De TU Delft kwam niet verder dan de twaalfde plaats op het Nederlands Kampioenschap Programmeren (NKP). Winnaar was een team van de Universiteit Utrecht.
,,De deelnemers zijn niet contactgestoord, ze moeten immers samenwerken.”
De ene hand onder de kin en de ander aan de muis. Of beide handen rap tikkend op het toetsenbord. De ogen beginnen de vorm van het beeldscherm aan te nemen.
Terwijl sommige teams de eindspurt inzetten, hebben andere de hoop op de overwinning al lang laten varen. De winnaar mag zich Nederlands programmeurkampioen noemen. De twee beste teams per universiteit of hogeschool mogen bovendien meedoen aan het Europees kampioenschap.
Afgelopen zaterdag streden in de practicumzalen van technische wiskunde en informatica tweeëndertig teams tijdens het Nederlands kampioenschap programmeren, dit jaar georganiseerd door de Delftse studievereniging Christiaan Huygens. De teams zijn afgevaardigd door een universiteit of hogeschool. In Delft zijn vorige maand zelfs voorrondes gehouden, ,,om de besten eruit te halen, maar ook om zoveel mogelijk studenten de kans te geven mee te doen”, aldus organisator Samuel Gerssen. Teams van de sponsorende it-bedrijven hadden hun eigen competitie.
Ieder team heeft drie leden, één computer en acht opgaven. Doel is zoveel mogelijk opgaven goed te maken, maar een strategie is nuttig. ,,De computer is een schaars goed, die moet echt continu bezet zijn”, zegt ir Sidney Cadot. Bij een gelijk aantal goede opgaven geeft de daarvoor benodigde tijd de doorslag, rede om snel te zijn. Je moet echter ook weer niet overhaasten, want iedere foute inzending levert strafminuten op. Ballonnen geven aan welke opgaven een team goed heeft. Met nog een half uur te gaan zijn er nog steeds teams ballonloos.
Cadot deed als student meerdere keren mee aan het kampioenschap en schopte het zelfs tot het EK. Nu hij is afgestudeerd heeft hij zelf een opgave samengesteld, en zit hij in de jury. Behalve goed kunnen programmeren, is het volgens Cadot belangrijk snel tot de kern van een probleem door te dringen.
,,In de opleiding leren wij wel programmeren”, vertelt Gerssen, zelf nog student, ,,maar met wat we daar leren, kun je hier niet winnen. Je moet echt handig zijn om hier kans te maken.” Cadot is het met hem eens. ,,De opgaven zijn echt moeilijk, een gemiddelde afstudeerder zou ze niet op kunnen lossen.”
Is het NKP een verzamelplaats van nerds? ,,Iedereen hier vindt programmeren gewoon leuk. De deelnemers zijn niet contactgestoord, ze moeten immers samenwerken. Er zijn inderdaad wel erg weinig vrouwen te bespeuren.”
Handdoek
Het laatste kwartier, het heetst van de strijd, maar toch hangt een deelnemer van het Philipsteameen beetje rond bij de tafel met snacks en frisdrank. ,,Ik heb mijn programma op papier af, maar heb geen computer om het in te typen. Daar zit nu iemand anders z’n programma te debuggen.”
Ook Onno Waalewijn van het ABN-Amro-team heeft de handdoek in de ring gegooid. ,,Dat redt hij toch niet meer in die tijd”, zegt hij hoofdschuddend over zijn collega die nog gauw een opgave probeert af te ronden. De score: nul goed. Reden om ons zorgen te maken over het it-vakmanschap van de bank? ,,In de dagelijkse praktijk krijgen we niet met zulke problemen te maken. Bovendien is de tijdsdruk dan minder groot”, stelt Waalewijn.
Leids natuurkunde- en wiskundestudent Hermen Jan Hupkes past inmiddels voor de derde keer zijn successtrategie toe. Later op de dag blijkt hij op de tweede plaats geëindigd te zijn. ,,Twee wiskundigen in je team en een goede teamspirit, dat helpt.” Die teamspirit is nodig om elkaar tegen het eind van de wedstrijd niet in de haren te vliegen. ,,Het is in het belang van het team dat degene die het verst is voorrang krijgt om op de computer zijn opgave af te maken.”
De uiteindelijke winnaar is het team Makkelijk zat% uit Utrecht. Zij losten zeven opgaven op. Met drie goede oplossingen is Unidentified Flying Sources op de twaalfde plaats het beste Delftse team. Een matige prestatie? ,,Welnee, onze voorbereiding bestond uit teambuilding de avond voor het kampioenschap, niet uit het maanden van tevoren uitpluizen van alle oude opgaven”, aldus Pepijn de Langen, die samen met Maja van der Werf en Jan Jongerden de TU Delft mag vertegenwoordigen op het EK, dit najaar in het Duitse Darmstadt. De Langen, opgewekt: ,,Het lijkt ons vooral erg leuk. We maken ons geen illusies: op het EK zijn we zijn kansloos.”
De TU Delft kwam niet verder dan de twaalfde plaats op het Nederlands Kampioenschap Programmeren (NKP). Winnaar was een team van de Universiteit Utrecht. ,,De deelnemers zijn niet contactgestoord, ze moeten immers samenwerken.”
De ene hand onder de kin en de ander aan de muis. Of beide handen rap tikkend op het toetsenbord. De ogen beginnen de vorm van het beeldscherm aan te nemen.
Terwijl sommige teams de eindspurt inzetten, hebben andere de hoop op de overwinning al lang laten varen. De winnaar mag zich Nederlands programmeurkampioen noemen. De twee beste teams per universiteit of hogeschool mogen bovendien meedoen aan het Europees kampioenschap.
Afgelopen zaterdag streden in de practicumzalen van technische wiskunde en informatica tweeëndertig teams tijdens het Nederlands kampioenschap programmeren, dit jaar georganiseerd door de Delftse studievereniging Christiaan Huygens. De teams zijn afgevaardigd door een universiteit of hogeschool. In Delft zijn vorige maand zelfs voorrondes gehouden, ,,om de besten eruit te halen, maar ook om zoveel mogelijk studenten de kans te geven mee te doen”, aldus organisator Samuel Gerssen. Teams van de sponsorende it-bedrijven hadden hun eigen competitie.
Ieder team heeft drie leden, één computer en acht opgaven. Doel is zoveel mogelijk opgaven goed te maken, maar een strategie is nuttig. ,,De computer is een schaars goed, die moet echt continu bezet zijn”, zegt ir Sidney Cadot. Bij een gelijk aantal goede opgaven geeft de daarvoor benodigde tijd de doorslag, rede om snel te zijn. Je moet echter ook weer niet overhaasten, want iedere foute inzending levert strafminuten op. Ballonnen geven aan welke opgaven een team goed heeft. Met nog een half uur te gaan zijn er nog steeds teams ballonloos.
Cadot deed als student meerdere keren mee aan het kampioenschap en schopte het zelfs tot het EK. Nu hij is afgestudeerd heeft hij zelf een opgave samengesteld, en zit hij in de jury. Behalve goed kunnen programmeren, is het volgens Cadot belangrijk snel tot de kern van een probleem door te dringen.
,,In de opleiding leren wij wel programmeren”, vertelt Gerssen, zelf nog student, ,,maar met wat we daar leren, kun je hier niet winnen. Je moet echt handig zijn om hier kans te maken.” Cadot is het met hem eens. ,,De opgaven zijn echt moeilijk, een gemiddelde afstudeerder zou ze niet op kunnen lossen.”
Is het NKP een verzamelplaats van nerds? ,,Iedereen hier vindt programmeren gewoon leuk. De deelnemers zijn niet contactgestoord, ze moeten immers samenwerken. Er zijn inderdaad wel erg weinig vrouwen te bespeuren.”
Handdoek
Het laatste kwartier, het heetst van de strijd, maar toch hangt een deelnemer van het Philipsteameen beetje rond bij de tafel met snacks en frisdrank. ,,Ik heb mijn programma op papier af, maar heb geen computer om het in te typen. Daar zit nu iemand anders z’n programma te debuggen.”
Ook Onno Waalewijn van het ABN-Amro-team heeft de handdoek in de ring gegooid. ,,Dat redt hij toch niet meer in die tijd”, zegt hij hoofdschuddend over zijn collega die nog gauw een opgave probeert af te ronden. De score: nul goed. Reden om ons zorgen te maken over het it-vakmanschap van de bank? ,,In de dagelijkse praktijk krijgen we niet met zulke problemen te maken. Bovendien is de tijdsdruk dan minder groot”, stelt Waalewijn.
Leids natuurkunde- en wiskundestudent Hermen Jan Hupkes past inmiddels voor de derde keer zijn successtrategie toe. Later op de dag blijkt hij op de tweede plaats geëindigd te zijn. ,,Twee wiskundigen in je team en een goede teamspirit, dat helpt.” Die teamspirit is nodig om elkaar tegen het eind van de wedstrijd niet in de haren te vliegen. ,,Het is in het belang van het team dat degene die het verst is voorrang krijgt om op de computer zijn opgave af te maken.”
De uiteindelijke winnaar is het team Makkelijk zat% uit Utrecht. Zij losten zeven opgaven op. Met drie goede oplossingen is Unidentified Flying Sources op de twaalfde plaats het beste Delftse team. Een matige prestatie? ,,Welnee, onze voorbereiding bestond uit teambuilding de avond voor het kampioenschap, niet uit het maanden van tevoren uitpluizen van alle oude opgaven”, aldus Pepijn de Langen, die samen met Maja van der Werf en Jan Jongerden de TU Delft mag vertegenwoordigen op het EK, dit najaar in het Duitse Darmstadt. De Langen, opgewekt: ,,Het lijkt ons vooral erg leuk. We maken ons geen illusies: op het EK zijn we zijn kansloos.”
Comments are closed.