Campus

De wereld van de volgende eeuw

Luchthavens veroorzaken veel overlast. Tegelijk roepen ze fascinatie op. Het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) en het Nederlands Foto Instituut (NFI) in Rotterdam besteden beide met een expositie aandacht aan de luchtvaart.


1 Schiphol in de jaren veertig (foto: Jan Versnel)

Vliegvelden zijn er in alle soorten en maten. Neem Boekarest International Airport. Nog niet zo lang geleden bestond dat uit niet meer dan een aankomst- annex vertrekhal middenin het boerenland. De vliegtuigen werden met tractors van de landingsbaan getrokken. In de ramen van de hal zat geen glas meer, zodat hongerige vogels er vrij spel hadden. De wc’s spoelden niet door en uit de kraan kwam ook al geen water. Wel kon men bij mannen met stoppels een vrouw huren, iconen aanschaffen, een paspoort kopen, dollars wisselen of een tour door Boekarest regelen. ,,For you special price!”

Boekarest International Airport is een vliegveld waarvan er ontelbaar veel bestaan in de wereld, ook al zijn ze niet allemaal zo servicegericht. De Verenigde Staten alleen al tellen zestienduizend vliegvelden. Ruw geschat zijn er op aarde dertigduizend plekken waar regelmatig een vliegtuig landt en opstijgt. Het grootste deel ervan zijn vliegvelden in de letterlijke zin van het woord. Een ander, klein percentage valt in de categorie luchthavens. We hebben het dan niet over een veld met een barak waarin met een beetje geluk een pot koffie op het vuur staat, maar over complexen van glas en beton ter grootte van een kleine stad. Nederland telt meerdere vliegvelden, maar slecht één echte luchthaven. Schiphol behoort zelfs tot de grootste van Europa. De bedoeling is dat het ook in de toekomst een belangrijke hub blijft, hoewel de meningen daarover nogal uiteenlopen.


2 Schiphol in 1996 foto:Jan Versnel
Metropool

De geografisch ligging van Schiphol in de Randstad wordt in het NAi vergeleken met de situering van luchthavens in negentien andere steden. In de Entreehal hangen plattegronden van Europese, Amerikaanse en Aziatische metropolen waarin de stadsbebouwing en de luchthavens zijn ingetekend. Wat opvalt is dat de Randstad vergeleken met New York, Los Angeles, Chicago, Parijs, Londen, Tokio of Seoel de naam van een metropool niet verdient. Zelfs de agglomeratie Frankfurt is dichter bebouwd. De Randstad zou pas een metropool zijn in dia-negatief, dus als al het gebied dat nu niet is bebouwd dat wel is en vice versa.

Het tweede dat in het oog springt is dat veel metropolen meerdere luchthavens hebben. Londen heeft er vijf, Parijs en New York hebben er drie en andere steden, zoals Oslo, Milaan en Tokio, hebben er twee. Als een stad meerdere luchthavens heeft of krijgt is dat altijd omdat de bestaande hetzij geen mogelijkheid tot uitbreiding hebben dan wel te veel overlast veroorzaken. Is dat laatste het geval of dreigt dat te gebeuren door de aanleg van een nieuwe baan,dan lopen de gemoederen hoog op. Niet alleen in het westen, zoals in de jaren tachtig in Frankfurt, maar ook in het oosten, zoals bij de aanleg van Narita bij Tokio in de zeventiger jaren.

In veel landen wordt op het ogenblik gewerkt aan uitbreiding van de bestaande capaciteit of aan de stichting van een nieuwe luchthaven. Milaan is bezig met de vergroting van Malpensa, dit najaar wordt vijftig kilometer buiten Oslo Gardermoen opgeleverd en twintig kilometer buiten Athene komt in 2001 Eleftherios Venizelos klaar. In Azië heeft men een voorkeur voor het water. Op een kunstmatig eiland in de baai van Osaka werd in 1995 Kansia Airport geopend, met het bijna twee kilometer lange luchthavengebouw van Renzo Piano. Op een eiland vijfentwintig kilometer buiten Hong Kong wordt dit jaar Chek Lap Kok opgeleverd en bij Seoel werkt men aan Inchon. Ook in Maleisië ligt de ambitie hoog. Bij Kuala Lumpur bouwt men de Multi Media Supercorridor, waarin naast een zakencentrum en een nieuwe hoofdstad ook een luchthaven komt.
Zenit

Als we Rem Koolhaas mogen geloven, representeren luchthavens bij uitstek de wereld van volgende eeuw. Het zijn plaatsen – of ‘non-plaatsen’, zoals ze ook wel worden genoemd: men is overal èn nergens – waar de modus van het vluchtige leven in het zenit stijgt. De gewaarwording van het leven als een reis en die van de wereld als een grabbelton aan mogelijkheden, dringt zich op geen andere plek duidelijker aan ons op dan hier. De ruim honderdduizend bezoekers die Schiphol dagelijks aandoen kunnen er winkelen, vergaderen, slapen, recreëren en hebben via een overvloed aan infrastructuur toegang tot de hele wereld, inclusief cyberspace.


3 Wachtkamer voor asielzoekers, Schiphol 1994 (foto: Ad van Denderen)

In het NFI aan de Witte de Withstraat in Rotterdam hebben verschillende fotografen geprobeerd hun verbeelding los te laten op de luchtvaart. Op de foto’s die Jan Versnel vlak na de oorlog van Schiphol maakte, is de grootschaligheid nog ver weg. De Vliegende Hollander die hij afbeelde, roept heroïsche tijden op, toen vliegen nog een avontuurlijke sport was. Het beeld wordt al anders op de foto’s van Frits J. Rotgans uit de jaren zestig en zeventig. Schiphol is nog niet echt groot, maar heeft wel al een efficiënte, zakelijke uitstraling. De tijdgeest wordt nog het best uitgedrukt door twee stewardessen die hun blote benen elegant en opvallend beschroomd tegen elkaar klemmen.

Het meest kunstig zijn de zwart-wit foto’s van Garry Winogrands, afkomstig uit de collectie van het Museum of Modern Art in New York. Hij heeft passagiers op luchthavens gevangen tijdens een intiem moment, als ze de krant lezen, een gesprek voeren of met het gezin geïmponeerd naar een vliegtuig kijken. Prachtige composities met veel diepte. De foto’s hebben iets verstilds en roepen het onrustige verlangen op in de wereld van de afbeelding te stappen.

Er hangt ook veel recent materiaal. De foto’s van wachtende asielzoekers op Schiphol van Ad van Denderen contrasteren scherp met de foto’s van vakantiegangers die Jannes Linders op dezelfde lokatie schoot. Zo ontluisterend troosteloos de zwart-wit beelden van de asielzoekers, zo imbeciel kleurrijk de plaatjes van devakantiemenigte.

Het fenomeen luchtvaart is in veel facetten vastgelegd. Toch wordt de sensatie van het vliegen of de sensatie van een wandeling over Schiphol Plaza, het enige metropolitane plein van de Randstad, niet overgebracht. Het kost aanmerkelijk meer, maar voor een historisch overzicht van de luchtvaart kan men beter een retourtje Schiphol-Boekarest boeken. De sensatie krijgt men er gratis bijgeleverd.

‘Waar landen we?’ is t/m 8 mrt. te zien in de Entreehal van het NAi te Rotterdam. ‘Airport’ is t/m 15 mrt. te zien in het NFI te Rotterdam. Samen met het Vormgevingsinstituut houden beide instellingen op vr. 27 feb. een symposium over luchthavens in het NAI. Info: 010-4401200

,,


1 Schiphol in de jaren veertig (foto: Jan Versnel)

Vliegvelden zijn er in alle soorten en maten. Neem Boekarest International Airport. Nog niet zo lang geleden bestond dat uit niet meer dan een aankomst- annex vertrekhal middenin het boerenland. De vliegtuigen werden met tractors van de landingsbaan getrokken. In de ramen van de hal zat geen glas meer, zodat hongerige vogels er vrij spel hadden. De wc’s spoelden niet door en uit de kraan kwam ook al geen water. Wel kon men bij mannen met stoppels een vrouw huren, iconen aanschaffen, een paspoort kopen, dollars wisselen of een tour door Boekarest regelen. ,,For you special price!”

Boekarest International Airport is een vliegveld waarvan er ontelbaar veel bestaan in de wereld, ook al zijn ze niet allemaal zo servicegericht. De Verenigde Staten alleen al tellen zestienduizend vliegvelden. Ruw geschat zijn er op aarde dertigduizend plekken waar regelmatig een vliegtuig landt en opstijgt. Het grootste deel ervan zijn vliegvelden in de letterlijke zin van het woord. Een ander, klein percentage valt in de categorie luchthavens. We hebben het dan niet over een veld met een barak waarin met een beetje geluk een pot koffie op het vuur staat, maar over complexen van glas en beton ter grootte van een kleine stad. Nederland telt meerdere vliegvelden, maar slecht één echte luchthaven. Schiphol behoort zelfs tot de grootste van Europa. De bedoeling is dat het ook in de toekomst een belangrijke hub blijft, hoewel de meningen daarover nogal uiteenlopen.


2 Schiphol in 1996 foto:Jan Versnel
Metropool

De geografisch ligging van Schiphol in de Randstad wordt in het NAi vergeleken met de situering van luchthavens in negentien andere steden. In de Entreehal hangen plattegronden van Europese, Amerikaanse en Aziatische metropolen waarin de stadsbebouwing en de luchthavens zijn ingetekend. Wat opvalt is dat de Randstad vergeleken met New York, Los Angeles, Chicago, Parijs, Londen, Tokio of Seoel de naam van een metropool niet verdient. Zelfs de agglomeratie Frankfurt is dichter bebouwd. De Randstad zou pas een metropool zijn in dia-negatief, dus als al het gebied dat nu niet is bebouwd dat wel is en vice versa.

Het tweede dat in het oog springt is dat veel metropolen meerdere luchthavens hebben. Londen heeft er vijf, Parijs en New York hebben er drie en andere steden, zoals Oslo, Milaan en Tokio, hebben er twee. Als een stad meerdere luchthavens heeft of krijgt is dat altijd omdat de bestaande hetzij geen mogelijkheid tot uitbreiding hebben dan wel te veel overlast veroorzaken. Is dat laatste het geval of dreigt dat te gebeuren door de aanleg van een nieuwe baan,dan lopen de gemoederen hoog op. Niet alleen in het westen, zoals in de jaren tachtig in Frankfurt, maar ook in het oosten, zoals bij de aanleg van Narita bij Tokio in de zeventiger jaren.

In veel landen wordt op het ogenblik gewerkt aan uitbreiding van de bestaande capaciteit of aan de stichting van een nieuwe luchthaven. Milaan is bezig met de vergroting van Malpensa, dit najaar wordt vijftig kilometer buiten Oslo Gardermoen opgeleverd en twintig kilometer buiten Athene komt in 2001 Eleftherios Venizelos klaar. In Azië heeft men een voorkeur voor het water. Op een kunstmatig eiland in de baai van Osaka werd in 1995 Kansia Airport geopend, met het bijna twee kilometer lange luchthavengebouw van Renzo Piano. Op een eiland vijfentwintig kilometer buiten Hong Kong wordt dit jaar Chek Lap Kok opgeleverd en bij Seoel werkt men aan Inchon. Ook in Maleisië ligt de ambitie hoog. Bij Kuala Lumpur bouwt men de Multi Media Supercorridor, waarin naast een zakencentrum en een nieuwe hoofdstad ook een luchthaven komt.
Zenit

Als we Rem Koolhaas mogen geloven, representeren luchthavens bij uitstek de wereld van volgende eeuw. Het zijn plaatsen – of ‘non-plaatsen’, zoals ze ook wel worden genoemd: men is overal èn nergens – waar de modus van het vluchtige leven in het zenit stijgt. De gewaarwording van het leven als een reis en die van de wereld als een grabbelton aan mogelijkheden, dringt zich op geen andere plek duidelijker aan ons op dan hier. De ruim honderdduizend bezoekers die Schiphol dagelijks aandoen kunnen er winkelen, vergaderen, slapen, recreëren en hebben via een overvloed aan infrastructuur toegang tot de hele wereld, inclusief cyberspace.


3 Wachtkamer voor asielzoekers, Schiphol 1994 (foto: Ad van Denderen)

In het NFI aan de Witte de Withstraat in Rotterdam hebben verschillende fotografen geprobeerd hun verbeelding los te laten op de luchtvaart. Op de foto’s die Jan Versnel vlak na de oorlog van Schiphol maakte, is de grootschaligheid nog ver weg. De Vliegende Hollander die hij afbeelde, roept heroïsche tijden op, toen vliegen nog een avontuurlijke sport was. Het beeld wordt al anders op de foto’s van Frits J. Rotgans uit de jaren zestig en zeventig. Schiphol is nog niet echt groot, maar heeft wel al een efficiënte, zakelijke uitstraling. De tijdgeest wordt nog het best uitgedrukt door twee stewardessen die hun blote benen elegant en opvallend beschroomd tegen elkaar klemmen.

Het meest kunstig zijn de zwart-wit foto’s van Garry Winogrands, afkomstig uit de collectie van het Museum of Modern Art in New York. Hij heeft passagiers op luchthavens gevangen tijdens een intiem moment, als ze de krant lezen, een gesprek voeren of met het gezin geïmponeerd naar een vliegtuig kijken. Prachtige composities met veel diepte. De foto’s hebben iets verstilds en roepen het onrustige verlangen op in de wereld van de afbeelding te stappen.

Er hangt ook veel recent materiaal. De foto’s van wachtende asielzoekers op Schiphol van Ad van Denderen contrasteren scherp met de foto’s van vakantiegangers die Jannes Linders op dezelfde lokatie schoot. Zo ontluisterend troosteloos de zwart-wit beelden van de asielzoekers, zo imbeciel kleurrijk de plaatjes van devakantiemenigte.

Het fenomeen luchtvaart is in veel facetten vastgelegd. Toch wordt de sensatie van het vliegen of de sensatie van een wandeling over Schiphol Plaza, het enige metropolitane plein van de Randstad, niet overgebracht. Het kost aanmerkelijk meer, maar voor een historisch overzicht van de luchtvaart kan men beter een retourtje Schiphol-Boekarest boeken. De sensatie krijgt men er gratis bijgeleverd.

‘Waar landen we?’ is t/m 8 mrt. te zien in de Entreehal van het NAi te Rotterdam. ‘Airport’ is t/m 15 mrt. te zien in het NFI te Rotterdam. Samen met het Vormgevingsinstituut houden beide instellingen op vr. 27 feb. een symposium over luchthavens in het NAI. Info: 010-4401200


1 Schiphol in de jaren veertig (foto: Jan Versnel)

Vliegvelden zijn er in alle soorten en maten. Neem Boekarest International Airport. Nog niet zo lang geleden bestond dat uit niet meer dan een aankomst- annex vertrekhal middenin het boerenland. De vliegtuigen werden met tractors van de landingsbaan getrokken. In de ramen van de hal zat geen glas meer, zodat hongerige vogels er vrij spel hadden. De wc’s spoelden niet door en uit de kraan kwam ook al geen water. Wel kon men bij mannen met stoppels een vrouw huren, iconen aanschaffen, een paspoort kopen, dollars wisselen of een tour door Boekarest regelen. ,,For you special price!”

Boekarest International Airport is een vliegveld waarvan er ontelbaar veel bestaan in de wereld, ook al zijn ze niet allemaal zo servicegericht. De Verenigde Staten alleen al tellen zestienduizend vliegvelden. Ruw geschat zijn er op aarde dertigduizend plekken waar regelmatig een vliegtuig landt en opstijgt. Het grootste deel ervan zijn vliegvelden in de letterlijke zin van het woord. Een ander, klein percentage valt in de categorie luchthavens. We hebben het dan niet over een veld met een barak waarin met een beetje geluk een pot koffie op het vuur staat, maar over complexen van glas en beton ter grootte van een kleine stad. Nederland telt meerdere vliegvelden, maar slecht één echte luchthaven. Schiphol behoort zelfs tot de grootste van Europa. De bedoeling is dat het ook in de toekomst een belangrijke hub blijft, hoewel de meningen daarover nogal uiteenlopen.


2 Schiphol in 1996 foto:Jan Versnel
Metropool

De geografisch ligging van Schiphol in de Randstad wordt in het NAi vergeleken met de situering van luchthavens in negentien andere steden. In de Entreehal hangen plattegronden van Europese, Amerikaanse en Aziatische metropolen waarin de stadsbebouwing en de luchthavens zijn ingetekend. Wat opvalt is dat de Randstad vergeleken met New York, Los Angeles, Chicago, Parijs, Londen, Tokio of Seoel de naam van een metropool niet verdient. Zelfs de agglomeratie Frankfurt is dichter bebouwd. De Randstad zou pas een metropool zijn in dia-negatief, dus als al het gebied dat nu niet is bebouwd dat wel is en vice versa.

Het tweede dat in het oog springt is dat veel metropolen meerdere luchthavens hebben. Londen heeft er vijf, Parijs en New York hebben er drie en andere steden, zoals Oslo, Milaan en Tokio, hebben er twee. Als een stad meerdere luchthavens heeft of krijgt is dat altijd omdat de bestaande hetzij geen mogelijkheid tot uitbreiding hebben dan wel te veel overlast veroorzaken. Is dat laatste het geval of dreigt dat te gebeuren door de aanleg van een nieuwe baan,dan lopen de gemoederen hoog op. Niet alleen in het westen, zoals in de jaren tachtig in Frankfurt, maar ook in het oosten, zoals bij de aanleg van Narita bij Tokio in de zeventiger jaren.

In veel landen wordt op het ogenblik gewerkt aan uitbreiding van de bestaande capaciteit of aan de stichting van een nieuwe luchthaven. Milaan is bezig met de vergroting van Malpensa, dit najaar wordt vijftig kilometer buiten Oslo Gardermoen opgeleverd en twintig kilometer buiten Athene komt in 2001 Eleftherios Venizelos klaar. In Azië heeft men een voorkeur voor het water. Op een kunstmatig eiland in de baai van Osaka werd in 1995 Kansia Airport geopend, met het bijna twee kilometer lange luchthavengebouw van Renzo Piano. Op een eiland vijfentwintig kilometer buiten Hong Kong wordt dit jaar Chek Lap Kok opgeleverd en bij Seoel werkt men aan Inchon. Ook in Maleisië ligt de ambitie hoog. Bij Kuala Lumpur bouwt men de Multi Media Supercorridor, waarin naast een zakencentrum en een nieuwe hoofdstad ook een luchthaven komt.
Zenit

Als we Rem Koolhaas mogen geloven, representeren luchthavens bij uitstek de wereld van volgende eeuw. Het zijn plaatsen – of ‘non-plaatsen’, zoals ze ook wel worden genoemd: men is overal èn nergens – waar de modus van het vluchtige leven in het zenit stijgt. De gewaarwording van het leven als een reis en die van de wereld als een grabbelton aan mogelijkheden, dringt zich op geen andere plek duidelijker aan ons op dan hier. De ruim honderdduizend bezoekers die Schiphol dagelijks aandoen kunnen er winkelen, vergaderen, slapen, recreëren en hebben via een overvloed aan infrastructuur toegang tot de hele wereld, inclusief cyberspace.


3 Wachtkamer voor asielzoekers, Schiphol 1994 (foto: Ad van Denderen)

In het NFI aan de Witte de Withstraat in Rotterdam hebben verschillende fotografen geprobeerd hun verbeelding los te laten op de luchtvaart. Op de foto’s die Jan Versnel vlak na de oorlog van Schiphol maakte, is de grootschaligheid nog ver weg. De Vliegende Hollander die hij afbeelde, roept heroïsche tijden op, toen vliegen nog een avontuurlijke sport was. Het beeld wordt al anders op de foto’s van Frits J. Rotgans uit de jaren zestig en zeventig. Schiphol is nog niet echt groot, maar heeft wel al een efficiënte, zakelijke uitstraling. De tijdgeest wordt nog het best uitgedrukt door twee stewardessen die hun blote benen elegant en opvallend beschroomd tegen elkaar klemmen.

Het meest kunstig zijn de zwart-wit foto’s van Garry Winogrands, afkomstig uit de collectie van het Museum of Modern Art in New York. Hij heeft passagiers op luchthavens gevangen tijdens een intiem moment, als ze de krant lezen, een gesprek voeren of met het gezin geïmponeerd naar een vliegtuig kijken. Prachtige composities met veel diepte. De foto’s hebben iets verstilds en roepen het onrustige verlangen op in de wereld van de afbeelding te stappen.

Er hangt ook veel recent materiaal. De foto’s van wachtende asielzoekers op Schiphol van Ad van Denderen contrasteren scherp met de foto’s van vakantiegangers die Jannes Linders op dezelfde lokatie schoot. Zo ontluisterend troosteloos de zwart-wit beelden van de asielzoekers, zo imbeciel kleurrijk de plaatjes van devakantiemenigte.

Het fenomeen luchtvaart is in veel facetten vastgelegd. Toch wordt de sensatie van het vliegen of de sensatie van een wandeling over Schiphol Plaza, het enige metropolitane plein van de Randstad, niet overgebracht. Het kost aanmerkelijk meer, maar voor een historisch overzicht van de luchtvaart kan men beter een retourtje Schiphol-Boekarest boeken. De sensatie krijgt men er gratis bijgeleverd.

‘Waar landen we?’ is t/m 8 mrt. te zien in de Entreehal van het NAi te Rotterdam. ‘Airport’ is t/m 15 mrt. te zien in het NFI te Rotterdam. Samen met het Vormgevingsinstituut houden beide instellingen op vr. 27 feb. een symposium over luchthavens in het NAI. Info: 010-4401200

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.