Onderwijs

De opening en de olifant

Eén vinger in de enorme aulazaal ging omhoog toen spreekstalmeester Jan Douwe Kroeske % spijkerjackie, net-uit-bed-haar % vroeg wie van de aanwezigen naar het Lowlandsfestival was geweest.

Hij was toen net goed op dreef in zijn programma ‘Muziek in techniek’, dat de opening van het nieuwe collegejaar afgelopen maandag verlevendigde.

Heel erg jong was het publiek bij wat vroeger de opening van het academisch jaar heette dus nog niet, maar het vernieuwde, informele programma was verfrissend. ,,Het is nog een beetje onwennig”, riep professor Wubbo Ockels bij het binnenkomen. Geen wonder: hij was niet in toga, maar in een vrolijk roodoranje overhemd plus sportjasje.

Collegevoorzitter Hans van Luijk legde in zijn speechje uit dat de TU Delft niet meer wil meedoen aan de rat race van de andere Nederlandse universiteiten, die met de Balkenendes, de Willem-Alexanders of de Annettes Nijs een keer per jaar een quootje hopen te scoren in de dagbladen. De opening van het collegejaar is nu voor de TU en haar studenten zelf. De dies, de verjaardag van de universiteit in januari, blijft een waardige academische plechtigheid, met toga’s en deftige sprekers.

De ingreep in een oude traditie liet sommige hoogleraren op de receptievloer na afloop niet onberoerd. ,,Als dit zo blijft, dan kom ik volgende keer niet meer”, zei een oudgediende. ,,Ze moeten de nieuwe vorm nog vinden”, vond een jongere wat milder. Feit blijft dat de aandacht in het programma voor het onderwijs en de studenten ertoe leidde dat de hoogleraren geheel onzichtbaar waren geworden. Ze mochten zelfs niet meer als groep plaatsnemen in het middenvak in de aula. De studentbestuurders van de verenigingen en sociëteiten doken onmiddellijk in dat vacuüm: in jacket, donker pak of carrièrepakje namen ze de beste plaatsen in beslag – een mijnbouwer met karpoets (capuchon) en staf opzichtig vooraan.

Maar de TU vernieuwt niet alleen haar rituelen. Volgende week verschijnt het rapport ‘Focus op onderwijs’, en collegelid Rullmann nam maandag een voorschot op de noodzakelijke onderwijsvernieuwing. Actievere werkvormen, meer keuzemogelijkheden, goede onderwijsorganisatie, samenhang in het programma. Dat klonk nog redelijk vertrouwd. Maar en passant vergeleek Rullmann de TU even met een bejaardenhuis. ,,Maandag bloemkool, dan ook voor iedereen bloemkool. Dat is wat we hier doen.” De TU denkt volgens hem dus niet vanuit de klant, vanuit de student. ,,De TU moet zich gaan afvragen wat de markt, de student, de vwo’er van ons vraagt. En zich niet blindstaren op wat we aan te bieden hebben.” Er staat de TU de bekende cultuuromslag te wachten. Rullmann wil daarover wel realistisch zijn: ,,Om de olifant in de goede richting te krijgen gaan we wat met een stok in de zijkant prikken. Jezelf ervoor gooien helpt niet echt.”

In volgende jaren moet het vernieuwde openingsritueel de aula zo vol doen lopen dat er toegangskaarten moeten worden uitgegeven. Dit keer waren er nog tientallen stoelen leeg.

Eén vinger in de enorme aulazaal ging omhoog toen spreekstalmeester Jan Douwe Kroeske % spijkerjackie, net-uit-bed-haar % vroeg wie van de aanwezigen naar het Lowlandsfestival was geweest. Hij was toen net goed op dreef in zijn programma ‘Muziek in techniek’, dat de opening van het nieuwe collegejaar afgelopen maandag verlevendigde.

Heel erg jong was het publiek bij wat vroeger de opening van het academisch jaar heette dus nog niet, maar het vernieuwde, informele programma was verfrissend. ,,Het is nog een beetje onwennig”, riep professor Wubbo Ockels bij het binnenkomen. Geen wonder: hij was niet in toga, maar in een vrolijk roodoranje overhemd plus sportjasje.

Collegevoorzitter Hans van Luijk legde in zijn speechje uit dat de TU Delft niet meer wil meedoen aan de rat race van de andere Nederlandse universiteiten, die met de Balkenendes, de Willem-Alexanders of de Annettes Nijs een keer per jaar een quootje hopen te scoren in de dagbladen. De opening van het collegejaar is nu voor de TU en haar studenten zelf. De dies, de verjaardag van de universiteit in januari, blijft een waardige academische plechtigheid, met toga’s en deftige sprekers.

De ingreep in een oude traditie liet sommige hoogleraren op de receptievloer na afloop niet onberoerd. ,,Als dit zo blijft, dan kom ik volgende keer niet meer”, zei een oudgediende. ,,Ze moeten de nieuwe vorm nog vinden”, vond een jongere wat milder. Feit blijft dat de aandacht in het programma voor het onderwijs en de studenten ertoe leidde dat de hoogleraren geheel onzichtbaar waren geworden. Ze mochten zelfs niet meer als groep plaatsnemen in het middenvak in de aula. De studentbestuurders van de verenigingen en sociëteiten doken onmiddellijk in dat vacuüm: in jacket, donker pak of carrièrepakje namen ze de beste plaatsen in beslag – een mijnbouwer met karpoets (capuchon) en staf opzichtig vooraan.

Maar de TU vernieuwt niet alleen haar rituelen. Volgende week verschijnt het rapport ‘Focus op onderwijs’, en collegelid Rullmann nam maandag een voorschot op de noodzakelijke onderwijsvernieuwing. Actievere werkvormen, meer keuzemogelijkheden, goede onderwijsorganisatie, samenhang in het programma. Dat klonk nog redelijk vertrouwd. Maar en passant vergeleek Rullmann de TU even met een bejaardenhuis. ,,Maandag bloemkool, dan ook voor iedereen bloemkool. Dat is wat we hier doen.” De TU denkt volgens hem dus niet vanuit de klant, vanuit de student. ,,De TU moet zich gaan afvragen wat de markt, de student, de vwo’er van ons vraagt. En zich niet blindstaren op wat we aan te bieden hebben.” Er staat de TU de bekende cultuuromslag te wachten. Rullmann wil daarover wel realistisch zijn: ,,Om de olifant in de goede richting te krijgen gaan we wat met een stok in de zijkant prikken. Jezelf ervoor gooien helpt niet echt.”

In volgende jaren moet het vernieuwde openingsritueel de aula zo vol doen lopen dat er toegangskaarten moeten worden uitgegeven. Dit keer waren er nog tientallen stoelen leeg.

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.