen die de luchtvochtigheid in huis in de gaten houden. Als die onder de veertig procent komt, kun je serieuze gezondheidsproblemen krijgen. Je slijmvliezen drogen dan uit en je wordt vatbaarder voor infecties. Ouders die zich afvragen waarom hun kind zo loopt te snotteren zouden daar eens naar moeten kijken.”
Luchtbevochtigers helpen in elk geval zelden. ,,Daarmee win je hooguit enkele procenten. De verdampers die je aan de verwarming hangt helpen sowieso niet. Dat ze nog steeds worden verkocht, grenst in mijn ogen aan kwakzalverij.”
Geluidsoverlast lijkt hondenpoep naar de kroon te steken als bron van ergernis. De meeste mensen zijn vrij tevreden over hun leefomgeving, maar lawaai van verkeer en omwonenden verzieken het woonplezier soms behoorlijk. Zo zegt 21 procent van de bewoners zich te storen aan luidruchtige buren, maakte het CBS maandag bekend.
Stemverheffingen en bonkende geluidsinstallaties mogen dan tot de omgevingsfactoren behoren, aan de overlast is zeker wat te doen. Desgevraagd vertelt C. den Boer, werkzaam bij het werkverband bouwfysica, installaties en milieutechnisch ontwerpen van Bouwkunde, dat deze mede wordt veroorzaakt door bouw- of ontwerpfouten.
,,Veel gehorige woningen zitten technisch gewoon niet goed in elkaar”, vertelt hij. ,,Doorlopende vloeren, slechte wandconstructies en onvoldoende kierdichting zorgen ervoor dat het geluid vrij spel heeft. Vooral in de jaren zestig en zeventig zijn op deze wijze veel woningen gebouwd. De kennis over de leefbaarheid van woningen was toen nog beperkt.”
Vochtig
Met voorzetwanden en isolatie is hier nog wel een mouw aan te passen. Maar elk type geluid vraagt om een eigen oplossing. ,,Burengerucht kan bestaan uit stemgeluid en lage tonen van bijvoorbeeld geluidsinstallaties. Met zogenaamde buigslappe muren kun je het stemgeluid goed tegenhouden. Maar lage tonen verplaatsen zich via de constructie, voornamelijk langs doorlopende vloeren en verwarmingsbuizen. En als de vloerdelen er eenmaal liggen kun je die natuurlijk niet meer van elkaar losslijpen.”
Fouten uit het verleden waar de bewoners nu de rekening voor krijgen. Gehorige woningen worden tegenwoordig nauwelijks meer gebouwd. Maar het binnenmilieu is het nog steeds een ondergeschoven kindje, meent Den Boer. Vooral de kennis bij het publiek laat te wensen over.
,,Als de temperatuur daalt zet iedereen automatisch de thermostaat hoger. Er zijn echter maar weinig mensen die de luchtvochtigheid in huis in de gaten houden. Als die onder de veertig procent komt, kun je serieuze gezondheidsproblemen krijgen. Je slijmvliezen drogen dan uit en je wordt vatbaarder voor infecties. Ouders die zich afvragen waarom hun kind zo loopt te snotteren zouden daar eens naar moeten kijken.”
Luchtbevochtigers helpen in elk geval zelden. ,,Daarmee win je hooguit enkele procenten. De verdampers die je aan de verwarming hangt helpen sowieso niet. Dat ze nog steeds worden verkocht, grenst in mijn ogen aan kwakzalverij.”
Comments are closed.