De TU Delft staat sindskort als enige universiteit in de top-10 van Nederlandse octrooi-aanvragers. Terwijl twee maanden geleden Twente en Rotterdam hoog bleken te scoren met veel geciteerde Amerikaanse patenten, blijkt op Nederlandse schaal Delft uit te blinken.
De TU staat nu op de achtste plaats, met 16 octrooi-aanvragen. Op plek zeven stond TNO, met slechts één octrooi-aanvraag meer. Dat meldt het Bureau Industriële Eigendom (BIE) in zijn jaarrapport.
Het BIE is het loket voor aanvragen van specifiek Nederlandse octrooien. Niet alle bedrijven kiezen die route. In sectoren met een sterke internationale concurrentie vraagt men vaak direct Europees of Amerikaans octrooi aan. Een grossier in internationale patenten zoals Philips valt zo buiten de top-15 van aanvragers van Nederlandse octrooien van het BIE over 1998. Niet elektronica en farmacie domineren de lijst, maar sectoren als bouw, transport en verpakkingsindustrie.
De hoge plaats van Delft op de Nederlandse octrooiranglijst hangt deels samen met de techniekgebieden waar deze TU per traditie sterk is: de bouw en het transport. Op die terreinen is de innovatie nog goeddeels nationaal georganiseerd.
Maar wat ook een rol speelt, is dat Delft sinds 1996 bezig is aan een inhaalslag. Amerikaanse cijfers over de jaren daarna zijn nog niet bekend, maar de ranglijsten van het BIE zijn dat wel. En wat blijkt? Sinds 1996 verdubbelde Delft zijn Nederlandse octrooiaanvragen, terwijl dat aantal bij TNO halveerde. De TU kwam daarmee de top-10 binnen; het technologie-instituut zakte juist weg uit de top-vijf.
Helemaal bovenaan de ranglijst over 1998 staat overigens DSM, met 57 octrooi-aanvragen. Het Limburgse chemieconcern stoot KPN van de troon, dat twee jaar lang aan top stond en nu slechts 37 aanvragen indiende. Op drie en vier staan Stork en Hoogovens.
Behalve Philips ontbreken ook bekende multinationals als Shell, Unilever en Akzo Nobel in de top-15 van Nederlandse octrooi-aanvragers. In plaats daarvan komt men verrassende namen tegen. Zoals op plek vijf Maasland en Van der Lely, een bouwer van landbouwmachines. Of op de elfde plaats Thomassen en Drijver, de blikjesfabrikant.
Volgens het Bureau Industriële Eigendom laten de octrooi-aanvragen zien dat sectoren zoals de bouw, de verpakkings- en de machine-industrie meer aan innovatie doen dan tot nu toe gedacht werd. En dat het Nederlandse bedrijfsleven ook als geheel veel aan vernieuwing werkt, blijkt volgens het BIE uit cijfers van het Europees Octrooibureau. Ons land stond daar in 1997 vierde in het Europese landenklassement. Alleen Duitsland, Frankrijk en Engeland scoorden hoger. (HOP/FS)
Terwijl twee maanden geleden Twente en Rotterdam hoog bleken te scoren met veel geciteerde Amerikaanse patenten, blijkt op Nederlandse schaal Delft uit te blinken. De TU staat nu op de achtste plaats, met 16 octrooi-aanvragen. Op plek zeven stond TNO, met slechts één octrooi-aanvraag meer. Dat meldt het Bureau Industriële Eigendom (BIE) in zijn jaarrapport.
Het BIE is het loket voor aanvragen van specifiek Nederlandse octrooien. Niet alle bedrijven kiezen die route. In sectoren met een sterke internationale concurrentie vraagt men vaak direct Europees of Amerikaans octrooi aan. Een grossier in internationale patenten zoals Philips valt zo buiten de top-15 van aanvragers van Nederlandse octrooien van het BIE over 1998. Niet elektronica en farmacie domineren de lijst, maar sectoren als bouw, transport en verpakkingsindustrie.
De hoge plaats van Delft op de Nederlandse octrooiranglijst hangt deels samen met de techniekgebieden waar deze TU per traditie sterk is: de bouw en het transport. Op die terreinen is de innovatie nog goeddeels nationaal georganiseerd.
Maar wat ook een rol speelt, is dat Delft sinds 1996 bezig is aan een inhaalslag. Amerikaanse cijfers over de jaren daarna zijn nog niet bekend, maar de ranglijsten van het BIE zijn dat wel. En wat blijkt? Sinds 1996 verdubbelde Delft zijn Nederlandse octrooiaanvragen, terwijl dat aantal bij TNO halveerde. De TU kwam daarmee de top-10 binnen; het technologie-instituut zakte juist weg uit de top-vijf.
Helemaal bovenaan de ranglijst over 1998 staat overigens DSM, met 57 octrooi-aanvragen. Het Limburgse chemieconcern stoot KPN van de troon, dat twee jaar lang aan top stond en nu slechts 37 aanvragen indiende. Op drie en vier staan Stork en Hoogovens.
Behalve Philips ontbreken ook bekende multinationals als Shell, Unilever en Akzo Nobel in de top-15 van Nederlandse octrooi-aanvragers. In plaats daarvan komt men verrassende namen tegen. Zoals op plek vijf Maasland en Van der Lely, een bouwer van landbouwmachines. Of op de elfde plaats Thomassen en Drijver, de blikjesfabrikant.
Volgens het Bureau Industriële Eigendom laten de octrooi-aanvragen zien dat sectoren zoals de bouw, de verpakkings- en de machine-industrie meer aan innovatie doen dan tot nu toe gedacht werd. En dat het Nederlandse bedrijfsleven ook als geheel veel aan vernieuwing werkt, blijkt volgens het BIE uit cijfers van het Europees Octrooibureau. Ons land stond daar in 1997 vierde in het Europese landenklassement. Alleen Duitsland, Frankrijk en Engeland scoorden hoger. (HOP/FS)
Comments are closed.