Campus

De server plat en de telefoon roodgloeiend

Vraag een TU-medewerker of student wat een systeembeheerder zoal doet en het antwoord begint met: internetten, krant lezen of koffie drinken. Delta onderzocht wat zo’n computerman in werkelijkheid uitvreet.

Achter een openstaande deur met bordje ‘Helpdesk’ zitten vier systeembeheerders: de troubleshooters van Industrieel Ontwerpen. Het is woensdagmiddag, de week is doormidden: bakkie doen dus. Aan de muur een afbeelding van een scheepsdek met roeiende slaven en het opschrift ‘Er kan veel harder gewerkt worden’. Nog harder?

,,We zitten nu toevallig net aan de koffie”, klinkt het verontschuldigend. ,,Maar niet de hele dag hoor, vraag maar aan Leo wat hij gisteren heeft gedaan.” Leo Coomans blijkt ‘boeven te hebben gevangen’. ,,Er stonden twee ongure gasten in mijn kamer. Toen ik binnenkwam ging een van hen er als een haas vandoor, de ander heb ik toen maar stevig vastgepakt.” Diefstal van een laptop ter waarde van vijfduizend gulden werd zo voorkomen, maar helaas voor Coomans ging de gevluchte insluiper er met zijn portefeuille vandoor.

Drie hoeraatjes voor Coomans de boevenvanger, maar wordt hem ook zo’n heldenstatus toegedicht zodra de server plat gaat, of krijgt hij dan juist de schuld van alle ellende? ,,De meeste mensen leggen de schuld bij het systeem”, is zijn ervaring na anderhalf jaar hulpverlening. ,,Zodra ik heb uitgelegd wat er mis is en dat hun werk niet hopeloos verloren is, wensen de meesten me succes toe met repareren.”


3 Illustratie: Victor Lemstra

Naast de roeiende slaven hangt een stripfiguur die het woord ‘paria’ vloekt. ,,Een paria is iemand die om bepaalde redenen niet meer mag inloggen”, verklaart Coomans. Porno downloaden lijkt een goede ‘bepaalde reden’ om de account geblokkeerd te krijgen. Werktuigbouw had er een poosje last van, maar zegt Coomans: ,,Porno is niet echt een probleem hier, meestal is het iets onschuldigs.” De sanctie: melden bij de systeembeheerders en in geval van herhaling inname van de collegekaart. Het laatste hebben ze nog niet hoeven doen.
Harde schijven

Collega’s Rob Lokerse en Richard Smits hervatten hun werk. Lokerse scant harde schijven, Smits verandert passwords van medewerkers: elke twee maanden moeten faculteitsmedewerkers een nieuw password intypen. Een bekend probleem is dan ook dat medewerkers hun code vergeten zijn en zo houdt de helpdesk zichzelf in stand.

Problemen worden vanuit het kantoortje geregeld. Zelden hoeven de systeembeheerders hun stoel uit voor reparatie op locatie. Binnenkort wordt het team uitgebreid van vier naar vijf man. Tot die tijd betekent uitval van de server hard aanpoten voor de huidige vier. ,,Want”, vertelt Smits ,,niet alleen moet dan hard gewerkt worden om de server weer aan de praat te krijgen, ook moet continu worden uitgelegd wat er mis is: de telefoon staat dan roodgloeiend.”

Er komt een meisje binnen: ,,De printer deed het niet. Heeft hij niet geld van mijn printbudget gehaald?”, vraagt ze. Na wat klikken met de muis kan Smits haar geruststellen. ,,De meeste vragen zijn eenvoudig”, stelt hij: ,,Printers, inlogcodes en instellingen van programma’s.”

Ook Coomans verhelpt meestal problemen van simpele aard. ,,Maar ik geef mensen nooit de indruk dat ze iets ontzettend simpels niet begrijpen. Meestal zeg ik zoiets als: joh, dat gebeurt zo vaak.” Een slok koffie later verschijnt in de deuropening een hulpbehoevende IO-medewerker: ,,Ik heb een Excel-vraagje, is hier iemand die wat van Excel weet?” Coomans knikt bevestigend en vraagt wat het probleem is. ,,Er staat 0032,6 in de vakjes in plaats van 32,6.”
Beestjes

Civiele Techniek heeft twee helpdesks: een voor studenten en een voor medewerkers. Erwin van Tuijl verbetert systeemfouten achter de studentenhelpdesk op het moment dat civieler Jan-Willem Vrolijk binnenloopt met een inlogprobleem.

Terwijl Vrolijk de foutmelding aan Van Tuijl voorlegt loopt achter hem een groep studenten richting computers. Vrolijk dreigt zijn plaats kwijt te raken ware het niet dat Arend Eigenraam, systeembeheerder ad interim, op zijn sportschoenen richting Vrolijks stoel sprint en deze bezet houdt. ,,Ik vlieg een beetje heen en weer tussen deze zaal en een andere”, omschrijft Eigenraam zijn taak. ,,Overal waar problemen zijn ren ik weg.”

In de laagbouw van Elektrotechniek werkt systems engineer Erik Platzbecker aan de verbetering van een virusscanner. Een rustige ochtend vergeleken met een dag eerder: ,,Problemen bij Surfnet, de internetprovider. De capaciteit over de oceaan was maar eenderde van normaal waardoor alles traag ging. Pas tegen tien uur ’s avonds was het probleem verholpen.”

Hij typt verder en vertelt: ,,Veel virussen worden per e-mail verspreid en de huidige scanner van de faculteit ziet een aantal virussen over het hoofd. Wel frustrerend hoor, dat een gerenommeerd merk niet alle beestjes vangt.” Doelt hij op Melissa een virus dat begin deze maand de dagbladen haalde? ,,Melissa zijn we niet tegengekomen. Dat scheelt weer een hoop werk.” Net als bij de IO’ers kampt men ook hier met onderbezetting. ,,Er zijn drie vacatures: we doen met zes systeembeheerders het werk van negen.”
Hurry

Naast Platzbecker en collega’s heeft Elektrotechniek ook beheerders die zich concentreren op een enkele vakgroep. Halverwege de hoogbouw bevindt zich het secretariaat van vakgroep ICT, maar helaas: ,,Ben van den Boom, onze systeembeheerder, is naar cursus.”

Een verdieping hoger steekt Will van Geest zijn snor in een mok koffie. Hij is bezig met…? ,,Op dit moment? Nu? Ik maak een logboekje waarin medewerkers kunnen zien wat er allemaal veranderd is.” Problemen heeft hij vandaag niet gehad. Zodra het logboek bijgewerkt is, kan hij verder werken aan de installatie van software in een robot. Het kleine zwartemonstertje staat naast Van Geest op de grond en blijkt te kunnen voetballen. ,,Maar dat heb ik niet bedacht. Ik installeer alleen de software.”

Op naar de dertiende, de verdieping die om redenen van bijgeloof in het buitenland vaak niet bestaat. Wel een bordje ‘secretariaat’, maar spookachtige leegte in de bijbehorende kamer. Snel naar veertien: ,,We hebben een student als parttime systeembeheerder maar die werkt op dit moment mee aan de wervingsdagen.”

Op vijftien, zestien en zeventien mag van de lift niet worden gestopt vanwege een verbouwing en de systeemman van vakgroep ELCA, achttien hoog, blijkt op vakantie. Is behalve Will van Geest helemaal niemand in het hoogste gebouw van Delft bezig met vakgroepsysteembeheer?

Jawel… Lia van den Enden is druk met het verwijderen van Happy ’99, een via e-mail verspreid virus dat de computeraar gelukkig nieuwjaar wenst zodra de computer wordt gestart. Niet schadelijk, wel irritant. Ook op de hoogste verdieping bedrijvigheid. Steven van der Laan heeft een opengeschroefde computer op zijn bureau staan: ,,Sorry, in a hurry, ander keertje.”
Cray

Maar het echt grote werk speelt zich af bij de Dienst Technische Ondersteuning (DTO), het voormalige Rekencentrum. Niks opengeschroefde computer op het bureau. De apparaten waar Han de Bruijn en Jenna Vasiljev-Tesar aan werken passen bij lange na niet op een kantoormeubel. Zij houden zich bezig met de twee stokpaardjes van de TU: de Cray J90SE en de Cray T3E. Deze rekenmachines gaan over de toonbank voor anderhalf en vijf miljoen gulden.

Met vijf terabytes geheugen en tien respectievelijk tachtig processoren bezat de TU hiermee een tijd lang de snelste rekenaar van Nederland. Sinds kort staat in Amsterdam helaas een nog snellere: de Cray Origin.

Rekenopdrachten komen binnen via HPAC (high performance applied computing). De opdrachtgevers hebben een uur rekentijd tot hun beschikking, daarna mag iemand anders een rekensom uit laten voeren. De Bruijn en Vasiljev-Tesar controleren of opdrachtgevers zich aan de tijd houden.

De Crays zijn dag en nacht in bedrijf. Na voltooiing van de ene opdracht wordt automatisch de volgende gestart maar dat blijkt niet altijd even wenselijk. Vasiljev-Tesar laat zien waarom niet.

Op haar monitor een overzicht van opdrachten die op dat moment, tegelijkertijd, worden uitgevoerd. ,,Deze opdracht gebruikt 32 processoren”, wijst ze naar het scherm ,,Zodra die klaar is komen er dus 32 vrij. De computer zoekt dan naar een volgende opdracht die ook gebruikt maakt van 32 processoren.” Zo zouden kleinere opdrachten dus lang moeten wachten. De corrigerende hand van Vasiljev-Tesar voorkomt deze discriminatie.
Mainstreet

Tijd om een kijkje te nemen in de zaal waar de rekenmonstersstaan opgesteld. Een kaartslot aan de deur voorkomt unauthorized binnenlopen. Ongewenst bezoek probeert echter meestal op andere wijze binnen te komen: via de computer zelf.

,,Via Casema zijn er de laatste tijd veel pogingen tot inbraak”, vertelt Vasiljev-Tesar ,,Maar er kan alleen via geregistreerde machines worden ingelogd dus zijn hackers onmiddellijk zichtbaar.” Kort geleden werd een Fin betrapt die met een gestolen account toegang tot het systeem zocht. Inbraakpogingen worden aangemeld bij de security officer van de TU en daarmee is voor de Cray-beheerders de zaak afgehandeld.

De zaal heeft een indrukwekkend technische uitstraling: zelfs de kunst aan de muren bestaat uit computeronderdelen. Lopend langs een straatnaambord met het opschrift ‘Baan-laan’ komen we op het ‘Cray-plein’. De Cray J90SE heeft het formaat van een flinke archiefkast. ,,Mooi hè”, grijnst De Bruijn.

Overtreffende trap Cray T3E neemt nog twee keer zoveel ruimte in beslag. Aan de achterkant van de apparaten zijn rode lampjes zichtbaar. Er waait een stevige bries: de Crays zijn luchtgekoeld. ,,Afgelopen weekend was een van de rode lampjes uit”, gruwelt Vasiljez-Tesar ,,Dat betekent dat hij het niet goed doet.” En dat is nu juist een van haar taken: zorgen voor een zo hoog mogelijke benutting van het systeem. Trots laat ze een tabelletje van de afgelopen maand zien: 85 procent van de tijd kon ze het apparaat aan het rekenen houden.

In een hoek van de zaal staat een IBM-computer die TU-administratie verwerkt. De Bruijn en Vasiljev-Tesar kijken er cynisch naar. Het looppad waaraan hij staat mag ‘Mainstreet’ heten, het ding is niet eens millennium-proof. De Bruijn: ,,Deze heeft een 2000-probleem en wordt binnenkort vervangen.” Maar genoeg gepraat, er wacht nog een hoop werk. ,,Ons takenpakket is inmiddels erg omvangrijk”, vindt De Bruijn.
Die-hards

Half tien ’s avonds. Temidden van zo’n vijftien nog altijd computerende studenten zit studentassistent Gijs Baks achter de helpdesk van Bouwkunde. ,,Afrekenen van printjes en aanhoren van geklaag en gezeur over programma’s”, omschrijft hij zijn werk.

,,Nauwelijks lastige vragen, hier komt bijvoorbeeld een heel simpele vraag aanlopen”, vermoedt Baks kijkend in de richting van een naderend meisje. Of ze haar workstation moet locken zodat de volgende dag niemand achter haar computer plaatsneemt. ,,Do you own that computer?”, vraagt Baks. Niet locken dus begrijpt het meisje.

Baks doet het werk één keer per week. Vaker hoeft van hem niet vanwege zijn afstuderen en: ,,Je wordt helemaal gek als je dit vaker dan eenmaal per week doet.” Vooral tijdens de laatste weken van een bouwkundeperiode hebben Baks en de andere helpdeskers het bijzonder druk.

,,Dan gaat iedereen printen en aan de balie op zijn printje wachten. De meest gestelde vraag is hoe lang het nog duurt voordat het printje klaar is.” vertelt hij. ,,Voor een ingewikkeld kleurenplaatje kan dat wel twintig minuten duren. Dan ziet het hier dus zwart van de mensen, als ze nou even relaxed koffie gaan drinken of een sigaret roken”, verzuchtBaks.

Een kruiwagen bleek voldoende om helpdeskman te worden, computerkennis had hij niet toen hij begon. ,,Inmiddels kan ik de meeste problemen verhelpen”, beweert hij ,,Maar het is natuurlijk handiger als ze mensen nemen die er al veel van af weten.”

Kwart voor tien. Baks klapt in zijn handen. ,,Afgelopen”, roept hij naar een groepje die-hards. ,,We gaan naar huis, stekker eruit.”

Wat een systeembeheerder doet? De meeste medewerkers en studenten weten het ook niet precies. Sommigen doen een tikkie neerbuigend over de netwerkdeskundige.

,,Hij staart vooral lang naar het scherm”, denkt werktuigbouwer Bob van Baarle. Op zijn beeldscherm een geel driehoekje met zwart uitroepteken: error. ,,Niks voor mij, ik krijg m’n e-mail niet eens verstuurd op het moment.” Terwijl Van Baarle verder ruziet met de computer wordt in een computerzaaltje van IO druk geautocad: ,,Dat zijn toch die mannetjes achter in de hal”, vermoedt IO’er Martijn Beun ,,Tja wat doen ze? Het systeem beheren.”, gokt hij. ,,Vooral handig als je je password bent vergeten”, vindt Eva Dijkhuis die zich haast te zeggen dat ‘het wel een vriendelijke man is’.

In de practicumzaal van Technische Wiskunde typt Wim Spinoy wat formules in de computer: ,,Ik denk dat ze toch wel hard werken: netwerkcontrole, checken op virussen.” Practicumgenoot Thomas Peters lijkt het een studentenbaan: ,,Ingrijpen als het fout gaat en de rest van de tijd wat anders doen.”

In de kantine van Elektrotechniek zitten kantinedames Anke Heijkoop, Marja van Beveren en Corrie Drevijn aan de koffie. ,,Die kunnen niet gewoon de hele dag op hun gemak zitten”, meent Van Beveren. ,,Alles moet kloppend wezen.” Ze oogst bijval van haar collega’s. ,,Er hoeft maar iets fout te gaan en hij is weer dagen bezig”, lacht Heijkoop.

,,,,,,

Achter een openstaande deur met bordje ‘Helpdesk’ zitten vier systeembeheerders: de troubleshooters van Industrieel Ontwerpen. Het is woensdagmiddag, de week is doormidden: bakkie doen dus. Aan de muur een afbeelding van een scheepsdek met roeiende slaven en het opschrift ‘Er kan veel harder gewerkt worden’. Nog harder?

,,We zitten nu toevallig net aan de koffie”, klinkt het verontschuldigend. ,,Maar niet de hele dag hoor, vraag maar aan Leo wat hij gisteren heeft gedaan.” Leo Coomans blijkt ‘boeven te hebben gevangen’. ,,Er stonden twee ongure gasten in mijn kamer. Toen ik binnenkwam ging een van hen er als een haas vandoor, de ander heb ik toen maar stevig vastgepakt.” Diefstal van een laptop ter waarde van vijfduizend gulden werd zo voorkomen, maar helaas voor Coomans ging de gevluchte insluiper er met zijn portefeuille vandoor.

Drie hoeraatjes voor Coomans de boevenvanger, maar wordt hem ook zo’n heldenstatus toegedicht zodra de server plat gaat, of krijgt hij dan juist de schuld van alle ellende? ,,De meeste mensen leggen de schuld bij het systeem”, is zijn ervaring na anderhalf jaar hulpverlening. ,,Zodra ik heb uitgelegd wat er mis is en dat hun werk niet hopeloos verloren is, wensen de meesten me succes toe met repareren.”


3 Illustratie: Victor Lemstra

Naast de roeiende slaven hangt een stripfiguur die het woord ‘paria’ vloekt. ,,Een paria is iemand die om bepaalde redenen niet meer mag inloggen”, verklaart Coomans. Porno downloaden lijkt een goede ‘bepaalde reden’ om de account geblokkeerd te krijgen. Werktuigbouw had er een poosje last van, maar zegt Coomans: ,,Porno is niet echt een probleem hier, meestal is het iets onschuldigs.” De sanctie: melden bij de systeembeheerders en in geval van herhaling inname van de collegekaart. Het laatste hebben ze nog niet hoeven doen.
Harde schijven

Collega’s Rob Lokerse en Richard Smits hervatten hun werk. Lokerse scant harde schijven, Smits verandert passwords van medewerkers: elke twee maanden moeten faculteitsmedewerkers een nieuw password intypen. Een bekend probleem is dan ook dat medewerkers hun code vergeten zijn en zo houdt de helpdesk zichzelf in stand.

Problemen worden vanuit het kantoortje geregeld. Zelden hoeven de systeembeheerders hun stoel uit voor reparatie op locatie. Binnenkort wordt het team uitgebreid van vier naar vijf man. Tot die tijd betekent uitval van de server hard aanpoten voor de huidige vier. ,,Want”, vertelt Smits ,,niet alleen moet dan hard gewerkt worden om de server weer aan de praat te krijgen, ook moet continu worden uitgelegd wat er mis is: de telefoon staat dan roodgloeiend.”

Er komt een meisje binnen: ,,De printer deed het niet. Heeft hij niet geld van mijn printbudget gehaald?”, vraagt ze. Na wat klikken met de muis kan Smits haar geruststellen. ,,De meeste vragen zijn eenvoudig”, stelt hij: ,,Printers, inlogcodes en instellingen van programma’s.”

Ook Coomans verhelpt meestal problemen van simpele aard. ,,Maar ik geef mensen nooit de indruk dat ze iets ontzettend simpels niet begrijpen. Meestal zeg ik zoiets als: joh, dat gebeurt zo vaak.” Een slok koffie later verschijnt in de deuropening een hulpbehoevende IO-medewerker: ,,Ik heb een Excel-vraagje, is hier iemand die wat van Excel weet?” Coomans knikt bevestigend en vraagt wat het probleem is. ,,Er staat 0032,6 in de vakjes in plaats van 32,6.”
Beestjes

Civiele Techniek heeft twee helpdesks: een voor studenten en een voor medewerkers. Erwin van Tuijl verbetert systeemfouten achter de studentenhelpdesk op het moment dat civieler Jan-Willem Vrolijk binnenloopt met een inlogprobleem.

Terwijl Vrolijk de foutmelding aan Van Tuijl voorlegt loopt achter hem een groep studenten richting computers. Vrolijk dreigt zijn plaats kwijt te raken ware het niet dat Arend Eigenraam, systeembeheerder ad interim, op zijn sportschoenen richting Vrolijks stoel sprint en deze bezet houdt. ,,Ik vlieg een beetje heen en weer tussen deze zaal en een andere”, omschrijft Eigenraam zijn taak. ,,Overal waar problemen zijn ren ik weg.”

In de laagbouw van Elektrotechniek werkt systems engineer Erik Platzbecker aan de verbetering van een virusscanner. Een rustige ochtend vergeleken met een dag eerder: ,,Problemen bij Surfnet, de internetprovider. De capaciteit over de oceaan was maar eenderde van normaal waardoor alles traag ging. Pas tegen tien uur ’s avonds was het probleem verholpen.”

Hij typt verder en vertelt: ,,Veel virussen worden per e-mail verspreid en de huidige scanner van de faculteit ziet een aantal virussen over het hoofd. Wel frustrerend hoor, dat een gerenommeerd merk niet alle beestjes vangt.” Doelt hij op Melissa een virus dat begin deze maand de dagbladen haalde? ,,Melissa zijn we niet tegengekomen. Dat scheelt weer een hoop werk.” Net als bij de IO’ers kampt men ook hier met onderbezetting. ,,Er zijn drie vacatures: we doen met zes systeembeheerders het werk van negen.”
Hurry

Naast Platzbecker en collega’s heeft Elektrotechniek ook beheerders die zich concentreren op een enkele vakgroep. Halverwege de hoogbouw bevindt zich het secretariaat van vakgroep ICT, maar helaas: ,,Ben van den Boom, onze systeembeheerder, is naar cursus.”

Een verdieping hoger steekt Will van Geest zijn snor in een mok koffie. Hij is bezig met…? ,,Op dit moment? Nu? Ik maak een logboekje waarin medewerkers kunnen zien wat er allemaal veranderd is.” Problemen heeft hij vandaag niet gehad. Zodra het logboek bijgewerkt is, kan hij verder werken aan de installatie van software in een robot. Het kleine zwartemonstertje staat naast Van Geest op de grond en blijkt te kunnen voetballen. ,,Maar dat heb ik niet bedacht. Ik installeer alleen de software.”

Op naar de dertiende, de verdieping die om redenen van bijgeloof in het buitenland vaak niet bestaat. Wel een bordje ‘secretariaat’, maar spookachtige leegte in de bijbehorende kamer. Snel naar veertien: ,,We hebben een student als parttime systeembeheerder maar die werkt op dit moment mee aan de wervingsdagen.”

Op vijftien, zestien en zeventien mag van de lift niet worden gestopt vanwege een verbouwing en de systeemman van vakgroep ELCA, achttien hoog, blijkt op vakantie. Is behalve Will van Geest helemaal niemand in het hoogste gebouw van Delft bezig met vakgroepsysteembeheer?

Jawel… Lia van den Enden is druk met het verwijderen van Happy ’99, een via e-mail verspreid virus dat de computeraar gelukkig nieuwjaar wenst zodra de computer wordt gestart. Niet schadelijk, wel irritant. Ook op de hoogste verdieping bedrijvigheid. Steven van der Laan heeft een opengeschroefde computer op zijn bureau staan: ,,Sorry, in a hurry, ander keertje.”
Cray

Maar het echt grote werk speelt zich af bij de Dienst Technische Ondersteuning (DTO), het voormalige Rekencentrum. Niks opengeschroefde computer op het bureau. De apparaten waar Han de Bruijn en Jenna Vasiljev-Tesar aan werken passen bij lange na niet op een kantoormeubel. Zij houden zich bezig met de twee stokpaardjes van de TU: de Cray J90SE en de Cray T3E. Deze rekenmachines gaan over de toonbank voor anderhalf en vijf miljoen gulden.

Met vijf terabytes geheugen en tien respectievelijk tachtig processoren bezat de TU hiermee een tijd lang de snelste rekenaar van Nederland. Sinds kort staat in Amsterdam helaas een nog snellere: de Cray Origin.

Rekenopdrachten komen binnen via HPAC (high performance applied computing). De opdrachtgevers hebben een uur rekentijd tot hun beschikking, daarna mag iemand anders een rekensom uit laten voeren. De Bruijn en Vasiljev-Tesar controleren of opdrachtgevers zich aan de tijd houden.

De Crays zijn dag en nacht in bedrijf. Na voltooiing van de ene opdracht wordt automatisch de volgende gestart maar dat blijkt niet altijd even wenselijk. Vasiljev-Tesar laat zien waarom niet.

Op haar monitor een overzicht van opdrachten die op dat moment, tegelijkertijd, worden uitgevoerd. ,,Deze opdracht gebruikt 32 processoren”, wijst ze naar het scherm ,,Zodra die klaar is komen er dus 32 vrij. De computer zoekt dan naar een volgende opdracht die ook gebruikt maakt van 32 processoren.” Zo zouden kleinere opdrachten dus lang moeten wachten. De corrigerende hand van Vasiljev-Tesar voorkomt deze discriminatie.
Mainstreet

Tijd om een kijkje te nemen in de zaal waar de rekenmonstersstaan opgesteld. Een kaartslot aan de deur voorkomt unauthorized binnenlopen. Ongewenst bezoek probeert echter meestal op andere wijze binnen te komen: via de computer zelf.

,,Via Casema zijn er de laatste tijd veel pogingen tot inbraak”, vertelt Vasiljev-Tesar ,,Maar er kan alleen via geregistreerde machines worden ingelogd dus zijn hackers onmiddellijk zichtbaar.” Kort geleden werd een Fin betrapt die met een gestolen account toegang tot het systeem zocht. Inbraakpogingen worden aangemeld bij de security officer van de TU en daarmee is voor de Cray-beheerders de zaak afgehandeld.

De zaal heeft een indrukwekkend technische uitstraling: zelfs de kunst aan de muren bestaat uit computeronderdelen. Lopend langs een straatnaambord met het opschrift ‘Baan-laan’ komen we op het ‘Cray-plein’. De Cray J90SE heeft het formaat van een flinke archiefkast. ,,Mooi hè”, grijnst De Bruijn.

Overtreffende trap Cray T3E neemt nog twee keer zoveel ruimte in beslag. Aan de achterkant van de apparaten zijn rode lampjes zichtbaar. Er waait een stevige bries: de Crays zijn luchtgekoeld. ,,Afgelopen weekend was een van de rode lampjes uit”, gruwelt Vasiljez-Tesar ,,Dat betekent dat hij het niet goed doet.” En dat is nu juist een van haar taken: zorgen voor een zo hoog mogelijke benutting van het systeem. Trots laat ze een tabelletje van de afgelopen maand zien: 85 procent van de tijd kon ze het apparaat aan het rekenen houden.

In een hoek van de zaal staat een IBM-computer die TU-administratie verwerkt. De Bruijn en Vasiljev-Tesar kijken er cynisch naar. Het looppad waaraan hij staat mag ‘Mainstreet’ heten, het ding is niet eens millennium-proof. De Bruijn: ,,Deze heeft een 2000-probleem en wordt binnenkort vervangen.” Maar genoeg gepraat, er wacht nog een hoop werk. ,,Ons takenpakket is inmiddels erg omvangrijk”, vindt De Bruijn.
Die-hards

Half tien ’s avonds. Temidden van zo’n vijftien nog altijd computerende studenten zit studentassistent Gijs Baks achter de helpdesk van Bouwkunde. ,,Afrekenen van printjes en aanhoren van geklaag en gezeur over programma’s”, omschrijft hij zijn werk.

,,Nauwelijks lastige vragen, hier komt bijvoorbeeld een heel simpele vraag aanlopen”, vermoedt Baks kijkend in de richting van een naderend meisje. Of ze haar workstation moet locken zodat de volgende dag niemand achter haar computer plaatsneemt. ,,Do you own that computer?”, vraagt Baks. Niet locken dus begrijpt het meisje.

Baks doet het werk één keer per week. Vaker hoeft van hem niet vanwege zijn afstuderen en: ,,Je wordt helemaal gek als je dit vaker dan eenmaal per week doet.” Vooral tijdens de laatste weken van een bouwkundeperiode hebben Baks en de andere helpdeskers het bijzonder druk.

,,Dan gaat iedereen printen en aan de balie op zijn printje wachten. De meest gestelde vraag is hoe lang het nog duurt voordat het printje klaar is.” vertelt hij. ,,Voor een ingewikkeld kleurenplaatje kan dat wel twintig minuten duren. Dan ziet het hier dus zwart van de mensen, als ze nou even relaxed koffie gaan drinken of een sigaret roken”, verzuchtBaks.

Een kruiwagen bleek voldoende om helpdeskman te worden, computerkennis had hij niet toen hij begon. ,,Inmiddels kan ik de meeste problemen verhelpen”, beweert hij ,,Maar het is natuurlijk handiger als ze mensen nemen die er al veel van af weten.”

Kwart voor tien. Baks klapt in zijn handen. ,,Afgelopen”, roept hij naar een groepje die-hards. ,,We gaan naar huis, stekker eruit.”

Wat een systeembeheerder doet? De meeste medewerkers en studenten weten het ook niet precies. Sommigen doen een tikkie neerbuigend over de netwerkdeskundige.

,,Hij staart vooral lang naar het scherm”, denkt werktuigbouwer Bob van Baarle. Op zijn beeldscherm een geel driehoekje met zwart uitroepteken: error. ,,Niks voor mij, ik krijg m’n e-mail niet eens verstuurd op het moment.” Terwijl Van Baarle verder ruziet met de computer wordt in een computerzaaltje van IO druk geautocad: ,,Dat zijn toch die mannetjes achter in de hal”, vermoedt IO’er Martijn Beun ,,Tja wat doen ze? Het systeem beheren.”, gokt hij. ,,Vooral handig als je je password bent vergeten”, vindt Eva Dijkhuis die zich haast te zeggen dat ‘het wel een vriendelijke man is’.

In de practicumzaal van Technische Wiskunde typt Wim Spinoy wat formules in de computer: ,,Ik denk dat ze toch wel hard werken: netwerkcontrole, checken op virussen.” Practicumgenoot Thomas Peters lijkt het een studentenbaan: ,,Ingrijpen als het fout gaat en de rest van de tijd wat anders doen.”

In de kantine van Elektrotechniek zitten kantinedames Anke Heijkoop, Marja van Beveren en Corrie Drevijn aan de koffie. ,,Die kunnen niet gewoon de hele dag op hun gemak zitten”, meent Van Beveren. ,,Alles moet kloppend wezen.” Ze oogst bijval van haar collega’s. ,,Er hoeft maar iets fout te gaan en hij is weer dagen bezig”, lacht Heijkoop.

Achter een openstaande deur met bordje ‘Helpdesk’ zitten vier systeembeheerders: de troubleshooters van Industrieel Ontwerpen. Het is woensdagmiddag, de week is doormidden: bakkie doen dus. Aan de muur een afbeelding van een scheepsdek met roeiende slaven en het opschrift ‘Er kan veel harder gewerkt worden’. Nog harder?

,,We zitten nu toevallig net aan de koffie”, klinkt het verontschuldigend. ,,Maar niet de hele dag hoor, vraag maar aan Leo wat hij gisteren heeft gedaan.” Leo Coomans blijkt ‘boeven te hebben gevangen’. ,,Er stonden twee ongure gasten in mijn kamer. Toen ik binnenkwam ging een van hen er als een haas vandoor, de ander heb ik toen maar stevig vastgepakt.” Diefstal van een laptop ter waarde van vijfduizend gulden werd zo voorkomen, maar helaas voor Coomans ging de gevluchte insluiper er met zijn portefeuille vandoor.

Drie hoeraatjes voor Coomans de boevenvanger, maar wordt hem ook zo’n heldenstatus toegedicht zodra de server plat gaat, of krijgt hij dan juist de schuld van alle ellende? ,,De meeste mensen leggen de schuld bij het systeem”, is zijn ervaring na anderhalf jaar hulpverlening. ,,Zodra ik heb uitgelegd wat er mis is en dat hun werk niet hopeloos verloren is, wensen de meesten me succes toe met repareren.”


3 Illustratie: Victor Lemstra

Naast de roeiende slaven hangt een stripfiguur die het woord ‘paria’ vloekt. ,,Een paria is iemand die om bepaalde redenen niet meer mag inloggen”, verklaart Coomans. Porno downloaden lijkt een goede ‘bepaalde reden’ om de account geblokkeerd te krijgen. Werktuigbouw had er een poosje last van, maar zegt Coomans: ,,Porno is niet echt een probleem hier, meestal is het iets onschuldigs.” De sanctie: melden bij de systeembeheerders en in geval van herhaling inname van de collegekaart. Het laatste hebben ze nog niet hoeven doen.
Harde schijven

Collega’s Rob Lokerse en Richard Smits hervatten hun werk. Lokerse scant harde schijven, Smits verandert passwords van medewerkers: elke twee maanden moeten faculteitsmedewerkers een nieuw password intypen. Een bekend probleem is dan ook dat medewerkers hun code vergeten zijn en zo houdt de helpdesk zichzelf in stand.

Problemen worden vanuit het kantoortje geregeld. Zelden hoeven de systeembeheerders hun stoel uit voor reparatie op locatie. Binnenkort wordt het team uitgebreid van vier naar vijf man. Tot die tijd betekent uitval van de server hard aanpoten voor de huidige vier. ,,Want”, vertelt Smits ,,niet alleen moet dan hard gewerkt worden om de server weer aan de praat te krijgen, ook moet continu worden uitgelegd wat er mis is: de telefoon staat dan roodgloeiend.”

Er komt een meisje binnen: ,,De printer deed het niet. Heeft hij niet geld van mijn printbudget gehaald?”, vraagt ze. Na wat klikken met de muis kan Smits haar geruststellen. ,,De meeste vragen zijn eenvoudig”, stelt hij: ,,Printers, inlogcodes en instellingen van programma’s.”

Ook Coomans verhelpt meestal problemen van simpele aard. ,,Maar ik geef mensen nooit de indruk dat ze iets ontzettend simpels niet begrijpen. Meestal zeg ik zoiets als: joh, dat gebeurt zo vaak.” Een slok koffie later verschijnt in de deuropening een hulpbehoevende IO-medewerker: ,,Ik heb een Excel-vraagje, is hier iemand die wat van Excel weet?” Coomans knikt bevestigend en vraagt wat het probleem is. ,,Er staat 0032,6 in de vakjes in plaats van 32,6.”
Beestjes

Civiele Techniek heeft twee helpdesks: een voor studenten en een voor medewerkers. Erwin van Tuijl verbetert systeemfouten achter de studentenhelpdesk op het moment dat civieler Jan-Willem Vrolijk binnenloopt met een inlogprobleem.

Terwijl Vrolijk de foutmelding aan Van Tuijl voorlegt loopt achter hem een groep studenten richting computers. Vrolijk dreigt zijn plaats kwijt te raken ware het niet dat Arend Eigenraam, systeembeheerder ad interim, op zijn sportschoenen richting Vrolijks stoel sprint en deze bezet houdt. ,,Ik vlieg een beetje heen en weer tussen deze zaal en een andere”, omschrijft Eigenraam zijn taak. ,,Overal waar problemen zijn ren ik weg.”

In de laagbouw van Elektrotechniek werkt systems engineer Erik Platzbecker aan de verbetering van een virusscanner. Een rustige ochtend vergeleken met een dag eerder: ,,Problemen bij Surfnet, de internetprovider. De capaciteit over de oceaan was maar eenderde van normaal waardoor alles traag ging. Pas tegen tien uur ’s avonds was het probleem verholpen.”

Hij typt verder en vertelt: ,,Veel virussen worden per e-mail verspreid en de huidige scanner van de faculteit ziet een aantal virussen over het hoofd. Wel frustrerend hoor, dat een gerenommeerd merk niet alle beestjes vangt.” Doelt hij op Melissa een virus dat begin deze maand de dagbladen haalde? ,,Melissa zijn we niet tegengekomen. Dat scheelt weer een hoop werk.” Net als bij de IO’ers kampt men ook hier met onderbezetting. ,,Er zijn drie vacatures: we doen met zes systeembeheerders het werk van negen.”
Hurry

Naast Platzbecker en collega’s heeft Elektrotechniek ook beheerders die zich concentreren op een enkele vakgroep. Halverwege de hoogbouw bevindt zich het secretariaat van vakgroep ICT, maar helaas: ,,Ben van den Boom, onze systeembeheerder, is naar cursus.”

Een verdieping hoger steekt Will van Geest zijn snor in een mok koffie. Hij is bezig met…? ,,Op dit moment? Nu? Ik maak een logboekje waarin medewerkers kunnen zien wat er allemaal veranderd is.” Problemen heeft hij vandaag niet gehad. Zodra het logboek bijgewerkt is, kan hij verder werken aan de installatie van software in een robot. Het kleine zwartemonstertje staat naast Van Geest op de grond en blijkt te kunnen voetballen. ,,Maar dat heb ik niet bedacht. Ik installeer alleen de software.”

Op naar de dertiende, de verdieping die om redenen van bijgeloof in het buitenland vaak niet bestaat. Wel een bordje ‘secretariaat’, maar spookachtige leegte in de bijbehorende kamer. Snel naar veertien: ,,We hebben een student als parttime systeembeheerder maar die werkt op dit moment mee aan de wervingsdagen.”

Op vijftien, zestien en zeventien mag van de lift niet worden gestopt vanwege een verbouwing en de systeemman van vakgroep ELCA, achttien hoog, blijkt op vakantie. Is behalve Will van Geest helemaal niemand in het hoogste gebouw van Delft bezig met vakgroepsysteembeheer?

Jawel… Lia van den Enden is druk met het verwijderen van Happy ’99, een via e-mail verspreid virus dat de computeraar gelukkig nieuwjaar wenst zodra de computer wordt gestart. Niet schadelijk, wel irritant. Ook op de hoogste verdieping bedrijvigheid. Steven van der Laan heeft een opengeschroefde computer op zijn bureau staan: ,,Sorry, in a hurry, ander keertje.”
Cray

Maar het echt grote werk speelt zich af bij de Dienst Technische Ondersteuning (DTO), het voormalige Rekencentrum. Niks opengeschroefde computer op het bureau. De apparaten waar Han de Bruijn en Jenna Vasiljev-Tesar aan werken passen bij lange na niet op een kantoormeubel. Zij houden zich bezig met de twee stokpaardjes van de TU: de Cray J90SE en de Cray T3E. Deze rekenmachines gaan over de toonbank voor anderhalf en vijf miljoen gulden.

Met vijf terabytes geheugen en tien respectievelijk tachtig processoren bezat de TU hiermee een tijd lang de snelste rekenaar van Nederland. Sinds kort staat in Amsterdam helaas een nog snellere: de Cray Origin.

Rekenopdrachten komen binnen via HPAC (high performance applied computing). De opdrachtgevers hebben een uur rekentijd tot hun beschikking, daarna mag iemand anders een rekensom uit laten voeren. De Bruijn en Vasiljev-Tesar controleren of opdrachtgevers zich aan de tijd houden.

De Crays zijn dag en nacht in bedrijf. Na voltooiing van de ene opdracht wordt automatisch de volgende gestart maar dat blijkt niet altijd even wenselijk. Vasiljev-Tesar laat zien waarom niet.

Op haar monitor een overzicht van opdrachten die op dat moment, tegelijkertijd, worden uitgevoerd. ,,Deze opdracht gebruikt 32 processoren”, wijst ze naar het scherm ,,Zodra die klaar is komen er dus 32 vrij. De computer zoekt dan naar een volgende opdracht die ook gebruikt maakt van 32 processoren.” Zo zouden kleinere opdrachten dus lang moeten wachten. De corrigerende hand van Vasiljev-Tesar voorkomt deze discriminatie.
Mainstreet

Tijd om een kijkje te nemen in de zaal waar de rekenmonstersstaan opgesteld. Een kaartslot aan de deur voorkomt unauthorized binnenlopen. Ongewenst bezoek probeert echter meestal op andere wijze binnen te komen: via de computer zelf.

,,Via Casema zijn er de laatste tijd veel pogingen tot inbraak”, vertelt Vasiljev-Tesar ,,Maar er kan alleen via geregistreerde machines worden ingelogd dus zijn hackers onmiddellijk zichtbaar.” Kort geleden werd een Fin betrapt die met een gestolen account toegang tot het systeem zocht. Inbraakpogingen worden aangemeld bij de security officer van de TU en daarmee is voor de Cray-beheerders de zaak afgehandeld.

De zaal heeft een indrukwekkend technische uitstraling: zelfs de kunst aan de muren bestaat uit computeronderdelen. Lopend langs een straatnaambord met het opschrift ‘Baan-laan’ komen we op het ‘Cray-plein’. De Cray J90SE heeft het formaat van een flinke archiefkast. ,,Mooi hè”, grijnst De Bruijn.

Overtreffende trap Cray T3E neemt nog twee keer zoveel ruimte in beslag. Aan de achterkant van de apparaten zijn rode lampjes zichtbaar. Er waait een stevige bries: de Crays zijn luchtgekoeld. ,,Afgelopen weekend was een van de rode lampjes uit”, gruwelt Vasiljez-Tesar ,,Dat betekent dat hij het niet goed doet.” En dat is nu juist een van haar taken: zorgen voor een zo hoog mogelijke benutting van het systeem. Trots laat ze een tabelletje van de afgelopen maand zien: 85 procent van de tijd kon ze het apparaat aan het rekenen houden.

In een hoek van de zaal staat een IBM-computer die TU-administratie verwerkt. De Bruijn en Vasiljev-Tesar kijken er cynisch naar. Het looppad waaraan hij staat mag ‘Mainstreet’ heten, het ding is niet eens millennium-proof. De Bruijn: ,,Deze heeft een 2000-probleem en wordt binnenkort vervangen.” Maar genoeg gepraat, er wacht nog een hoop werk. ,,Ons takenpakket is inmiddels erg omvangrijk”, vindt De Bruijn.
Die-hards

Half tien ’s avonds. Temidden van zo’n vijftien nog altijd computerende studenten zit studentassistent Gijs Baks achter de helpdesk van Bouwkunde. ,,Afrekenen van printjes en aanhoren van geklaag en gezeur over programma’s”, omschrijft hij zijn werk.

,,Nauwelijks lastige vragen, hier komt bijvoorbeeld een heel simpele vraag aanlopen”, vermoedt Baks kijkend in de richting van een naderend meisje. Of ze haar workstation moet locken zodat de volgende dag niemand achter haar computer plaatsneemt. ,,Do you own that computer?”, vraagt Baks. Niet locken dus begrijpt het meisje.

Baks doet het werk één keer per week. Vaker hoeft van hem niet vanwege zijn afstuderen en: ,,Je wordt helemaal gek als je dit vaker dan eenmaal per week doet.” Vooral tijdens de laatste weken van een bouwkundeperiode hebben Baks en de andere helpdeskers het bijzonder druk.

,,Dan gaat iedereen printen en aan de balie op zijn printje wachten. De meest gestelde vraag is hoe lang het nog duurt voordat het printje klaar is.” vertelt hij. ,,Voor een ingewikkeld kleurenplaatje kan dat wel twintig minuten duren. Dan ziet het hier dus zwart van de mensen, als ze nou even relaxed koffie gaan drinken of een sigaret roken”, verzuchtBaks.

Een kruiwagen bleek voldoende om helpdeskman te worden, computerkennis had hij niet toen hij begon. ,,Inmiddels kan ik de meeste problemen verhelpen”, beweert hij ,,Maar het is natuurlijk handiger als ze mensen nemen die er al veel van af weten.”

Kwart voor tien. Baks klapt in zijn handen. ,,Afgelopen”, roept hij naar een groepje die-hards. ,,We gaan naar huis, stekker eruit.”

Wat een systeembeheerder doet? De meeste medewerkers en studenten weten het ook niet precies. Sommigen doen een tikkie neerbuigend over de netwerkdeskundige.

,,Hij staart vooral lang naar het scherm”, denkt werktuigbouwer Bob van Baarle. Op zijn beeldscherm een geel driehoekje met zwart uitroepteken: error. ,,Niks voor mij, ik krijg m’n e-mail niet eens verstuurd op het moment.” Terwijl Van Baarle verder ruziet met de computer wordt in een computerzaaltje van IO druk geautocad: ,,Dat zijn toch die mannetjes achter in de hal”, vermoedt IO’er Martijn Beun ,,Tja wat doen ze? Het systeem beheren.”, gokt hij. ,,Vooral handig als je je password bent vergeten”, vindt Eva Dijkhuis die zich haast te zeggen dat ‘het wel een vriendelijke man is’.

In de practicumzaal van Technische Wiskunde typt Wim Spinoy wat formules in de computer: ,,Ik denk dat ze toch wel hard werken: netwerkcontrole, checken op virussen.” Practicumgenoot Thomas Peters lijkt het een studentenbaan: ,,Ingrijpen als het fout gaat en de rest van de tijd wat anders doen.”

In de kantine van Elektrotechniek zitten kantinedames Anke Heijkoop, Marja van Beveren en Corrie Drevijn aan de koffie. ,,Die kunnen niet gewoon de hele dag op hun gemak zitten”, meent Van Beveren. ,,Alles moet kloppend wezen.” Ze oogst bijval van haar collega’s. ,,Er hoeft maar iets fout te gaan en hij is weer dagen bezig”, lacht Heijkoop.