De weergoden waren de jonge cursusleider welgezind. Het was zelfs te warm om aan de verlokkingen van het terras aan het water te denken. Koffie, thee en water waren in ruime hoeveelheden in de cursuszaal aanwezig, er was dus geen enkele reden om de schaduw te verlaten.
De roeiboten die voor tussen de middag gehuurd waren, bleven na tien minuten al leeg dobberen. Twee dagen zou de cursus personeelsbeoordeling voor leidinggevenden bij de TU Delft duren en na een kwartier had ik het al zo warm dat ik me niet kon voorstellen dat ik ook maar iets van het programma zou opsteken.
Dat pakte heel anders uit, de cursus bleek vreemd genoeg te boeien. Niet door de balpen, de bloknoot en de twee piepkleine rolletjes pepermunt met bedrijfslogo, die ik aan het begin op mijn plaats vond. Dit keer was er geen stotterende cursusleider, haperende overheadprojector, falende laptop of vrijwel onleesbare hanenpoten op de flap-over. De inhoud werd aantrekkelijk gebracht en zelfs mijn medecursisten vielen reuze mee. Het door mij zo vervloekte ‘rondje’, waarbij je moest zeggen wie je was en wat je op de TU deed, leek minder pijnlijk dan anders te zijn. Ik betrapte me er op dat ik luisterde naar wat de anderen te vertellen hadden.
De cursusleider startte met een elan dat bij veel onderwijsgevenden helaas ver te zoeken is. Theorie, video, zelfwerkzaamheid en rollenspel wisselden elkaar in hoog tempo af. Ik kreeg een applausje van mijn medecursisten voor de rol van de recalcitrante medewerker. Wisten zij veel dat dit soort gedrag mij geen enkele moeite kost, het onderdrukken ervan is overigens een heel ander verhaal. Aan het eind van de eerste dag begon het bij me te dagen wat het subtiele verschil was tussen het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. Ondanks dat leek ik het beoordelen toch niet zo heel slecht gedaan te hebben.
De tweede dag ging over het beoordelingsgesprek zelf. Mijn idyllische zelfbeeld was voor de koffie volledig onderuit gehaald. Langzaam werd duidelijk dat ik er echt helemaal niets had begrepen. Bij het zien van een video waarop een nonchalante, ongeïnteresseerde manager een glansrol speelde, kreeg ik een buitengewoon onplezierig déjà vu gevoel. Tijdens de evaluatie van de middag bleek ik in alle valkuilen gestapt te zijn die mijn medecursisten hadden kunnen verzinnen. Luisteren kon ik helemaal niet, als ik de tegenpartij na vier seconden niet onderbrak was dat toeval. Als klap op de vuurpijl bleek ik nare vooroordelen te bezitten en bleef er van mijn visie op jaarplannen en op het maken van heldere, haalbare en meetbare afspraken weinig over.
Als ik afga op de bij tijd en wijle vertrokken gezichten van mijn medecursisten, maakten een paar van hen ook zo’n crisis door. Dat belooft dan wat moois voor te toekomst, vooral als je er van uit gaat dat het merendeel van de leidinggevenden op de TU denken dat ze ook zonder cursus hun medewerkers goed kunnen beoordelen. Hoe kun je met zulke mensen in vredesnaam tot een moderne, lerende organisatie komen?
De beoordeelden zelf zijn onze enige hoop. Hier ligt een dankbare rol voor de vakbeweging. Weg met dat geneuzel over die fossiele ambtenarenstatus, geen verdediging meer van kwaadwillende werknemers. Allemaal overbodig. Op de barricades voor een verplichte cursus ‘goed beoordeeld worden’ voor iedere TU werknemer. Laat ze er maar voor zorgen dat al die leidinggevenden komen met heldere, haalbare en meetbare opdrachten. Dat wordt pas een revolutie. Beoordeelden aller faculteiten vereenigt u!
Rob Korving, beheerder academisch erfgoed bij het Techniek Museum Delft
De weergoden waren de jonge cursusleider welgezind. Het was zelfs te warm om aan de verlokkingen van het terras aan het water te denken. Koffie, thee en water waren in ruime hoeveelheden in de cursuszaal aanwezig, er was dus geen enkele reden om de schaduw te verlaten. De roeiboten die voor tussen de middag gehuurd waren, bleven na tien minuten al leeg dobberen. Twee dagen zou de cursus personeelsbeoordeling voor leidinggevenden bij de TU Delft duren en na een kwartier had ik het al zo warm dat ik me niet kon voorstellen dat ik ook maar iets van het programma zou opsteken.
Dat pakte heel anders uit, de cursus bleek vreemd genoeg te boeien. Niet door de balpen, de bloknoot en de twee piepkleine rolletjes pepermunt met bedrijfslogo, die ik aan het begin op mijn plaats vond. Dit keer was er geen stotterende cursusleider, haperende overheadprojector, falende laptop of vrijwel onleesbare hanenpoten op de flap-over. De inhoud werd aantrekkelijk gebracht en zelfs mijn medecursisten vielen reuze mee. Het door mij zo vervloekte ‘rondje’, waarbij je moest zeggen wie je was en wat je op de TU deed, leek minder pijnlijk dan anders te zijn. Ik betrapte me er op dat ik luisterde naar wat de anderen te vertellen hadden.
De cursusleider startte met een elan dat bij veel onderwijsgevenden helaas ver te zoeken is. Theorie, video, zelfwerkzaamheid en rollenspel wisselden elkaar in hoog tempo af. Ik kreeg een applausje van mijn medecursisten voor de rol van de recalcitrante medewerker. Wisten zij veel dat dit soort gedrag mij geen enkele moeite kost, het onderdrukken ervan is overigens een heel ander verhaal. Aan het eind van de eerste dag begon het bij me te dagen wat het subtiele verschil was tussen het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. Ondanks dat leek ik het beoordelen toch niet zo heel slecht gedaan te hebben.
De tweede dag ging over het beoordelingsgesprek zelf. Mijn idyllische zelfbeeld was voor de koffie volledig onderuit gehaald. Langzaam werd duidelijk dat ik er echt helemaal niets had begrepen. Bij het zien van een video waarop een nonchalante, ongeïnteresseerde manager een glansrol speelde, kreeg ik een buitengewoon onplezierig déjà vu gevoel. Tijdens de evaluatie van de middag bleek ik in alle valkuilen gestapt te zijn die mijn medecursisten hadden kunnen verzinnen. Luisteren kon ik helemaal niet, als ik de tegenpartij na vier seconden niet onderbrak was dat toeval. Als klap op de vuurpijl bleek ik nare vooroordelen te bezitten en bleef er van mijn visie op jaarplannen en op het maken van heldere, haalbare en meetbare afspraken weinig over.
Als ik afga op de bij tijd en wijle vertrokken gezichten van mijn medecursisten, maakten een paar van hen ook zo’n crisis door. Dat belooft dan wat moois voor te toekomst, vooral als je er van uit gaat dat het merendeel van de leidinggevenden op de TU denken dat ze ook zonder cursus hun medewerkers goed kunnen beoordelen. Hoe kun je met zulke mensen in vredesnaam tot een moderne, lerende organisatie komen?
De beoordeelden zelf zijn onze enige hoop. Hier ligt een dankbare rol voor de vakbeweging. Weg met dat geneuzel over die fossiele ambtenarenstatus, geen verdediging meer van kwaadwillende werknemers. Allemaal overbodig. Op de barricades voor een verplichte cursus ‘goed beoordeeld worden’ voor iedere TU werknemer. Laat ze er maar voor zorgen dat al die leidinggevenden komen met heldere, haalbare en meetbare opdrachten. Dat wordt pas een revolutie. Beoordeelden aller faculteiten vereenigt u!
Rob Korving, beheerder academisch erfgoed bij het Techniek Museum Delft
Comments are closed.