E-partners zijn digitale maatjes, slim genoeg om te weten hoe ze mensen het beste kunnen ondersteunen. TNO-onderzoeker en parttime hoogleraar mens-machine-interactie Mark Neerincx ziet grote mogelijkheden.
/strong>
Computers zijn van Jupiter, mensen van Saturnus? De interactie tussen die twee complexe systemen kan in ieder geval verwarrend zijn. Neem TiVo, de intelligente digitale videorecorder die een straighte gebruiker voor een aanhanger van de herenliefde aanzag.
TiVo neemt aan de hand van een ‘interesseprofiel’ programma’s op waarvan hij aanneemt dat ze de gebruiker zullen boeien. Dat interesseprofiel wordt gevoed door voorbeelden die de gebruiker zelf aandraagt. In dit geval meende TiVo een roze draad in de voorbeelden te ontwaren, en ging uitzendingen met homothema’s opnemen. De gebruiker probeerde deze voorkeur te ontmoedigen door snel allerlei oorlogsfilms uit te kiezen, maar ook dat pakte verkeerd uit: TiVo bleek nu te denken dat het baasje een voorliefde voor documentaires over nazi-kopstukken koesterde.
Voor hoogleraar mens-machine-interactie Mark Neerincx is dit meer dan een curieuze anekdote. ,,De mens is een adaptief systeem. Als onderzoekers willen wij van de machine ook een adaptief systeem maken, dat zich aanpast aan de mens”, zegt hij. ,,Maar als je twee systemen tegenover elkaar zet die zich aan elkaar gaan aanpassen, kun je rare resultaten krijgen. Dat probleem vormt voor mij de grootste uitdaging bij mens-machine-interactie.”
Uw intreerede ging over e-partners. Wat zijn dat?
,,Een e-partner is een elektronisch maatje dat de mens helpt bij het uitvoeren van allerlei activiteiten, thuis of op het werk. Je doet de taken samen. Het is een wisselwerking. Een geavanceerde vorm van mens-machine-interactie, die nog in de kinderschoenen staat. Bij TNO Technische Menskunde en de TU Delft doen we er onderzoek naar, onder meer voor het European Space Agency en de Koninklijke Marine.”
Helpt zo’n e-partner je ongevraagd?
,,Soms automatisch, soms op verzoek. Het hangt ervan af hoeveel autonomie je je e-partner wenst te geven. Je kunt hem naar je individuele voorkeuren instellen.”
En hoe ziet hij er uit? Grappig smoeltje, zeker?
,,Lang niet altijd. Voor alle duidelijkheid: we werken niet aan één grote e-partner die je ondersteuning kan verlenen bij elke denkbare taak. Dat is veel te hoog gegrepen, net zoals één universele theorie die alle interactie tussen mens en machine kan voorspellen nog heel ver weg ligt.
De vorm kan erg uiteenlopen. Aan de e-partner die ouderen helpt bij het navigeren door een website worden andere eisen gesteld dan aan een e-partner die astronauten ondersteunt bij het analyseren van een storing in het International Space Station.”
Interacteert de mens niet het prettigst met een elektronisch maatje dat sterk aan een mens doet denken?
,,Niet alle informatie leent zich daar even goed voor. Soms werken grafieken of mooie plaatjes veel beter. Of neem een door TNO Technische Menskunde ontwikkeld hightech vest voor helikopterpiloten, dat middels ’trillers’ de door de piloot gekozen richting kan corrigeren: dat werkt heel direct, als een tikje op de schouders.
Mensen vinden een menselijk of cartoonachtig voorkomen wel leuk, maar het blijkt dat hun prestaties bij dit type ondersteuners zeker niet altijd omhoog gaan. Een gezicht trekt snel alle aandacht naar zich toe.”
Wanneer mag een e-partner wel ‘smoel’ hebben?
,,Een digitale therapeut is misschien effectiever met gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Daar gaan we onderzoek naardoen. Zelf heb ik bij mijn intreerede een elektronische pop cadeau gekregen die verhalen vertelt, Yano. Zijn subtiele gelaatsuitdrukkingen helpen soms de dubbele bodems en de humor van een verhaal beter te begrijpen.”
In het ‘huiskamerlab’ van uw TNO-onderzoeksgroep Usability Engineering poseerde u met een soort minicomputer voor het rechteroog. Ook een e-partner?
,,Op deze manier kun je een e-partner wel altijd bij je hebben. Het display van de mobiele pocket-pc bevindt zich voor je ogen, en tegelijkertijd kun je er doorheen kijken. Hij kan je dus instructies geven terwijl je over straat loopt. Nu oogt het nog wat futuristisch, maar over tien jaar is zo’n pc wellicht onderdeel van het straatbeeld, even alledaags als het mobieltje nu.”
Bent u ervan overtuigd dat we e-partners nodig hebben?
,,Wel als ik naar de toekomst kijk. Er wordt vaak gesproken over het ‘slimme’ huis, dat zich plooit naar de wensen van de gebruikers. Om dat soort complexe technologie overzichtelijk en toegankelijk te houden is het nuttig om een e-partner te hebben. Er komt een vloedgolf van informatie en diensten op ons af.”
U bent cognitief psycholoog.
,,Ik deed eindexamen op het atheneum met een bètapakket, maar psychologie trok me meer dan scheikunde of natuurkunde. Het grappige is dat ik binnen psychologie weer voor een exacte, empirische variant koos. Bij cognitieve psychologie ben je steeds bezig je theorieën aan de praktijk te toetsen. Dat ligt me wel. En ik ben gefascineerd door de menselijke geest, de vele manieren waarop perceptie ons voor de gek kan houden.”
Ons waarnemingsvermogen liegt ons voor?
,,Soms wel, ja. Maar dat waarnemingsvermogen kent ook slimme aanpassingsmechanismen. Als jij kijkt door een prismabril die maakt dat je alles op z’n kop ziet, corrigeert je geest dat na een tijd gewoon weer.”
Tijdens uw stage hield u zich al bezig met een verschijnsel dat ook opduikt in uw onderzoek naar e-partners: onderbelasting van het waarnemingsvermogen leidt snel tot grote fouten bij plotselinge overbelasting.
,,Ik deed een onderzoek naar ongelukken bij spoorwegwerkers. De regel was destijds dat één iemand de hele dag op de uitkijk moest staan en de anderen waarschuwde zodra er gevaar dreigde. Erg saai werk. Dan zie je dat mensen het niet meer registreren als er opeens iets gebeurt.”
Zijn e-partners geschikt voor crisissituaties, om menselijke fouten te minimaliseren?
,,Die toepassing moet zich nog bewijzen, maar ik zie wel grote mogelijkheden.”
Hoe vindt u dat de mens het doet in urgente crisissituaties? Schiet de geest tekort of zijn onze mentale prestaties indrukwekkend?
,,Het vermogen van mensen om bij onvoorziene omstandigheden snel oplossingen te improviseren is zeker indrukwekkend. Maar we weten ook dat in zo’n situatie mensen een sterke neiging hebben om het eerste probleem op te willen lossen, zelfs als ze weten dat een tweede probleem veel urgenter is. Cognitieve lock-up, heet dat. Een e-partner kan je helpen je aandacht op het serieuzere probleem te richten. Of hij helpt je in te schatten wanneer in een crisissituatie een belangrijke beslissing genomen moet worden. Want ook daar is de mens minder goed in.”
Wordt de mens van zo’n slimme e-partner niet dommer?
,,Een e-partner is een aanvulling, geen vervanger. De mens krijgt nog steeds de complexe en tegenstrijdige informatie voor zijn kiezen. Maar nu met ondersteuning.
Ict biedt mogelijkheden om de cognitieve vaardigheden van de mens aan te vullen. Dat is een reden waarom ik als cognitief psycholoog in de jaren tachtig, toen de consumenten-pc sterk opkwam, geïnteresseerd raakte in de interactie tussen mens en machine. Een e-partner kan een verlengstuk zijn van je geheugen, je probleemoplossend vermogen.”
Aan de hand van een tekening van uw kinderen liet u tijdens uw intreerede een huiselijke toepassing zien: de e-partner zorgt dat we tijdens het koken de draad niet kwijtraken. Maar juist verstandig advies kan irritatie oproepen. ‘Bemoei je er niet mee, ik doe het op mijn manier!’
,,Daarom is de toevoeging ‘op maat’ achter e-partner essentieel. Een e-partner kan roepen: hé, je moet je pillen innemen! Maar dat werkt vaak averechts. De e-partner moet een strategie kiezen die door jou gewaardeerd wordt en invloed heeft op jouw gedrag. Sterker nog: hij moet jouw reactie opmerken, analyseren en vervolgens eventueel voor een andere benadering kiezen. Maar in dat soort dingen moet de technologie zich nog bewijzen.”
Kan een e-partner de gebruiker manipuleren?
,,Niet op de manier waarop onze onderzoeksgroep ermee bezig is. Centraal staat dat de e-partner jouw persoonlijke ondersteuner moet worden. Jij kiest ervoor, jij begrijpt in grote lijnen wat er gebeurt en jij blijft in control. Opereert de e-partner naar jouw smaak te autonoom? Je kunt altijd de instellingen aanpassen. ‘Jij bent mijn e-partner en als je niet doet wat ik wil, is het afgelopen!’ Zo moet de relatie zijn.”
Wat zou voor u de ideale e-partner zijn?
,,Een e-partner die me helpt bij het arrangeren van muziekstukken voor een big band, een hobby van me. Daarvoor moet je erg veel partijen uitschrijven, dus dat besteed ik graag voor een deel uit.”
www.tm.tno.nl
http://msc.ewi.tudelft.nl/mke
WIE IS MARK NEERINCX?
Prof.dr. Mark Neerincx (43), cognitief psycholoog, afgestudeerd in Leiden en gepromoveerd in Groningen, leidt bij TNO Technische Menskunde de onderzoeksgroep Usability Engineering. Dit team van psychologen, informatici, taalkundigen en grafici doet fundamenteel en toegepast onderzoek.
Eén dag in de week is Neerincx hoogleraar mens-machine-interactie in Delft: zijn bijdrage aan de opleiding media and knowledge engineering (MKT) die de TU Delft drie jaar geleden startte. Nieuwe interactieve systemen vroegen om nieuwe ‘omgangsvormen’ voor machine en gebruiker. ,,Ik gebruik voorbeelden van het TNO-onderzoek in mijn colleges. En mijn Delftse vakgroep werkt nauw samen met mijn TNO-onderzoeksgroep.”
Wie zonder problemen het elektronische formulier voor belastingteruggave invult, is Neerincx enige dank verschuldigd: hij onderwierp het formulier destijds aan gebruiksvriendelijkheidtests. Verder ontwikkelde hij onder meer een online handboek voor ontwerpers van user interfaces voor het International Space Station.
Neerincx is getrouwd en heeft drie kinderen.
E-partners zijn digitale maatjes, slim genoeg om te weten hoe ze mensen het beste kunnen ondersteunen. TNO-onderzoeker en parttime hoogleraar mens-machine-interactie Mark Neerincx ziet grote mogelijkheden.
Computers zijn van Jupiter, mensen van Saturnus? De interactie tussen die twee complexe systemen kan in ieder geval verwarrend zijn. Neem TiVo, de intelligente digitale videorecorder die een straighte gebruiker voor een aanhanger van de herenliefde aanzag.
TiVo neemt aan de hand van een ‘interesseprofiel’ programma’s op waarvan hij aanneemt dat ze de gebruiker zullen boeien. Dat interesseprofiel wordt gevoed door voorbeelden die de gebruiker zelf aandraagt. In dit geval meende TiVo een roze draad in de voorbeelden te ontwaren, en ging uitzendingen met homothema’s opnemen. De gebruiker probeerde deze voorkeur te ontmoedigen door snel allerlei oorlogsfilms uit te kiezen, maar ook dat pakte verkeerd uit: TiVo bleek nu te denken dat het baasje een voorliefde voor documentaires over nazi-kopstukken koesterde.
Voor hoogleraar mens-machine-interactie Mark Neerincx is dit meer dan een curieuze anekdote. ,,De mens is een adaptief systeem. Als onderzoekers willen wij van de machine ook een adaptief systeem maken, dat zich aanpast aan de mens”, zegt hij. ,,Maar als je twee systemen tegenover elkaar zet die zich aan elkaar gaan aanpassen, kun je rare resultaten krijgen. Dat probleem vormt voor mij de grootste uitdaging bij mens-machine-interactie.”
Uw intreerede ging over e-partners. Wat zijn dat?
,,Een e-partner is een elektronisch maatje dat de mens helpt bij het uitvoeren van allerlei activiteiten, thuis of op het werk. Je doet de taken samen. Het is een wisselwerking. Een geavanceerde vorm van mens-machine-interactie, die nog in de kinderschoenen staat. Bij TNO Technische Menskunde en de TU Delft doen we er onderzoek naar, onder meer voor het European Space Agency en de Koninklijke Marine.”
Helpt zo’n e-partner je ongevraagd?
,,Soms automatisch, soms op verzoek. Het hangt ervan af hoeveel autonomie je je e-partner wenst te geven. Je kunt hem naar je individuele voorkeuren instellen.”
En hoe ziet hij er uit? Grappig smoeltje, zeker?
,,Lang niet altijd. Voor alle duidelijkheid: we werken niet aan één grote e-partner die je ondersteuning kan verlenen bij elke denkbare taak. Dat is veel te hoog gegrepen, net zoals één universele theorie die alle interactie tussen mens en machine kan voorspellen nog heel ver weg ligt.
De vorm kan erg uiteenlopen. Aan de e-partner die ouderen helpt bij het navigeren door een website worden andere eisen gesteld dan aan een e-partner die astronauten ondersteunt bij het analyseren van een storing in het International Space Station.”
Interacteert de mens niet het prettigst met een elektronisch maatje dat sterk aan een mens doet denken?
,,Niet alle informatie leent zich daar even goed voor. Soms werken grafieken of mooie plaatjes veel beter. Of neem een door TNO Technische Menskunde ontwikkeld hightech vest voor helikopterpiloten, dat middels ’trillers’ de door de piloot gekozen richting kan corrigeren: dat werkt heel direct, als een tikje op de schouders.
Mensen vinden een menselijk of cartoonachtig voorkomen wel leuk, maar het blijkt dat hun prestaties bij dit type ondersteuners zeker niet altijd omhoog gaan. Een gezicht trekt snel alle aandacht naar zich toe.”
Wanneer mag een e-partner wel ‘smoel’ hebben?
,,Een digitale therapeut is misschien effectiever met gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Daar gaan we onderzoek naardoen. Zelf heb ik bij mijn intreerede een elektronische pop cadeau gekregen die verhalen vertelt, Yano. Zijn subtiele gelaatsuitdrukkingen helpen soms de dubbele bodems en de humor van een verhaal beter te begrijpen.”
In het ‘huiskamerlab’ van uw TNO-onderzoeksgroep Usability Engineering poseerde u met een soort minicomputer voor het rechteroog. Ook een e-partner?
,,Op deze manier kun je een e-partner wel altijd bij je hebben. Het display van de mobiele pocket-pc bevindt zich voor je ogen, en tegelijkertijd kun je er doorheen kijken. Hij kan je dus instructies geven terwijl je over straat loopt. Nu oogt het nog wat futuristisch, maar over tien jaar is zo’n pc wellicht onderdeel van het straatbeeld, even alledaags als het mobieltje nu.”
Bent u ervan overtuigd dat we e-partners nodig hebben?
,,Wel als ik naar de toekomst kijk. Er wordt vaak gesproken over het ‘slimme’ huis, dat zich plooit naar de wensen van de gebruikers. Om dat soort complexe technologie overzichtelijk en toegankelijk te houden is het nuttig om een e-partner te hebben. Er komt een vloedgolf van informatie en diensten op ons af.”
U bent cognitief psycholoog.
,,Ik deed eindexamen op het atheneum met een bètapakket, maar psychologie trok me meer dan scheikunde of natuurkunde. Het grappige is dat ik binnen psychologie weer voor een exacte, empirische variant koos. Bij cognitieve psychologie ben je steeds bezig je theorieën aan de praktijk te toetsen. Dat ligt me wel. En ik ben gefascineerd door de menselijke geest, de vele manieren waarop perceptie ons voor de gek kan houden.”
Ons waarnemingsvermogen liegt ons voor?
,,Soms wel, ja. Maar dat waarnemingsvermogen kent ook slimme aanpassingsmechanismen. Als jij kijkt door een prismabril die maakt dat je alles op z’n kop ziet, corrigeert je geest dat na een tijd gewoon weer.”
Tijdens uw stage hield u zich al bezig met een verschijnsel dat ook opduikt in uw onderzoek naar e-partners: onderbelasting van het waarnemingsvermogen leidt snel tot grote fouten bij plotselinge overbelasting.
,,Ik deed een onderzoek naar ongelukken bij spoorwegwerkers. De regel was destijds dat één iemand de hele dag op de uitkijk moest staan en de anderen waarschuwde zodra er gevaar dreigde. Erg saai werk. Dan zie je dat mensen het niet meer registreren als er opeens iets gebeurt.”
Zijn e-partners geschikt voor crisissituaties, om menselijke fouten te minimaliseren?
,,Die toepassing moet zich nog bewijzen, maar ik zie wel grote mogelijkheden.”
Hoe vindt u dat de mens het doet in urgente crisissituaties? Schiet de geest tekort of zijn onze mentale prestaties indrukwekkend?
,,Het vermogen van mensen om bij onvoorziene omstandigheden snel oplossingen te improviseren is zeker indrukwekkend. Maar we weten ook dat in zo’n situatie mensen een sterke neiging hebben om het eerste probleem op te willen lossen, zelfs als ze weten dat een tweede probleem veel urgenter is. Cognitieve lock-up, heet dat. Een e-partner kan je helpen je aandacht op het serieuzere probleem te richten. Of hij helpt je in te schatten wanneer in een crisissituatie een belangrijke beslissing genomen moet worden. Want ook daar is de mens minder goed in.”
Wordt de mens van zo’n slimme e-partner niet dommer?
,,Een e-partner is een aanvulling, geen vervanger. De mens krijgt nog steeds de complexe en tegenstrijdige informatie voor zijn kiezen. Maar nu met ondersteuning.
Ict biedt mogelijkheden om de cognitieve vaardigheden van de mens aan te vullen. Dat is een reden waarom ik als cognitief psycholoog in de jaren tachtig, toen de consumenten-pc sterk opkwam, geïnteresseerd raakte in de interactie tussen mens en machine. Een e-partner kan een verlengstuk zijn van je geheugen, je probleemoplossend vermogen.”
Aan de hand van een tekening van uw kinderen liet u tijdens uw intreerede een huiselijke toepassing zien: de e-partner zorgt dat we tijdens het koken de draad niet kwijtraken. Maar juist verstandig advies kan irritatie oproepen. ‘Bemoei je er niet mee, ik doe het op mijn manier!’
,,Daarom is de toevoeging ‘op maat’ achter e-partner essentieel. Een e-partner kan roepen: hé, je moet je pillen innemen! Maar dat werkt vaak averechts. De e-partner moet een strategie kiezen die door jou gewaardeerd wordt en invloed heeft op jouw gedrag. Sterker nog: hij moet jouw reactie opmerken, analyseren en vervolgens eventueel voor een andere benadering kiezen. Maar in dat soort dingen moet de technologie zich nog bewijzen.”
Kan een e-partner de gebruiker manipuleren?
,,Niet op de manier waarop onze onderzoeksgroep ermee bezig is. Centraal staat dat de e-partner jouw persoonlijke ondersteuner moet worden. Jij kiest ervoor, jij begrijpt in grote lijnen wat er gebeurt en jij blijft in control. Opereert de e-partner naar jouw smaak te autonoom? Je kunt altijd de instellingen aanpassen. ‘Jij bent mijn e-partner en als je niet doet wat ik wil, is het afgelopen!’ Zo moet de relatie zijn.”
Wat zou voor u de ideale e-partner zijn?
,,Een e-partner die me helpt bij het arrangeren van muziekstukken voor een big band, een hobby van me. Daarvoor moet je erg veel partijen uitschrijven, dus dat besteed ik graag voor een deel uit.”
www.tm.tno.nl
http://msc.ewi.tudelft.nl/mke
WIE IS MARK NEERINCX?
Prof.dr. Mark Neerincx (43), cognitief psycholoog, afgestudeerd in Leiden en gepromoveerd in Groningen, leidt bij TNO Technische Menskunde de onderzoeksgroep Usability Engineering. Dit team van psychologen, informatici, taalkundigen en grafici doet fundamenteel en toegepast onderzoek.
Eén dag in de week is Neerincx hoogleraar mens-machine-interactie in Delft: zijn bijdrage aan de opleiding media and knowledge engineering (MKT) die de TU Delft drie jaar geleden startte. Nieuwe interactieve systemen vroegen om nieuwe ‘omgangsvormen’ voor machine en gebruiker. ,,Ik gebruik voorbeelden van het TNO-onderzoek in mijn colleges. En mijn Delftse vakgroep werkt nauw samen met mijn TNO-onderzoeksgroep.”
Wie zonder problemen het elektronische formulier voor belastingteruggave invult, is Neerincx enige dank verschuldigd: hij onderwierp het formulier destijds aan gebruiksvriendelijkheidtests. Verder ontwikkelde hij onder meer een online handboek voor ontwerpers van user interfaces voor het International Space Station.
Neerincx is getrouwd en heeft drie kinderen.
Comments are closed.