Campus

‘De historie heeft Shell groot gelijk gegeven’

,,Spijt? Ach, wat is spijt? De dingen zijn gelopen zoals ze gelopen zijn. Ik heb het als een positieve tijd ervaren en als het anders was gelopen was het misschien nog positiever geweest – of niet, dat weet ik niet.’

‘ Prof.ir. J.J. van der Vuurst de Vries, oud-dekaan, neemt na negen jaar afscheid van de faculteit Mijnbouwkunde en Petroleumwinning.

De vertrekkende hoogleraar heeft nog zijn eigen kamer in de faculteit. De inrichting is even monumentaal als het gebouw zelf: rechts een enorme eikehouten kast, links een bureau met plaats genoeg voor een maandenlange achterstand in vakliteratuur en daarboven, ingelijst, een streng kijkende professor die erop toe lijkt te zien dat die achterstand niet nog groter wordt. Maar dat heeft niet geholpen.

,,Eén ding is duidelijk, bij mijn aantreden had ik de verwachting aanzienlijk meer tijd aan mijn vakgebied te besteden dan het uiteindelijk geworden is”, kijkt Van der Vuurst de Vries terug. Hij arriveerde begin 1986 als hoogleraar algemene petroleumwinning, maar werd al snel gevraagd voor het dekaanschap. Daarmee begon hij in september van het volgende jaar. ,,Je moet gewoon een onevenredig deel van je tijd besteden aan het bestuurlijke gedoe. Een commissie dit, een commissie dat, het vreet allemaal tijd. Niet dat dat vervelend was, helemaal niet, maar je eigen vakgebied raakt behoorlijk in de verdrukking. Terwijl dat toch in eerste instantie de reden is waarom je hier als hoogleraar aantreedt. Maar nogmaals, dat had-je-het-anders-gedaan-gedoe, daar geloof ik niet zo in. Er valt namelijk niets te vergelijken.”
Feest

Van der Vuurst de Vries was afkomstig van Shell. Hoewel dat toch echt geen dictatoriaal bedijf te noemen is, zo zegt hij zelf, ervoer hij de overgang naar de TU wel als een culture shock. ,,Ik heb wel even met m’n oren geflapperd en met m’n ogen geknipperd. Bij een verschil van mening wordt er soms net zo lang gepraat en oeverloos gediscussieerd tot er een tandeloos compromis uitrolt. Terwijl er bij Shell iemand opstaat die zegt: ‘Genoeg gepraat, dát doen we.’ Door die stroperigheid hier hol je soms hijgend achter de feiten aan. Er is geen mogelijkheid om op impulsieve wijze besluiten te nemen. Zoals die raden nu werken, dat moet afgelopen zijn. Het mag best slagvaardiger.”

Van der Vuurst de Vries werd eind 1987, toen hij net een paar maanden dekaan was, geconfronteerd met de invloed van de universiteitsraad. Het college van dekanen had ir. L.C. van Wachem, president-directeur van Shell, uitgekozen voor een eredoctoraat van de TU. Hij was voorgedragen door Mijnbouw. In principe zijn de dekanen autonoom wat de kandidaten voor eredoctoraten betreft, maar de universiteitsraad liet haar afkeuring duidelijk blijken.

Shell was in die tijd absoluut politiek incorrect vanwege de banden met Zuid-Afrika. Daarop overreedde het college van bestuur de dekanen om op hun besluit terug te komen. ,,Dat was m’n eerste grote feest hier in Delft”, herinnert Van der Vuurst de Vries zich met gevoel voor ironie. ,,Het college van bestuur was zo bang dat er politieke rellen zouden ontstaan, dat ze enorme druk op ons hebben uitgeoefend. Daarna hebben de dekanen eieren voor hun geld gekozen, zeer tegen de zin van mijn faculteit in.”

,,De Delta heeft daar nog een lelijke rol in gespeeld, want die heeft de zaak laten uitlekken voordat de kandidaat überhaupt wist dat hij gekozen was. Daarop zijn de toenmalige rector magnificus, professor Dirken, en ikzelf haasje-repje naar de heer Van Wachem gerend, om te zeggen: ‘Sorry, maar vanmiddag of morgen komt er in de krant dat u aangewezen was om het eredoctoraat in ontvangst te nemen, maar dat is afgeblazen.’ Dat was geen leuke boodschap. Een beetje een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de TU, helaas. Zoiets wil je toch niemand aandoen? Afgezien van de vraag of het nou verstandig is om één van je belangrijkste industrieën op een dermate onheuse manier te bejegenen.”

,,Shell kon toentertijd in Zuid-Afrika twee dingen doen: kwaad weglopen, of blijven om de zaak in goede banen te leiden. Shell deed dat laatste en ik vond dat Van Wachem hun beleid op een ongelooflijk integere manier verdedigde. Hij gaf dus ook wel degelijk aan wat Shell eraan deed om de kwalijke effecten van de apartheidspolitiek zoveel mogelijk te verzachten. Ik denk dat after all de historie Shell groot gelijk gegeven heeft. Het enige vervelende is dat je dat dan weer niet hoort. Nu staat niemand op die zegt dat het zo gek nog niet was.”
Scootertjes

Van der Vuurst de Vries heeft in de afgelopen jaren onder meer de onderzoeksschool Centrum voor Technische Geowetenschappen helpen opzetten. ,,Het gaat vooral om de integratie van vakken, van verschillende disciplines, die zich toespitsen op de aardkorst. Dat is de leidraad. Die school is een van de heel plezierige dingen die tot stand gekomen zijn terwijl ik me daar als dekaan mee moest bemoeien. Ik houd wel van verandering. Als dingen stil blijven staan, dan gaat de aardigheid eraf.”

De faculteit gaat met zijn tijd mee, wat ondermeer moet resulteren in een nieuwe naam. Van der Vuurst de Vries: ,,Scholieren horen de naam mijnbouw en petroleumwinning en associëren dat met een of andere vieze techniek, waarmee je op een raar platform midden in de Noordzee zit of in een vreemd tropisch land zonder beschaving. Hun eerste gedachte: het is vuil, het is vies, het is onaangenaam. Vandaar die nieuwe naam.”

Een andere verandering is het hergebruik van materialen, dat steeds meer in het studieprogramma verwerkt wordt. ,,Vroeger gebruikten we materialen gewoon en gooiden we ze erna op de schroothoop”, vertelt Van der Vuurst de Vries. Maar door de toename van de bevolking en de toename van de welvaart zijn primaire grondstoffen niet voldoende en moet je ze hergebruiken.” Toch gelooft de oud-hoogleraar niet in de doemscenario’s van verschillende milieu-groeperingen. ,,Degrondstoffen zullen echt niet van de ene op de andere dag op zijn. Om bij mijn eigen vakgebied, de petroleumwinning, te blijven: met de huidige winbare olievoorraden en het huidige gebruik hebben we nog vijfendertig jaar te gaan voordat het op is. Maar dat zeiden ze toen ik hier studeerde ook al. Er wordt namelijk elk jaar minstens zoveel bijgevonden als er gebruikt wordt. Niettemin valt de eindigheid van de voorraden niet te ontkennen; zeker tegen de tijd dat alle Chinezen op scootertjes rijden, gaat er nog wel het een en ander gebeuren. Ik denk dat de oplossing toch ligt in een vorm van kernenergie.”
Grutterswinkel

Van der Vuurst de Vries kijkt naar de massieve kast in zijn kamer. ,,Die zal moeilijk hergebruikt kunnen worden”, denkt hij. ,,Hij zal niet eens passen in het nieuwe gebouw, als we verhuisd zijn.” De kast is aan het begin van de eeuw door de schrijnwerker van de faculteit op maat gemaakt voor professor Grutterink, hoogleraar mineralogie. ,,Toen hij klaar was, liet hij de kast vol trots zien aan zijn collega’s. Een van hen zag alle bakjes en laatjes – bedoeld voor de stenenverzameling – en zei: ‘Het is hier net een grutterswinkel.’ De twee hoogleraren hebben elkaar jaren niet meer gesproken.”

,,Het was een andere tijd natuurlijk. De hoogleraren, het gebouw, het onderwijs; het verandert allemaal. Toen was er sprake van individueel onderwijs, met één of twee aanmeldingen per jaar. Nu schommelt dat aantal rond de zestig, en dat is nog te weinig. Hoewel, niets is altijd helemaal goed en niets is helemaal slecht. Als je vraagt of dit land behoefte heeft aan meer dan zestig mijnbouwers, is het antwoord daarop waarschijnlijk nee. Aan de andere kant, zolang het ministerie deze faculteit zo waanzinnig financiert op basis van het aantal studenten, dan hebben wij gewoon een minimum van honderd per jaar nodig. Als dat minder wordt, dan kunnen we niet op deze manier het onderwijs en onderzoek blijven volhouden, dan moet op de een of andere manier toch het mes erin gezet worden.”
Michael Persson


Prof.ir. J.J. van der Vuurst de Vries: ,,Ik denk dat de oplossing toch ligt in een vorm van kernenergie”

,,Spijt? Ach, wat is spijt? De dingen zijn gelopen zoals ze gelopen zijn. Ik heb het als een positieve tijd ervaren en als het anders was gelopen was het misschien nog positiever geweest – of niet, dat weet ik niet.” Prof.ir. J.J. van der Vuurst de Vries, oud-dekaan, neemt na negen jaar afscheid van de faculteit Mijnbouwkunde en Petroleumwinning.

De vertrekkende hoogleraar heeft nog zijn eigen kamer in de faculteit. De inrichting is even monumentaal als het gebouw zelf: rechts een enorme eikehouten kast, links een bureau met plaats genoeg voor een maandenlange achterstand in vakliteratuur en daarboven, ingelijst, een streng kijkende professor die erop toe lijkt te zien dat die achterstand niet nog groter wordt. Maar dat heeft niet geholpen.

,,Eén ding is duidelijk, bij mijn aantreden had ik de verwachting aanzienlijk meer tijd aan mijn vakgebied te besteden dan het uiteindelijk geworden is”, kijkt Van der Vuurst de Vries terug. Hij arriveerde begin 1986 als hoogleraar algemene petroleumwinning, maar werd al snel gevraagd voor het dekaanschap. Daarmee begon hij in september van het volgende jaar. ,,Je moet gewoon een onevenredig deel van je tijd besteden aan het bestuurlijke gedoe. Een commissie dit, een commissie dat, het vreet allemaal tijd. Niet dat dat vervelend was, helemaal niet, maar je eigen vakgebied raakt behoorlijk in de verdrukking. Terwijl dat toch in eerste instantie de reden is waarom je hier als hoogleraar aantreedt. Maar nogmaals, dat had-je-het-anders-gedaan-gedoe, daar geloof ik niet zo in. Er valt namelijk niets te vergelijken.”
Feest

Van der Vuurst de Vries was afkomstig van Shell. Hoewel dat toch echt geen dictatoriaal bedijf te noemen is, zo zegt hij zelf, ervoer hij de overgang naar de TU wel als een culture shock. ,,Ik heb wel even met m’n oren geflapperd en met m’n ogen geknipperd. Bij een verschil van mening wordt er soms net zo lang gepraat en oeverloos gediscussieerd tot er een tandeloos compromis uitrolt. Terwijl er bij Shell iemand opstaat die zegt: ‘Genoeg gepraat, dát doen we.’ Door die stroperigheid hier hol je soms hijgend achter de feiten aan. Er is geen mogelijkheid om op impulsieve wijze besluiten te nemen. Zoals die raden nu werken, dat moet afgelopen zijn. Het mag best slagvaardiger.”

Van der Vuurst de Vries werd eind 1987, toen hij net een paar maanden dekaan was, geconfronteerd met de invloed van de universiteitsraad. Het college van dekanen had ir. L.C. van Wachem, president-directeur van Shell, uitgekozen voor een eredoctoraat van de TU. Hij was voorgedragen door Mijnbouw. In principe zijn de dekanen autonoom wat de kandidaten voor eredoctoraten betreft, maar de universiteitsraad liet haar afkeuring duidelijk blijken.

Shell was in die tijd absoluut politiek incorrect vanwege de banden met Zuid-Afrika. Daarop overreedde het college van bestuur de dekanen om op hun besluit terug te komen. ,,Dat was m’n eerste grote feest hier in Delft”, herinnert Van der Vuurst de Vries zich met gevoel voor ironie. ,,Het college van bestuur was zo bang dat er politieke rellen zouden ontstaan, dat ze enorme druk op ons hebben uitgeoefend. Daarna hebben de dekanen eieren voor hun geld gekozen, zeer tegen de zin van mijn faculteit in.”

,,De Delta heeft daar nog een lelijke rol in gespeeld, want die heeft de zaak laten uitlekken voordat de kandidaat überhaupt wist dat hij gekozen was. Daarop zijn de toenmalige rector magnificus, professor Dirken, en ikzelf haasje-repje naar de heer Van Wachem gerend, om te zeggen: ‘Sorry, maar vanmiddag of morgen komt er in de krant dat u aangewezen was om het eredoctoraat in ontvangst te nemen, maar dat is afgeblazen.’ Dat was geen leuke boodschap. Een beetje een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de TU, helaas. Zoiets wil je toch niemand aandoen? Afgezien van de vraag of het nou verstandig is om één van je belangrijkste industrieën op een dermate onheuse manier te bejegenen.”

,,Shell kon toentertijd in Zuid-Afrika twee dingen doen: kwaad weglopen, of blijven om de zaak in goede banen te leiden. Shell deed dat laatste en ik vond dat Van Wachem hun beleid op een ongelooflijk integere manier verdedigde. Hij gaf dus ook wel degelijk aan wat Shell eraan deed om de kwalijke effecten van de apartheidspolitiek zoveel mogelijk te verzachten. Ik denk dat after all de historie Shell groot gelijk gegeven heeft. Het enige vervelende is dat je dat dan weer niet hoort. Nu staat niemand op die zegt dat het zo gek nog niet was.”
Scootertjes

Van der Vuurst de Vries heeft in de afgelopen jaren onder meer de onderzoeksschool Centrum voor Technische Geowetenschappen helpen opzetten. ,,Het gaat vooral om de integratie van vakken, van verschillende disciplines, die zich toespitsen op de aardkorst. Dat is de leidraad. Die school is een van de heel plezierige dingen die tot stand gekomen zijn terwijl ik me daar als dekaan mee moest bemoeien. Ik houd wel van verandering. Als dingen stil blijven staan, dan gaat de aardigheid eraf.”

De faculteit gaat met zijn tijd mee, wat ondermeer moet resulteren in een nieuwe naam. Van der Vuurst de Vries: ,,Scholieren horen de naam mijnbouw en petroleumwinning en associëren dat met een of andere vieze techniek, waarmee je op een raar platform midden in de Noordzee zit of in een vreemd tropisch land zonder beschaving. Hun eerste gedachte: het is vuil, het is vies, het is onaangenaam. Vandaar die nieuwe naam.”

Een andere verandering is het hergebruik van materialen, dat steeds meer in het studieprogramma verwerkt wordt. ,,Vroeger gebruikten we materialen gewoon en gooiden we ze erna op de schroothoop”, vertelt Van der Vuurst de Vries. Maar door de toename van de bevolking en de toename van de welvaart zijn primaire grondstoffen niet voldoende en moet je ze hergebruiken.” Toch gelooft de oud-hoogleraar niet in de doemscenario’s van verschillende milieu-groeperingen. ,,Degrondstoffen zullen echt niet van de ene op de andere dag op zijn. Om bij mijn eigen vakgebied, de petroleumwinning, te blijven: met de huidige winbare olievoorraden en het huidige gebruik hebben we nog vijfendertig jaar te gaan voordat het op is. Maar dat zeiden ze toen ik hier studeerde ook al. Er wordt namelijk elk jaar minstens zoveel bijgevonden als er gebruikt wordt. Niettemin valt de eindigheid van de voorraden niet te ontkennen; zeker tegen de tijd dat alle Chinezen op scootertjes rijden, gaat er nog wel het een en ander gebeuren. Ik denk dat de oplossing toch ligt in een vorm van kernenergie.”
Grutterswinkel

Van der Vuurst de Vries kijkt naar de massieve kast in zijn kamer. ,,Die zal moeilijk hergebruikt kunnen worden”, denkt hij. ,,Hij zal niet eens passen in het nieuwe gebouw, als we verhuisd zijn.” De kast is aan het begin van de eeuw door de schrijnwerker van de faculteit op maat gemaakt voor professor Grutterink, hoogleraar mineralogie. ,,Toen hij klaar was, liet hij de kast vol trots zien aan zijn collega’s. Een van hen zag alle bakjes en laatjes – bedoeld voor de stenenverzameling – en zei: ‘Het is hier net een grutterswinkel.’ De twee hoogleraren hebben elkaar jaren niet meer gesproken.”

,,Het was een andere tijd natuurlijk. De hoogleraren, het gebouw, het onderwijs; het verandert allemaal. Toen was er sprake van individueel onderwijs, met één of twee aanmeldingen per jaar. Nu schommelt dat aantal rond de zestig, en dat is nog te weinig. Hoewel, niets is altijd helemaal goed en niets is helemaal slecht. Als je vraagt of dit land behoefte heeft aan meer dan zestig mijnbouwers, is het antwoord daarop waarschijnlijk nee. Aan de andere kant, zolang het ministerie deze faculteit zo waanzinnig financiert op basis van het aantal studenten, dan hebben wij gewoon een minimum van honderd per jaar nodig. Als dat minder wordt, dan kunnen we niet op deze manier het onderwijs en onderzoek blijven volhouden, dan moet op de een of andere manier toch het mes erin gezet worden.”
Michael Persson


Prof.ir. J.J. van der Vuurst de Vries: ,,Ik denk dat de oplossing toch ligt in een vorm van kernenergie”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.