Duurzame ontwikkeling moet een integraal onderdeel worden van de ingenieursopleidingen. Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen: ,,Iedere ingenieur moet het, net als veiligheid en economie, als een uitgangspunt bij zijn werk zien.
Duurzame ontwikkeling moet een integraal onderdeel worden van de ingenieursopleidingen. Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen: ,,Iedere ingenieur moet het, net als veiligheid en economie, als een uitgangspunt bij zijn werk zien.%%
Een echte ambtenaar is hij niet, ook geen echte ondernemer en evenmin een echte wetenschapper. Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen is werkzaam bij Werktuigbouwkunde en voorzitter van de commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft. Dat hij niks ‘echt% is, wil hij even toelichten. Officieel is hij ambtenaar bij het ministerie van VROM en voor één dag per week wordt hij uitgeleend aan de TU. ,,Echte ambtenaren werken veelal met vaste regels en zekerheden. Door mijn werk op het terrein van milieu en duurzame ontwikkeling had ik veel met het bedrijfsleven te maken en betrad zodoende een wereld met onzekerheden. Met hen maakte ik afspraken op milieugebied, maar het is nooit helemaal zeker of bedrijven zich daaraan zullen of kunnen houden. Op dat moment hield ik op een echte ambtenaar te zijn, omdat ik nogal wat onzekerheden accepteerde in mijn werk.%%
Een echte wetenschapper vindt hij zichzelf ook niet. Behalve in het begin van zijn loopbaan, heeft hij zich namelijk nooit ergens in gespecialiseerd. Hij bezit volgens eigen zeggen alleen globale kennis van diverse vakgebieden. En ondanks menig gedurfd project dat hij opzette, werd hij ook nooit gezien als een échte ondernemer, omdat hij een vaste aanstelling had bij de overheid.
De rode draad in het leven van Jansen was het denken op langere termijn. Jarenlang heeft hij voor de toenmalige PPR (Politiek Partij Radicalen) in de Tweede Kamer gezeten en zich bezig gehouden met een duurzame toekomst. Later in zijn functie als ambtenaar werd Jansen gevraagd mee te werken aan het vervolgproject van het eerste Nationale Milieubeleidsplan. Zijn taak was om techniek ook een rol te laten spelen bij duurzame ontwikkeling.
Uitgangspunt van het Nationale Milieubeleidsplan was : Hoe ziet de wereld er over vijftig jaar uit? Een van de conclusies was dat er twintig keer zo efficiënt geproduceerd moest worden wat betreft het milieu en de voorraden. ,,Het doel hiervan is duurzame ontwikkeling. In mijn opvatting houdt dat in: zorgen voor een wereldwijde welvaart van een groeiende wereldbevolking in een blijvend goed milieu.%%
Vlees
Vervolgens is men aan de slag gegaan in een breed overheidsprogramma om voor diverse sectoren innovatieprocessen en alternatieven te ontwikkelen om de productie te verbeteren. In totaal zijn 15 projecten bekeken met uiteenlopende onderwerpen. Een daarvan was de chemie. De vraagstelling was hoe deze industrie gehandhaafd zou kunnen blijven, indien de fossiele brandstoffen op zouden raken. ,,Voedsel was een ander onderwerp. Een mens heeft eiwitten nodig en verkrijgt deze veelal uit vlees. Wij hebben bekeken of het ook mogelijk wasdeze eiwitten te maken uit bijvoorbeeld plantaardig materiaal en schimmels. Tegelijkertijd hebben wij onderzocht hoe het eetpatroon van consumenten zich ontwikkelt en wat de beste manier is om deze nieuwe producten aan te bieden. Bij onze eindconclusie hebben we veel aandacht besteed wat de beste vormgeving zou zijn van deze nieuwe ingrediënten. Ze moeten smakelijk en aantrekkelijk overkomen, willen consumenten bereid zijn deze te kopen.%%
Ook op de TU heeft Jansen zich vanaf 1990 ingezet voor het nadenken over de toekomst. Dat liep parallel aan zijn ambtelijke bezigheden op milieugebied. Samen met prof.ir. H.P. van Heel, werkzaam bij Van Hoechst Vlissingen, heeft hij colleges milieutechniek verzorgd voor werktuigbouwkundestudenten. ,,Hij sprak over de industrie en ik over de overheidstrategie en dat vulde elkaar goed aan.%%
Daarnaast kwam Jansen in de Stuurgroep Duurzame Ontwikkeling TU terecht onder leiding van prof. M. de Bruin (toenmalig directeur van het IRI). Het was een groep van ongeveer vijftien voorlopers op milieugebied. Die samenwerking resulteerde uiteindelijk in een voorstel om duurzame ontwikkeling in het curriculum in te vlechten. ,,Ons uitgangspunt is dat duurzame ontwikkeling geen staf- maar een lijnverantwoordelijkheid moet zijn. Dat betekent dat iedereen het een vast onderdeel van zijn of haar werkzaamheden moet maken. Het mag niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van een staffunctionaris of specialist zijn. Zo van ‘Jantje of Marietje doen het milieu% en wij hoeven er niets van aan te trekken. Om die reden willen wij van duurzame ontwikkeling ook geen aparte afstudeerrichting maken. Het moet een geïntegreerd onderdeel zijn van de gedoceerde vakken en de practica.%%
Tempo
Ondertussen is Jansen voorzitter geworden van de commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft. Hun voorstel om duurzame ontwikkeling te introduceren in de ingenieursopleidingen is onlangs goedgekeurd door het college van bestuur. Inhoudelijk bevat dit voorstel drie lijnen. Voor de basisopleidingen is er het pakket TIDO wat staat voor Technologie in Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast moet duurzame ontwikkeling ingevlochten worden in reguliere vakken. ,,Gewoon een vast onderdeel in bijvoorbeeld voertuigtechnologie, technische bestuurskunde en toegepaste wiskunde.%% De derde lijn houdt in dat duurzame ontwikkeling een vast onderdeel van het afstuderen wordt.
TIDO is een basispakket waarbij informatie wordt gegeven over de relatie tussen techniek en milieu. De introductie hiervan verloopt op iedere faculteit in een ander tempo en een andere vorm. ,,Dat is logisch want iedere opleiding heeft een eigen opzet. Wij zoeken op dit moment naar de beste manier om duurzame ontwikkeling te laten aansluiten bij het bestaande programma. Wij willen maatwerk leveren en geen dictaat opleggen dat iedereen moet toepassen. Met de opleidingsdirecteuren en docenten hebben wij regelmatig overleg om te zoeken naar de juiste aanpak. De subfaculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde had een college duurzaam ondernemen en daar konden wij bij aanhaken. Bij Technisch Natuurkunde wordt het vak Geschiedenis van detechniek gedoceerd en daar wordt de Toekomst van de techniek aan toegevoegd.%%
Bij Lucht- en Ruimtevaart en Wtb heeft duurzame ontwikkeling inmiddels een plaats in het hele curriculum gekregen. ,,Bij deze faculteiten werd het onderwijs gereorganiseerd en was het makkelijker om het in het onderwijsaanbod aan te passen.%%
Met de vervlechting van duurzame ontwikkeling in reguliere vakken is op de TU nog weinig ervaring. Om uit te zoeken wat een goede aanpak is, wil de commissie de komende periode op alle opleidingen een pilotproject starten. ,,Het liefst met één of twee enthousiaste docenten om naar de beste opzet te zoeken.%%
Studenten die duurzame ontwikkelingen een plaats willen geven in hun afstuderen kunnen hiervoor terecht bij hun opleiding of de commissie zelf. ,,Wij zijn nog bezig om een voorstel verder uit te werken hoe duurzame ontwikkeling in het afstuderen verweven kan worden. Wij willen onder andere een pakket van twintig vakken met betrekking op milieugebied samenstellen, waaruit studenten er straks drie of vier kunnen kiezen. Zolang dat voorstel nog niet afgerond en goedgekeurd is, kan iedere student aankloppen bij ons of de opleiding. Wij willen iedereen die duurzame ontwikkeling een geïntegreerd onderdeel van het afstuderen wil maken, alvast die gelegenheid bieden.%%
Puzzels
Door duurzame ontwikkeling een vaste plaats in het curriculum te geven, hoopt Jansen dat het milieu niet langer als een probleem wordt gezien met de techniek als de grote boosdoener. Begin jaren negentig heerste er sfeer in Nederland dat de techniek de bron van alle kwaad was. Jansen weet nog het paginanummer uit zijn hoofd van het rapport Lange Termijn Strategie Milieubeleid waarin stond: ‘Van de techniek is niets te verwachten.%
,,Op dat moment kwam er een gevoel over mij heen: Ho, ho, techniek heeft de samenleving en het milieu wel degelijk wat te bieden. Dat uitgangspunt is de afgelopen jaren mijn drijfveer geweest. Duurzame ontwikkeling geeft technici weer interessante puzzels en ik hoop dat de studenten milieu in hun vak ook op die manier gaan opvatten en beleven.%%
Bovendien vindt Jansen dat je techniek niet als hoofdschuldige van allerlei milieuproblematiek kunt aanwijzen. ,,Het gedrag van mensen, de eisen van een samenleving en de techniek zijn nauw met elkaar verbonden. De keuze om energie op te wekken uit kolen of te verkrijgen uit zonnecellen is niet alleen een kwestie van techniek. Het vergt een andere organisatiestructuur en een ander gedrag van mensen. Cultuur, techniek en maatschappij zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Je kunt niet naar de één wijzen en de ander negeren.%%
Duurzame ontwikkeling moet een integraal onderdeel worden van de ingenieursopleidingen. Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen: ,,Iedere ingenieur moet het, net als veiligheid en economie, als een uitgangspunt bij zijn werk zien.%%
Een echte ambtenaar is hij niet, ook geen echte ondernemer en evenmin een echte wetenschapper. Prof.dr.ir. J.L.A. Jansen is werkzaam bij Werktuigbouwkunde en voorzitter van de commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft. Dat hij niks ‘echt% is, wil hij even toelichten. Officieel is hij ambtenaar bij het ministerie van VROM en voor één dag per week wordt hij uitgeleend aan de TU. ,,Echte ambtenaren werken veelal met vaste regels en zekerheden. Door mijn werk op het terrein van milieu en duurzame ontwikkeling had ik veel met het bedrijfsleven te maken en betrad zodoende een wereld met onzekerheden. Met hen maakte ik afspraken op milieugebied, maar het is nooit helemaal zeker of bedrijven zich daaraan zullen of kunnen houden. Op dat moment hield ik op een echte ambtenaar te zijn, omdat ik nogal wat onzekerheden accepteerde in mijn werk.%%
Een echte wetenschapper vindt hij zichzelf ook niet. Behalve in het begin van zijn loopbaan, heeft hij zich namelijk nooit ergens in gespecialiseerd. Hij bezit volgens eigen zeggen alleen globale kennis van diverse vakgebieden. En ondanks menig gedurfd project dat hij opzette, werd hij ook nooit gezien als een échte ondernemer, omdat hij een vaste aanstelling had bij de overheid.
De rode draad in het leven van Jansen was het denken op langere termijn. Jarenlang heeft hij voor de toenmalige PPR (Politiek Partij Radicalen) in de Tweede Kamer gezeten en zich bezig gehouden met een duurzame toekomst. Later in zijn functie als ambtenaar werd Jansen gevraagd mee te werken aan het vervolgproject van het eerste Nationale Milieubeleidsplan. Zijn taak was om techniek ook een rol te laten spelen bij duurzame ontwikkeling.
Uitgangspunt van het Nationale Milieubeleidsplan was : Hoe ziet de wereld er over vijftig jaar uit? Een van de conclusies was dat er twintig keer zo efficiënt geproduceerd moest worden wat betreft het milieu en de voorraden. ,,Het doel hiervan is duurzame ontwikkeling. In mijn opvatting houdt dat in: zorgen voor een wereldwijde welvaart van een groeiende wereldbevolking in een blijvend goed milieu.%%
Vlees
Vervolgens is men aan de slag gegaan in een breed overheidsprogramma om voor diverse sectoren innovatieprocessen en alternatieven te ontwikkelen om de productie te verbeteren. In totaal zijn 15 projecten bekeken met uiteenlopende onderwerpen. Een daarvan was de chemie. De vraagstelling was hoe deze industrie gehandhaafd zou kunnen blijven, indien de fossiele brandstoffen op zouden raken. ,,Voedsel was een ander onderwerp. Een mens heeft eiwitten nodig en verkrijgt deze veelal uit vlees. Wij hebben bekeken of het ook mogelijk wasdeze eiwitten te maken uit bijvoorbeeld plantaardig materiaal en schimmels. Tegelijkertijd hebben wij onderzocht hoe het eetpatroon van consumenten zich ontwikkelt en wat de beste manier is om deze nieuwe producten aan te bieden. Bij onze eindconclusie hebben we veel aandacht besteed wat de beste vormgeving zou zijn van deze nieuwe ingrediënten. Ze moeten smakelijk en aantrekkelijk overkomen, willen consumenten bereid zijn deze te kopen.%%
Ook op de TU heeft Jansen zich vanaf 1990 ingezet voor het nadenken over de toekomst. Dat liep parallel aan zijn ambtelijke bezigheden op milieugebied. Samen met prof.ir. H.P. van Heel, werkzaam bij Van Hoechst Vlissingen, heeft hij colleges milieutechniek verzorgd voor werktuigbouwkundestudenten. ,,Hij sprak over de industrie en ik over de overheidstrategie en dat vulde elkaar goed aan.%%
Daarnaast kwam Jansen in de Stuurgroep Duurzame Ontwikkeling TU terecht onder leiding van prof. M. de Bruin (toenmalig directeur van het IRI). Het was een groep van ongeveer vijftien voorlopers op milieugebied. Die samenwerking resulteerde uiteindelijk in een voorstel om duurzame ontwikkeling in het curriculum in te vlechten. ,,Ons uitgangspunt is dat duurzame ontwikkeling geen staf- maar een lijnverantwoordelijkheid moet zijn. Dat betekent dat iedereen het een vast onderdeel van zijn of haar werkzaamheden moet maken. Het mag niet uitsluitend de verantwoordelijkheid van een staffunctionaris of specialist zijn. Zo van ‘Jantje of Marietje doen het milieu% en wij hoeven er niets van aan te trekken. Om die reden willen wij van duurzame ontwikkeling ook geen aparte afstudeerrichting maken. Het moet een geïntegreerd onderdeel zijn van de gedoceerde vakken en de practica.%%
Tempo
Ondertussen is Jansen voorzitter geworden van de commissie Duurzame Ontwikkeling TU Delft. Hun voorstel om duurzame ontwikkeling te introduceren in de ingenieursopleidingen is onlangs goedgekeurd door het college van bestuur. Inhoudelijk bevat dit voorstel drie lijnen. Voor de basisopleidingen is er het pakket TIDO wat staat voor Technologie in Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast moet duurzame ontwikkeling ingevlochten worden in reguliere vakken. ,,Gewoon een vast onderdeel in bijvoorbeeld voertuigtechnologie, technische bestuurskunde en toegepaste wiskunde.%% De derde lijn houdt in dat duurzame ontwikkeling een vast onderdeel van het afstuderen wordt.
TIDO is een basispakket waarbij informatie wordt gegeven over de relatie tussen techniek en milieu. De introductie hiervan verloopt op iedere faculteit in een ander tempo en een andere vorm. ,,Dat is logisch want iedere opleiding heeft een eigen opzet. Wij zoeken op dit moment naar de beste manier om duurzame ontwikkeling te laten aansluiten bij het bestaande programma. Wij willen maatwerk leveren en geen dictaat opleggen dat iedereen moet toepassen. Met de opleidingsdirecteuren en docenten hebben wij regelmatig overleg om te zoeken naar de juiste aanpak. De subfaculteit Scheikundige Technologie en Materiaalkunde had een college duurzaam ondernemen en daar konden wij bij aanhaken. Bij Technisch Natuurkunde wordt het vak Geschiedenis van detechniek gedoceerd en daar wordt de Toekomst van de techniek aan toegevoegd.%%
Bij Lucht- en Ruimtevaart en Wtb heeft duurzame ontwikkeling inmiddels een plaats in het hele curriculum gekregen. ,,Bij deze faculteiten werd het onderwijs gereorganiseerd en was het makkelijker om het in het onderwijsaanbod aan te passen.%%
Met de vervlechting van duurzame ontwikkeling in reguliere vakken is op de TU nog weinig ervaring. Om uit te zoeken wat een goede aanpak is, wil de commissie de komende periode op alle opleidingen een pilotproject starten. ,,Het liefst met één of twee enthousiaste docenten om naar de beste opzet te zoeken.%%
Studenten die duurzame ontwikkelingen een plaats willen geven in hun afstuderen kunnen hiervoor terecht bij hun opleiding of de commissie zelf. ,,Wij zijn nog bezig om een voorstel verder uit te werken hoe duurzame ontwikkeling in het afstuderen verweven kan worden. Wij willen onder andere een pakket van twintig vakken met betrekking op milieugebied samenstellen, waaruit studenten er straks drie of vier kunnen kiezen. Zolang dat voorstel nog niet afgerond en goedgekeurd is, kan iedere student aankloppen bij ons of de opleiding. Wij willen iedereen die duurzame ontwikkeling een geïntegreerd onderdeel van het afstuderen wil maken, alvast die gelegenheid bieden.%%
Puzzels
Door duurzame ontwikkeling een vaste plaats in het curriculum te geven, hoopt Jansen dat het milieu niet langer als een probleem wordt gezien met de techniek als de grote boosdoener. Begin jaren negentig heerste er sfeer in Nederland dat de techniek de bron van alle kwaad was. Jansen weet nog het paginanummer uit zijn hoofd van het rapport Lange Termijn Strategie Milieubeleid waarin stond: ‘Van de techniek is niets te verwachten.%
,,Op dat moment kwam er een gevoel over mij heen: Ho, ho, techniek heeft de samenleving en het milieu wel degelijk wat te bieden. Dat uitgangspunt is de afgelopen jaren mijn drijfveer geweest. Duurzame ontwikkeling geeft technici weer interessante puzzels en ik hoop dat de studenten milieu in hun vak ook op die manier gaan opvatten en beleven.%%
Bovendien vindt Jansen dat je techniek niet als hoofdschuldige van allerlei milieuproblematiek kunt aanwijzen. ,,Het gedrag van mensen, de eisen van een samenleving en de techniek zijn nauw met elkaar verbonden. De keuze om energie op te wekken uit kolen of te verkrijgen uit zonnecellen is niet alleen een kwestie van techniek. Het vergt een andere organisatiestructuur en een ander gedrag van mensen. Cultuur, techniek en maatschappij zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Je kunt niet naar de één wijzen en de ander negeren.%%
Comments are closed.