Een bungalow in de duinen of een villa in de bossen. Iedereen heeft een droomhuis, maar slechts weinigen beschikken over de mogelijkheid het te laten bouwen.
Het Nai laat maquettes en bouwtekeningen zien van de happy few die hun droom lieten verwezenlijken.
Een koraalrif onder het terras, uitzicht over de oceaan en binnen een lichtkoepel die ’s avonds een adembenemend uitzicht op de hemel geeft. De Amerikaanse onroerend goedmagnaat die de opdracht voor deze woning op de Bahamas gaf, hield er een futuristische smaak op na – zeker voor de jaren zeventig. De bouwtekeningen die architectenbureau Van den Broek & Brakema in 1973 en 1974 voor deze woning maakten, doen de mond openvallen van verbazing. Deze man heeft het droomhuis dat iedereen wil hebben.
Tenminste, dat zou hij hebben als de plannen op het laatste moment niet waren afgeketst op de leasevoorwaarden van de grond, waardoor de plannen nooit verder werden uitgewerkt dan op papier. De exotische koepelwoning is één van de meest prestigieuze bouwprojecten op de tentoonstelling Uit Eigen Huis, die deze week van start ging in het Nederlands Architectuur Instituut (NAi).
Het overgrote deel van de tentoongestelde bouwplannen werd niet zozeer geselecteerd op grootsheid of bekendheid, als wel op de mooie of uitgebreide bouwtekeningen en foto’s, specifieke of vooruitstrevende bouwstijl of afwijkende materiaalkeuze. Alles is afkomstig uit het archief van het NAi, dat één van de grootste collecties op het gebied van stedenbouw en architectuur ter wereld herbergt.
Dat betekent dat beroemde architectonische hoogstandjes, zoals het Rietveld-Schröderhuis, er op deze tentoonstelling soms bekaaid vanaf komen. Het NAi heeft daarvan een mooie maquette in het bezit, maar de bouwtekeningen ontbreken. Het object is dan ook slechts ter illustratie in de tentoonstelling opgenomen.
Russisch paleisje
Hoewel Uit Eigen Huis over het algemeen een goed beeld geeft van de architectonische stromingen van de negentiende eeuw tot nu en de grote namen daarbinnen, is het vermakelijk om te zien dat architecten soms ook mijlenver van hun opvattingen afweken om de wens van een opdrachtgever te realiseren. De architect Piet Blom bijvoorbeeld, veroordeelde de villa als solitaire, elitaire bouwstijl. Die legde beslag op de toch al zeldzame ruimte in Nederland, vond hij. Voor een bevriende projectontwikkelaar gooide hij in 1989 echter al zijn opvattingen overboord, om in 1993 een heus Russisch paleisje te realiseren bij Amersfoort – met alle bijbehorende tierelantijnen en een concertzaal als letterlijk hoogtepunt.
Bij de bouw van de meeste droomhuizen werkten de architect en opdrachtgever nauw samen. Architect P.J.H. Cuypers voerde in 1915 in zijn Kasteel de Haar de wensen van zijn opdrachtgever niet alleen in het gebouw door, maar ook in het textiel en glaswerk. Dergelijke totaalontwerpen, de zogenaamde Gesamtkunstwerken, werden voornamelijk gemaakt voor buitenplaatsen, zoals ook Landgoed Duin en Kruidberg in Santpoort van de gebroeders vanNieukerken. Vaak werd ook het ontwerp voor de tuin in die plannen meegenomen.
Ook de tekeningen voor de Groningse stadsvilla, die H.P. Berlage tussen 1893 en 1895 ontwierp voor de filosoof en psycholoog G. Heymans, toont een nauwe samenwerking tussen architect en opdrachtgever. Zij deelden een interesse voor esthetica en strakke bakstenen en muurvlakken. Tegelijkertijd moest een woning ‘behaaglijk en gerieflijk’ zijn, vonden zij, wat in de tekeningen tot uiting komt.
Een enkele keer ging een architect zo ver, dat hij een verblijf voor een huisdier ontwierp. Deze ontwerptekeningen zijn meer als gadget in de tentoonstelling opgenomen, maar tonen desondanks een paar hoogstaande staaltjes architectuur.
Dienstbodes
Hoewel Uit Eigen Huis zowel ontwerpen uit de negentiende eeuw als van nu toont, is het opvallend dat de plattegrond al die tijd nauwelijks is veranderd. Alleen de vertrekken voor dienstbodes zijn verdwenen, en de stijl is natuurlijk veranderd.
Wat onmiddellijk opvalt, is dat er na de negentiende eeuw nauwelijks meer opdrachten voor stedelijke woningen werden gegeven. De steden groeiden dicht en de ruimte voor grote woonhuizen werd beperkt. De vraag naar nieuwe woningen werd voornamelijk opgevangen door de bouw van huurwoningen. Huizen voor particuliere opdrachtgevers verplaatsten meer en meer naar de rand van de stad.
Een mooi voorbeeld is het huis dat Brinkman & Van der Vlugt in Rotterdam bouwden voor C.H. van der Leeuw, directeur van de Van Nelle-fabriek. Het pand bevatte destijds de nieuwste snufjes op elektronisch gebied, zoals een ingebouwde radio en telefoon naast het bed.
Het is de bedoeling dat de bouw van dergelijke huizen aan de rand van de stad de nieuwe trend van dit eerste decennium van de 21e eeuw wordt. In de derde Architectuurnota heeft de overheid laten weten dat ze hoopt dat een derde deel van de Vinex-woningen die tot 2010 worden neergezet, in particuliere opdracht wordt gebouwd. Een hoog streven, want dat komt neer op een slordige 65 duizend woningen in de komende acht jaar; ongeveer evenveel als alle huizen in Almere. En Nederland staat nu eenmaal niet bekend om zijn vele particuliere bouwprojecten.
Met Uit Eigen Huis wil het NAi een bijdrage leveren aan de discussie over dit streven. In eerste instantie bewijst de tentoonstelling dat particuliere opdrachten wel degelijk mogelijk zijn in Nederland (en diens koloniën) en voor een indrukwekkend stukje architectonische geschiedenis hebben gezorgd. Daarnaast houdt het NAi in samenwerking met zijn Vriendenkring onder het thema De bewoner als consument of als producent een aantal lezingen omtrent het individueel opdrachtgeverschap. De eerste lezing, over particuliere projecten tijdens de wederopbouw, wordt gehouden op 22 november. De overige lezingen vinden plaats op 17 januari en 14 februari 2002.
Uit Eigen Huis. De mooiste huizen uit de collectie van het NAi. Tot en met 27 januari 2002. Info: www.nai.nl en (010) 4401200.
Een bungalow in de duinen of een villa in de bossen. Iedereen heeft een droomhuis, maar slechts weinigen beschikken over de mogelijkheid het te laten bouwen. Het Nai laat maquettes en bouwtekeningen zien van de happy few die hun droom lieten verwezenlijken.
Een koraalrif onder het terras, uitzicht over de oceaan en binnen een lichtkoepel die ’s avonds een adembenemend uitzicht op de hemel geeft. De Amerikaanse onroerend goedmagnaat die de opdracht voor deze woning op de Bahamas gaf, hield er een futuristische smaak op na – zeker voor de jaren zeventig. De bouwtekeningen die architectenbureau Van den Broek & Brakema in 1973 en 1974 voor deze woning maakten, doen de mond openvallen van verbazing. Deze man heeft het droomhuis dat iedereen wil hebben.
Tenminste, dat zou hij hebben als de plannen op het laatste moment niet waren afgeketst op de leasevoorwaarden van de grond, waardoor de plannen nooit verder werden uitgewerkt dan op papier. De exotische koepelwoning is één van de meest prestigieuze bouwprojecten op de tentoonstelling Uit Eigen Huis, die deze week van start ging in het Nederlands Architectuur Instituut (NAi).
Het overgrote deel van de tentoongestelde bouwplannen werd niet zozeer geselecteerd op grootsheid of bekendheid, als wel op de mooie of uitgebreide bouwtekeningen en foto’s, specifieke of vooruitstrevende bouwstijl of afwijkende materiaalkeuze. Alles is afkomstig uit het archief van het NAi, dat één van de grootste collecties op het gebied van stedenbouw en architectuur ter wereld herbergt.
Dat betekent dat beroemde architectonische hoogstandjes, zoals het Rietveld-Schröderhuis, er op deze tentoonstelling soms bekaaid vanaf komen. Het NAi heeft daarvan een mooie maquette in het bezit, maar de bouwtekeningen ontbreken. Het object is dan ook slechts ter illustratie in de tentoonstelling opgenomen.
Russisch paleisje
Hoewel Uit Eigen Huis over het algemeen een goed beeld geeft van de architectonische stromingen van de negentiende eeuw tot nu en de grote namen daarbinnen, is het vermakelijk om te zien dat architecten soms ook mijlenver van hun opvattingen afweken om de wens van een opdrachtgever te realiseren. De architect Piet Blom bijvoorbeeld, veroordeelde de villa als solitaire, elitaire bouwstijl. Die legde beslag op de toch al zeldzame ruimte in Nederland, vond hij. Voor een bevriende projectontwikkelaar gooide hij in 1989 echter al zijn opvattingen overboord, om in 1993 een heus Russisch paleisje te realiseren bij Amersfoort – met alle bijbehorende tierelantijnen en een concertzaal als letterlijk hoogtepunt.
Bij de bouw van de meeste droomhuizen werkten de architect en opdrachtgever nauw samen. Architect P.J.H. Cuypers voerde in 1915 in zijn Kasteel de Haar de wensen van zijn opdrachtgever niet alleen in het gebouw door, maar ook in het textiel en glaswerk. Dergelijke totaalontwerpen, de zogenaamde Gesamtkunstwerken, werden voornamelijk gemaakt voor buitenplaatsen, zoals ook Landgoed Duin en Kruidberg in Santpoort van de gebroeders vanNieukerken. Vaak werd ook het ontwerp voor de tuin in die plannen meegenomen.
Ook de tekeningen voor de Groningse stadsvilla, die H.P. Berlage tussen 1893 en 1895 ontwierp voor de filosoof en psycholoog G. Heymans, toont een nauwe samenwerking tussen architect en opdrachtgever. Zij deelden een interesse voor esthetica en strakke bakstenen en muurvlakken. Tegelijkertijd moest een woning ‘behaaglijk en gerieflijk’ zijn, vonden zij, wat in de tekeningen tot uiting komt.
Een enkele keer ging een architect zo ver, dat hij een verblijf voor een huisdier ontwierp. Deze ontwerptekeningen zijn meer als gadget in de tentoonstelling opgenomen, maar tonen desondanks een paar hoogstaande staaltjes architectuur.
Dienstbodes
Hoewel Uit Eigen Huis zowel ontwerpen uit de negentiende eeuw als van nu toont, is het opvallend dat de plattegrond al die tijd nauwelijks is veranderd. Alleen de vertrekken voor dienstbodes zijn verdwenen, en de stijl is natuurlijk veranderd.
Wat onmiddellijk opvalt, is dat er na de negentiende eeuw nauwelijks meer opdrachten voor stedelijke woningen werden gegeven. De steden groeiden dicht en de ruimte voor grote woonhuizen werd beperkt. De vraag naar nieuwe woningen werd voornamelijk opgevangen door de bouw van huurwoningen. Huizen voor particuliere opdrachtgevers verplaatsten meer en meer naar de rand van de stad.
Een mooi voorbeeld is het huis dat Brinkman & Van der Vlugt in Rotterdam bouwden voor C.H. van der Leeuw, directeur van de Van Nelle-fabriek. Het pand bevatte destijds de nieuwste snufjes op elektronisch gebied, zoals een ingebouwde radio en telefoon naast het bed.
Het is de bedoeling dat de bouw van dergelijke huizen aan de rand van de stad de nieuwe trend van dit eerste decennium van de 21e eeuw wordt. In de derde Architectuurnota heeft de overheid laten weten dat ze hoopt dat een derde deel van de Vinex-woningen die tot 2010 worden neergezet, in particuliere opdracht wordt gebouwd. Een hoog streven, want dat komt neer op een slordige 65 duizend woningen in de komende acht jaar; ongeveer evenveel als alle huizen in Almere. En Nederland staat nu eenmaal niet bekend om zijn vele particuliere bouwprojecten.
Met Uit Eigen Huis wil het NAi een bijdrage leveren aan de discussie over dit streven. In eerste instantie bewijst de tentoonstelling dat particuliere opdrachten wel degelijk mogelijk zijn in Nederland (en diens koloniën) en voor een indrukwekkend stukje architectonische geschiedenis hebben gezorgd. Daarnaast houdt het NAi in samenwerking met zijn Vriendenkring onder het thema De bewoner als consument of als producent een aantal lezingen omtrent het individueel opdrachtgeverschap. De eerste lezing, over particuliere projecten tijdens de wederopbouw, wordt gehouden op 22 november. De overige lezingen vinden plaats op 17 januari en 14 februari 2002.
Uit Eigen Huis. De mooiste huizen uit de collectie van het NAi. Tot en met 27 januari 2002. Info: www.nai.nl en (010) 4401200.
Comments are closed.