Vincent van Dijk is vijfdejaars bouwkunde. Inmiddels studeert hij ook al drie jaar politicologie. ,,Toen ik met bouwkunde begon, dacht ik dat studeren echt betekende: bezig zijn met studieboeken. Maar op Bouwkunde ben je vooral aan het ontwerpen en komen er weinig boeken aan te pas.
Er is weinig theorie. Dat miste ik eigenlijk. Maar stoppen doe je na twee jaar ook niet meer zo makkelijk.
Nadat ik een jaar had gewerkt voor het voorlichtingsbureau van de Europese Unie, ben ik pas echt geïnteresseerd geraakt. Geïnteresseerd in Europa. En in politiek. Er gebeuren heel belangrijke dingen in Europa. Alleen is er niemand die het weet, niemand die gaat stemmen. Als ik op Bouwkunde rondloop, denk ik wel eens: ,,Jongens, de wereld staat in brand, en wij maken ons druk over een hoekoplossing!” Zeker met dingen als de crisis in Kosovo hoop ik daar met politicologie een oplossing voor te kunnen vinden. Ja, politicologie doe je wel uit idealisme. Maar het is toch voornamelijk interesse. En een hobby.
Ik wil geen architect worden. Ik denk dat een goede architect 24 uur per dag met zijn vak bezig moet kunnen zijn. En dat kan ik niet. Maar dat kan ik bij politicologie denk ik ook niet. Direct de politiek in wil ik dan ook niet. Hooguit voor een paar jaar. Maar dan bestaat het gevaar dat je daar zo in blijft hangen. En dat lijkt me niet goed. Je moet wel met een frisse blik tegen de politiek aan kunnen blijven kijken. Misschien dat ik terecht kan bij een adviesbureau, of in een diplomatieke functie bij het bedrijfsleven of de overheid.
Af en toe is het wel moeilijk om te combineren. Tentamens kun je wel ’s nachts leren, maar colleges lopen gaat dan niet. Je moet je agenda dus goed organiseren. Ik doe in Leiden ook van alles door elkaar: eerstejaars- maar ook vierdejaarsvakken. In principe kan ik over twee jaar klaar zijn met politicologie. Maar ik wil me nu eerst op mijn afstuderen bij Bouwkunde richten. Daar begin ik in september mee. En daarna kijk ik wel of ik politicologie afmaak.”
,,Toen ik met bouwkunde begon, dacht ik dat studeren echt betekende: bezig zijn met studieboeken. Maar op Bouwkunde ben je vooral aan het ontwerpen en komen er weinig boeken aan te pas. Er is weinig theorie. Dat miste ik eigenlijk. Maar stoppen doe je na twee jaar ook niet meer zo makkelijk.
Nadat ik een jaar had gewerkt voor het voorlichtingsbureau van de Europese Unie, ben ik pas echt geïnteresseerd geraakt. Geïnteresseerd in Europa. En in politiek. Er gebeuren heel belangrijke dingen in Europa. Alleen is er niemand die het weet, niemand die gaat stemmen. Als ik op Bouwkunde rondloop, denk ik wel eens: ,,Jongens, de wereld staat in brand, en wij maken ons druk over een hoekoplossing!” Zeker met dingen als de crisis in Kosovo hoop ik daar met politicologie een oplossing voor te kunnen vinden. Ja, politicologie doe je wel uit idealisme. Maar het is toch voornamelijk interesse. En een hobby.
Ik wil geen architect worden. Ik denk dat een goede architect 24 uur per dag met zijn vak bezig moet kunnen zijn. En dat kan ik niet. Maar dat kan ik bij politicologie denk ik ook niet. Direct de politiek in wil ik dan ook niet. Hooguit voor een paar jaar. Maar dan bestaat het gevaar dat je daar zo in blijft hangen. En dat lijkt me niet goed. Je moet wel met een frisse blik tegen de politiek aan kunnen blijven kijken. Misschien dat ik terecht kan bij een adviesbureau, of in een diplomatieke functie bij het bedrijfsleven of de overheid.
Af en toe is het wel moeilijk om te combineren. Tentamens kun je wel ’s nachts leren, maar colleges lopen gaat dan niet. Je moet je agenda dus goed organiseren. Ik doe in Leiden ook van alles door elkaar: eerstejaars- maar ook vierdejaarsvakken. In principe kan ik over twee jaar klaar zijn met politicologie. Maar ik wil me nu eerst op mijn afstuderen bij Bouwkunde richten. Daar begin ik in september mee. En daarna kijk ik wel of ik politicologie afmaak.”
Comments are closed.