Campus

Delftse studenten steunen Davis-Cupteam

De Franse versie van vader Jacob zingen ze zeker niet tijdens de komende wedstrijd tussen Nederland en Frankrijk. Hun oranje gewaden liggen wel klaar.

TU-studenten in de ban van de Davis Cup. ,,Toeschouwer zijn, is ook topsport.”

Ieder punt dat de Nederlandse tennissers in de Davis Cup veroveren, beleven ze van dichtbij. Steeds vieren de TU-studenten Sjoerd Franke, Reinier Jaarsma en Lukas Teijema op nog geen tien meter van de tennisbaan feest, gehuld in het oranje, uitgedost met koeienhorens, toeters, opvallende hoeden en de nationale vlag binnen handbereik. ,,En dan roept de commentator op tv weer dat de Groningse studenten zorgen voor een fantastische sfeer”, zegt Franke. ,,Altijd noemen ze de Groningers, maar een groot deel van die uitbundige massa studeert in Delft”.

Ruim twee weken voordat het Davis-Cupcircus zijn tenten weer in Nederland opslaat hebben de drie studenten een pak met stropdas verkozen boven hun oranjekloffie. Supporteren is soms ook een serieuze zaak. In stijl, als bestuursleden van tennisvereniging Tenniphil lopen ze door het TU-sportcentrum. Wanneer Schalken, Sluiter en consorten in de Rotterdamse Ahoy de halve finale tegen Frankrijk afwerken, moet het gebouw onderdak bieden aan enkele honderden enthousiaste studenten uit heel Nederland. Tenniphil heeft de organisatie van die logeerpartij op zich genomen, in nauw overleg met de tennisbond. Want de Knltb koestert de hordes tennisliefhebbers die op Davis-Cupspeeldata vanuit de universiteiten naar stadions stromen. ,,Ze zien ons als een belangrijke partner”, vertelt Lukas Teijema, student technische bestuurskunde. ,,De bond weet ook dat de studenten zorgen voor die bijzondere roes waarin tennissers zoals Sluiter boven zichzelf uit stijgen.”

Pesterig

De hoofdrolspelers zelf onderhouden ook contact met hun achterban. De Nederlandse tennissers hebben zelfs een stem in de zangpartijen die tijdens wedstrijden over de baan klinken. ,,Tijdens een eerder ontmoeting met Frankrijk in Nîmes, een paar jaar geleden, speelden de Nederlanders fantastisch en het oranjelegioen begon toen heel pesterig de Franse versie van ‘vader jacob,’ slaapt gij nog te zingen”, herinnert Franke zich. ,,Maar vanaf dat moment keerde de wedstrijd om. Later hebben de spelers ons via een tussenpersoon laten weten dat ze liever geen ‘Frère Jacque’ meer wilden horen vanaf de tribunes.”

Toch is de wisselwerking tussen het studentenpubliek en de Davis-Cupploeg niet van begin tot eind geregisseerd. De liefde ontstaat in 1982 spontaan als er tijdens een promotieduel op Mexicaanse bodem tientallen oranje geschminkte supporters opduiken. ,,Het waren studenten die toevallig stage liepen in Zuid-Amerika”, weet Reinier Jaarsma, student lucht- en ruimtevaarttechniek. ,,Met hun bezoekje bezorgden ze het nationale team het gevoel dat ze een thuiswedstrijd speelden. Nederland won uiteindelijk, en er was een traditie gezet.”

Bijna twintig jaar lang wordt de Nederlandse tennisploeg nu achtervolgd door studenten. Van India tot Amerika, via Roemenië naar Ecuador trok de karavaan de laatste jaren, met altijd wel een groepje luidruchtige fans in hun kielzog. ,,Natuurlijk kun je nooit alle wedstrijden bezoeken.Dat kost handenvol geld”, zegt Sjoerd Franke. ,,Maar er zijn altijd wel een paar leden van onze vereniging die kaartjes bestellen. Meestal plakken ze er meteen een vakantie achteraan. En als Nederland straks de finale tegen Australië speelt, weet ik zeker dat er rond die tijd extra veel studenten een trektocht door dat land maken: wij in ieder geval wel.”

Zakenlui

Voordat de drie tennisliefhebbers hun rugzakken van zolder kunnen halen, moeten het Nederlands team eerst nog naar een overwinning op Franse topspelers als Arnaud Clement en Sebiastian Grosjean worden geschreeuwd. En dat kan het studentenlegioen niet alleen. ,,Omdat dit een halve finale is, zitten er waarschijnlijk veel zakenlui op de tribunes”, zegt Teijema. ,,Zij willen nu het goed gaat, ook weer met tennis worden geassocieerd. Meestal nippen ze het eerste half uur alleen maar wat van hun champagne in de skybox, daarna steekt het studentenlegioen ze aan met gezang en gejuich.”

Jaarsma: ,,We zijn een soort virus, heel erg besmettelijk, maar voornamelijk goedaardig. Bij een wedstrijd gaat iedereen helemaal los. En de dagen na een wedstrijd heb je meestal geen stem meer over. Toeschouwer zijn bij de Davis Cup is ook topsport.”

De Franse versie van vader Jacob zingen ze zeker niet tijdens de komende wedstrijd tussen Nederland en Frankrijk. Hun oranje gewaden liggen wel klaar. TU-studenten in de ban van de Davis Cup. ,,Toeschouwer zijn, is ook topsport.”

Ieder punt dat de Nederlandse tennissers in de Davis Cup veroveren, beleven ze van dichtbij. Steeds vieren de TU-studenten Sjoerd Franke, Reinier Jaarsma en Lukas Teijema op nog geen tien meter van de tennisbaan feest, gehuld in het oranje, uitgedost met koeienhorens, toeters, opvallende hoeden en de nationale vlag binnen handbereik. ,,En dan roept de commentator op tv weer dat de Groningse studenten zorgen voor een fantastische sfeer”, zegt Franke. ,,Altijd noemen ze de Groningers, maar een groot deel van die uitbundige massa studeert in Delft”.

Ruim twee weken voordat het Davis-Cupcircus zijn tenten weer in Nederland opslaat hebben de drie studenten een pak met stropdas verkozen boven hun oranjekloffie. Supporteren is soms ook een serieuze zaak. In stijl, als bestuursleden van tennisvereniging Tenniphil lopen ze door het TU-sportcentrum. Wanneer Schalken, Sluiter en consorten in de Rotterdamse Ahoy de halve finale tegen Frankrijk afwerken, moet het gebouw onderdak bieden aan enkele honderden enthousiaste studenten uit heel Nederland. Tenniphil heeft de organisatie van die logeerpartij op zich genomen, in nauw overleg met de tennisbond. Want de Knltb koestert de hordes tennisliefhebbers die op Davis-Cupspeeldata vanuit de universiteiten naar stadions stromen. ,,Ze zien ons als een belangrijke partner”, vertelt Lukas Teijema, student technische bestuurskunde. ,,De bond weet ook dat de studenten zorgen voor die bijzondere roes waarin tennissers zoals Sluiter boven zichzelf uit stijgen.”

Pesterig

De hoofdrolspelers zelf onderhouden ook contact met hun achterban. De Nederlandse tennissers hebben zelfs een stem in de zangpartijen die tijdens wedstrijden over de baan klinken. ,,Tijdens een eerder ontmoeting met Frankrijk in Nîmes, een paar jaar geleden, speelden de Nederlanders fantastisch en het oranjelegioen begon toen heel pesterig de Franse versie van ‘vader jacob,’ slaapt gij nog te zingen”, herinnert Franke zich. ,,Maar vanaf dat moment keerde de wedstrijd om. Later hebben de spelers ons via een tussenpersoon laten weten dat ze liever geen ‘Frère Jacque’ meer wilden horen vanaf de tribunes.”

Toch is de wisselwerking tussen het studentenpubliek en de Davis-Cupploeg niet van begin tot eind geregisseerd. De liefde ontstaat in 1982 spontaan als er tijdens een promotieduel op Mexicaanse bodem tientallen oranje geschminkte supporters opduiken. ,,Het waren studenten die toevallig stage liepen in Zuid-Amerika”, weet Reinier Jaarsma, student lucht- en ruimtevaarttechniek. ,,Met hun bezoekje bezorgden ze het nationale team het gevoel dat ze een thuiswedstrijd speelden. Nederland won uiteindelijk, en er was een traditie gezet.”

Bijna twintig jaar lang wordt de Nederlandse tennisploeg nu achtervolgd door studenten. Van India tot Amerika, via Roemenië naar Ecuador trok de karavaan de laatste jaren, met altijd wel een groepje luidruchtige fans in hun kielzog. ,,Natuurlijk kun je nooit alle wedstrijden bezoeken.Dat kost handenvol geld”, zegt Sjoerd Franke. ,,Maar er zijn altijd wel een paar leden van onze vereniging die kaartjes bestellen. Meestal plakken ze er meteen een vakantie achteraan. En als Nederland straks de finale tegen Australië speelt, weet ik zeker dat er rond die tijd extra veel studenten een trektocht door dat land maken: wij in ieder geval wel.”

Zakenlui

Voordat de drie tennisliefhebbers hun rugzakken van zolder kunnen halen, moeten het Nederlands team eerst nog naar een overwinning op Franse topspelers als Arnaud Clement en Sebiastian Grosjean worden geschreeuwd. En dat kan het studentenlegioen niet alleen. ,,Omdat dit een halve finale is, zitten er waarschijnlijk veel zakenlui op de tribunes”, zegt Teijema. ,,Zij willen nu het goed gaat, ook weer met tennis worden geassocieerd. Meestal nippen ze het eerste half uur alleen maar wat van hun champagne in de skybox, daarna steekt het studentenlegioen ze aan met gezang en gejuich.”

Jaarsma: ,,We zijn een soort virus, heel erg besmettelijk, maar voornamelijk goedaardig. Bij een wedstrijd gaat iedereen helemaal los. En de dagen na een wedstrijd heb je meestal geen stem meer over. Toeschouwer zijn bij de Davis Cup is ook topsport.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.