Dr. Piet Jonkheer, samensteller van het collegerooster bij Industrieel Ontwerpen, kijkt opgelucht als hij de telefoon neerlegt.
Delen
Zojuist heeft hij te horen gekregen dat het mogelijk is een collegeblok om te ruilen. ,,Gisteren belde een docent economie dat hij ziek was. Op korte termijn kon hij niets anders regelen dan zijn blok om te wisselen met een college recht uit de volgende termijn. Gelukkig is de docent rechtswetenschappen ermee akkoord gegaan. Alleen weten de studenten nog van niks. Het zal voor een aantal van hen een tegenvaller zijn, omdat zij onverwachts tot een volgend blok moeten wachten om dit studieonderdeel af te ronden.”
Jonkheer heeft enkele lastige maanden achter de rug. Op het laatste moment hebben zich dit jaar veertig IO-studenten meer ingeschreven dan de vooraanmeldingen aangaven. Jonkheer: ,,Bij IO geeft dat vooral problemen vanwege de vele practica. Daarbij kunnen slechts twintig tot veertig studenten tegelijk terecht. Door de extra aanmeldingen moesten wij meer uren inroosteren. Voor het eerst moesten de studenten het oude collegerooster weggooien en hebben ze op de eerste studiedag kopieën gekregen van het nieuwe rooster.”
Overal in Jonkheers kamer liggen uiteenlopende varianten van legpuzzels. Volgens Jonkheer moet je van puzzelen houden als je bij IO – met veel studenten en geen eigen collegezalen – een rooster wilt samenstellen. De werkwijze is als volgt: eerst een rooster maken en vervolgens bij andere faculteiten ruimtes zoeken. Jonkheer: ,,Eerste keus hebben wij daarbij niet. De faculteiten maken hun roosters en in de overgebleven uren kunnen wij van de accommodatie gebruik maken. Maar bij grote problemen valt er altijd wel te praten.”
Een belangrijk onderdeel van de collegerooster-legpuzzel is studentvriendelijkheid. Jonkheer probeert te voorkomen dat colleges van opeenvolgende jaren elkaar overlappen. ,,Bij studenten lopen de verschillende jaren veelal door elkaar heen. Zij beginnen aan het tweede jaar terwijl zij nog vakken uit het eerste moeten afmaken. Ik doe mijn best om dat mogelijk te maken, maar helaas lukt dat lang niet altijd.”
Evenmin lukte het dit jaar om avondpractica te vermijden. Jonkheer is er geen voorstander van. Voor studenten die een hele dag college hebben gehad, zijn die extra uren zwaar. ,,Door het grote aantal eerstejaars en de beperkte accommodatie kon het echter niet anders.”
Behalve een puzzelaar moet een ‘roostermaker’ tevens een geboren regelaar zijn. Naast studenten hebben ook docenten uiteenlopende belangen en voorkeuren. Om hieraan tegemoet te komen is het volgens Jonkheer nodig te kunnen ‘jongleren met zeven ballen’. Zo geven de meeste docenten het liefst college op donderdag het derde of vierde uur. De opkomst van studenten is groter dan op maandagochtend negen uur en een docent heeft dan de tijd het college voor te bereiden. ,,Omdat het onmogelijk is iedereen hierin zijn zin te geven, moet jeonderhandelen. Er is een hoogleraar die uit het noorden komt. Voor hem is het prettig als hij aaneengesloten – op de woensdagmiddag en donderdagochtend – les kan geven. Op deze tijdstippen werd echter ook tekenles gegeven. Wij hebben veel moeten praten voordat de tekendocent het practicum wilde verzetten naar vrijdagochtend. Hij had natuurlijk ook zijn afspraken voor die dag al gemaakt.”
Een volgend jaar moet dan de tekendocent weer wat tegemoet gekomen worden. Jonkheer: ,,Daarom is het collegerooster niet ieder jaar opnieuw te kopiëren. Het is oneerlijk om steeds dezelfde docenten op de maandag of vrijdag de klos te laten zijn.” (A.S.)
Dr. Piet Jonkheer, samensteller van het collegerooster bij Industrieel Ontwerpen, kijkt opgelucht als hij de telefoon neerlegt. Zojuist heeft hij te horen gekregen dat het mogelijk is een collegeblok om te ruilen. ,,Gisteren belde een docent economie dat hij ziek was. Op korte termijn kon hij niets anders regelen dan zijn blok om te wisselen met een college recht uit de volgende termijn. Gelukkig is de docent rechtswetenschappen ermee akkoord gegaan. Alleen weten de studenten nog van niks. Het zal voor een aantal van hen een tegenvaller zijn, omdat zij onverwachts tot een volgend blok moeten wachten om dit studieonderdeel af te ronden.”
Jonkheer heeft enkele lastige maanden achter de rug. Op het laatste moment hebben zich dit jaar veertig IO-studenten meer ingeschreven dan de vooraanmeldingen aangaven. Jonkheer: ,,Bij IO geeft dat vooral problemen vanwege de vele practica. Daarbij kunnen slechts twintig tot veertig studenten tegelijk terecht. Door de extra aanmeldingen moesten wij meer uren inroosteren. Voor het eerst moesten de studenten het oude collegerooster weggooien en hebben ze op de eerste studiedag kopieën gekregen van het nieuwe rooster.”
Overal in Jonkheers kamer liggen uiteenlopende varianten van legpuzzels. Volgens Jonkheer moet je van puzzelen houden als je bij IO – met veel studenten en geen eigen collegezalen – een rooster wilt samenstellen. De werkwijze is als volgt: eerst een rooster maken en vervolgens bij andere faculteiten ruimtes zoeken. Jonkheer: ,,Eerste keus hebben wij daarbij niet. De faculteiten maken hun roosters en in de overgebleven uren kunnen wij van de accommodatie gebruik maken. Maar bij grote problemen valt er altijd wel te praten.”
Een belangrijk onderdeel van de collegerooster-legpuzzel is studentvriendelijkheid. Jonkheer probeert te voorkomen dat colleges van opeenvolgende jaren elkaar overlappen. ,,Bij studenten lopen de verschillende jaren veelal door elkaar heen. Zij beginnen aan het tweede jaar terwijl zij nog vakken uit het eerste moeten afmaken. Ik doe mijn best om dat mogelijk te maken, maar helaas lukt dat lang niet altijd.”
Evenmin lukte het dit jaar om avondpractica te vermijden. Jonkheer is er geen voorstander van. Voor studenten die een hele dag college hebben gehad, zijn die extra uren zwaar. ,,Door het grote aantal eerstejaars en de beperkte accommodatie kon het echter niet anders.”
Behalve een puzzelaar moet een ‘roostermaker’ tevens een geboren regelaar zijn. Naast studenten hebben ook docenten uiteenlopende belangen en voorkeuren. Om hieraan tegemoet te komen is het volgens Jonkheer nodig te kunnen ‘jongleren met zeven ballen’. Zo geven de meeste docenten het liefst college op donderdag het derde of vierde uur. De opkomst van studenten is groter dan op maandagochtend negen uur en een docent heeft dan de tijd het college voor te bereiden. ,,Omdat het onmogelijk is iedereen hierin zijn zin te geven, moet jeonderhandelen. Er is een hoogleraar die uit het noorden komt. Voor hem is het prettig als hij aaneengesloten – op de woensdagmiddag en donderdagochtend – les kan geven. Op deze tijdstippen werd echter ook tekenles gegeven. Wij hebben veel moeten praten voordat de tekendocent het practicum wilde verzetten naar vrijdagochtend. Hij had natuurlijk ook zijn afspraken voor die dag al gemaakt.”
Een volgend jaar moet dan de tekendocent weer wat tegemoet gekomen worden. Jonkheer: ,,Daarom is het collegerooster niet ieder jaar opnieuw te kopiëren. Het is oneerlijk om steeds dezelfde docenten op de maandag of vrijdag de klos te laten zijn.” (A.S.)
Comments are closed.