Onderwijs

Cursusevaluatie zal in ’96 rol spelen bij beoordeling docent

Het nieuwe systeem van cursusevaluatie is in eerste instantie bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, maar het college van bestuur houdt de ruimte om vanaf volgend jaar de uitkomsten ervan ook een rol te laten spelen in de beoordeling van docenten.

br />
Dit blijkt uit de behandeling van het Instellingsplan in de universiteitsraad. ,,Inpassing van de uitkomsten in systemen van personeelsbeoordeling en personeelsbeloning is voor 1996 voorzien.” Door deze zin tijdens de behandeling overeind te houden, heeft het college van bestuur in principe voldoende bewegingsvrijheid om volgend jaar personeel te beoordelen op grond van het systeem van course evaluation, het uniforme TU-systeem van studentenenquêtes.

Hoe groot die bewegingsvrijheid is, moet nog blijken. In de u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek stelde de u-raad zich in maart namelijk op het standpunt dat de uitkomsten van cursusevaluatie wel gebruikt kunnen worden in functioneringsgesprekken ,,doch niet in beoordelingsgesprekken”.

In soortgelijke bewoordingen liet het college van dekanen zich in april uit. Cursusevaluatie moet ‘niet in eerste instantie’ worden gebruikt voor personeelsbeoordeling, aldus de dekanen. ,,Cursusevaluatie is een instrument voor het meer integrale benchmarking, een strategische, bestuurlijke aanpak van kwaliteitszorg.”

De dekanen volgden daarmee prof.dr. F.A. van Vught van het Twentse onderwijsinstituut CSHOB, die het cvb in februari al adviseerde over de hantering van het systeem. Van Vught stelt dat cursusevaluatie gerelateerd aan personeelsbeoordeling ‘op gespannen voet’ staat met de algemene ideeën van total quality management en het principe van het stelsel van wederzijdse dienstverlening. ,,De gedachte hierbij is juist dat er niet één individu is die volledig verantwoordelijk is voor de kwaliteit van een studieonderdeel, maar dat de kwaliteit het resultaat is van de onderlinge afstemming van de activiteiten van een team van betrokkenen.”

Het cvb is het eens met Van Vught dat bij cursusevaluatie de nadruk niet ligt op het vergaren van studentenoordelen en het gebruik daarvan voor personeelsbeleid, maar op de bestuurlijke interactie tussen college en faculteitsbesturen. En dat aan slechte resultaten bestuurlijke consequenties verbonden moeten worden, in de zin van bekostigingsbeslissingen.

Het college heeft op dit moment een brief in de maak aan de faculteiten waarin het de besturen de laatste richtlijnen voor het gebruik van het systeem uit de doeken doet. Ook vraagt het de faculteiten periodiek een ‘kwaliteitsprofielrapportage’ te schrijven. Onder een dergelijke rapportage wordt verstaan ‘een gestandaardiseerde weergave van de mate waarin vooraf gesteld doelen zijn bereikt’. Cursusevaluatie kan onderdeel zijn van zon’n rapportage, naast visistaties en internationale reviews.

De TU-wijde invoering van cursusevaluatie is overigens al vergevorderd. Na de succesvolle proef bij twee faculteiten zijn nu sinds maart acht studierichtingen gestart met het systeem. De overige zeven studies zouden in september moeten volgen.(H.O.)

Henk Orsel

Het nieuwe systeem van cursusevaluatie is in eerste instantie bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken, maar het college van bestuur houdt de ruimte om vanaf volgend jaar de uitkomsten ervan ook een rol te laten spelen in de beoordeling van docenten.

Dit blijkt uit de behandeling van het Instellingsplan in de universiteitsraad. ,,Inpassing van de uitkomsten in systemen van personeelsbeoordeling en personeelsbeloning is voor 1996 voorzien.” Door deze zin tijdens de behandeling overeind te houden, heeft het college van bestuur in principe voldoende bewegingsvrijheid om volgend jaar personeel te beoordelen op grond van het systeem van course evaluation, het uniforme TU-systeem van studentenenquêtes.

Hoe groot die bewegingsvrijheid is, moet nog blijken. In de u-raadscommissie voor onderwijs en onderzoek stelde de u-raad zich in maart namelijk op het standpunt dat de uitkomsten van cursusevaluatie wel gebruikt kunnen worden in functioneringsgesprekken ,,doch niet in beoordelingsgesprekken”.

In soortgelijke bewoordingen liet het college van dekanen zich in april uit. Cursusevaluatie moet ‘niet in eerste instantie’ worden gebruikt voor personeelsbeoordeling, aldus de dekanen. ,,Cursusevaluatie is een instrument voor het meer integrale benchmarking, een strategische, bestuurlijke aanpak van kwaliteitszorg.”

De dekanen volgden daarmee prof.dr. F.A. van Vught van het Twentse onderwijsinstituut CSHOB, die het cvb in februari al adviseerde over de hantering van het systeem. Van Vught stelt dat cursusevaluatie gerelateerd aan personeelsbeoordeling ‘op gespannen voet’ staat met de algemene ideeën van total quality management en het principe van het stelsel van wederzijdse dienstverlening. ,,De gedachte hierbij is juist dat er niet één individu is die volledig verantwoordelijk is voor de kwaliteit van een studieonderdeel, maar dat de kwaliteit het resultaat is van de onderlinge afstemming van de activiteiten van een team van betrokkenen.”

Het cvb is het eens met Van Vught dat bij cursusevaluatie de nadruk niet ligt op het vergaren van studentenoordelen en het gebruik daarvan voor personeelsbeleid, maar op de bestuurlijke interactie tussen college en faculteitsbesturen. En dat aan slechte resultaten bestuurlijke consequenties verbonden moeten worden, in de zin van bekostigingsbeslissingen.

Het college heeft op dit moment een brief in de maak aan de faculteiten waarin het de besturen de laatste richtlijnen voor het gebruik van het systeem uit de doeken doet. Ook vraagt het de faculteiten periodiek een ‘kwaliteitsprofielrapportage’ te schrijven. Onder een dergelijke rapportage wordt verstaan ‘een gestandaardiseerde weergave van de mate waarin vooraf gesteld doelen zijn bereikt’. Cursusevaluatie kan onderdeel zijn van zon’n rapportage, naast visistaties en internationale reviews.

De TU-wijde invoering van cursusevaluatie is overigens al vergevorderd. Na de succesvolle proef bij twee faculteiten zijn nu sinds maart acht studierichtingen gestart met het systeem. De overige zeven studies zouden in september moeten volgen.(H.O.)

Henk Orsel

Redacteur Redactie

Heb je een vraag of opmerking over dit artikel?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.