Ook zo blij dat het weer tien graden koeler is? Delta’s hittepolitie ging op de heetste dag van de week naar het warmste plekje op de campus en vroeg hoe je het er uithoudt.
Door: Connie van Uffelen en Marjolein van der Veldt
Dinsdag 25 juni 2019, rond het middaguur. Het is warm, heel warm. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu heeft het hitteplan weer geactiveerd: voldoende drinken, schaduw opzoeken en goed insmeren met zonnebrandcrème. Ja ja, maar wat als je tentamen hebt of moet werken op de campus en weersvoorspellers als The Weather Channel deze temperaturen aangeven?
De TU Delft heeft zelf geen hitteplan, mailt een woordvoerster op onze vraag. “Het is aan de decanen en directeuren om dit met en voor hun eigen medewerkers en studenten te bepalen. Het is niet centraal af te stemmen, alle gebouwen zijn verschillend.” Daar zit wat in.
Peentjes zweten
Na onze vraag op social media wat het warmste plekje van de campus is, komt al snel het antwoord dat dit tentamenhal F425 moet zijn bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen. Daar is surveillant Rien Winters rond 13 uur al ijverig antwoordvellen aan het neerleggen voor het drie uur durende tentamen partiële differentiaalvergelijking.
Of wij studenten zijn? Nee, we zijn blij van niet want het is er benauwd en de ramen kunnen maar op een klein kiertje open. Airco? Wij voelen er niets van. Gelukkig zit er wel een kraantje in het lokaal, zegt docent Wim van Horssen. Op zijn kamer staat een ventilator, maar die heeft hij niet meegenomen. “Die maakt herrie.” Jammer.
De, toen nog lege, tentamenzaal F425 bij TNW.
Buiten de hal wachten de eerste studenten. Ze hebben flesjes water meegenomen en een enkeling grapt over een extra shirt. “Ik ga een paar keer extra naar de wc en gooi dan wat water over mijn gezicht”, zegt derdejaars wiskundestudent Marleen. “Vorig jaar was het niet zo erg als nu. Ik snap niet waarom ze ons niet tentamen laten maken in Pulse. Een huisgenootje zei dat een college van hier verzet was naar Pulse. Waarom laten ze ons niet in Pulse?”
Playa Mekelpark
Op zoek naar verkoeling besluiten we Technische Natuurwetenschappen snel te verlaten. Slecht idee, want terwijl de zon op het hoogste punt staat en we naarstig naar schaduw zoeken, is het voetpad richting de foodtrucks in het Mekelpark een ware lijdensweg. Eenmaal bij de oldtimerbus van ’t Mexicaans Loket springen we snel onder de parasol. “Speciaal neergezet voor vandaag”, vertelt Romy, één van de eigenaressen van de truck. Terwijl ze ons te woord staat maakt ze samen met compagnon Simone quesedillas en burrito’s voor hongerige klanten. “Vandaag bieden we ook extra drinken en gratis brownies aan. Het is goed als je op zo’n warme dag een beetje suiker binnenkrijgt.”
De foodtruck staat vol in de zon, maar Simone wil van geen wijken weten. “De openingstijden zijn ongewijzigd, we gaan niet later open of eerder weg.” Om het hoofd koel te houden, hebben ze lakens voor de ramen gehangen en zelf draagt ze een natte doek om haar hoofd. Duidelijk, deze vrouwen laten zich niet gek maken door de hitte, al vinden ze wel dat de campus te weinig schaduw biedt.
“Bij die bomen zit je wel goed”, wijst Romy terwijl ze ons een brownie in de handen duwt. Als we naar de aangewezen plek sprinten, horen we Simone ons nog toeroepen dat we ‘echt goed moeten drinken vandaag’.
Verzegelde ramen
Vanuit het Mekelpark is de beste optie op airco de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Denken we. In de hal voor de servicebalie is het heerlijk koel. Top! We glippen de lift in, maar staan daar al snel hutjemutje met zijn vieren. Eruit dan maar op de derde verdieping. Uit het eerste kamertje dat we zien, klinkt het geluid van ventilatoren. Het is er erg donker. Er zit iemand onderuit achter lichtgevende beeldschermen. Niet storen maar.
Verderop laat een medewerkster op haar kamer een thermometer zien.
Hoe houdt zij dit uit? Ze haalt haar schouders op. “We moeten eigenlijk een ventilator hebben”, zegt ze. “Niemand geloofde vorig jaar dat het hier zo heet wordt.” Ze werd het zat en is toen de temperatuur en luchtvochtigheid gaan bijhouden. Het lijstje met metingen hangt op de zijkant van een kast.
Het lijstje met metingen in een kamer bij CiTG.
De recordtemperatuur dateert van 3 juli 2018: 32,5 graden. “Ik vind dit eigenlijk niet meer te doen, maar ik hoor van mijn dochter op de basisschool dat het daar 31 graden is. Achterin de gang zitten mensen met verzegelde ramen vanwege asbestsanering. Wij kunnen de ramen nog een beetje opendoen.” Straks mag ze naar een afstudeerpresentatie in een gekoelde ruimte, “dat is wel fijn”, verzucht ze.
We lopen naar studieruimte Studoc. Hoe is het daar? Als je stilzit en niet te veel beweegt, lijkt het mee te vallen. We laten de studenten met hun flesjes water op tafel rustig verder studeren.
Deze student in Studoc is goed voorbereid.
Code rood
We pakken nog even de koele ruimte bij de balie mee voordat we buiten weer tegen een muur van hitte aanlopen. Snel tussen de campusheuveltjes oversteken naar Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica.
Onze wangen staan op code rood. Het water loopt in straaltjes van ons voorhoofd. We willen een koud flesje water uit de automaat, maar die blijkt ontkoppeld en leeg te zijn. Geen paniek: achter de liften tappen we gratis koud water. Als je een bekertje wilt, kost je dat vijf cent.
We kunnen er weer even tegenaan en pakken de lift naar een van de hoogst bewoonde verdiepingen: de achttiende. Daar lopen we onderzoeker Chris Verhoeven tegen het lijf, zowaar bij een oven die niet aanstaat. Hij eet net een ijsje en heeft geen problemen met de warmte. “Ik moet wel bekennen dat als ik in India ben bij veertig graden Celsius, ik het heerlijk vind. En in de herfst wil ik onder een elektrische deken. Ik ben net een reptiel.”
Zo rood als een kroot
Verhoeven wil ons via een geheimzinnig trapje bovenin het pand wel even een mooi koel kamertje laten zien: het grondstation. Het staat vol met ontvangstapparatuur en computers. “Dit is waar wij signalen van satellieten ontvangen”, zegt Verhoeven. “Zo draait onze Delfi C3 al elf jaar in een baan om de aarde. Vanwege de apparatuur moet deze ruimte niet te warm zijn en niet vochtig.”
In het grondstation is het met 25,3 graden heerlijk koel.
De thermometer in het grondstation wijst 25,3 graden aan. Heerlijk, hier houden wij het vandaag wel uit. “Andere mensen uit het team hoor ik ook niet klagen”, zegt Verhoeven. Hij laat ons nog een mooie plek zien: het dak van de faculteit met schotels, radars en antennes voor onderzoek. En last but not least: een heerlijk briesje. “Zeker met mooi weer hebben we hier veel te doen, maar als je niet oplet, ben je ’s avonds zo rood als een kroot.”
In de verte zien we de Rotterdamse haven, de zee en de skibaan van SnowWorld in Zoetermeer. Ook een fijne plek bij deze temperaturen, maar we moeten door.
Onder het genot van een briesje toont Chris Verhoeven ons het uitzicht van EWI.
IJsjes van William Froude
Via Instagram laat de studievereniging van maritieme techniek, Scheepsbouwkundig Gezelschap William Froude, weten dat haar verenigingshok ‘best wel’ warm is. We nemen de proef op de som en treffen eenmaal daar een oververhit bestuurslid aan. Vergezeld door een grootverpakking Spa blauw, neemt Joep van der Spek (op de foto, de tweede van links) de dag met ons door. “Maandag beloofden we om vandaag (dinsdag) ijsjes uit te delen aan alle blokkende studenten die in de gang voor de vereniging zitten, maar de Makro had last van een storing en verkocht daardoor geen ijs.” Een schrale troost: Spek belooft woensdag nog een poging te wagen.
Het oververhitte bestuur van SG William Froude.
Bevangen door de hitte dwalen we door de lange gangen van de faculteit 3mE, tot een luide ping ons tot de orde roept. Een reactie van @Dhrtn95 op Twitter: “Het warmste plekje op de campus? De glazen gang op TBM naar de studeerruimte”. We kijken elkaar aan en zetten zonder iets te zeggen koers naar de Jaffalaan.
Onze volger heeft niet gelogen, de glazen gang is veruit het warmste plekje dat we vandaag bezoeken. Zonder thermometer is een exacte temperatuur niet vast te stellen, maar vergelijk het met een opgieting in een Finse sauna: niet iedereen kan ertegen.
We vluchten de gang snel uit en besluiten onszelf een drinkpauze te gunnen als we de faculteit Bouwkunde hebben gehaald. Hoppend van boomschaduw naar boomschaduw komen we tien minuten later doorweekt aan. De cafetariamedewerker van Cormet kijkt ons met meewarig aan. Koud water? “Bijna alles is op, ik heb alleen nog kleine flesjes.” Met de tong op de schoenen rekenen we af en ploffen we neer op een bankje met uitzicht op de maquettehal.
Groepjes eerstejaars werken op de begane grond onder begeleiding van hun docent aan de meest waanzinnige houten huisjes. Een verdieping hoger probeert een mannelijke student verkoeling te vinden door wild met een schrift te wapperen. Of hij nog tips heeft om deze hete dagen door te komen? “Ik kom uit Brazilië, ik ben het wel gewend. Dus echt tips kan ik niet geven”, zegt hij terwijl hij zich weer over zijn maquette buigt.
Uitverkocht
Geïnspireerd door SG William Froude eindigen we onze surveillance bij de Coffee-Star in de Library. Daar verkopen ze ijsjes, maar we zijn te laat want even na drieën treffen we onderstaand bordje aan.
“De ijsjes waren echt binnen een mum van tijd uitverkocht”, verontschuldigt een barista zich terwijl hij zwoegt op de zoveelste ijskoffie van vandaag. Hete cappuccino’s, daar is vandaag weinig behoefte aan.
Een beetje teleurgesteld keren we terug naar de redactie, waar een nieuwsgierige hoofdredacteur benieuwd is naar de beste hittetip. “Een leidinggevende die op ijsjes trakteert”, antwoorden we eensgezind. We hebben geluk, ze trakteert én weet een plek waar nog wel raketjes in de vriezer liggen.
Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?
m.vanderveldt@tudelft.nl
Comments are closed.