Campus

De wielrenner

Eerst een fietsende schaatser, toen een schaatsende fietser. Mark Olsthoorn (21) trainde tot voor kort op één dag net zoveel als de gemiddelde hobbysporter in een week. Uren op de fiets door het altijd winderige, natte Nederland vond de student lucht- en ruimtevaarttechniek niet vervelend.

Eerst een fietsende schaatser, toen een schaatsende fietser. Mark Olsthoorn (21) trainde tot voor kort op één dag net zoveel als de gemiddelde hobbysporter in een week. Uren op de fiets door het altijd winderige, natte Nederland vond de student lucht- en ruimtevaarttechniek niet vervelend.

,,Zadelpijn kan dat wel zijn. Het is een heel vreemd verschijnsel. Ik heb er niet altijd last van. Maar als ik een tijd minder heb gefietst, slaat het toe. Een langzaam uitstralende pijn in je zitvlak. Je kunt er eigenlijk niets tegen doen. Ja, een zalfje van tevoren helpt een beetje. Ik smeer uierzalf.

Het kan heel saai zijn om uren achter elkaar te trainen. Je moet toch die kilometers op de fiets maken. Wat dat betreft is de wielrennerij een conservatieve wereld. Je bent in het peloton nog steeds een stoere vent als je waanzinnige trainingsafstanden aflegt. Vanuit het schaatsen weet ik dat er ook efficiëntere manieren zijn.

Maar als het lekker gaat, dan denk je aan andere dingen, dan doet het geen pijn. Lekker met mijn walkman op, het landschap bekijken. Ik heb inmiddels wel wat gezien. Honderdtwintig kilometer fietsen is geen uitzonderlijke training. Even naar Woerden of bij mijn ouders in Heemstede langs.

Het kan eenzaam zijn, je moet het toch alleen doen. Ook tijdens wedstrijden, in het peloton, gunnen ze elkaar helemaal niks. Nee, er is geen speciale sfeer. En de gemiddelde wielrenner is geen student, komt uit een ander milieu. De meesten weten het van mij ook niet.

Bang om te vallen? Niet voor het gebeurt, dat gaat zo snel. Maar na afloop ben je toch een tijdje voorzichtiger, knijp je eerder in de remmen. Na een val kun je meestal wel doorfietsen, maar het behang is er wel af. Grote schaafplekken die maar heel langzaam helen. Doet pijn in bed, je kunt er moeilijk op liggen.

De wedstrijdkick valt tegen, meestal zit je tijdens een koers van vermoeidheid toch op je tellertje te kijken wanneer het voorbij is. Pas na afloop besef je dat je iets heel gaafs hebt gedaan. En dan moet je nog je fiets gaan schoonmaken, want in Nederland is de weg meestal nat en je fiets dus vies.

Van doping wil ik niets weten. Je hoort wel eens iets over anderen, maar zelf heb ik er nooit iets van gemerkt. Ik heb een hekel aan alle rompslomp om de sport heen. Gebruik geen masseur, doe niet aan vitaminepreparaten. Daar ben ik wel een eenling in. Maar het is verschrikkelijk duur en dan ben je toch maar een student. Dus op de ochtend voor een wedstrijd veel koolhydraten, macaroni. Biefstukken zijn uit de tijd. Al schijnt er veel creatine in te zitten, dus misschien dat het toch geen slecht idee is. Maar ik eet sowieso vrij weinig.

Vroeger wou ik met een berg spierpijn gewoon doortrainen, nu luister ik veel beter naar mijn eigen lichaam.

Volgens mij ben ik niet echt veranderd door mijn sport. Maar ik merkte dat ik wel vervreemdde van mijn vriendjes in de collegezaal. Je gaat niet mee uit en hebt door het fietsen weinig om over te praten. Daarom beperk ik het op dit momentwat.”

Eerst een fietsende schaatser, toen een schaatsende fietser. Mark Olsthoorn (21) trainde tot voor kort op één dag net zoveel als de gemiddelde hobbysporter in een week. Uren op de fiets door het altijd winderige, natte Nederland vond de student lucht- en ruimtevaarttechniek niet vervelend.

,,Zadelpijn kan dat wel zijn. Het is een heel vreemd verschijnsel. Ik heb er niet altijd last van. Maar als ik een tijd minder heb gefietst, slaat het toe. Een langzaam uitstralende pijn in je zitvlak. Je kunt er eigenlijk niets tegen doen. Ja, een zalfje van tevoren helpt een beetje. Ik smeer uierzalf.

Het kan heel saai zijn om uren achter elkaar te trainen. Je moet toch die kilometers op de fiets maken. Wat dat betreft is de wielrennerij een conservatieve wereld. Je bent in het peloton nog steeds een stoere vent als je waanzinnige trainingsafstanden aflegt. Vanuit het schaatsen weet ik dat er ook efficiëntere manieren zijn.

Maar als het lekker gaat, dan denk je aan andere dingen, dan doet het geen pijn. Lekker met mijn walkman op, het landschap bekijken. Ik heb inmiddels wel wat gezien. Honderdtwintig kilometer fietsen is geen uitzonderlijke training. Even naar Woerden of bij mijn ouders in Heemstede langs.

Het kan eenzaam zijn, je moet het toch alleen doen. Ook tijdens wedstrijden, in het peloton, gunnen ze elkaar helemaal niks. Nee, er is geen speciale sfeer. En de gemiddelde wielrenner is geen student, komt uit een ander milieu. De meesten weten het van mij ook niet.

Bang om te vallen? Niet voor het gebeurt, dat gaat zo snel. Maar na afloop ben je toch een tijdje voorzichtiger, knijp je eerder in de remmen. Na een val kun je meestal wel doorfietsen, maar het behang is er wel af. Grote schaafplekken die maar heel langzaam helen. Doet pijn in bed, je kunt er moeilijk op liggen.

De wedstrijdkick valt tegen, meestal zit je tijdens een koers van vermoeidheid toch op je tellertje te kijken wanneer het voorbij is. Pas na afloop besef je dat je iets heel gaafs hebt gedaan. En dan moet je nog je fiets gaan schoonmaken, want in Nederland is de weg meestal nat en je fiets dus vies.

Van doping wil ik niets weten. Je hoort wel eens iets over anderen, maar zelf heb ik er nooit iets van gemerkt. Ik heb een hekel aan alle rompslomp om de sport heen. Gebruik geen masseur, doe niet aan vitaminepreparaten. Daar ben ik wel een eenling in. Maar het is verschrikkelijk duur en dan ben je toch maar een student. Dus op de ochtend voor een wedstrijd veel koolhydraten, macaroni. Biefstukken zijn uit de tijd. Al schijnt er veel creatine in te zitten, dus misschien dat het toch geen slecht idee is. Maar ik eet sowieso vrij weinig.

Vroeger wou ik met een berg spierpijn gewoon doortrainen, nu luister ik veel beter naar mijn eigen lichaam.

Volgens mij ben ik niet echt veranderd door mijn sport. Maar ik merkte dat ik wel vervreemdde van mijn vriendjes in de collegezaal. Je gaat niet mee uit en hebt door het fietsen weinig om over te praten. Daarom beperk ik het op dit momentwat.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.