Opinie

De TU Delft moet veranderen

Wil het college van bestuur van de TU een commercieel bedrijf maken? Ziet het topbestuur van de universiteit het eigen personeel nog wel staan? Wil men soms bezuinigen-om-te-bezuinigen? Luistert men nog wel naar gefundeerde alternatieven? Dit soort vragen gieren door de universiteit en zetten bijvoorbeeld eerder deze week het overleg met de vakbonden onder druk.

De voorzitter van het college van bestuur is met zijn antwoorden op deze vragen al regelmatig bij faculteiten en diensten de boer op geweest. Gisteren gaf hij zijn visie in de universiteitsraad. Hieronder een samenvatting.

De strategienota ‘Naar een nieuw engagement’, die in april 1994 door de Universiteitsraad werd vastgesteld, heeft door de recente ontwikkelingen alleen maar aan actualiteit gewonnen. Tot die ontwikkelingen behoren onder andere de steeds duidelijker geformuleerde verwachtingen ten aanzien van het wetenschappelijk onderwijs en de gedachten die in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan worden geformuleerd.

In de eerste plaats lijken de strategische doelstellingen van de TU wonderwel te passen in de discussie die wordt gevoerd over het wetenschappelijk onderwijs en de daarvan te verwachten maatschappelijke bijdrage.

In de tweede plaats lijken de maatregelen die in de nota werden voorgesteld nog belangrijker te worden. Ze zijn nodig om onze doelen te bereiken. Ze zijn ook nodig om de TU Delft voor te bereiden op de verlaging van inkomsten uit de eerste geldstroom die op ons af komt. Zoals bekend: de instroom van nieuwe studenten neemt af en de overheid bezuinigt op het wetenschappelijk onderwijs.
Meer geld

Het college van bestuur heeft ruim twee maanden geleden een besluit genomen. Het is een pakket van maatregelen dat de naam draagt Modernisering Ondersteunende Diensten. De bedoeling van de modernisering is om in de toekomst voor onze kerntaken – onderwijs en onderzoek – een nog effectievere ondersteuning en tegelijkertijd meer geld beschikbaar te krijgen. De student moet meer centraal komen te staan en de wetenschapper moet met minder rompslomp worden belast en meer ruimte krijgen.

Door de modernisering zal een kleinere en effectievere ondersteunende organisatie ontstaan die zal beschikken over vele nieuwe hulpmiddelen. De belangrijkste stappen om dit te bereiken: het door middel van ‘clustering’ terugbrengen van het aantal beheerseenheden van 22 naar ongeveer 12 en het splitsen van het huidige Bureau van de universiteit in vier onderdelen. Die vier onderdelen zijn: een centrale staf van 50 fte, een Bedrijven Service Centrum, een Studenten Service Centrum en een (tijdelijk) Universiteits Service Centrum (USC). Het USC zal in een aantal jaren opgaan in de ondersteunende diensten van de clusters.

Er zullen twee duidelijke effecten zijn. Ten eerste zal het aantal ondersteunende functies verminderen.

Ten tweede zullen vele ondersteunende functies van karakter veranderen door de invoering van nieuwe methoden en door een nieuwe plaats in de organisatie. Het college is ervan overtuigd dat de ‘vernieuwde’ functies aantrekkelijker zullen zijn en zullen bijdragen tot het bereiken van één van de strategische doelstellingen: het realiseren van een inspirerende en uitdagende werkomgeving voor de TU-medewerkers.
Nog plaats?

Velen zullen zich afvragen of een TU Delft, die zo sterk aan het veranderen is, hen in de toekomst nog een plaats zal bieden. Sommigen vinden dat er op de TU-mensen onjuiste en onrechtvaardige kritiek wordt uitgeoefend. Het cvb heeft géén kritiek op de TU-medewerker. Het zegt bovendien: iedereen die de uitdagingen van een (veranderde) functie wil aangaan en wil bijdragen aan het bereiken van de doelen van de TU Delft zal daarvoor de kans krijgen. Het cvb zal daarvoor, waar nodig, scholing aanbieden.

Maar meer dan dat. Het cvb vindt dat er méér mogelijkheden moeten worden geschapen om mensen in onze universiteit tot hun recht te laten komen. Dat betekent ondermeer: deregulering, betere informatie en het toekennen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan mensen.

Daarnaast is het onvermijdelijk dat de organisatie zal krimpen. Het cvb zal zich inzetten om dat geleidelijk en met zo min mogelijk pijn te doen.

Het college zet zich ook in om, waar mogelijk, banen te scheppen. Er wordt aan nieuwe samenwerkingsverbanden gewerkt, onder andere met TNO. Starters zullen worden gesteund en bedrijven zullen worden aangetrokken. Alle mogelijkheden om de derde geldstroom te vergroten zullen worden uitgezocht.

Tot slot: er is sinds het verschijnen van de strategienota veel resultaat geboekt. Er komt nog meer, ondanks de tegenwind die is opgestoken. Het uitvoeren van de strategienota leidt ertoe dat de TU Delft gaat veranderen.

Wat het cvb wil behouden bij die verandering: de academische waarden, een goede werkomgeving en een zorgvuldige omgang met medewerkers, studenten en onze samenwerkingspartners.

Wil het college van bestuur van de TU een commercieel bedrijf maken? Ziet het topbestuur van de universiteit het eigen personeel nog wel staan? Wil men soms bezuinigen-om-te-bezuinigen? Luistert men nog wel naar gefundeerde alternatieven? Dit soort vragen gieren door de universiteit en zetten bijvoorbeeld eerder deze week het overleg met de vakbonden onder druk. De voorzitter van het college van bestuur is met zijn antwoorden op deze vragen al regelmatig bij faculteiten en diensten de boer op geweest. Gisteren gaf hij zijn visie in de universiteitsraad. Hieronder een samenvatting.

De strategienota ‘Naar een nieuw engagement’, die in april 1994 door de Universiteitsraad werd vastgesteld, heeft door de recente ontwikkelingen alleen maar aan actualiteit gewonnen. Tot die ontwikkelingen behoren onder andere de steeds duidelijker geformuleerde verwachtingen ten aanzien van het wetenschappelijk onderwijs en de gedachten die in het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan worden geformuleerd.

In de eerste plaats lijken de strategische doelstellingen van de TU wonderwel te passen in de discussie die wordt gevoerd over het wetenschappelijk onderwijs en de daarvan te verwachten maatschappelijke bijdrage.

In de tweede plaats lijken de maatregelen die in de nota werden voorgesteld nog belangrijker te worden. Ze zijn nodig om onze doelen te bereiken. Ze zijn ook nodig om de TU Delft voor te bereiden op de verlaging van inkomsten uit de eerste geldstroom die op ons af komt. Zoals bekend: de instroom van nieuwe studenten neemt af en de overheid bezuinigt op het wetenschappelijk onderwijs.
Meer geld

Het college van bestuur heeft ruim twee maanden geleden een besluit genomen. Het is een pakket van maatregelen dat de naam draagt Modernisering Ondersteunende Diensten. De bedoeling van de modernisering is om in de toekomst voor onze kerntaken – onderwijs en onderzoek – een nog effectievere ondersteuning en tegelijkertijd meer geld beschikbaar te krijgen. De student moet meer centraal komen te staan en de wetenschapper moet met minder rompslomp worden belast en meer ruimte krijgen.

Door de modernisering zal een kleinere en effectievere ondersteunende organisatie ontstaan die zal beschikken over vele nieuwe hulpmiddelen. De belangrijkste stappen om dit te bereiken: het door middel van ‘clustering’ terugbrengen van het aantal beheerseenheden van 22 naar ongeveer 12 en het splitsen van het huidige Bureau van de universiteit in vier onderdelen. Die vier onderdelen zijn: een centrale staf van 50 fte, een Bedrijven Service Centrum, een Studenten Service Centrum en een (tijdelijk) Universiteits Service Centrum (USC). Het USC zal in een aantal jaren opgaan in de ondersteunende diensten van de clusters.

Er zullen twee duidelijke effecten zijn. Ten eerste zal het aantal ondersteunende functies verminderen.

Ten tweede zullen vele ondersteunende functies van karakter veranderen door de invoering van nieuwe methoden en door een nieuwe plaats in de organisatie. Het college is ervan overtuigd dat de ‘vernieuwde’ functies aantrekkelijker zullen zijn en zullen bijdragen tot het bereiken van één van de strategische doelstellingen: het realiseren van een inspirerende en uitdagende werkomgeving voor de TU-medewerkers.
Nog plaats?

Velen zullen zich afvragen of een TU Delft, die zo sterk aan het veranderen is, hen in de toekomst nog een plaats zal bieden. Sommigen vinden dat er op de TU-mensen onjuiste en onrechtvaardige kritiek wordt uitgeoefend. Het cvb heeft géén kritiek op de TU-medewerker. Het zegt bovendien: iedereen die de uitdagingen van een (veranderde) functie wil aangaan en wil bijdragen aan het bereiken van de doelen van de TU Delft zal daarvoor de kans krijgen. Het cvb zal daarvoor, waar nodig, scholing aanbieden.

Maar meer dan dat. Het cvb vindt dat er méér mogelijkheden moeten worden geschapen om mensen in onze universiteit tot hun recht te laten komen. Dat betekent ondermeer: deregulering, betere informatie en het toekennen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden aan mensen.

Daarnaast is het onvermijdelijk dat de organisatie zal krimpen. Het cvb zal zich inzetten om dat geleidelijk en met zo min mogelijk pijn te doen.

Het college zet zich ook in om, waar mogelijk, banen te scheppen. Er wordt aan nieuwe samenwerkingsverbanden gewerkt, onder andere met TNO. Starters zullen worden gesteund en bedrijven zullen worden aangetrokken. Alle mogelijkheden om de derde geldstroom te vergroten zullen worden uitgezocht.

Tot slot: er is sinds het verschijnen van de strategienota veel resultaat geboekt. Er komt nog meer, ondanks de tegenwind die is opgestoken. Het uitvoeren van de strategienota leidt ertoe dat de TU Delft gaat veranderen.

Wat het cvb wil behouden bij die verandering: de academische waarden, een goede werkomgeving en een zorgvuldige omgang met medewerkers, studenten en onze samenwerkingspartners.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.