Jonge ondernemers waarderen het technostartersprogramma waarin de TU hen financieel steunt, gebruik laat maken van haar bedrijvennetwerk, en hulp biedt bij het maken van een businessplan. De TU-steun bij huisvesting van de bedrijfjes is nog te beperkt.
,,Van de helft van het geld van de technostartersregeling hebben we software gekocht”, vertelt ir. Tom Santegoeds van driemansbedrijf Femto, dat sterkteberekeningen voor materialen en constructies uitvoert. ,,De andere helft van de lening gebruikten we om van te leven. Dat was prettig, omdat je dan niet op zaterdag bij de Ikea hoefde werken als het financieel even tegenzat.”
Inmiddels is Femto met het bedrijf Computational Engineering gefuseerd tot rNd en het bedrijf loopt goed. ,,We moeten sinds kort zelfs wel eens nee verkopen aan de klant omdat we te veel opdrachten hebben.”
Santegoeds en zijn medeoprichters waren de eersten die in 1997 gebruik maakten van de zogenoemde technostartersregeling voor afgestudeerde of gepromoveerde TU’ers. Tot nu toe maakten zo’n vijftien technostarters gebruik van een pakket aan steunmaatregelen van de TU. Die steun bestaat onder andere uit een renteloze lening van 36.000 gulden, bemiddeling bij huisvesting, wetenschappelijke ondersteuning door een faculteit van de TU en een opleidingstraject voor praktische ondernemersvaardigheden.
Hoe vergaat het de eerste technostarters na de sprong in het diepe? Beperkt de steun van de TU zich tot een paar zwemlesjes om de watervrees te overwinnen of moet de universiteit als een badmeester met zwemhaak mee blijven lopen om verdrinkende bedrijfjes weer naar de oppervlakte te tillen?
Santegoeds, in 1997 afgestudeerd bij Werktuigbouwkunde, vond de hulp van het technostartersprogramma ,,niet onontbeerlijk maar wel reuze handig.” Niet alleen leenden hij en zijn twee partners ieder 36.000 gulden, hij volgde ook een marketingcursus via het technostartersprogramma.
Ir. Toine Paijens, deeltijddocent bij apparatenbouw, richtte in 1995 het bedrijf Computational Engineering op dat later met Femto fuseerde. Paijens gebruikte alleen de lening van het technostartersprogramma. Onlangs kreeg hij een cursus jong ondernemerschap aangeboden. Paijens twijfelt of hij mee zal doen: ,,Als je bedrijf eenmaal loopt, heb je daar weinig tijd voor.”
Rugklachten
,,Het technostartersprogramma is nuttig voor echt jonge bedrijven met alleen een idee. Zodra je het iets professioneler wilt aanpakken, biedt het je niet veel meer”, meent ir. Dirk van Deursen van Ergodynamics Industries. Zijn bedrijf ontwikkelt een stoel waarvan het zitvlak elke minuut een graadje roteert om rugklachten te voorkomen. Samen met zijn vader, een orthopeed die het idee in zijn praktijk opdeed, maakte hij een prototype en patenteerde het.
Van Deursen werkt nu als promovendus bij Werktuigbouwkunde aan een wetenschappelijke onderbouwing van het concept. Daarnaast probeert hij stoelfabrikanten te interesseren om het roterende zitvlak toe te passen. En niet zonder succes. ,,Een aantal Duitse kantoor-, auto- en vliegtuigstoelfabrikanten brengt ons product binnen twee jaar op de markt.”
Van Deursen meldde zich als technostarter aan omdat hij contact wilde houden met de TU. Achteraf vindt hij dat het hem veel tijd heeft gekost en weinig heeft opgeleverd. ,,Je moet presentaties houden en daarbij soms gevoelige informatie vrijgeven. Met de huidige rentestand is 36.000 gulden renteloze lening een subsidie van 2.000 gulden. Is dat de moeite waard?”
Borrel
Het technostartersprogramma leverde Paijens en Santegoeds niet alleen een lening, maar ook de informele contacten met andere startende bedrijfjes. Santegoeds: ,,We houden nu met de technostarters een paarmaandelijkse borrel om tips uit te wisselen. Iedereen kampt toch met vergelijkbare uitdagingen.” Paijens: ,,Er ontstaat zo een aardig netwerk tussen de technostarters. Zo maakte een andere technostarter, Eagle Eye, voor ons een webpagina.”
Ir. Gert Jan van den Berg, die als liaison officer bij het Business Service Center (BSC) nauw betrokken is bij de begeleiding van de technostarters, was aangenaam verrast door de ontstane samenwerking tussen sommige technostarters. Van den Berg stimuleert nu ook de contacten van de technostarters met andere bedrijven. ,,Vanuit mijn functie participeer ik in bedrijvennetwerken buiten de TU. Daarin probeer ik de technostarters te betrekken”, vertelt Van den Berg. Technostarters kunnen zich bijvoorbeeld presenteren op de TU-stand op beurzen en daarbij gebruik maken van de expertise van de Communicatie- en Marketinggroep.
Van de ondernemingsplanwedstrijd New Venture 98 van het consultancybedrijf McKinsey leerde Van den Berg dat hulp van ervaren coaches uit het bedrijfsleven heel belangrijk is voor jonge ondernemers. ,,Die rol probeer ik ook te spelen. Ik bel zo nu en dan en houd zo de vinger aan de pols.”
Windeieren
New Venture 98 heeft ook technostarters een nieuwe impuls gegeven. De broers ir. Pascal en ir. Michel van Putten, respectievelijk afgestudeerd werktuigbouwkundige en technisch natuurkundige, meldden zich met hun bedrijfje VPInstruments vorig jaar zowel aan voor het technostartersprogramma als voor New Venture 98. Beide programma’s eisten een goed businessplan. Pascal van Putten voerde er een gedegen marktonderzoek voor uit. Het legde hem en zijn broer geen windeieren: ze wonnen de New Venture-prijs van een halve ton. Ook konden ze beiden 36.000 gulden van de TU lenen.
Vader van Putten ontwikkelde tijdens zijn afstuderen een siliciumsensor die de stroming van gas kan meten. De broers bouwden de afgelopen jaren samen met hun vader en een derde broer een prototype van een gasflowmeter waarin deze sensor een centrale rol speelt. Pascal van Putten: ,,Vader besteedtzijn tijd voornamelijk aan de ontwikkeling van de techniek. Mij leek het na het bouwen van het prototype leuk om een bedrijfje te beginnen dat zich richt op de productontwikkeling, marketing en verkoop.”
Het geld van de New Ventureprijs en de TU-lening waren hard nodig voor de kosten van de bedrijfsvoering, de marketing en vooral voor de voorfinanciering van proefmodellen die potentiële klanten kunnen testen.
Van Putten zegt grote hulp te hebben ondervonden van het technostartersprogramma. Zo bood de TU hem ruimte op de beurs ‘Het Instrument’. Zowel de New Ventureprijs als de erkenning door de technostartcommissie hielpen hem om bij banken financiering los te krijgen. Verder kunnen de broers Van Putten, mede omdat Michel promovendus is bij Technische Natuurkunde, een kamer op het Kramers Laboratorium gebruiken als bedrijfsruimte.
Weggemoffeld
De universiteit hoopt binnenkort een kring van bedrijfjes om zich heen te zien groeien. De huisvesting voor al die ondernemingen is nu nog een allegaartje, maar BSC overlegt met TU Vastgoed over mogelijke verbeteringen. VPInstruments vond een kamer op de universiteit, maar volgens Van den Berg willen niet alle starters ‘weggemoffeld worden in een faculteit.’ Zo regelde rNd zelf de dienstwoning van de vroegere conciërge van de voormalige faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen aan de Kanaalweg. Buiten de TU om bestaan er nog enkele particuliere bedrijfspanden, zoals het Radexgebouw aan de Rotterdamseweg waar Van Deursen is ingetrokken.
Het vergaat alle technostarters tot nu toe goed. Er zijn nog geen afvallers. Volgens Van den Berg is dit mede te danken aan een goede selectie. ,,Bij het intake-gesprek voor het programma wordt er al flink gescreend.” Ideeën die weinig innovatief zijn, worden afgewezen.
Voor de echte beginners is de zwemles die de TU in het technostartersprogramma biedt dus een succes: de watervrees verdwijnt en er is nog geen bedrijfje verdronken. Voor gevorderden is het zonde van de tijd. Zij hebben de badmeester niet nodig.
,,Van de helft van het geld van de technostartersregeling hebben we software gekocht”, vertelt ir. Tom Santegoeds van driemansbedrijf Femto, dat sterkteberekeningen voor materialen en constructies uitvoert. ,,De andere helft van de lening gebruikten we om van te leven. Dat was prettig, omdat je dan niet op zaterdag bij de Ikea hoefde werken als het financieel even tegenzat.”
Inmiddels is Femto met het bedrijf Computational Engineering gefuseerd tot rNd en het bedrijf loopt goed. ,,We moeten sinds kort zelfs wel eens nee verkopen aan de klant omdat we te veel opdrachten hebben.”
Santegoeds en zijn medeoprichters waren de eersten die in 1997 gebruik maakten van de zogenoemde technostartersregeling voor afgestudeerde of gepromoveerde TU’ers. Tot nu toe maakten zo’n vijftien technostarters gebruik van een pakket aan steunmaatregelen van de TU. Die steun bestaat onder andere uit een renteloze lening van 36.000 gulden, bemiddeling bij huisvesting, wetenschappelijke ondersteuning door een faculteit van de TU en een opleidingstraject voor praktische ondernemersvaardigheden.
Hoe vergaat het de eerste technostarters na de sprong in het diepe? Beperkt de steun van de TU zich tot een paar zwemlesjes om de watervrees te overwinnen of moet de universiteit als een badmeester met zwemhaak mee blijven lopen om verdrinkende bedrijfjes weer naar de oppervlakte te tillen?
Santegoeds, in 1997 afgestudeerd bij Werktuigbouwkunde, vond de hulp van het technostartersprogramma ,,niet onontbeerlijk maar wel reuze handig.” Niet alleen leenden hij en zijn twee partners ieder 36.000 gulden, hij volgde ook een marketingcursus via het technostartersprogramma.
Ir. Toine Paijens, deeltijddocent bij apparatenbouw, richtte in 1995 het bedrijf Computational Engineering op dat later met Femto fuseerde. Paijens gebruikte alleen de lening van het technostartersprogramma. Onlangs kreeg hij een cursus jong ondernemerschap aangeboden. Paijens twijfelt of hij mee zal doen: ,,Als je bedrijf eenmaal loopt, heb je daar weinig tijd voor.”
Rugklachten
,,Het technostartersprogramma is nuttig voor echt jonge bedrijven met alleen een idee. Zodra je het iets professioneler wilt aanpakken, biedt het je niet veel meer”, meent ir. Dirk van Deursen van Ergodynamics Industries. Zijn bedrijf ontwikkelt een stoel waarvan het zitvlak elke minuut een graadje roteert om rugklachten te voorkomen. Samen met zijn vader, een orthopeed die het idee in zijn praktijk opdeed, maakte hij een prototype en patenteerde het.
Van Deursen werkt nu als promovendus bij Werktuigbouwkunde aan een wetenschappelijke onderbouwing van het concept. Daarnaast probeert hij stoelfabrikanten te interesseren om het roterende zitvlak toe te passen. En niet zonder succes. ,,Een aantal Duitse kantoor-, auto- en vliegtuigstoelfabrikanten brengt ons product binnen twee jaar op de markt.”
Van Deursen meldde zich als technostarter aan omdat hij contact wilde houden met de TU. Achteraf vindt hij dat het hem veel tijd heeft gekost en weinig heeft opgeleverd. ,,Je moet presentaties houden en daarbij soms gevoelige informatie vrijgeven. Met de huidige rentestand is 36.000 gulden renteloze lening een subsidie van 2.000 gulden. Is dat de moeite waard?”
Borrel
Het technostartersprogramma leverde Paijens en Santegoeds niet alleen een lening, maar ook de informele contacten met andere startende bedrijfjes. Santegoeds: ,,We houden nu met de technostarters een paarmaandelijkse borrel om tips uit te wisselen. Iedereen kampt toch met vergelijkbare uitdagingen.” Paijens: ,,Er ontstaat zo een aardig netwerk tussen de technostarters. Zo maakte een andere technostarter, Eagle Eye, voor ons een webpagina.”
Ir. Gert Jan van den Berg, die als liaison officer bij het Business Service Center (BSC) nauw betrokken is bij de begeleiding van de technostarters, was aangenaam verrast door de ontstane samenwerking tussen sommige technostarters. Van den Berg stimuleert nu ook de contacten van de technostarters met andere bedrijven. ,,Vanuit mijn functie participeer ik in bedrijvennetwerken buiten de TU. Daarin probeer ik de technostarters te betrekken”, vertelt Van den Berg. Technostarters kunnen zich bijvoorbeeld presenteren op de TU-stand op beurzen en daarbij gebruik maken van de expertise van de Communicatie- en Marketinggroep.
Van de ondernemingsplanwedstrijd New Venture 98 van het consultancybedrijf McKinsey leerde Van den Berg dat hulp van ervaren coaches uit het bedrijfsleven heel belangrijk is voor jonge ondernemers. ,,Die rol probeer ik ook te spelen. Ik bel zo nu en dan en houd zo de vinger aan de pols.”
Windeieren
New Venture 98 heeft ook technostarters een nieuwe impuls gegeven. De broers ir. Pascal en ir. Michel van Putten, respectievelijk afgestudeerd werktuigbouwkundige en technisch natuurkundige, meldden zich met hun bedrijfje VPInstruments vorig jaar zowel aan voor het technostartersprogramma als voor New Venture 98. Beide programma’s eisten een goed businessplan. Pascal van Putten voerde er een gedegen marktonderzoek voor uit. Het legde hem en zijn broer geen windeieren: ze wonnen de New Venture-prijs van een halve ton. Ook konden ze beiden 36.000 gulden van de TU lenen.
Vader van Putten ontwikkelde tijdens zijn afstuderen een siliciumsensor die de stroming van gas kan meten. De broers bouwden de afgelopen jaren samen met hun vader en een derde broer een prototype van een gasflowmeter waarin deze sensor een centrale rol speelt. Pascal van Putten: ,,Vader besteedtzijn tijd voornamelijk aan de ontwikkeling van de techniek. Mij leek het na het bouwen van het prototype leuk om een bedrijfje te beginnen dat zich richt op de productontwikkeling, marketing en verkoop.”
Het geld van de New Ventureprijs en de TU-lening waren hard nodig voor de kosten van de bedrijfsvoering, de marketing en vooral voor de voorfinanciering van proefmodellen die potentiële klanten kunnen testen.
Van Putten zegt grote hulp te hebben ondervonden van het technostartersprogramma. Zo bood de TU hem ruimte op de beurs ‘Het Instrument’. Zowel de New Ventureprijs als de erkenning door de technostartcommissie hielpen hem om bij banken financiering los te krijgen. Verder kunnen de broers Van Putten, mede omdat Michel promovendus is bij Technische Natuurkunde, een kamer op het Kramers Laboratorium gebruiken als bedrijfsruimte.
Weggemoffeld
De universiteit hoopt binnenkort een kring van bedrijfjes om zich heen te zien groeien. De huisvesting voor al die ondernemingen is nu nog een allegaartje, maar BSC overlegt met TU Vastgoed over mogelijke verbeteringen. VPInstruments vond een kamer op de universiteit, maar volgens Van den Berg willen niet alle starters ‘weggemoffeld worden in een faculteit.’ Zo regelde rNd zelf de dienstwoning van de vroegere conciërge van de voormalige faculteit Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen aan de Kanaalweg. Buiten de TU om bestaan er nog enkele particuliere bedrijfspanden, zoals het Radexgebouw aan de Rotterdamseweg waar Van Deursen is ingetrokken.
Het vergaat alle technostarters tot nu toe goed. Er zijn nog geen afvallers. Volgens Van den Berg is dit mede te danken aan een goede selectie. ,,Bij het intake-gesprek voor het programma wordt er al flink gescreend.” Ideeën die weinig innovatief zijn, worden afgewezen.
Voor de echte beginners is de zwemles die de TU in het technostartersprogramma biedt dus een succes: de watervrees verdwijnt en er is nog geen bedrijfje verdronken. Voor gevorderden is het zonde van de tijd. Zij hebben de badmeester niet nodig.
Comments are closed.