Onderwijs

Delftse studenten zoeken langer naar een kamer

Delftse studentenkamers zijn goedkoper en groter dan in andere steden, maar het percentage kamerzoekenden in Delft ligt hoger dan het landelijk gemiddelde. Dat blijkt uit een onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb).

De LSVb hield in oktober een enquête onder 1625 studenten in Nederland. De vakbond wilde weten hoe moeilijk het is om een kamer te vinden en hoe het staat met de kamerprijs en -kwaliteit. Van alle deelnemende studenten waren er 830 nog thuiswonend, studeerden er 1363 aan universiteiten en waren er 956 eerstejaars. In totaal reageerden 263 Delftse studenten.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de gemiddelde huur van een kamer in Delft 263,35 euro bedraagt. Dat is ongeveer twintig euro lager dan het landelijk gemiddelde, maar wel enkele euro’s meer dan de basisbeurs voor uitwonenden.
De oppervlakte van een gemiddelde Delftse kamer is met twintig vierkante meter groter dan in andere steden (achttien vierkante meter). De prijs-kwaliteitverhouding van Delftse studentenkamers is daarmee een van de gunstigste van Nederland.
Van alle geënquêteerden was 35,2 procent in oktober nog op zoek naar een kamer. In Delft ligt dit percentage het hoogst: 42,5 procent. In oktober was de helft van de eerstejaars zelfs nog op zoek. De gemiddelde thuiswonende Delftse student zocht tijdens de enquête 84 dagen. Toch vond zo’n zestig procent binnen een maand een kamer.
De kamernood in Delft, zo concludeert de LSVb, lijkt daardoor enigszins mee te vallen. Gek genoeg waren er toch erg veel studenten die op het moment van het onderzoek nog een kamer zochten, schrijft de vakbond.
De Delftse studentenvakbond VSSD meent dat de kamernood nog wel hoog is. “Veel eerstejaars blijven bij hun ouders wonen, omdat ze geen kamer kunnen vinden”, zegt Thomas Dekker.
Die kamernood neemt volgens hem nog toe als de Raad van State vindt dat de gemeente Delft een milieueffectrapportage moet uitvoeren voor de geplande bouw van woningen in het gebied TU Noord.
In Delft zoeken in vergelijking met de rest van Nederland meer studenten (75 procent) een woning via vrienden, familie en kennissen. Zo’n 42 procent van de Delftse uitwonende studenten is het op deze manier gelukt.
Veel studenten schrijven zich in bij Duwo (35 procent) en andere corporaties (14,3 procent), maar het reageren op en plaatsen van advertenties (38 procent) is populairder. Uiteindelijk slaagt twintig procent via Duwo of andere corporaties.
Driekwart vindt de wachttijd in Delft te lang of vindt dat er te weinig kamers zijn. Een kwart vindt de prijzen te hoog. Driekwart heeft een onzelfstandige en achttien procent een zelfstandige woning. Opvallend is dat Delftse studenten vaker dan landelijk bij een hospita zitten (6,6 procent).
Verder waarderen uitwonende studenten in Delft die opnieuw zoeken hun woonsituatie minder dan elders in Nederland. Vooral de sfeer in het huis en het aantal huisgenoten, krijgen bij Delftse studenten een lager cijfer. Een verklaring is volgens Dekker dat Delft meer grote complexen kent zoals aan de Balthasar van der Polweg.

’s Morgens vroeg is het bij sommige faculteiten zoeken naar een lege parkeerplaats. Medewerkers van onder meer Technische Natuurwetenschappen, Civiele Techniek en Geowetenschappen, Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) en Techniek, Bestuur en Management klagen over een gebrek aan parkeerplaatsen. Sommige werknemers gaan steeds vroeger werken om maar een plekje te bemachtigen.
Die geluiden bereiken ook de ondernemingsraad (or), bevestigt or-lid Vincent van Croonenburg. “Wij hebben al lang geleden onze twijfels geuit over de hoeveelheid parkeerplaatsen en de locaties daarvan. Ons advies was: uitbreiding op drukke plaatsen, zoals achter 3mE.”

Remon Hartman, hoofd infra en terreinen van vastgoed, kijkt er anders tegenaan. “Het zal niet altijd lukken om voor de deur te staan, maar op zich is er parkeerruimte genoeg. Kijk achter de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). Daar is altijd plek.”
Van Croonenburg vindt dat ‘geen argument’. “Ooit is bedacht dat de loopafstand van de auto tot de werkplek niet meer dan zeven minuten mag zijn. Maar het is meer als je bijvoorbeeld bij EWI parkeert en bij Industrieel Ontwerpen werkt.”

De huidige situatie zal voorlopig wel blijven bestaan. Er staan geen nieuwe parkeerplaatsen gepland rondom het in aanleg zijnde Mekelpark, al kijkt vastgoed volgens Hartman wel of het mogelijk is extra ruimte te maken op plekken waar het probleem groot is. Bovendien hangen beslissingen over parkeerruimte samen met het onderzoek dat de TU verricht naar de invoering van betaald parkeren. Ook de milieueffectrapportage die hoogstwaarschijnlijk moet plaatsvinden voor TU Noord en TU Midden kan invloed hebben. De uitkomsten van beide onderzoeken laten nog wel even op zich wachten. 

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.