Campus

‘De precieze regels ken ik nog niet’

Prof.dr. G.J. Olsder is op 1 september aangesteld als conrector aan de TU – ,,In het buitenland heet het geloof ik vice-rector.” Zijn belangrijkste taak is het voorzitten van promoties aan de TU.

Naast de deur van zijn nieuwe kamer hangt nog het naambordje van zijn voorganger. Geert Jan Olsder is net terug van een fietsvakantie in de Pyreneeën, maar het was te warm om de geplande tocht van de Middellandse zee naar de Atlantische kust te maken. ,,Eigenlijk is vandaag pas de eerste dag in mijn nieuwe functie als conrector, dus ik weet ook nog niet precies wat ik ga doen”, zegt Olsder verontschuldigend.

Zijn belangrijkste taak ligt bij promoties, waarvan er per jaar ongeveer tweehonderd aan de TU plaatsvinden. Als plaatsvervangend voorzitter van het College voor Promoties moet hij de reglementen mee helpen vaststellen en toezien op het naleven daarvan. ,,Het is echter niet alleen maar reglementen controleren”, vertelt Olsder. Want samen met een aantal andere hoogleraren is hij per toerbeurt voorzitter van de promotiecommissies. Hij geeft dan leiding aan de ceremoniële plechtigheid waarbij een promovendus zijn proefschrift verdedigt. Maandag heeft hij zijn eerste promotie als conrector.

Aan de muur hangen ingelijste suikerzakjes met stellingen uit proefschriften. ,,De beste stellingen zijn van hout, lijkt me een ijzeren stelling”, parafraseert Olsder.
Sparring partner

Verder zit Olsder in een aantal commissies die beslissen over de toewijzing van allerlei beurzen. Dit kan een TU-subsidie betreffen voor buitenlandse onderzoekers (research fellows) of gastdocenten, maar ook de voordracht van veelbelovende wetenschappers, voor bijvoorbeeld de VSB- of KNAW-beurzen. Tevens geeft de TU geld of faciliteiten aan beginnende technische bedrijfjes, de zogenaamde technostarters.

De functie van conrector bestaat niet op alle universiteiten. Maar op de TU heeft de rector het vaak druk, daarom is een vervanger af en toe nodig. Formeel heeft Olsder geen enkele inspraak op het beleid, maar hij heeft regelmatig gesprekken met de rector. ,,Ik zal de rector niet vervangen als het om beleidszaken gaat, maar ik ben wel een soort sparring partner voor hem”, denkt Olsder.

De functie van conrector beslaat maar drie dagen per week. Daarnaast gaat Olsder gewoon door met zijn werk voor de faculteit Informatietechnologie en Systemen. Hij zal daar een nieuw college over financiële wiskunde gaan verzorgen en hij begeleidt nog steeds afstudeerders en promovendi. ,,Onderzoek blijft toch leuk om erbij te doen”, verklaart Olsder. Bovendien is hij bezig met een Europees project voor training van onderzoekers: ,,De administratie verloopt voor een groot deel via Delft, en het is ook erg leuk om contact te houden met onderzoekers die ik nog ken van congressen.”Olsder onderkent het belang van een netwerk: ,,Daar heb ik nu nog profijt van.”
Wiskunde

Olsder vindt het een eer om gevraagd te worden als conrector. Er is geen officiële profielschets voor conrector, maar je moet in elk geval representatief zijn en natuurlijk met mensen om kunnen gaan. Hij heeft even geaarzeld, maar ,,als je de kans krijgt moet je hem nemen”, vindt hij. Ook ziet hij een uitdaging in zijn nieuwe functie: de rest van de TU beter leren kennen. Voorlopig wil hij het beleid van zijn voorganger vervolgen en rustig bekijken wat de functie van conrector precies inhoudt. ,,Na ruim vijftien jaar wiskunde is het in ieder geval iets nieuws”, besluit Olsder.

Olsder komt oorspronkelijk uit Groningen, waar hij toegepaste wiskunde studeerde en in 1971 promoveerde. Daarna werkte hij zo%n tien jaar als onderzoeker bij de Universiteit Twente. ,,Ik ben toen twee keer voor een sabbatical year in het buitenland geweest”, herinnert Olsder zich. Daarna heeft hij twee jaar in de industrie gewerkt. ,,Dat was eigenlijk veel te kort; ik was daar nog niet uitgekeken”, meent de conrector. Maar de kans om naar Delft te gaan wilde hij niet laten lopen. In 1983 werd hij aangesteld als hoogleraar in de wiskundige systeemtheorie.

In die zestien jaar heeft Olsder in elk geval drie Elfstedentochten meegemaakt. ,,Eigenlijk totaal vier, maar ik heb hem maar drie keer uitgereden”, corrigeert Olsder. Of hij weer deze ’tocht der tochten% zou rijden, hangt af van zijn conditie. Hij heeft er niet meer alles voor over, maar rijdt nog wel zijn rondjes op de Uithof in Den Haag. ,,Als training is het eigenlijk verschrikkelijk, maar het houdt de spieren op dikte.”

Naast de deur van zijn nieuwe kamer hangt nog het naambordje van zijn voorganger. Geert Jan Olsder is net terug van een fietsvakantie in de Pyreneeën, maar het was te warm om de geplande tocht van de Middellandse zee naar de Atlantische kust te maken. ,,Eigenlijk is vandaag pas de eerste dag in mijn nieuwe functie als conrector, dus ik weet ook nog niet precies wat ik ga doen”, zegt Olsder verontschuldigend.

Zijn belangrijkste taak ligt bij promoties, waarvan er per jaar ongeveer tweehonderd aan de TU plaatsvinden. Als plaatsvervangend voorzitter van het College voor Promoties moet hij de reglementen mee helpen vaststellen en toezien op het naleven daarvan. ,,Het is echter niet alleen maar reglementen controleren”, vertelt Olsder. Want samen met een aantal andere hoogleraren is hij per toerbeurt voorzitter van de promotiecommissies. Hij geeft dan leiding aan de ceremoniële plechtigheid waarbij een promovendus zijn proefschrift verdedigt. Maandag heeft hij zijn eerste promotie als conrector.

Aan de muur hangen ingelijste suikerzakjes met stellingen uit proefschriften. ,,De beste stellingen zijn van hout, lijkt me een ijzeren stelling”, parafraseert Olsder.
Sparring partner

Verder zit Olsder in een aantal commissies die beslissen over de toewijzing van allerlei beurzen. Dit kan een TU-subsidie betreffen voor buitenlandse onderzoekers (research fellows) of gastdocenten, maar ook de voordracht van veelbelovende wetenschappers, voor bijvoorbeeld de VSB- of KNAW-beurzen. Tevens geeft de TU geld of faciliteiten aan beginnende technische bedrijfjes, de zogenaamde technostarters.

De functie van conrector bestaat niet op alle universiteiten. Maar op de TU heeft de rector het vaak druk, daarom is een vervanger af en toe nodig. Formeel heeft Olsder geen enkele inspraak op het beleid, maar hij heeft regelmatig gesprekken met de rector. ,,Ik zal de rector niet vervangen als het om beleidszaken gaat, maar ik ben wel een soort sparring partner voor hem”, denkt Olsder.

De functie van conrector beslaat maar drie dagen per week. Daarnaast gaat Olsder gewoon door met zijn werk voor de faculteit Informatietechnologie en Systemen. Hij zal daar een nieuw college over financiële wiskunde gaan verzorgen en hij begeleidt nog steeds afstudeerders en promovendi. ,,Onderzoek blijft toch leuk om erbij te doen”, verklaart Olsder. Bovendien is hij bezig met een Europees project voor training van onderzoekers: ,,De administratie verloopt voor een groot deel via Delft, en het is ook erg leuk om contact te houden met onderzoekers die ik nog ken van congressen.”Olsder onderkent het belang van een netwerk: ,,Daar heb ik nu nog profijt van.”
Wiskunde

Olsder vindt het een eer om gevraagd te worden als conrector. Er is geen officiële profielschets voor conrector, maar je moet in elk geval representatief zijn en natuurlijk met mensen om kunnen gaan. Hij heeft even geaarzeld, maar ,,als je de kans krijgt moet je hem nemen”, vindt hij. Ook ziet hij een uitdaging in zijn nieuwe functie: de rest van de TU beter leren kennen. Voorlopig wil hij het beleid van zijn voorganger vervolgen en rustig bekijken wat de functie van conrector precies inhoudt. ,,Na ruim vijftien jaar wiskunde is het in ieder geval iets nieuws”, besluit Olsder.

Olsder komt oorspronkelijk uit Groningen, waar hij toegepaste wiskunde studeerde en in 1971 promoveerde. Daarna werkte hij zo%n tien jaar als onderzoeker bij de Universiteit Twente. ,,Ik ben toen twee keer voor een sabbatical year in het buitenland geweest”, herinnert Olsder zich. Daarna heeft hij twee jaar in de industrie gewerkt. ,,Dat was eigenlijk veel te kort; ik was daar nog niet uitgekeken”, meent de conrector. Maar de kans om naar Delft te gaan wilde hij niet laten lopen. In 1983 werd hij aangesteld als hoogleraar in de wiskundige systeemtheorie.

In die zestien jaar heeft Olsder in elk geval drie Elfstedentochten meegemaakt. ,,Eigenlijk totaal vier, maar ik heb hem maar drie keer uitgereden”, corrigeert Olsder. Of hij weer deze ’tocht der tochten% zou rijden, hangt af van zijn conditie. Hij heeft er niet meer alles voor over, maar rijdt nog wel zijn rondjes op de Uithof in Den Haag. ,,Als training is het eigenlijk verschrikkelijk, maar het houdt de spieren op dikte.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.