Campus

De manager van een lustrum

Deze week viert het Delftsch Studenten Corps haar 31ste sociëteitslustrum. Voor de meeste leden een week van feesten en drinken, maar voor sommige ook een van regelen, schoonmaken, op- en afbouwen.

Een interview met Frank Veen, president van de lustrumcommissie.

Maandagochtend elf uur. Sociëteit Phoenix lijkt wel een bouwplaats. Een geur van doodgeslagen biertjes vermengt zich met vers koffiearoma. Een stuk of dertig leden bouwen vlijtig stellages van steigerbuizen op. President van de lustrumcommissie, Frank Veen, staat op de borrelvloer en moet ervoor zorgen dat de aankleding van het lounge-feest van gisteravond binnen een dag wordt omgetoverd in een Moulin Rouge-achtig podium voor het stripteasefeest van vanavond. ,,Misschien is het handiger om even naar een wat stillere plek te gaan, hè?” roept hij boven het hamergetik uit. Met de start van de Kriminele over twee dagen, waarbij bijna alle ruimtes in het pand door jaarclubs feestelijk worden ingericht, is de bibliotheek een van de weinige rustpunten. Heeft Veen nog gebruikgemaakt van de grootste privé-collectie boeken van Nederland om zich te verdiepen in de 155 jaar geschiedenis van zijn vereniging? ,,Ik moet bekennen dat ik hier nog nooit een boek gepakt heb, maar bij de expositie van de archiefcommissie, vorige week, ben ik wel weer wat wijzer geworden over hoe de vereniging en het pand in de loop der jaren zijn veranderd.”

Behalve de groei en verbouwingen van het pand % discotheek Lorre was vroeger een kegelbaan -, is volgens Veen ook de cultuur veranderd. ,,Vroeger was het corps meer een eigen afgesloten wereldje dan nu. Tegenwoordig wordt er beter rekening mee gehouden dat we verantwoordelijkheden hebben ten opzichte van de buitenwereld. De sfeer is daarbij ook wat relaxter geworden. We zijn al een behoorlijke tijd een gemengde vereniging en je wordt niet langer bij de deur geweigerd als je niet in jasje en dasje naar de sociëteit komt.” Maar op de oudste vereniging van Delft zijn er ook zaken die niet veranderen. ,,Op sportschoenen kom je nog steeds niet binnen natuurlijk”, lacht Veen. ,,En de belangrijkste bezigheid is nog steeds borrelen en ouwehoeren. Dat zal nooit veranderen, denk ik.” Om dat te controleren zou Veen graag een tijdreis naar het verleden maken. ,,Het lijkt me geweldig om even de sfeer te proeven van het corps in de beginjaren. Het zal toen vast een stuk statiger geweest zijn. De student had toen enorm veel aanzien, stond echt boven de gewone burger. Ook ben ik benieuwd wat hier allemaal heeft plaatsgevonden tijdens de oorlogsjaren. De wijnkelder, die niet op de bouwkaarten van het pand stond en dus niet door de Duitsers is gevonden, was een verzetsbasis. Er staan daar nog steeds flessen wijn daterend van voor de Tweede Wereldoorlog.”

Even kijken is leuk, maar toch zou hij liever niet een paar decennia geleden geboren zijn. ,,Toen waren de mannelijke en vrouwelijke leden gescheiden, dat lijkt me eerlijkgezegd een stuk minder gezellig.”

Uitslapen

Ruim voor zijn komst naar Delft stond het voor de vijfdejaars bouwkundestudent al vast dat hij lid zou worden van het DSC. ,,Een van mijn broers was op dat moment al lid van het DSC. De andere zat bij Minerva in Leiden. Ook mijn vader en mijn opa zijn lid geweest van het corps.”Had Veen eigenlijk wel een keuze? ,,Als ik ergens anders lid was geworden, hadden mijn ouders het ook prima gevonden hoor. Ik denk alleen wel dat ik behoorlijk door mijn broers gepest zou zijn”, grapt Veen. Lid zijn van het corps is volgens Veen meer dan lid zijn van zomaar een gezelligheidsvereniging. ,,Mijn sociale leven draait bijna volledig om het corps. Al mijn vrienden zijn hier lid. Ik woon in een corpshuis, sport met leden en ga met ze op vakantie.” Als enige nadeel noemt hij de invloed die het verenigingsleven op de studie kan hebben. ,,De verleiding om te gaan drinken in plaats van studeren is af en toe best groot. Maar dat is voor niet-leden waarschijnlijk ook zo. Hoe je de studie met je sociale leven combineert hangt eigenlijk volledig af van je eigen instelling.”

De verleiding om te gaan drinken was bij de kick-off van het sociëteitslustrum, afgelopen vrijdag, in ieder geval meteen op zijn hoogtepunt. Voor elk jaar dat de sociëteit bestaat, bleven de taps één minuut stromen. Veen: ,,Ik heb het even grofweg uitgerekend. Met 155 minuten non-stop tappen, is er ongeveer zesduizend liter bier doorheen gegaan.” Zelf heeft hij het rustig aan gedaan, want de volgende dag stond al het ereledendiner op het programma en de dag daarna werd er met een kleine delegatie een verjaardagsduik in de Noordzee gemaakt. Vanavond staat er een striptease op het programma. Veen: ,,Daar hebben we zelfs een aparte commissie voor. De Igov, oftewel Instituut Geheel Ontklede Vrouwen. Die bezoeken een aantal stripbars om voor het sociëteitslustrum de meest geschikte dames uit te zoeken. Je kunt je voorstellen dat dat een behoorlijk populaire commissie is.”

Door zijn werkzaamheden voor het sociëteitslustrum, slaat Veen een periode bij bouwkunde over. ,,Dat heb ik er voor over. Ik zie het als een eer om zo’n grote feestweek op poten te mogen zetten. Net als mijn commissiegenoten slaap ik deze week een uur of vier per nacht om genoeg tijd over te houden om alle lustrumactiviteiten te regelen en zelf ook nog een beetje mee te feesten. Maar ach, uitslapen doe ik volgende week wel weer.”

Deze week viert het Delftsch Studenten Corps haar 31ste sociëteitslustrum. Voor de meeste leden een week van feesten en drinken, maar voor sommige ook een van regelen, schoonmaken, op- en afbouwen. Een interview met Frank Veen, president van de lustrumcommissie.

Maandagochtend elf uur. Sociëteit Phoenix lijkt wel een bouwplaats. Een geur van doodgeslagen biertjes vermengt zich met vers koffiearoma. Een stuk of dertig leden bouwen vlijtig stellages van steigerbuizen op. President van de lustrumcommissie, Frank Veen, staat op de borrelvloer en moet ervoor zorgen dat de aankleding van het lounge-feest van gisteravond binnen een dag wordt omgetoverd in een Moulin Rouge-achtig podium voor het stripteasefeest van vanavond. ,,Misschien is het handiger om even naar een wat stillere plek te gaan, hè?” roept hij boven het hamergetik uit. Met de start van de Kriminele over twee dagen, waarbij bijna alle ruimtes in het pand door jaarclubs feestelijk worden ingericht, is de bibliotheek een van de weinige rustpunten. Heeft Veen nog gebruikgemaakt van de grootste privé-collectie boeken van Nederland om zich te verdiepen in de 155 jaar geschiedenis van zijn vereniging? ,,Ik moet bekennen dat ik hier nog nooit een boek gepakt heb, maar bij de expositie van de archiefcommissie, vorige week, ben ik wel weer wat wijzer geworden over hoe de vereniging en het pand in de loop der jaren zijn veranderd.”

Behalve de groei en verbouwingen van het pand % discotheek Lorre was vroeger een kegelbaan -, is volgens Veen ook de cultuur veranderd. ,,Vroeger was het corps meer een eigen afgesloten wereldje dan nu. Tegenwoordig wordt er beter rekening mee gehouden dat we verantwoordelijkheden hebben ten opzichte van de buitenwereld. De sfeer is daarbij ook wat relaxter geworden. We zijn al een behoorlijke tijd een gemengde vereniging en je wordt niet langer bij de deur geweigerd als je niet in jasje en dasje naar de sociëteit komt.” Maar op de oudste vereniging van Delft zijn er ook zaken die niet veranderen. ,,Op sportschoenen kom je nog steeds niet binnen natuurlijk”, lacht Veen. ,,En de belangrijkste bezigheid is nog steeds borrelen en ouwehoeren. Dat zal nooit veranderen, denk ik.” Om dat te controleren zou Veen graag een tijdreis naar het verleden maken. ,,Het lijkt me geweldig om even de sfeer te proeven van het corps in de beginjaren. Het zal toen vast een stuk statiger geweest zijn. De student had toen enorm veel aanzien, stond echt boven de gewone burger. Ook ben ik benieuwd wat hier allemaal heeft plaatsgevonden tijdens de oorlogsjaren. De wijnkelder, die niet op de bouwkaarten van het pand stond en dus niet door de Duitsers is gevonden, was een verzetsbasis. Er staan daar nog steeds flessen wijn daterend van voor de Tweede Wereldoorlog.”

Even kijken is leuk, maar toch zou hij liever niet een paar decennia geleden geboren zijn. ,,Toen waren de mannelijke en vrouwelijke leden gescheiden, dat lijkt me eerlijkgezegd een stuk minder gezellig.”

Uitslapen

Ruim voor zijn komst naar Delft stond het voor de vijfdejaars bouwkundestudent al vast dat hij lid zou worden van het DSC. ,,Een van mijn broers was op dat moment al lid van het DSC. De andere zat bij Minerva in Leiden. Ook mijn vader en mijn opa zijn lid geweest van het corps.”Had Veen eigenlijk wel een keuze? ,,Als ik ergens anders lid was geworden, hadden mijn ouders het ook prima gevonden hoor. Ik denk alleen wel dat ik behoorlijk door mijn broers gepest zou zijn”, grapt Veen. Lid zijn van het corps is volgens Veen meer dan lid zijn van zomaar een gezelligheidsvereniging. ,,Mijn sociale leven draait bijna volledig om het corps. Al mijn vrienden zijn hier lid. Ik woon in een corpshuis, sport met leden en ga met ze op vakantie.” Als enige nadeel noemt hij de invloed die het verenigingsleven op de studie kan hebben. ,,De verleiding om te gaan drinken in plaats van studeren is af en toe best groot. Maar dat is voor niet-leden waarschijnlijk ook zo. Hoe je de studie met je sociale leven combineert hangt eigenlijk volledig af van je eigen instelling.”

De verleiding om te gaan drinken was bij de kick-off van het sociëteitslustrum, afgelopen vrijdag, in ieder geval meteen op zijn hoogtepunt. Voor elk jaar dat de sociëteit bestaat, bleven de taps één minuut stromen. Veen: ,,Ik heb het even grofweg uitgerekend. Met 155 minuten non-stop tappen, is er ongeveer zesduizend liter bier doorheen gegaan.” Zelf heeft hij het rustig aan gedaan, want de volgende dag stond al het ereledendiner op het programma en de dag daarna werd er met een kleine delegatie een verjaardagsduik in de Noordzee gemaakt. Vanavond staat er een striptease op het programma. Veen: ,,Daar hebben we zelfs een aparte commissie voor. De Igov, oftewel Instituut Geheel Ontklede Vrouwen. Die bezoeken een aantal stripbars om voor het sociëteitslustrum de meest geschikte dames uit te zoeken. Je kunt je voorstellen dat dat een behoorlijk populaire commissie is.”

Door zijn werkzaamheden voor het sociëteitslustrum, slaat Veen een periode bij bouwkunde over. ,,Dat heb ik er voor over. Ik zie het als een eer om zo’n grote feestweek op poten te mogen zetten. Net als mijn commissiegenoten slaap ik deze week een uur of vier per nacht om genoeg tijd over te houden om alle lustrumactiviteiten te regelen en zelf ook nog een beetje mee te feesten. Maar ach, uitslapen doe ik volgende week wel weer.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.