Campus

Dat is puur toeval

Ruim zes jaar geleden begon Monique Heiligers aan een studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Een paar jaar later maakte haar zusje Yvonne dezelfde keus.

En sinds zeven weken studeert ook Jeannette Heiligers in het gebouw aan de Kluyverweg. Eén stad, één studie, drie zussen. It’s a small world.

Op een aërodynamisch vormgegeven bankje aan de Kluyverweg zitten drie meisjes. Op het eerste gezicht zijn er meer verschillen dan overeenkomsten. Blond en donker haar, blauwe en groene ogen, hakken en sportschoenen. Maar wanneer een Boeing laag overvliegt staan de neuzen dezelfde kant op: omhoog richting luchtruim. Monique, Yvonne en Jeannette Heiligers komen uit één gezin en delen dezelfde interesse: vliegtuigen.

Waren de verhalen over Delft zo positief dat de jongere zusjes hun oudere familielid volgden? Monique blijkt na zes jaar inderdaad nog niet afgeknapt op haar studiestad. ,,We hebben alle drie in een dorp gewoond. In Delft is alles op de fiets bereikbaar en toch zijn er genoeg cafés om steeds ergens anders heen te gaan. Een grote stad als Rotterdam trekt me veel minder.”

Jeannette is de jongste, dit jaar begonnen met luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Ze woont in de studentenflat aan de E. du Perronlaan. Naast de luxe dat ze praktisch op een supermarkt woont, heeft dat nog een voordeel: ,,Vanuit mijn raam heb ik zicht op de aanvliegroute naar Rotterdam. De vliegtuigen komen lekker laag voorbij.” Sinds elf september geeft dat een lichte bijsmaak. ,,Ik denk telkens: ‘Niet mijn flat in graag’.”

Yvonne kan erover meepraten. Ook zij woont in een flat met uitzicht op laagvliegend metaal. Om precies te zijn: in het huis naast Jeannette. ,,Puur toeval,” volgens haar zusje. ,,Ik wist natuurlijk wel dat ze in hetzelfde gebouw woonde. Maar dat het er pal naast was zag ik pas toen ik voor de instemming kwam.”

Boksbal

De zussen lopen de deur niet plat bij elkaar. ,,We eten regelmatig samen, maar niet elke week. Het is zeker niet zo dat we elkaar iedere dag tegenkomen.” Yvonne heeft een bijbaan als natuurkundelerares op een middelbare school in Zwijndrecht. Ook Monique staat voor het krijtbord. Zij leert eerstejaars studenten de regels van de mechanica. Jeannette zit niet in haar klas. ,,Daar heb ik wel voor gezorgd: zij volgt de colleges in het Nederlands, ik geef les in het Engels.”

De vraag is al vaker gesteld: is het Engselse onderwijs van mindere kwaliteit dan het Nederlandse? Monique geeft zelf les in het Engels: ,,Voor mij is het vwo nog maar zes jaar geleden. Wanneer je hier al langer rondloopt is het denk ik moeilijker ineens in het Engels les te geven. Maar er zijn veel docenten die goed Engels kunnen.” Jeannette koos voor Nederlands, Yvonne hoefde niet te kiezen.

Jeannette kan zich opwinden over een ander aspect van het onderwijs: de aansluiting van middelbare school op universiteit. ,,De tweede fase sluit niet aan. Allerlei wiskunde die ik nooit heb geleerd wordt in Delft als bekend verondersteld.” Tijdens haar middelbare schooltijd had ze een boksbal aan het plafond hangen om de perikelen van alledag van zich af te slaan. De boksbal blijkt nog niet nodig. ,,Wel meegenomen naar Delft”, bekent ze, ,,maar ik heb hem nog niet opgehangen.”

Vliegen

Monique, die binnen een jaar hoopt af te studeren, beet niet alleen de spits af met haar studie. Ze heeft ook de primeur als eerste in een helikopter te hebben gevlogen. ,,Ja?”, verbazen Yvonne en Jeannette zich. ,,Wanneer?” Het bewijs dat de zussen niet alles van elkaar weten. De helikopterles blijkt onderdeel van een vak: verslag inleveren, naar Teuge reizen en drie kwartier de lucht in. Haar zusjes hangen aan haar lippen. ,,Aan het eind laat de instructeur zijn besturing helemaal los en moet je proberen de heli stil te houden. Toen heb ik alle hoeken van het vliegveld gezien.”

Jeannette heeft tijdens de Owee een zweefvlucht gemaakt. ,,Hartstikke leuk! Ik was zo zenuwachtig van tevoren dat ik op de grond al bijna misselijk werd.” Yvonne kan er niet over meepraten. ,,Gemist tijdens mijn Owee, ik weet niet waarom. Komt nog wel een keer.” Hoogtevrees kan het niet zijn geweest. Ze maakte al eens een bungeejump en een parachutesprong met dertig seconden in vrije val. ,,Eén jongen ging voor de volle minuut. Dat doet hij waarschijnlijk niet nog eens. Hij was al groen en geel toen het vliegtuig naar mijn hoogte steeg en hij moest nog verder omhoog.”

Maar de ultieme vliegervaring voor de vliegtuigfreak is de gewichtloze toestand van een paraboolvlucht. Zodra studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek hun propedeuse hebben behaald krijgen ze een vliegles. Jeannette herinnert zich het maaggevoel van voor de zweefvlucht en ziet de bui al hangen. ,,Ik denk dat ik maar iets minder m’n best doe dit jaar.”

Ruim zes jaar geleden begon Monique Heiligers aan een studie luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Een paar jaar later maakte haar zusje Yvonne dezelfde keus. En sinds zeven weken studeert ook Jeannette Heiligers in het gebouw aan de Kluyverweg. Eén stad, één studie, drie zussen. It’s a small world.

Op een aërodynamisch vormgegeven bankje aan de Kluyverweg zitten drie meisjes. Op het eerste gezicht zijn er meer verschillen dan overeenkomsten. Blond en donker haar, blauwe en groene ogen, hakken en sportschoenen. Maar wanneer een Boeing laag overvliegt staan de neuzen dezelfde kant op: omhoog richting luchtruim. Monique, Yvonne en Jeannette Heiligers komen uit één gezin en delen dezelfde interesse: vliegtuigen.

Waren de verhalen over Delft zo positief dat de jongere zusjes hun oudere familielid volgden? Monique blijkt na zes jaar inderdaad nog niet afgeknapt op haar studiestad. ,,We hebben alle drie in een dorp gewoond. In Delft is alles op de fiets bereikbaar en toch zijn er genoeg cafés om steeds ergens anders heen te gaan. Een grote stad als Rotterdam trekt me veel minder.”

Jeannette is de jongste, dit jaar begonnen met luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Ze woont in de studentenflat aan de E. du Perronlaan. Naast de luxe dat ze praktisch op een supermarkt woont, heeft dat nog een voordeel: ,,Vanuit mijn raam heb ik zicht op de aanvliegroute naar Rotterdam. De vliegtuigen komen lekker laag voorbij.” Sinds elf september geeft dat een lichte bijsmaak. ,,Ik denk telkens: ‘Niet mijn flat in graag’.”

Yvonne kan erover meepraten. Ook zij woont in een flat met uitzicht op laagvliegend metaal. Om precies te zijn: in het huis naast Jeannette. ,,Puur toeval,” volgens haar zusje. ,,Ik wist natuurlijk wel dat ze in hetzelfde gebouw woonde. Maar dat het er pal naast was zag ik pas toen ik voor de instemming kwam.”

Boksbal

De zussen lopen de deur niet plat bij elkaar. ,,We eten regelmatig samen, maar niet elke week. Het is zeker niet zo dat we elkaar iedere dag tegenkomen.” Yvonne heeft een bijbaan als natuurkundelerares op een middelbare school in Zwijndrecht. Ook Monique staat voor het krijtbord. Zij leert eerstejaars studenten de regels van de mechanica. Jeannette zit niet in haar klas. ,,Daar heb ik wel voor gezorgd: zij volgt de colleges in het Nederlands, ik geef les in het Engels.”

De vraag is al vaker gesteld: is het Engselse onderwijs van mindere kwaliteit dan het Nederlandse? Monique geeft zelf les in het Engels: ,,Voor mij is het vwo nog maar zes jaar geleden. Wanneer je hier al langer rondloopt is het denk ik moeilijker ineens in het Engels les te geven. Maar er zijn veel docenten die goed Engels kunnen.” Jeannette koos voor Nederlands, Yvonne hoefde niet te kiezen.

Jeannette kan zich opwinden over een ander aspect van het onderwijs: de aansluiting van middelbare school op universiteit. ,,De tweede fase sluit niet aan. Allerlei wiskunde die ik nooit heb geleerd wordt in Delft als bekend verondersteld.” Tijdens haar middelbare schooltijd had ze een boksbal aan het plafond hangen om de perikelen van alledag van zich af te slaan. De boksbal blijkt nog niet nodig. ,,Wel meegenomen naar Delft”, bekent ze, ,,maar ik heb hem nog niet opgehangen.”

Vliegen

Monique, die binnen een jaar hoopt af te studeren, beet niet alleen de spits af met haar studie. Ze heeft ook de primeur als eerste in een helikopter te hebben gevlogen. ,,Ja?”, verbazen Yvonne en Jeannette zich. ,,Wanneer?” Het bewijs dat de zussen niet alles van elkaar weten. De helikopterles blijkt onderdeel van een vak: verslag inleveren, naar Teuge reizen en drie kwartier de lucht in. Haar zusjes hangen aan haar lippen. ,,Aan het eind laat de instructeur zijn besturing helemaal los en moet je proberen de heli stil te houden. Toen heb ik alle hoeken van het vliegveld gezien.”

Jeannette heeft tijdens de Owee een zweefvlucht gemaakt. ,,Hartstikke leuk! Ik was zo zenuwachtig van tevoren dat ik op de grond al bijna misselijk werd.” Yvonne kan er niet over meepraten. ,,Gemist tijdens mijn Owee, ik weet niet waarom. Komt nog wel een keer.” Hoogtevrees kan het niet zijn geweest. Ze maakte al eens een bungeejump en een parachutesprong met dertig seconden in vrije val. ,,Eén jongen ging voor de volle minuut. Dat doet hij waarschijnlijk niet nog eens. Hij was al groen en geel toen het vliegtuig naar mijn hoogte steeg en hij moest nog verder omhoog.”

Maar de ultieme vliegervaring voor de vliegtuigfreak is de gewichtloze toestand van een paraboolvlucht. Zodra studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek hun propedeuse hebben behaald krijgen ze een vliegles. Jeannette herinnert zich het maaggevoel van voor de zweefvlucht en ziet de bui al hangen. ,,Ik denk dat ik maar iets minder m’n best doe dit jaar.”

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.